Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Oproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingOproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP)
CiteertitelOproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP)
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:27 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-01-2023nieuwe regeling

10-01-2023

prb-2023-501

Tekst van de regeling

Intitulé

Oproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP)

Gedeputeerde Staten van Limburg, stellen ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:27 juncto 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht, op 10 januari het volgende besluit vast:

 

Oproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP)

 

Gelet op:

 

  • 1.

    Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PbEU 2021, L 435);

  • 2.

    Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PbEU 2021, L 435);

  • 3.

    Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (EU) nr 2021/1060 PbEU2021, L231

Besluiten Gedeputeerden Staten van Limburg tot het publiceren van de oproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), onder volgende, nadere regels:

 

  • I.

    Lokale ontwikkelingsstrategieën kunnen uitsluitend worden ingediend door middel van gebruikmaking van het op de website van de Provincie Limburg beschikbaar gestelde aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier kan tezamen met de gevraagde bijlagen per e-mail of post worden verzonden naar GS. E-mail: postbus@prvlimburg.nl, postadres: Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Plattelandsontwikkeling, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht.

  • II.

    Lokale ontwikkelingsstrategieën kunnen worden ingediend vanaf 1 februari 2023 tot en met 1 april 2023. De lokale ontwikkelingsstrategie dient uiterlijk 1 april 2023 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. De lokale ontwikkelingsstrategie wordt niet in behandeling genomen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

  • III.

    Onderstaand en in de bijlage zijn de nadere regels opgenomen die voor deze oproep gelden.

ARTIKEL 1 (begripsbepaling)

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Nationaal Strategisch Plan (NSP), de Nederlandse invulling van het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in de periode 2023 tot en met 2027.

  • b.

    LEADER (Liaison Entre Actions de Développement de l’Économie Rurale): een vanuit de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 31 van Verordening (EU) 2021/1060 in het kader van het NSP.

  • c.

    Lokale ontwikkelingsstrategie (LOS), of strategie voor een vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling: een strategie zoals beschreven in artikel 31, lid 2, sub c, van Vo. (EU) 2021/1060, juncto artikel 32 lid 1 van diezelfde verordening. De strategie:

    • i.

      beschrijft concrete acties afgestemd op lokale/regionale doelstellingen en behoeften;

    • ii.

      draagt bij aan de verwezenlijking van de strategie van de Europese Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei;

    • iii.

      wordt ontworpen en uitgevoerd door een lokale actiegroep.

  • d.

    Lokale actiegroep (LAG): vertegenwoordigers van publieke en private lokale sociaaleconomische belangengroepen, zoals beschreven in artikel 31, lid 2, sub b, en artikel 33 van Vo. (EU) 2021/1060, waarbij noch overheden, gedefinieerd conform de nationale regels, noch één belangengroep meer dan 49 % van de stemrechten voor besluitvorming hebben.

ARTIKEL 2 (Doelstelling)

  • 1.

    LEADER draagt bij aan onderstaande doelen uit het NSP:

    • a.

      Doel D (SO4) Klimaatverandering en duurzame energie: bijdragen aan matiging van, en aanpassing aan, klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, meer koolstof vast te leggen, duurzame energie te bevorderen.

    • b.

      Doel E (SO5) Efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen: bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen.

    • c.

      Doel F (SO6) Bescherming van de biodiversiteit: bijdragen aan het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterking van ecosysteemdiensten en de instandhouding van habitats en landschappen.

    • d.

      Doel H (SO8) Ontwikkeling in plattelandsgebieden: bevorderen van de werkgelegenheid, economische groei, gendergelijkheid, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, met inbegrip van bio-economie en duurzame bosbouw.

  • 2.

    Iedere LOS draagt voor minimaal 20% van de strategie bij aan ten minste één van de doelen zoals genoemd in lid 1 sub a, b of c, én voor minimaal 20% aan het doel zoals genoemd in lid 1 sub d.

  • 3.

    Ter uitvoering van artikel 32 van verordening (EU) nr. 2021/1060 en artikelen 44 en 45 van verordening (EU) nr. 2021/2116 selecteert Gedeputeerde Staten maximaal 3 lokale ontwikkelingsstrategieën als bedoeld in artikel 32 van verordening (EU) nr. 2021/1060.

Artikel 3 (Indiening)

  • 1.

    De LOS zoals bedoeld in artikel 2 lid 3 wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten van Limburg in de periode van 1 februari 2023 tot en met 1 april 2023. De LOS omvat ten minste de elementen genoemd in artikel 32 eerste lid van Verordening (EU) nr. 2021/1060 en wordt opgesteld volgens het format in bijlage 1.

  • 2.

    De LOS kan uitsluitend worden ingediend door een lokale actiegroep of door een rechtspersoon/penvoerder die optreedt namens een (voorziene) lokale actiegroep.

Artikel 4 (Beoordeling)

  • 1.

    Ingediende LOS-en die niet voldoen aan de in artikel 3 gestelde voorwaarden, worden niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Een selectiecomité (zoals benoemd in artikel 32 lid 2 van EU Vo 2021/1060) beoordeelt de LOS-en aan de hand van de in bijlage 2 opgenomen selectiecriteria. Per criterium wordt een score toegekend van 0 (zeer slecht/niet aanwezig) tot 5 (uitmuntend) en wordt een weging toegepast zoals opgenomen in bijlage 2. Om voor een positief advies in aanmerking te komen, dient een LOS ten minste de per criterium opgegeven minimale score te behalen én in totaal ten minste 66 punten te behalen.

  • 3.

    Het selectiecomité kan de indieners van de LOS-en na een eerste beoordeling adviseren verbeteringen aan te brengen.

  • 4.

    Het selectiecomité beoordeelt, indien lid 3 van toepassing is, de verbeteringen en stelt de definitieve score vast.

  • 5.

    De ingediende LOS-en worden gerangschikt op basis van de definitieve score. De LOS-en met de hoogste score, met inachtneming van het onder lid 2 bepaalde, komen in aanmerking voor een positief advies.

  • 6.

    Indien voor één gebied meerdere LOS-en worden ingediend, dan wordt voor dat gebied de LOS met de hoogste score voorgedragen voor goedkeuring. Bij gelijke score is de totale score op de selectiecriteria met wegingsfactor 4 leidend. Blijft de score dan nog steeds gelijk, dan is de totale score op de selectiecriteria met wegingsfactor 3 leidend. Indien de score daarna nog steeds gelijk is, wordt door loting de rangorde bepaald.

  • 7.

    Het selectiecomité brengt vervolgens een selectieadvies uit aan Gedeputeerde Staten voor verdere besluitvorming.

  • 8.

    Gedeputeerde Staten besluiten uiterlijk 22 weken na sluitingsdatum op de aanvragen zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van dit besluit.

ARTIKEL 5 (Inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

ARTIKEL 6 (Citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Oproep voor het indienen van lokale ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER in het Nationaal Strategisch Plan (NSP).

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 10 januari 2023,

Gedeputeerde Staten van Limburg voornoemd,

De voorzitter,

Dhr. E.G.M Roemer

secretaris

Dhr. T.H.C. Schulpen

Bijlage 1 Format lokale ontwikkelingsstrategie.

 

Gebruik onderstaande opzet wanneer u uw LOS samenstelt en schrijft, bijvoorbeeld als inhoudsopgave van de LOS.

