Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uithoorn

Verordening Declaratiefonds Maatschappelijke Participatie Volwassenen Uithoorn 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUithoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Declaratiefonds Maatschappelijke Participatie Volwassenen Uithoorn 2023
CiteertitelVerordening declaratiefonds maatschappelijke participatie volwassenen Uithoorn 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening declaratiefonds kindpakket, maatschappelijke participatie volwassenen en maatschappelijke participatie ouderen, Uithoorn 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 121 van de Gemeentewet
  3. artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-01-202301-01-2023nieuwe regeling

22-12-2022

gmb-2023-20835

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Declaratiefonds Maatschappelijke Participatie Volwassenen Uithoorn 2023

In deze verordening staan regels over het declaratiefonds maatschappelijke participatie volwassenen Uithoorn 2023 De raad van de gemeente Uithoorn heeft deze verordening vastgesteld, volgens artikelen 108, 121, 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet.

Het Participatieplatform Sociaal Domein Uithoorn heeft over deze regels op 22 oktober 2022 een advies gegeven.

 

Het declaratiefonds maatschappelijke participatie volwassenen is bedoeld voor inwoners van Uithoorn die door gebrek aan geld in een sociaal-maatschappelijk isolement zitten of dreigen te raken. Wij geven een financiële vergoeding zodat zij kunnen deelnemen aan activiteiten die sociaal, cultureel, sportief en/of leerzaam zijn. Dit geld is ook bedoeld om kosten te betalen die horen bij deze activiteiten. Om deze doelen te bereiken werken we samen met maatschappelijke organisaties.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Waarom deze regels?

  • 1.

    In Nederland vinden we het belangrijk dat:

    • a.

      mensen actief mee kunnen doen in de samenleving of aan het werk kunnen gaan;

    • b.

      mensen een inkomen hebben waarmee ze rond kunnen komen;

    • c.

      mensen hun geldzaken op orde hebben.

  • 2.

    De gemeente moet haar inwoners daarbij helpen. De regels in deze verordening vullen de wettelijke regels aan. Het zijn regels die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Zij gelden dus voor de gemeente Uithoorn.

  • 3.

    De regels in deze verordening:

    • a.

      zijn opgesteld om de doelen die hierboven staan beschreven, te bereiken en de moeilijkheden die inwoners kunnen hebben, op te lossen;

    • b.

      zijn goed leesbaar;

    • c.

      regelen niet meer dan nodig is;

    • d.

      houden de administratie van gemeente en inwoners zo eenvoudig mogelijk;

    • e.

      kunnen goed uitgevoerd worden en zijn duidelijk voor de inwoners;

    • f.

      zijn goed afgestemd op elkaar;

    • g.

      respecteren de wetten, maar kunnen soms net even anders zijn als dat nodig is om de doelen van de wetgever te realiseren of belangrijke internationale regels na te komen.

  • 4.

    Bij het toepassen van de regels uit deze verordening, houdt de gemeente rekening met de doelen van de wetten. De gemeente zorgt ervoor dat het besluit dat ze neemt, past bij die doelen. De gemeente gaat daarbij uit van de volgende kernwaarden:

    • a.

      Mensgericht: inwoners voelen zich serieus genomen en merken dat er echt naar hen wordt geluisterd.

    • b.

      Integraal: dit betekent volledig. De hulp is gericht op het zo snel, eenvoudig en duurzaam mogelijk oplossen van vragen en behoeften.

    • c.

      Samen: inwoners en gemeente dragen samen de verantwoordelijkheid.

Artikel 2. Begrippen

  • 1.

    Met begrippen bedoelen we bepaalde woorden die meer uitleg nodig hebben. In deze verordening worden allerlei begrippen gebruikt. Deze begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze verordening bedoelen wij met:

    • a.

      Aanvrager: de inwoner van 18 jaar of ouder die voor zichzelf of voor zijn echtgenoot een tegemoetkoming aanvraagt;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn;

    • c.

      Financiële tegemoetkoming: totale bedrag dat de aanvrager kan ontvangen als bijdrage voor de doelen van deze verordening;

    • d.

      Gemeente: gemeente Uithoorn;

    • e.

      Inkomen: alle inkomsten beschreven in artikel 32 van de Participatiewet, plus de algemene bijstand. Individuele inkomenstoeslag volgens artikel 36 van de wet, wordt niet meegerekend. De kostendelersnorm op grond van artikel 19a en 22a van de wet, voor het delen van de woonkosten, is niet van toepassing;

    • f.

      Maatschappelijke participatie: meedoen aan sociale, leerzame, sportieve of culturele activiteiten om zo uit het sociaal isolement te komen of om te zorgen dat je daar niet in komt;

    • g.

      Peildatum: datum waarop iemand een financiële tegemoetkoming aanvraagt. Deze datum ligt niet vóór de aanvraagdatum;

    • h.

