Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Beleidsregels persoonsgebonden budget (pgb) Jeugdwet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels persoonsgebonden budget (pgb) Jeugdwet
CiteertitelBeleidsregels persoonsgebonden budget Verordening Jeugdhulp Purmerend 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Jeugdwet
  3. Verordening Jeugdhulp Purmerend 2022
  4. Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-2023nieuwe regeling

13-12-2022

gmb-2023-19395

1578855

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels persoonsgebonden budget (pgb) Jeugdwet

Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,

 

B E S L U I T E N:

 

  • 1.

    Beleidsregels persoonsgebonden budget Verordening Jeugdhulp Purmerend 2022 vast te stellen.

Beleidsregels persoonsgebonden budget Verordening Jeugdhulp Purmerend

 

Burgemeester en wethouders van Purmerend,

 

Overwegende dat het noodzakelijk is om beleidsregels vast te stellen over de wijze waarop het college omgaat met de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van zijn bevoegdheden in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, de Jeugdwet, de Verordening Jeugdhulp Purmerend 2022 (hierna genoemd als de Verordening) en de nadere regels jeugdhulp Purmerend 2022 (hierna genoemd als de nadere regels).

 

In deze beleidsregels staat de afweging beschreven om tot een beslissing op een aanvraag te komen specifiek voor burgers die een beroep doen op de jeugdwet in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb).

Het gemeentelijk beleid is gericht op het contact met de inwoner waarin maatwerk het uitgangspunt is. Om in aanmerking te komen voor een jeugdhulpvoorziening in de vorm van een pgb, moet voldaan worden aan tenminste de volgende voorwaarden:

  • De ouder of jeugdige motiveert waarom een pgb noodzakelijk is

  • De budgethouder is pgb vaardig

  • Het kwalitatief adequate ondersteuning betreft.

De beleidsregels hebben daarom betrekking op:

  • De pgb-vaardigheid van jeugdige of zijn ouders

  • Het beheer van het pgb

  • De kwaliteit van de in te kopen ondersteuning

  • De betalingen uit het budget

Begripsomschrijving

Budgethouder: De persoon aan wie het college een pgb heeft verstrekt en het pgb beheert en toezicht houdt op de kwaliteit van de met het pgb ingekochte ondersteuning of hulpmiddel.

 

Budgetbeheerder: Een vertegenwoordiger die ingesteld is door de budgethouder.

 

Gemachtigde: Een gemachtigde is een vertegenwoordiger die wordt aangesteld door de aanvrager en die namens de aanvrager diens zaken regelt. Hiervoor dient de aanvrager een formulier van de SVB in te vullen.

 

Ondersteuningsplan: In dit plan is de aard en kwaliteit van de in te zetten ondersteuning beschreven waarin zorgverlener formuleer op welke wijze de gestelde resultaten bereikt worden in relatie tot de hulpvraag.

 

Perspectiefplan: Het document waarin de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige en/of zijn ouders is vastgelegd, samen met de doelen (beoogde resultaten), de bijdragen die zowel het college als de hulpvrager en het sociale netwerk hieraan kunnen leveren.

 

Pgb: Het persoonsgebonden budget in het kader van de Jeugdwet. Met een door de gemeente vastgesteld bedrag koopt de inwoner zelf de ondersteuning in.

 

Wettelijk vertegenwoordiger: Iemand die door de wet of rechter als vertegenwoordiger is aangewezen. Een wettelijk vertegenwoordiger handelt en beslist namens de inwoner. Denk daarbij aan de ouders of voogd van minderjarigen, of een curator, bewindvoerder of mentor.

Artikel 1. Pgb-plan

Een jeugdhulpvoorziening in de vorm van een pgb wordt alleen verstrekt als de budgethouder, aan de hand van een opgesteld pgb-plan, het verzoek om een pgb onderbouwt. Uit deze motivering moet blijken dat de budgethouder de gemeentelijke mogelijkheden van specialistische jeugdhulp in natura heeft beoordeeld en aangeeft waarom deze vorm van jeugdhulp niet passend is. Van belang bij de beoordeling is de aard (soort product) en omvang (minuten/uren/dagdeel/etmaal) van de ondersteuning en de te behalen resultaten.

Artikel 2 Bekwaamheid budgethouder

De budgethouder moet naar oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn om aan pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.

De bekwaamheid van de budgethouder wordt door het college op basis van de volgende criteria beoordeeld:

  • 2.1

    Kwaliteit van het persoonlijk budgetplan

  • 2.2

    Financieel beheer

  • 2.3

    Zorginhoudelijk beheer

Artikel 2.1 Kwaliteit van het persoonlijk budgetplan

Een budgethouder is in staat om de resultaten uit het perspectiefplan te kunnen vertalen in een persoonlijk budgetplan. De budgethouder zal voordat het pgb wordt toegekend een persoonlijk budgetplan bij de gemeente moeten overleggen en een daarbij horende zorgovereenkomst bij de SVB. Het invullen van het persoonlijk budgetplan en de zorgovereenkomst vereist bepaalde vaardigheden.

Het college acht een budgethouder/ budgetbeheerder voldoende vaardig als de budgethouder/ budgetbeheerder:

  • Kennis heeft van het doel van de Jeugdwet, de Wmo en andere relevante wetgeving

  • Kennis heeft van beperkingen en stoornissen en van de hulpvraag.