 

In de toelichting van Bijlage 1 vindt u meer uitleg over de onderdelen in dit format, en over welke concrete informatie onder ieder punt opgenomen dient te worden. Ook vindt u daar hulpvragen en tips. Het is daarnaast raadzaam de tabel met selectiecriteria in Bijlage 2 te bekijken. Bijlage 2 en de toelichting van Bijlage 1 geven u een beeld van de aspecten die in het onderstaande format aan bod dienen te komen en welke aspecten belangrijk zijn in de beoordeling van de LOS.

 

De LOS bestaat uit twee delen: een beschrijving van de LOS en het Reglement van de LAG. Hieronder ziet u welke informatie u in welk deel dient op te nemen:

 

Deel I Beschrijving van de LOS (maximaal 25 pagina’s)

 

  • 1.

    Totstandkoming en status Ontwikkelingsstrategie

    • 1.1

      Beschrijving van het proces dat ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van de strategie met speciale aandacht voor hoe de gemeenschap betrokken is bij de totstandkoming en uitwerking van de strategie.

    • 1.2

      Beschrijving van de belangengroepen die zijn betrokken bij het eerder beschreven proces.

  • 2.

    Het gebied waar de LOS betrekking op heeft

    • 2.1

      Begrenzing

      • Beschrijving/kaart van het geografische gebied.

      • Beschrijving van de bevolking in het gebied.

    • 2.2

      Gebiedsanalyse

      • Analyse van de ontwikkelingsbehoeften en de mogelijkheden van het gebied (SWOT-analyse, krachtenveldanalyse). SWOT is de afkorting voor Strengths (sterktes), Weaknesses (zwaktes), opportunities (kansen) en Threaths (bedreigingen).

      • In hoeverre sluit het bovenstaande aan bij de behoeften zoals opgenomen in het NSP (in het NSP worden deze behoeften “needs” genoemd).

  • 3.

    Beschrijving strategie

    • 3.1

      Beschrijving van de strategie en doelstellingen in het gebied.

    • 3.2

      Visie op de NSP doelen en hoe de strategie aansluit op deze doelen.

    • 3.3

      Beschrijving van doelstellingen en meetbare resultaten (inclusief aansluiting bij Resultaatindicatoren zoals opgenomen in NSP).

  • 4.

    Activiteitenplan

    • 4.1

      De plannen met betrekking tot de projecten die gehonoreerd gaan worden in de uitvoeringsfase van LEADER, met aandacht voor

      • De doelen waaraan de LEADER projecten bijdragen zoals beschreven in artikel 2 van deze oproep.

      • Gemotiveerde beschrijving van de gewenste en verwachte omvang van projecten en de wijze van subsidiëring (zie toelichting).

      • Gemotiveerde beschrijving van subsidiepercentages per type activiteit, zoals beschikbaar binnen de kaders van EU VO 2021/2115.

      • Gemotiveerde beschrijving van de mogelijkheid voor aanvragers om een voorschot aan te vragen (maximaal 50% van verleende subsidie).

      • Beschrijving van de voorwaarden waaronder geen steun zal worden verstrekt.

    • 4.2

      Een beschrijving van de plannen rondom samenwerking. Dit kan gaan over samenwerking met andere partnerschappen, lokale actiegroepen en/of andere deelnemers aan het NSP en de manier waarop deze samenwerking tot (mogelijke) synergiën leidt.

    • 4.3

      Een beschrijving van de voorziene aanjaagactiviteiten en deskundigheidsbevordering (om kwalitatief goede projectaanvragen te kunnen ontwikkelen en uitvoeren).

    • 4.4

      Beschrijving van plannen met betrekking tot Communicatie (doelgroepen en communicatiemiddelen) en hoe deze plannen ondersteunen in het behalen van de doelen.

    • 4.5

      Beschrijving van de administratie (wie neemt op welke wijze verantwoording voor de financiële administratie, het beheer van dossiers en handhaving van het reglement?).

  • 5.

    Organisatie

    • 5.1

      Een beschrijving van de positie, taken en bevoegdheden van de LAG.

    • 5.2

      Profiel en samenstelling LAG.

    • 5.3

      Organisatie van de uitvoering:

      • Beschrijving van de werkwijze voor het openstellen van LEADER-subsidie, inclusief het bepalen van het plafond.

      • De regels voor het beheer, de monitoring en de evaluatie van het programma waarmee kan worden aangetoond dat de LAG de capaciteit heeft om de strategie uit te voeren.

  • 6.

    Financiering

    • 6.1

      Begroting (zie toelichting voor meer informatie).

    • 6.2

      Dekkingsplan

      • Een financieel plan, met daarin de geplande toewijzing uit elk betrokken fonds (inclusief ELFPO) en (indien van toepassing) andere betrokken programma’s of financiële bronnen.

Deel II Reglement (maximaal 10 pagina’s)

 

  • 7.

    Beheer- en toezichtregeling/ beschrijving van de openstellings- en selectieprocedure

    • 7.1

      Beschrijving van de LAG werkwijze waarin duidelijk wordt hoe de LAG via een bottom-up proces doelen tracht te behalen en op transparante wijze projecten selecteert en steun toekent. Beschrijving van hoe aan wie verantwoording wordt afgelegd en hoe wordt omgegaan met tussentijds vertrek van LAG leden.

    • 7.2

      Wijze van openstellen en plafond bepalen.

    • 7.3

      Selectiecriteria en selectieprocedure steunaanvragen (besluitvorming).

    • 7.4

      Monitoring.

    • 7.5

      Effectmeting en evaluatie.

Eventuele bijlagen (maximaal 5 pagina’s)

Bijlage 2 Selectiecriteria

 

De selectiecommissie hanteert onderstaande tabel in het evalueren en beoordelen van de bij GS ingediende Lokale ontwikkelingsstrategieën.

 

Kenmerk

Criteria zoals opgenomen in de maatregelfiche

Criteria voor scoring 0-5

Weging

Minimale score

Bottom-up gebiedsproces

Een beschrijving van het proces waaruit blijkt dat de lokale gemeenschap betrokken is bij de ontwikkeling van de strategie.

Een beschrijving waaruit blijkt hoe het bottom-up proces is geborgd tijdens de uitvoering van de LOS.

  • De lokale gemeenschap is voldoende betrokken. Dit blijkt uit de beschrijving van het proces.

  • Er spreekt voldoende motivatie uit voor het uitvoeren van de LOS. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de beschrijving van de betrokkenheid van partijen/het gebied bij het formuleren van de doelen en acties, of uit de beschrijving van de motivatie om de beschreven acties uit te voeren.

  • Uit de beschrijving blijkt dat de LEADER-principes publiek-privaat, gebiedsgericht, integraal, samenwerkend, netwerkversterking en innovatief, en zijn geborgd in het gebiedsproces.

  • In het proces is rekening gehouden met andere (beleids)programma’s die uitvoering geven aan de doelen van het NSP.

4

12

Gebied

Een definitie van het gebied. Een beschrijving van de populatie waarop de strategie betrekking heeft. Kernen met meer dan 30.000 inwoners zijn uitgesloten van het LEADER-gebied.

  • Overtuigende motivatie voor de keuze van het gebied (samenhang, aanwezige kritische massa bij de bevolking en de gedragenheid van de gemeenschappelijke problematiek).

1

3

Probleem-analyse

Een analyse van de ontwikkelingsbehoeften en mogelijkheden met een analyse van de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen (een SWOT-analyse).