      Pensioengerechtigde leeftijd; de leeftijd zoals staat in artikel 1 onderdeel m van de wet;

    • i.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Uithoorn;

    • j.

      Schuldenregeling: een (lopende) aanpak van schulden op basis van de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening of de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;

    • k.

      Tegemoetkoming: het totale bedrag dat de aanvrager als bijdrage kan krijgen;

    • l.

      Van toepassing zijnde bijstandsnorm: het bedrag dat geldt voor een alleenstaande of gezin als bedoeld in artikel 20, artikel 21 of artikel 22 van de wet Voor een alleenstaande ouder houden we de norm aan van een alleenstaande verhoogd met 25%. De kostendelersnorm op grond van artikel 19a en 22a van de wet, voor het delen van de woonkosten, is niet van toepassing;

    • m.

      Voorliggende voorziening: een hulpmiddel of ondersteuning als bedoeld in artikel 15 van de wet;

    • n.

      Voorziening: ondersteuning of begeleiding;

    • o.

      Wet: Participatiewet.

HOOFDSTUK 2. DOELGROEP EN VERGOEDBARE KOSTEN

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    Tot de doelgroep behoren de inwoners van 18 jaar of ouder die op het moment van aanvraag:

    • a.

      een inkomen hebben tot en met een maximum van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnormen; of

    • b.

      een lopende schuldregeling hebben op grond van een minnelijk schuldhulpverleningstraject via de gemeente of via de Wet schuldsanering natuurlijke personen; en

    • c.

      niet in de gevangenis zitten of een straf moeten uitzitten en dit niet doen; en

    • d.

      geen onderwijs volgen of kunnen volgen dat door het Rijk betaald wordt en dat recht geeft op studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 2.

    In afwijking op lid 1 sub d van dit artikel komen studerenden die zelfstandig wonen of waarvan de ouders in aanmerking komen voor het declaratiefonds, wel in aanmerking voor een vergoeding volgens deze verordening.

  • 3.

    Bij de vaststelling van het inkomen zijn de bepalingen van de wet van toepassing zoals beschreven onder artikel 2 onder e van deze verordening.

  • 4.

    Iedereen binnen een huishouden van 18 jaar of ouder die voldoet aan de voorwaarden kan een tegemoetkoming op grond van deze verordening krijgen.

Artikel 4. Vergoedbare kosten

  • 1.

    De kosten gemaakt voor de doelen van dit declaratiefonds, kunnen worden gedeclareerd. Het gaat dan om de kosten die zijn gemaakt voor sociale, culturele, sportieve en leerzame activiteiten. Daarbij gaat het ook om kosten voor zaken die nodig zijn om deze doelen te bereiken.

  • 2.

    Als er een voorliggende voorziening voor de ingediende kosten is, dan worden deze niet vergoed voor zover deze al door de voorliggende voorziening zijn vergoed.

  • 3.

    Alleen kosten die in het jaar van de aanvraag zijn gemaakt, kunnen worden gedeclareerd.

HOOFDSTUK 3. DECLARATIEFONDS MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

Artikel 5. Tegemoetkoming declaratiefonds maatschappelijke participatie volwassenen

  • 1.

    Het college van de gemeente kan besluiten op aanvraag een bijdrage te leveren aan het betalen van de kosten voor maatschappelijke participatie.

  • 2.

    Kosten voor maatschappelijke participatie zijn alles wat meehelpt aan een betere gezondheid, minder stress en minder isolement.

  • 3.

    De hoogte van deze tegemoetkoming is maximaal € 160,00 per persoon per kalenderjaar.

HOOFSTUK 4. WERKWIJZE EN AANVULLENDE VOORWAARDEN

Artikel 6. Voorliggende voorziening

De declaratiefondsen uit deze verordening gaan voor de aanvraag om individuele bijzondere bijstand voor soortgelijke kosten.

Artikel 7. Aanvraag

Een inwoner kan om een tegemoetkoming uit het declaratiefonds vragen met een aanvraagformulier. Dit formulier is door het college van de gemeente vastgesteld.

De tegemoetkomingen worden 1 maal per kalenderjaar verstrekt.

Artikel 8. Procedure en controle rechtmatigheid

  • 1.

    De aanvrager bewaart de bewijsstukken voor het gekregen bedrag tot 6 maanden na datum van toekenning.

  • 2.

    Het college controleert of het geld goed besteed is door elk jaar een steekproef te trekken van aanvragen die gecontroleerd worden.

  • 3.

    Het college vraagt de bewijsstukken genoemd in het eerste lid, op als de aanvraag in de steekproef valt.

  • 4.

    Als de gemeente vindt dat de aanvrager niet of niet helemaal kan aantonen dat het gekregen geld goed besteed is, dan kan het college het verstrekte bedrag terugvorderen. Hierbij zijn de bepalingen van toepassing van paragraaf 6.4 van de wet en de handhavingsverordening inkomensvoorzieningen Uithoorn 2015 (of rechtsopvolger) en de beleidsregels terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ Uithoorn 2020 (of rechtsopvolger).