  • De ontwikkelingsbehoeften en mogelijkheden zijn overtuigend beschreven

  • De SWOT analyse geeft een eerlijk en duidelijk beeld van de situatie in het betreffende gebied

  • De doelen/ mogelijkheden zijn passend bij de doelstellingen van het NSP

3

9

Strategie

Een beschrijving van de strategie en de doelstellingen ervan, en een hiërarchie van doelstellingen met meetbare streefdoelen voor outputs of resultaten. De strategie moet aansluiten bij het NSP en, in voorkomend geval, de programma’s van de betreffende ESI-fondsen. De strategie moet aansluiten op de lokale SWOT-analyse en de SWOT-analyse voor het NSP. Uit de strategie moet blijken dat er voldoende focus is in de themakeuze door die te beperken tot ongeveer drie.

  • De strategie is een logische en coherente uitwerking van de probleemanalyse en behoefteanalyse

  • Er is voldoende focus aangebracht door te kiezen voor bepaalde thema’s

  • Doelen zijn SMART geformuleerd

  • Uit de LOS blijkt concrete aandacht voor de kansen om doelen te realiseren door de ontwikkeling en toepassing van innovaties.

  • De strategie draagt in voldoende mate bij aan ten minste één van de doelen D, E, F en in voldoende mate aan doel H van het NSP

  • De strategie sluit aan bij actuele ontwikkelingen en beleid van overheden

4

12

Activiteiten-plan

Uit het activiteitenplan moet blijken hoe de doelstellingen van de ontwikkelingsstrategie in acties worden omgezet.

  • (mogelijke) activiteiten zijn concreet geformuleerd

  • De strategie maakt duidelijk welk type projecten in de uitvoeringsfase nagestreefd worden.

  • De activiteiten (inspanningen) hebben een logisch verband met de te bereiken doelen binnen de thema’s en de LOS

  • In het activiteitenplan zijn (inter)nationale samenwerkingsactiviteiten opgenomen en deze zijn zinvol en/of ondersteunend in het behalen van de gestelde doelen

2

6

Beheer- en toezicht-regelingen

Er moet een beschrijving van de beheer- en toezichtregelingen van de strategie zijn waaruit blijkt dat de LAG in staat is de strategie uit te voeren tot en met 2027. Daarin is omschreven hoe monitoring en evaluatie tijdens de uitvoeringsperiode van de ontwikkelingsstrategie tot en met 2027 gaat plaats vinden. Middels een uitgewerkt reglement waarin de taken en verantwoordelijkheden van de LAG zijn omschreven i.r.t. de selectie van projecten moet blijken dat de LAG een transparante werkwijze beoogt bij de selectie en toekenning van steun en in staat is belangenverstrengeling te voorkomen.

De LAG zal inclusief zijn waarmee wordt bedoeld: een representatieve vertegenwoordiging van lokale publieke en private sociaal- economische belangengroepen.

  • Beheer- en toezichtregeling zijn voldoende, zinvol en helder omschreven. De stappen zijn duidelijk, rollen- en verantwoordelijkheden zijn duidelijk, voldoende en zinvol.

  • De wijze waarop projecten worden geselecteerd is duidelijk beschreven en de selectiecriteria sluiten aan bij de doelstellingen van LEADER en de doelen en activiteiten in de LOS. De wijze waarop belangenverstrengeling wordt voorkomen, is helder omschreven.

  • Er is sprake van evenwichtige vertegenwoordiging in de LAG van lokale, publieke en private, sociaal- economische belangengroepen (er is niet één belangengroep die de besluitvorming domineert) en dit is geborgd voor de gehele uitvoeringsperiode. Ook wanneer LAG leden tussentijds vertrekken.

  • Er is sprake van een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de LAG, evenals van andere specifieke kansengroepen (zoals jongeren, migranten en mindervaliden)

3

9

Financiering en begroting

De lokale ontwikkelingsstrategie moet een financieel plan omvatten met een geplande toewijzing uit elk van de betrokken financiële bronnen (Europa, provincie, gemeenten, waterschappen, privaat). De begroting moet zijn uitgesplitst en aansluiten op de strategie en het activiteitenplan.

Uit het financieringsplan blijkt dat er sprake is van financieel draagvlak en voldoende inbreng van private middelen.

  • De begroting is helder opgebouwd en verantwoord en sluit aan op het activiteitenplan.

  • Het financieringsplan geeft blijk van voldoende financieel draagvlak in het gebied en van de hardheid van beschikbaarheid van de nationale cofinanciering (vanuit provincie en/of lokale besturen in het gebied)

3

9

Bestuurs-kracht

De mate waarin de deskundigheid van de leden van de LAG aansluit bij de gekozen thema’s en strategie. De mate waarin de LAG in staat is om het programma financieel en administratief te besturen en in stand te houden tot en met 2027.

De mate waarin de LAG in staat wordt geacht om samenwerking te zoeken met andere partnerschappen en/of LAG’s met het oog op synergie.

  • De leden van de LAG zijn representatief voor de gekozen thema’s en daarmee in staat de juiste koers en instrumenten in te zetten bij de uitvoering. Hierbij gaat het om aspecten als:

    • -

      financieel inzicht;

    • -

      erkende positie in het gebied;

    • -

      proactief, aanjagend vermogen;

    • -

      capaciteit om ook buiten de gebaande paden naar oplossingen te zoeken.

    • -

      verbindend leiderschap.

2

6

 

Aan de hand van de criteria wordt per kenmerk een cijfer gegeven tussen de 0 en 5, waarbij 0 staat voor “niet of zeer slecht” en 5 voor “uitmuntend”.

Dit cijfer wordt vermenigvuldigd met de wegingsfactor. Alle cijfers worden vervolgens opgeteld.

Maximale score is 110 en minimale score is 66.

 

Algemene toelichting

Relatie LEADER met GLB

De uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2023-2027 is vastgelegd in het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Daarin is LEADER als verplichte interventie opgenomen vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). LEADER valt onder artikel 77 van EU VO 2021/2115. Nadere bepalingen voor de uitvoering van LEADER zijn uitgewerkt in EU VO 2021/1060. LEADER is een vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling en beoogt bij te dragen aan de lokale ontwikkeling van plattelandsgebieden. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van LEADER. Dit is vastgelegd in de ministeriële regeling, nr. WJZ/ 21206194

 

LEADER wordt tijdens het NSP ingezet voor de doelen op het gebied van klimaat, milieu en biodiversiteit (D, E en F volgens het NSP) en sociaal economische ontwikkeling van het platteland (H volgens het NSP). De inzet op de doelen D, E en F is een landelijke afspraak. Over de inzet op deze doelen is besloten dat alle LEADER-gebieden in voldoende mate (dat wil zeggen ten minste 20%) moeten bijdragen aan ten minste één van de doelen D, E, F én tevens in voldoende mate (ten minste 20%) aan doel H. Dit betekent dat ieder gebied zich moet inzetten voor doel H en daarnaast voor doelen D en/of E en/of F. Een gebied kan kiezen om zich hoofdzakelijk te richten op bijvoorbeeld de doelen D en/of E en/of F, met als verplichting dat een deel van de strategie (d.w.z. minimaal 20%) ook betrekking heeft op doel H. Naast focus op deze doelen, mag een LEADER-gebied zich ook op één van de andere doelen van het NSP richten.

 

De Europese Commissie schrijft voor dat Provincies een “Call for proposals” (oftewel een oproep tot het indienen van een LOS) uitschrijven. Aangewezen regionale gebieden kunnen daarop hun Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) indienen.

 

Toepassingsgebied

Voor Limburg zijn drie gebieden aangewezen:

  • i.

    Zuid-Limburg (de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Beek, Sittard-Geleen, Stein, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten.

  • ii.

    Weerterland (de gemeenten Weert, Nederweert en Leudal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten.

  • iii.

    Het gebied van de gemeenten Bergen, Gennep, Mook en Middelaar, waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten.

leder LEADER gebied omvat meerdere gemeentes en het gebied is begrensd als een logische eenheid qua fysiografie, identiteit, beleefde of georganiseerde samenhang, uitdagingen, of gemeenschappelijkheid. Een aangrenzend gebied is het gemeentelijke, geografische gebied grenzend aan de onder i-iii genoemde gemeenten. Actoren vanuit het gemeentelijk gebied Roerdalen kunnen aansluiten bij het gebied Weerterland. Actoren uit gemeentes die aansluiting zoeken met gebieden in het buitenland of andere provincies (Gelderland of Noord-Brabant) wordt verzocht hierover tijdig contact met de Provincie op te nemen.

 

Uniformiteit van het te hanteren format voor de LOS

Ten behoeve van de duidelijkheid en uniformiteit van de lokale ontwikkelingsstrategieën, is een landelijk format opgesteld. Deze vindt u in bijlage 1 en wordt verder toegelicht in de toelichting van bijlage 1. Tevens zijn uniforme selectiecriteria opgesteld op basis waarvan de LOS-en worden beoordeeld. Deze vindt u in bijlage 2.

 

De LOS omvat onder meer een gebiedsstrategie, waarin op basis van een gebiedsproces de ambitie voor het gebied is beschreven voor de programmaperiode 2023-2027. Uit dit gebiedsproces moet blijken dat er draagvlak is onder belangengroepen in het gebied. Ook bevat de LOS een beschrijving van de Lokale Actiegroep (LAG), die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de LOS. Alleen een (penvoerder van een) LAG of een rechtspersoon in naam van de voorziene LAG kunnen een LOS indienen. Wij spreken hier van een “voorziene LAG”, omdat de status LAG pas verleend wordt op het moment dat de LOS door GS wordt goedgekeurd. De samenstelling van de LAG dient een goede weerspiegeling te zijn van de samenstelling van het gebied, met extra aandacht voor kwetsbare groepen. Het NSP zegt hierover het volgende: “gelet op de gewenste sociale inclusiviteit dient de participatie en vertegenwoordiging in de (besluitvormende) LAG van vrouwen en specifieke kansengroepen zoals jongeren, migranten en mindervaliden te zijn gemotiveerd [..]”.

 

De Europese verordening vereist verder dat lokale besturen deelnemen aan de LAG, samen met vertegenwoordigers van private belangen, waarbij niet één van de belangengroepen de besluitvorming domineert. Er is sprake van domineren van de besluitvorming indien één belangengroep meer dan 49% van de stemmen in de besluitvorming heeft.

 

Beoordeling LOS-en

De ingediende LOS-en worden beoordeeld door een selectiecomité (of selectiecommissie). Deze geeft de LOS punten op basis van de beschreven selectiecriteria (zie Bijlage 2). Het totaal aantal punten na toepassing van de wegingsfactoren dient 66 of meer te zijn. Alleen dan komt de LOS in aanmerking voor goedkeuring door GS. Voldoet een LOS na de eerste beoordelingsronde nog niet aan de minimale vereisten, dan wordt dit onderbouwd teruggekoppeld aan het gebied. Het gebied krijgt dan de kans de LOS op de aangegeven punten te versterken, waarna de LOS opnieuw beoordeeld wordt.

De periode voor het aanbrengen van deze verbeteringen wordt later bepaald, maar zal liggen tussen de 4 en 8 weken. Indien meerdere LOS-en vanuit hetzelfde gebied worden ingediend, en één van deze LOS-en voldoet niet aan de minimale vereisten, dan krijgen alle (voorziene) LAGs uit dat gebied de mogelijkheid hun LOS te verbeteren. Dus ook wanneer de LOS in de eerste beoordeling meer dan de minimale score behaald heeft.

 

De LOS-en die na de eerste of tweede beoordelingsronde 66 punten of meer hebben behaald, worden gerangschikt en komen voor goedkeuring in aanmerking. Per gebied kan maximaal één LOS worden goedgekeurd, en elk gebied kan tot maximaal één LEADER-LAG behoren. Indien meerdere LOS-en in één gebied worden ingediend, en beide/ alle LOS-en behalen een minimale score van 66, dan wordt de LOS geselecteerd met de hoogste totaalscore op de beoordelingscriteria met wegingsfactor 4. Indien beide/ alle LOS-en dan nog steeds een gelijke score behalen, wordt de LOS met de hoogste totaalscore op de beoordelingscriteria met wegingsfactor 3 geselecteerd. Zijn de scores dan nog steeds identiek, dan bepaalt loting welke LOS geselecteerd wordt en voor goedkeuring in aanmerking komt.

 

Na goedkeuring van de LOS door GS kan met de uitvoering van de LOS worden gestart. In Limburg is voor de uitvoering van de goedgekeurde LOS-en in totaal € 3.700.000 Europese middelen beschikbaar. Dit wordt aangevuld met € 920.000 provinciale cofinanciering en, in de LOS te specificeren, cofinanciering vanuit het gebied zelf (gemeente of waterschappen). De Europese en Provinciale middelen zijn onafhankelijk van het aantal LEADER gebieden onder het NSP. De wijze waarop het totale budget over LEADER gebieden verdeeld wordt, beslist GS op het moment dat zij de LOS-en goedkeurt.

 

In de LOS dient nauwkeurig te worden beschreven via welke procedures het budget, na toekenning door GS, besteed gaat worden, en hoe de LAG projecten selecteert die voor steun in aanmerking komen.

 

Toelichting Bijlage 1 (Format inhoudsopgave Ontwikkelingsstrategie LEADER 2023-2027)

 

Hier vindt u een toelichting van het format van de LOS zoals beschreven in Bijlage 1.

 

Op basis van de artikelen over LEADER in EU-VO 2021/1060 (artikelen 31-34) en het over LEADER bepaalde in het NSP programma, is een indeling/ format voor de Lokale Ontwikkelingsstrategie voor LEADER in het NSP bepaald. In onderstaande tabel worden de onderdelen met hulpvragen en aandachtspunten toegelicht. De inhoudsopgave in bijlage 1 is verplicht. De onderstaande toelichting in tabelvorm is dus geen invultabel!

 

Alegemene regels zijn:

 

  • 1.

    De LOS mag maximaal 40 pagina’s (inclusief bijlagen) omvatten

  • 2.

    Deel I (beschrijving van de LOS) bestaat uit maximaal 25 pagina’s

  • 3.

    Deel II (reglement) bestaat uit maximaal10 pagina’s

  • 4.

    De bijlagen bestaan uit maximaal 5 pagina’s.

  • 5.

    Kies een lettertype met een tekengrootte van 11 punten of meer.

U kunt het NSP inzien op de website: https://www.toekomstglb.nl/documenten/publicaties/2022/10/03/definitieve-nsp

 

Informatie over LEADER vindt u op pagina 508 t/m 523 van het NSP.

 

 

Deel I Beschrijving van de Lokale Ontwikkelingsstrategie

Hoofdstuk/paragraaf

Toelichting en hulpvragen

1

Totstandkoming en status Ontwikkelingsstrategie

  • -

    Wie nam het initiatief? Van wie is het plan?