Artikel 9. Intrekking/wijziging

  • 1.

    Het college kan het besluit intrekken of veranderen als:

    • a.

      De aanvrager onjuiste of onvolledige informatie heeft gegeven en als de juiste en volledige informatie tot een ander besluit zou hebben geleid;

    • b.

      De beschikking op een andere manier onjuist was en de ontvanger van de vergoeding dit wist of in ieder geval kon weten;

    • c.

      Uit controle achteraf blijkt dat de aanvrager geen recht had op de financiële tegemoetkoming.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de financiële tegemoetkoming is verstrekt.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 10. Indexering

De bedragen genoemd in deze verordening worden elk jaar geïndexeerd (aangepast) volgens de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex (CPI) van het voorgaande kalenderjaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 11. Hardheidsclausule

De gemeente kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als gebruik van deze regels zou leiden tot een situatie die oneerlijk of onterecht is.

Artikel 12. Intrekking en overgangsrecht

  • 1.

    De verordening declaratiefonds kindpakket, maatschappelijke participatie volwassenen en maatschappelijke participatie ouderen, Uithoorn 2019, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend onder de verordening declaratiefonds kindpakket en maatschappelijke participatie volwassenen en maatschappelijke participatie ouderen Uithoorn 2019 en waarop nog geen besluit is genomen bij het in werking treden van deze nieuwe verordening, worden afgehandeld volgens de oude verordening

  • 3.

    Bezwaarschriften tegen een besluit die zijn ingediend vóór de ingangsdatum van de verordening, worden afgehandeld op basis van de wetgeving die van toepassing is en gemeentelijke regels zoals die golden voor de start van de nieuwe verordening.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie volwassenen Uithoorn 2023.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van Uithoorn van 22 december 2022

de griffier,

(mr. J.H. van Leeuwen)

de voorzitter,

(P.J. Heiliegers)

ALGEMENE TOELICHTING

Binnen de Participatiewet hebben gemeenten beperkt mogelijkheden om categoriaal bijzondere bijstand te verstrekken. De gemeente Uithoorn wil maatschappelijke participatie verbeteren. Daarom heeft gemeente Uithoorn bewust gekozen voor een regeling volgens de Gemeentewet in de vorm van deze verordening. De gemeente kan op basis van de gemeentewet een declaratiefonds inrichten. Volgens artikel 108 (en artikel 121) Gemeentewet kan de gemeente regels opstellen, en op basis van artikel 149 Gemeentewet mag de gemeenteraad een verordening maken die nodig is in het belang van de gemeente. De gemeenteraad kan daarbij bepalen hoe, voor welke doelgroep, en voor welke uitgaven deze regels bedoeld zijn, gericht op maatschappelijke participatie (zo kunnen bijvoorbeeld ziektekosten niet worden vergoed via een dergelijk fonds).

 

Het doel is het stimuleren van inwoners met een laag inkomen om maatschappelijk te participeren. Met maatschappelijke participatie bedoelen we, het deelnemen aan activiteiten waardoor contacten met anderen in de samenleving worden gestimuleerd zodat sociaal isolement wordt voorkomen of doorbroken. Dit sluit aan bij het uitgangspunt van de Participatiewet, waarbij geldt dat iedereen een steentje kan bijdragen aan de maatschappij. En ondersteuning vanuit de plaatselijke overheid moet erop gericht zijn dat inwoners zichzelf goed kunnen redden, en op het vergroten van de onderlinge solidariteit van burgers en hun sociale samenhang. Door invoering van deze verordening wordt hier expliciet aandacht aan besteed.

 

Het blijft mogelijk voor gemeenten om met de gemeentewet als wettelijke basis, bepaalde groepen aan te wijzen. Toch zal er wel (meer) sprake zijn van een individuele beoordeling, omdat de vergoedingen op basis van een declaratie gelden. Hiervoor moet de inwoner een aanvraag indienen, en iedere aanvraag moet individueel beoordeeld worden. Een ander belangrijk verschil is dat categoriale bijzondere bijstand geen vergoeding was van daadwerkelijk gemaakte kosten, maar een tegemoetkoming (vooraf) in kosten die naar alle waarschijnlijkheid zouden opkomen. Ook al kunnen werkelijke kosten voor verschillende activiteiten misschien hoger liggen, we hebben een maximum bijdrage ingesteld.

 

De inkomensgrenzen hebben we boven het sociaal minimum gelegd. Zo kan iemand die werk heeft of inkomen uit een sociale zekerheidsuitkering, ook aanspraak maken op een voorziening om sociaal isolement te voorkomen. Voor de uitvoering van de verordening is de gemeente verantwoordelijk. De verordening geeft houvast om effectief beleid te kunnen maken en uit te voeren. Zo kan sociaal isolement worden voorkomen bij mensen die om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan de samenleving.