  • -

    Wie waren bij de totstandkoming van de LOS betrokken? Geef een beschrijving van het proces waarin de lokale gemeenschap bij de ontwikkeling van de strategie betrokken is.

  • -

    Geef aan welke status de Ontwikkelingsstrategie heeft. Wie heeft het wanneer vastgesteld/onderschreven met een intentieverklaring/…?

CHECK:

Is hiermee voldoende aangetoond dat er een breed draagvlak voor deze LOS onder de bevolking in het gebied is?

2.1

Gebiedsbegrenzing

  • -

    Geef een definitie van het gebied (met kaart).

  • -

    Geef aan hoeveel inwoners dit begrensde gebied heeft en wat de sociaal-demografische opbouw is.

  • -

    Geef een onderbouwing voor de gekozen begrenzing. Indien het gebied meer dan 250.000 inwoners telt, moet u onderbouwen waarom dit nodig c.q. logisch is. Toon aan dat het een coherent gebied is.

  • -

    Kernen met meer dan 30.000 inwoners horen niet bij het landelijk gebied en zijn daarom in principe geen onderdeel van het LEADER-gebied. Voor strategieën die bijdragen aan stad-land relaties is het mogelijk, mits goed onderbouwd, ook deze stedelijk gebieden aan te wijzen. Deze stedelijke gebieden dienen apart gemarkeerd te worden op een kaart.

TIPS:

  • -

    Denk aan de relatie met omliggende (LEADER) gebieden (indien van toepassing).

2.2

Gebiedsanalyse

  • -

    SWOT: Beschrijf de ontwikkelingsbehoeften en mogelijkheden met een analyse van sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen (SWOT- oftewel de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen).

  • -

    Ontwikkelingsperspectief: Benoem vervolgens de prioriteiten voor het gebied: wat is heel urgent en belangrijk, wat minder. Beschrijf wat de grootste behoeften en uitdagingen zijn voor het gebied. Met andere woorden: welk ontwikkelingsperspectief is er? Leg hierbij de link naar de in het NSP opgenomen behoeften voor LEADER.

    Prioritaire behoeften vanuit het NSP:

    • N.23: Aantrekkelijker platteland voor wonen en recreëren

    • N.24: Aantrekkelijker ondernemers- en werkklimaat

  • Overige behoeften:

    • N.12: Klimaatmitigatie: lagere broeikasgasemissies en grotere koolstofvastlegging

    • N.13: Klimaatadaptatie: lagere ecologische en economische schade en controle van de waterkwantiteit

    • N.14: Opwekken duurzame energie en energiebesparing

    • N.15: Betere chemische en biologische waterkwaliteit

    • N.16: Versterkte natuurlijke weerbaarheid en beter waterbergend vermogen van landbouwbodems

    • N.17: Betere luchtkwaliteit: minder emissies van broeikasgassen, geurstoffen en fijnstof

    • N.18: Meer biodiversiteit en herstel en behoud van biodiversiteit

    • N.19: Behoud en herstel van (cultuur)landschappen

  • -

    Geef een krachtenveldanalyse van het netwerk: welke actoren zijn waar op actief?

Het is niet nodig dat uw LOS aan alle bovenstaande behoeften voldoet. Welke behoeften relevant zijn, is gebiedsafhankelijk.

3.1

Strategie, ’NSP-doelen en algemene doelstelling

Doelstelling:

  • -

    Geef op basis van de gebiedsanalyse een beschrijving van wat de LAG in het gebied wil veranderen of versterken. Beschrijf de algemene doelen van de strategie. Wat wil de LAG bereiken op de gekozen thema’s?

  • -

    Prioriteer deze in mate van urgentie en belang. Benoem eventueel ideeën en ambities voor samenwerking met andere gebieden.

  • -

    Leg ook hier de link naar de NSP-behoeften, die zijn beschreven onder 2.2 van de LOS.

LEADER NSP-doelen:

 

Is het NSP is opgenomen dat LEADER in Nederland wordt ingezet voor de doelen:

 

  • D (ofwel SO4): Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen

  • E (ofwel SO5): Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen

  • F (ofwel SO6): Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen

  • H (ofwel SO8): Bevordering van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw

Daarnaast heeft ieder gebied de keuze om ook aan de andere doelen van het NSP bij te dragen:

 

  • A (ofwel SO1): Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, en behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie

  • B (ofwel SO2): Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering

  • C (ofwel SO3): Verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen

  • G (ofwel SO7): Het aantrekken en vasthouden van jonge landbouwers en andere nieuwe landbouwers en bevordering van duurzame bedrijfsontwikkeling in plattelandsgebieden

  • I (ofwel SO9): Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie

  • J (ofwel XCO): Horizontale doelstelling: de sector moderniseren door kennis, innovatie en digitalisering in de landbouw en in plattelandsgebieden te stimuleren en te delen, en het benutten daarvan bevorderen

Advies is om niet aan alle doelen van het NSP bij te willen dragen. Dan verliest de strategie focus en daarmee mogelijk uitvoerbaarheid.

 

Mate van integraliteit en vernieuwing:

  • -

    Geef een beschrijving van de integraliteit. Hiermee wordt bedoeld welke sectoren, samenwerkingsverbanden, instrumenten en eventueel relaties met andere (LEADER)gebieden bij zullen dragen aan de strategie;

  • -

    Geef een beschrijving van het innovatieve aspecten. Hiermee wordt bedoeld welke nieuwe diensten, producten of werkwijzen een plek krijgen in de gekozen strategie. Het gaat hier met name om hoe nieuwe ideeën zullen worden opgepakt en verder worden geholpen en niet om een vooraf bepaalde toetsingskader over wat wel of niet innovatief is. Wat zijn de kansen om doelen te realiseren door de ontwikkeling en toepassing van innovaties? Hoe worden nieuwe (en mogelijk innovatieve) ideeën opgepakt en verder geholpen?

Aansluiting bij (beleid)context:

  • -

    De LAG is niet de enige entiteit die in een gebied aan de slag gaat met de realisatie van doelen uit het NSP. Ook provincie, gemeenten en waterschappen doen dat, ieder op hun eigen manier en met eigen doelstellingen en werkwijzen. Beschrijf in de LOS op welke wijze afstemming plaatsvindt met de acties van de andere publieke actoren in het gebied. Borg daarbij de aansluiting op de doelen die in de strategie worden bediend.

  • -

    Naast publieke actoren zijn er diverse overige partijen die in het gebied een belang hebben. Beschrijf in de strategie hoe de aansluiting met deze andere partijen in het gebied plaatsvindt tijdens de uitvoering.

OPTIE:

Afhankelijk van keuze van de LAG: Beschrijf in hoeverre de strategie bijdraagt aan de thematische doelstelling van andere fondsen (EFRO, ESF, EFMV) en horizontale doelstellingen op overkoepelende thema’s innovatie, milieu en klimaatverandering.

 

TIPS:

  • -

    Denk aan afstemming en eventuele samenwerking met andere deelnemers aan het NSP zoals waterschappen, het agrarisch collectief Natuurrijk Limburg, innovatiegroepen,etc..

  • -

    Zorg voor een heldere onderbouwing met de keuze van de verschillende submaatregelen (zie bij 6.1)

CHECK:

  • -

    Toont de LAG aan dat de bottom-up werkwijze op degelijke en doordachte wijze vorm blijft krijgen? Waar kan LEADER het verschil kan gaan maken op de gekozen thema’s?

  • -

    Zit er voldoende focus in de strategie?

  • -

    Is de relatie met de gebiedsanalyse en SWOT duidelijk?

3.2

Meetbare doelstellingen

  • -

    Beschrijf afrekenbare doelstellingen en meetbare resultaten door indicatoren en streefwaarden (aantal en in de tijd) te benoemen, doe dit eveneens voor de Resultaatindicatoren (zie hieronder);Maak hierbij een onderscheid tussen output- en outcome-doelstellingen;

INFO:

Resultaatindicatoren

Bij rapportage aan de Europese Commissie dient vooral aandacht te worden besteedt aan de behaalde resultaten. Dit gebeurt aan de hand van vooraf bepaalde Resultaatindicatoren (R). Voor LEADER zijn dit:

  • R.38: Aandeel van de plattelandsbevolking dat valt onder een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

  • R.41: Aandeel van de plattelandsbevolking dat betere toegang tot diensten en infrastructuur door GLB-steun geniet

  • R.42: Aantal personen dat onder ondersteunde projecten voor sociale inclusie valt

In de LOS dient onderbouwd te zijn opgenomen welke resultaten verwacht worden op ieder van deze indicatoren. De voortgang in het behalen van deze resultaten zal gedurende de uitvoering van de LOS onderdeel zijn van de evaluatie die de LAG uitvoert.

 

Output-doelstellingen zijn doelstellingen op het gebied van de prestaties die je als LAG wilt leveren. Zij hebben daarmee een directe relatie met de inspanningen die je als LAG levert. Met andere woorden: de prestaties zijn door de LAG direct stuurbaar. Het voordeel van dergelijke doelstellingen is dat de LAG zichzelf duidelijke normen kan opleggen welke ook geëvalueerd kunnen worden.

 

CHECK:

Zijn de doelstellingen SMART geformuleerd zodat monitoring en evaluatie in de uitvoering en verantwoording ook eenvoudig en transparant kan plaats vinden?

 

TIP:

Voor de overzichtelijkheid kan gebruik worden gemaakt van een doelenboom of een DIN (doelen- inspanningennetwerk).

4

Activiteitenplan

Activiteitenplan

  • -

    Benoem de activiteiten waaruit moet blijken hoe de doelstellingen van de ontwikkelingsstrategie worden bereikt. Wat ga je concreet doen, wie gaat het doen, wanneer ga je het doen en met welke middelen?

  • -

    Beschrijf het aantal projecten dat wordt verwacht, met daarbij de verwachte omvang van de projecten (gemiddelden)

  • -

    Beschrijft de wijze waarop de projecten worden gesubsidieerd (worden er vereenvoudigde kostenopties ingezet, en zo ja welke);

  • -

    Benoem en onderbouw het subsidiepercentage/de subsidiepercentages per activiteit

  • -

    Benoem en onderbouw waarom of het verstrekken van voorschotten wel of niet wenselijk is (tot maximaal 50% van de verleende subsidie)

  • -

    Beschrijf onder welke situatie of op basis van welke kenmerken er geen subsidie zal worden verleend.

Meerjaren planning

Maak hiervoor een (meer-jaren)planning op hoofdlijnen.

 

INFO:

De wijze waarop de LAG het activiteitenplan beschrijft, is niet voorgeschreven.

 

Indien in het kader van een project onder de LOS (mede) investering(en) worden gedaan, dan worden het subsidiepercentage en de subsidievoorwaarden conform de interventietypes voor Investeringen toegepast (Artikel 68(4b) SPR) zoals voor investeringen (art 73):

  • Maximum subsidiepercentage voor productieve investeringen is 65% van de subsidiabele kosten

  • Voor investeringen, die een bijdrage leveren aan milieu- en klimaatdoelstellingen en dierenwelzijn geldt een mogelijkheid voor verhoogd subsidiepercentage tot en met 80%;

  • voor specifieke groepen en jonge landbouwers onder de 40 jaar is een verhoogd subsidiepercentage mogelijk tot en met 80%;

  • voor subsidie niet gericht op investeringen bedraagt het subsidiepercentage maximaal 100%.

Het percentage wordt door de LAG bepaald in de LOS waarbij voor enige uniformiteit gekozen kan worden voor 40, 60, 80 of 100%;

 

Subsidiëring kan plaatsvinden op basis van vergoeding van gemaakte kosten of vereenvoudigde kostenopties, te weten: vaste (vooraf bepaalde) bedragen of vaste (vooraf vastgelegde) percentages.Indien opgenomen in de LOS kan ook worden gewerkt met subsidieverlening op basis van begrotingssubsidies, dat wil zeggen: Op basis van begroting van de aanvrager wordt de prestatie en lumpsum vastgesteld (prestatieverantwoording);

 

Afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag en de doelgroep-risico-analyse zal worden aangegeven welke stukken nodig zijn ter onderbouwing. Indien opgenomen in de LOS zijn voorschotten mogelijk tot maximaal 50%;

 

TIP:

De LAG kan in de begroting bijvoorbeeld de volgende basisactiviteiten onderscheiden:

  • 1.

    Uitvoering van projecten

  • 2.

    Samenwerking

  • 3.

    Aanjaagkosten/Deskundigheidsbevordering

  • 4.

    Bestuur en organisatie LAG

  • 5.

    Communicatie

  • 6.

    Administratie

Ad. 1 Dit zijn de projecten die de LAG in het gebied wil (laten) uitvoeren. Het kunnen projecten zijn die de LAG zelf initieert maar ook projecten die door andere partijen worden uitgevoerd.

Ad. 2 Dit betreft activiteiten die zijn gericht op voorbereiding (haalbaarheidsstudies, technische uitwerking, administratie en uitvoering) en uitvoering van samenwerkingsactiviteiten met andere gebieden. Voorwaarde is wel dat de LAG kan aantonen deze activiteiten uit te voeren met het doel om tot een concreet uit te voeren project te komen.

Ad. 3 Hierbij kan het gaan om specifieke ‘’aanjaagactiviteiten’’ en ‘’capaciteitsopbouw’’: bijvoorbeeld bijeenkomsten organiseren, trainingen aanbieden voor deskundigheidsbevordering en ter ondersteuning van aanvragers om kwalitatief goede projecten te kunnen ontwikkelen, uitvoeren en verantwoorden.

Ad. 4 Bestuur en organisatie van de LAG: de vergaderingen, projectbeoordelingen, verslaglegging bijeenkomsten, openbare bijeenkomsten, deelname aan andermans activiteiten (congressen, trainingen), projectmonitoring en effectbeschrijving etcetera

Ad. 5 Communicatieactiviteiten: Beschrijf op hoofdlijnen welke doelgroepen en communicatiemiddelen de LAG wil ontwikkelen ter ondersteuning van het behalen van de doelen.

Ad. 6 Administratie: financiële administratie, beheer dossiers, handhaving reglement etc

 

TIP:

Voor eenvoud in de uitvoering en tussen aanvragers in het gebied, kan de LAG ervoor kiezen voor alle projecten hetzelfde subsidiepercentage te hanteren. Rekening houdend met alle wettelijke voorwaarden (zoals staatssteun en de-minimis) kan de LAG daarvoor een subsidiepercentage kiezen tussen 40% en 65%. Daar kan in de LOS al een keuze voor beschreven worden, maar deze kan ook worden uitgesteld tot de fase van openstelling. Beschrijf de geprefereerde werkwijze in de LOS.

5.1

Positie, taken en bevoegdheden LAG

  • -

    Beschrijf de taken en bevoegdheden van de LAG en haar leden.

  • -

    Welke relatie en rolverdeling is er tussen LAG, provincie, betaalorgaan, andere partners in de uitvoering van deze LOS? Wat is de relatie met andere grote actoren in het gebied? Welke (juridische) rechtsvorm heeft de LAG of wie vertegenwoordigd de LAG? Waarom?

INFO:

  • -

    Een lid van de LAG mag de LAG formeel vertegenwoordigen. Of er wordt een rechtspersoon opgericht.

  • -

    Ga met je eigen provincie na hoe de rolverdeling tussen RVO-Stimulus-Provincie en LAG zal werken.

5.2

Profiel en samenstelling LAG

  • -

    Profiel van de LAG: Welke kenmerkende kwaliteiten, deskundigheden, netwerken, samenstelling (publiek-privaat, man, vrouw, jong, oud, sectoren etc.) heeft de groep als geheel? Hoe sluit dit aan bij de strategie en thema’s?

  • -

    De samenstelling van de groep: Geef het aantal leden, beschrijf de gewenste deskundigheden/en netwerken om strategie en doelen te behalen. Hoe sluit dat aan op de strategie en thema’s?

  • -

    Wordt gewerkt met afvaardigingen of op persoonlijke titel met netwerken, of een andere variant?

  • -

    Hoe is de verdeling publiek-privaat? Met privaat wordt niet uitsluitend privépersonen bedoeld, maar ook private organisaties zoals verenigingen en stichtingen.

  • -

    Hoe is de inclusiviteit van de LAG geborgd in de oprichting en gedurende de uitvoeringsperiode?

  • -

    Hoe is de groep tot stand gekomen?

INFO:

Met Inclusiviteit wordt bedoeld dat de LAG een goede weerspiegeling moet zijn van de bevolking in het gebied, waarbij extra aandacht is voor participatie van vrouwen en kwetsbare groepen. In het NSP worden daarbij als voorbeeld genoemd: jongeren, migranten en minder-validen.

 

CHECK:

Voor de toetsingscriteria op ‘’Bestuurskracht’’ moet de LAG kunnen aantonen:

  • -

    De mate waarin de deskundigheid van de leden van de LAG aansluit bij de gekozen prioriteiten (thema’s); m.a.w. wat is de capaciteitsopbouw van de leden?

  • -

    De mate waarin de LAG in staat wordt geacht om samenwerking te zoeken met andere partnerschappen en/of LAG’s met het oog op synergie.

  • -

    Maximaal 49% van de LAG-leden mag een publieke organisatie vertegenwoordigen.

TIPS:

  • -

    Beschrijf het verschil met de vorige LEADER-groep indien er sprake is van een vervolg.

  • -

    Laat ook hier zien hoe je de professionaliseringsslag vorm geeft in de samenstelling van de groep, de rechtspersoon of anderszins.

  • -

    ­Onderbouw de commitment van leden van de LAG en afspraken met andere partijen of programma’s met bijvoorbeeld intentieverklaringen e.d.

5.3

Organisatie van de uitvoering

Hier geef je op hoofdlijnen aan hoe je e.e.a. organiseert. De precieze uitwerking volgt in deel II het reglement.

  • -

    Wat is algemene werkwijze van LAG als professioneel, actief en aanjagend streeknetwerk?

  • -

    Hoe wordt de LAG georganiseerd en ondersteund (leiding, communicatie, administratie etc.).

  • -

    Wie heeft de verantwoordelijkheid voor de administratie en financieel beheer? Wat is taak- en rolverdeling met RVO, Stimulus en provincie? Wie gaat betalingen uitvoeren voor steunaanvragen? Wie beheert werkbudget van de LAG?

  • -

    Beschrijf de wijze waarop besluitvorming plaatsvind ten aanzien van openstellingen voor de uitvoering van de LOS en het bepalen van subsidieplafonds voor deze openstellingen;

  • -

    Beschrijf de maatregelen die worden genomen voor het beheer, de monitoring en de evaluatie waarmee kan worden aangetoond dat de LAG ook echt in staat is om de strategie uit te voeren;

  • -

    Komt er een ‘’standplaats’’ voor een kantoor/contactadres?

  • -

    Welke instanties/organisaties/doelgroepen zijn of worden betrokken en wat is hun rol?

CHECK:

Leg een link met het activiteitenplan en de communicatie.

6.1

Begroting

De LOS moet een financieel plan omvatten met een geplande toewijzing uit elk van de betrokken Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ELFPO voor LEADER in Nederland). De begroting moet zijn uitgesplitst en aansluiten op de strategie en het activiteitenplan.

Stel de begroting zo op dat het inzicht geeft in eventuele submaatregelen die de LAG onderscheidt, zoals bijvoorbeeld:

  • -

    Maximaal 25% van het budget voor lopende kosten, promotie en voorlichting (m.n. beheerskosten LAG, vergaderkosten, administratie).

    De kosten die voor deze activiteiten worden uitgeven mogen nooit meer dan 25% van het voor het gebied beschikbare budget bedragen. Subsidiabel zijn operationele kosten, personeelskosten, opleidingskosten, kosten PR, financiële kosten, kosten M&E en kosten voor aanjagen en faciliteren potentiële begunstigden;

  • -

    Minimaal 75% van het budget voor:

    • -

      steun aan projecten in het eigen gebied

    • -

      steun aan projecten voor samenwerking van de LAG met andere Europese LAG”s

  • óf:

    • -

      Projecten in het kader van doel H: brede plattelandsontwikkeling

    • -

      Projecten in het kader van doelen DEF (milieu, klimaat en biodiversiteit)

6.2

Dekkingsplan

  • -

    Uit het financieringsplan blijkt dat er sprake is van een breed financieel draagvlak en voldoende inbreng van private middelen.

  • -

    Onderbouwing van de publieke bijdrage kan worden aangetoond door een intentieverklaring van een overheidsbestuur;

  • -

    Projecten kunnen uit verschillende Europese Structuurfondsen worden gefinancierd mits er hiervoor middelen beschikbaar worden gesteld en mits verantwoord aan de managementautoriteit van het betrokken fonds. Indien dit het geval is dan dient u een inschatting te maken van de bijdragen vanuit de andere fondsen

  • -

    Voor wat betreft de verhouding tussen EU (ELFPO bijdrage) en nationale cofinanciering zijn de spelregels als volgt:

  • -

     

Voor de uitvoering van de LOS: het Elfpo-budget (EU-middelen) dat beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de LOS (in totaal 3,7 mln. in Limburg), wordt aangevuld met provinciale cofinanciering. Lokale overheden in het gebied dienen ook bij te dragen als cofinanciering. De omvang van deze bijdrage wordt in de LOS vastgelegd.

 

Tip:

Omdat het lastig is om vooraf private bijdragen geregeld te krijgen, kun je bijvoorbeeld in de selectiecriteria en bepaling van de hoogte van de bijdrage, een ‘’sleutel’’ opnemen voor private bijdragen.

 

Deel II Reglement LAG (beheer- en toezichtregeling)

 

Hier moet een beschrijving van de beheer- en toezichtregelingen van de strategie zijn waaruit blijkt dat de LAG in staat is de strategie uit te voeren tot en met 2027. Geef een controleerbare en verifieerbare omschrijving van wat de LAG gaat doen om toezicht op de uitvoering te houden.

Hoofdstuk/paragraaf

Toelichting

7.1

LAG Werkwijze en verantwoording

Werkwijze:

  • -

    Hoe vaak komt de LAG elk jaar bij elkaar?

  • -

    Hoe wordt de agenda gevormd?

  • -

    Hoe vindt besluitvorming plaats in het algemeen? (voor specifiek besluitvorming over openstelling en plafonds en toekenning steun aan aanvragen, zie volgende paragraaf)

  • -

    Hoe gaat de LAG om met tussentijds vertrek van LAG-leden en invulling van vacante plekken?

Verantwoording

  • -

    Hoe en aan wie wordt verantwoording afgelegd?

  • -

    Geef een opzet voor een jaarverslag.

  • -

    Wat en hoe maakt de LAG besluiten openbaar? Verwijs eventueel naar paragraaf communicatie.

  • -

    Omschrijf hoe belangenverstrengeling voorkomen wordt.

En wat de LAG nog meer wil regelen voor een transparante, niet-discriminatoire en aanjagende werkwijze en professionele organisatie.

7.2

Wijze van openstellen en plafond bepalen

  • -

    Hoe vind de besluitvorming in de LAG over openstellen en subsidieplafonds plaats?

  • -

    Beschrijf de werkwijze van openstellen en de samenwerking daarin met de Provincie.

  • -

    Beschrijf de wijze van publicatie van openstellingen en hoe hierin wordt samengewerkt met de Provincie.

7.3

Selectiecriteria en -procedure voor steunaanvragen bij de LAG

Laat zien hoe je komt tot beoordeling van “goede” projecten!

 

Selectiecriteria en bepaling hoogte bijdrage:

  • -

    Beschrijf de te hanteren selectiecriteria voor het toekennen van een bijdrage aan steunaanvragen. Gebruik hiervoor de landelijke handreiking (Zie site www.netwerkplatteland.nl).

  • -

    De wijze waarop de LAG innovatie gaat aanjagen en/of toetsen moet aan de orde komen. Uit de LOS blijkt concrete aandacht voor de kansen om doelen te realiseren door de ontwikkeling en toepassing van innovaties.

  • -

    Hoe wordt de hoogte van de steun bepaald? Gaat dit via een percentage of door een vast bedrag? Welke aspecten worden daarbij meegenomen om overcompensatie te voorkomen en de middelen effectief en efficiënt in te zetten. Wordt daarbij rekening gehouden met een zekere risicofactor, de mate van innovatie, het collectief belang, de toegankelijkheid en overdraagbaarheid van het project?

Aanvraag en besluitvormingsprocedure:

  • -

    Beschrijf de selectieprocedure met inbegrip van openstellingen, besluitvorming en wijze van publicatie/bekendmaking van de besluiten.

  • -

    Gaat de LAG werken met tendering (openstelling paar keer per jaar) of kunnen aanvragers doorlopend een steunaanvraag indienen?

  • -

    Hoe worden de juiste stemverhoudingen geborgd? Bij projectselectie- en voordracht moet tenminste 51% van het aantal stemgerechtigde leden uit niet-overheden bestaan.

  • -

    Hoe gaat de LAG belangenverstrengeling voorkomen? (bijvoorbeeld door een LAG-lid die zelf een project heeft ingediend te verzoeken om tijdens de stemming de vergadering te verlaten of zich van een stem te onthouden. Het gaat hier om de wijze waarop dit wordt vastgelegd en openbaar gemaakt wordt).

  • -

    Hoe verloopt de procedure na steuntoekenning door de LAG tot het moment van uitbetaling aan aanvragers? Denk daarbij aan de voortgangsrapportages, monitoring etc. Neem een processchema op waarin ook de rol van de provincie en het betaalorgaan/ delegated body is opgenomen.

  • -

    Gaat de LAG de betreffende provincie en eventueel andere spelers de mogelijkheid geven om te adviseren over de selectie van de projecten? Zo ja hoe worden hierover afspraken gemaakt? Opmerking: in Nederland zal het provinciale advies geborgd zijn door de goedkeuring van de LOS door Gedeputeerde Staten. Geef dus aan hoe andere financiers betrokken worden.

  • -

    Omschrijf hoe de LAG projecten tussentijds en bij de vaststelling van de subsidie gaat beoordelen (zie ook paragraaf monitoring).

  • -

    Hoe wordt de besluitvorming vastgelegd, gepubliceerd en bewaard?

CHECK:

  • -

    De selectieprocedure en de selectiecriteria worden vastgelegd in een reglement en openbaar gemaakt.( Wat is de handelingswijze in geval van onenigheid? In welke gevallen mag een LAG lid niet deelnemen aan stemming?)

  • -

    Het verslag van de besluitvorming over de geselecteerde projecten is openbaar. Hieruit moet zowel de stemverhouding binnen de LAG als het optreden tijdens de vergadering van bepaalde belanghebbenden kunnen worden achterhaald.

  • -

    Beschrijf de aanvraag- en beoordelingsprocedure in het reglement.

  • -

    De selectiecriteria moeten transparant, niet-discriminatoir, meetbaar en controleerbaar zijn.

De selectiecriteria moeten eerlijk en logisch zijn, de selectie moet zijn gebaseerd op consistente en relevante criteria

 

CHECK:

Projecten moeten bijdragen aan:

  • -

    De prioriteiten van de verordening (EU) Nr. 2021/2115

  • -

    De prioriteiten voor LEADER zoals deze zijn gedefinieerd in de partnerschapsovereenkomst.

  • -

    De doelen van de lokale ontwikkelingsstrategie

7.4

Monitoring

  • -

    - Hoe gaat de LAG de voortgang van de projecten en steunactiviteiten monitoren en welke

  • -

    indicatoren gebruikt de LAG? Bij Stimulus is IT-ondersteuning voor LEADER aanwezig tot en met het afhandelen van de uitbetaling. Meer informatie bij de betreffende provincie.

  • -

    Wat is de rol van de LAG-leden bij monitoring? Waarom en hoe blijft de LAG betrokken bij uitvoering, of zelfs na afronding van projecten?

  • -

    Beschrijf hoe tijdens de uitvoering de output en effecten worden bijgehouden zowel kwalitatief als kwantitatief, zowel op projectniveau (van ideeën bijhouden/volgen tot uitvoeringsprojecten) als op LOS-niveau.

  • -

    Hoe communiceert de LAG hierover?

7.5

Effectmeting en evaluatie

  • -

    Op welke manier ziet de LAG toe op de effecten van haar activiteiten en hoe wordt dit in kaart gebracht?

  • -

    Op welke punten, hoe, en hoe vaak, door en met wie wordt geëvalueerd?

  • -

    Wat gaat de LAG doen met die uitkomsten?

  • -

    Hoe wordt eventueel bijgesteld?

  • -

    Wat is rol van de LAG, van anderen hierbij?

  • -

    Hoe communiceert de LAG hierover?

Tip:

Zoek andere LAG’s op om hierover kennis te delen. In de vorige LEADER-periode hebben enkele LAG’S enkele korte onderzoeken gedaan naar de effecten van hun programma’s. Zie site www.netwerkplatteland.nl

 

Het NSP volgt het derde plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) op. In POP3 was er één LEADER gebied in Limburg (Zuid-Limburg). Ter inspiratie kunt u de POP3 LOS van Zuid-Limburg hier bekijken. Let er wel op dat er in de POP3 periode andere voorwaarden aan de LAG en LOS verbonden waren vergeleken met nu, onder het NSP.