  • Kennis heeft om de juiste ondersteunende activiteiten in te zetten en de omvang in te schatten om de geformuleerde doelstellingen/resultaten te kunnen behalen.

  • In staat is zelf het pgb-plan/budgetplan op te stellen/ in te vullen.

  • Kennis heeft over hoe de zorgverlening te organiseren om resultaatafspraken te behalen.

  • De Nederlandse taal in woord en geschrift beheerst.

Als de budgethouder niet zelf het pgb kan beheren is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die het budget beheert. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde. Aan de budgetbeheerder worden dezelfde voorwaarden gesteld als aan de budgethouder. Daarnaast zijn er een aantal extra voorwaarden met betrekking tot een budgetbeheerder waarop het college de budgetbeheerder beoordeeld:

  • De budgetbeheerder woont op redelijke afstand van de budgethouder of is in staat om digitaal goed te voldoen aan alle gestelde eisen.

  • De budgetbeheerder, als vertegenwoordiger van de jeugdige, mag het pgb niet aan zichzelf uitkeren als zijnde pgb-hulpverlener tenzij dit de ouders/verzorgers in 1e en 2e graad betreft.

  • De budgetbeheerder heeft kennis op het gebied van zowel financiën als zorgtaken.

  • De budgetbeheerder mag zelf niet onder bewind staan.

Artikel 2.2 Financieel beheer

Een budgethouder moet in staat zijn een (financiële) administratie te kunnen voeren.

Het college acht een budgethouder voldoende vaardig als de budgethouder:

  • Op de hoogte is van de eisen die de SVB en de gemeente stellen aan een pgb.

  • Facturen/declaraties kan controleren (passend binnen de zorgovereenkomst), accorderen en insturen.

  • Inzicht heeft in het beschikbare en benodigde budget.

  • Het budget voor de juiste doeleinden kan inzetten.

  • Acties kan uitzetten bij externen indien iets verandert of niet correct loopt.

  • Digitaal vaardig is..

Artikel 2.3 Zorginhoudelijk beheer

De budgethouder moet naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn om aan pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren.

De bekwaamheid wordt door het college beoordeeld op de volgende punten:

  • Van de budgethouder wordt verwacht dat deze in staat is om de doelstellingen in het perspectiefplan te volgen en te bewaken.

  • De budgethouder is staat om de juiste hulpverleners te kiezen passend bij de doelstellingen en heeft inzicht hoe deze ondersteuningsactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen.

  • De budgethouder heeft een duidelijk beeld van de hulpvraag en is in staat een pgb-plan op te stellen.

  • De budgethouder kan de inzet van zorgverlener(s) coördineren. De zorg blijft ook bij verlof en ziekte van de zorgverlener(s) doorgaan.

  • De budgethouder is in staat om evaluatiegesprekken te voeren en de effecten te volgen en

  • kan als opdrachtgever de zorgverleners aansturen en aanspreken op hun en functioneren.

  • De budgethouder beheerst de Nederlandse taal in woord en geschrift en heeft voldoende juridische kennis over het werk- en opdrachtgeverschap, of weet deze kennis te vinden.

  • De budgethouder is op de hoogte van de regels en verplichtingen die horen bij het pgb en weet die zelf bij de desbetreffende instanties (online) te vinden.

  • De budgethouder is in staat om een overzichtelijke pgb-administratie bij te houden, en heeft inzicht in de bestedingen van het pgb.

  • De budgethouder is voldoende vaardig om te communiceren met het college, de SVB en zorgverlener(s).

  • De budgethouder kan afspraken maken, vastleggen en deze verantwoorden aan het college.

  • De budgethouder kan beoordelen en beargumenteren of de geleverde zorg passend en kwalitatief goed is.

Artikel 3 Basiseisen

In de Jeugdwet is als basiseis geformuleerd dat de ondersteuning veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet worden verstrekt.

De basiseisen zoals geformuleerd in de Jeugdwet behoeven vertaling naar werkbare eisen, waarover duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden. Om na te gaan of de kwaliteit van de zorg voldoende gewaarborgd is, wordt door het college getoetst op de volgende punten:

  • 1.

    De ondersteuning is afgestemd op de reële behoefte van de budgethouder en op andere vormen van zorg of hulp.

  • 2.

    De zorgverlener en budgetbeheerder hebben een actieve signaleringsplicht ten aanzien van veranderingen in de gezondheid (fysiek en psychisch), de sociale situatie en de behoefte van de budgethouder aan meer of andere zorg en meldt dit aan het college.

  • 3.

    De te leveren ondersteuning is afgesteld op het perspectiefplan en leidt tot het behalen van de doelen en resultaten die beschreven staan in het perspectiefplan.

  • 4.

    De ondersteuning is beschreven in een actueel ondersteuningsplan waarin zorgverlener formuleert op welke wijze de gestelde resultaten bereikt kunnen worden in relatie tot de hulpvraag.

  • 5.

    Er is ook oog voor alle levensgebieden, zoals de woon-, werk- en leefomgeving van de budgethouder.

  • 6.

    De budgethouder kan zijn familie en mantelzorger betrekken in de zorg, de zorgverlener houdt daar rekening mee.

  • 7.

    De ondersteuning is tijdig en conform afspraak en de ondersteuningscontinuïteit is gewaarborgd.

  • 8.

    De zorgverlener mag geen budgethouder zijn.

  • 9.

    Iedere zorgverlener heeft een verklaring omtrent gedrag (VOG). De VOG mag niet ouder zijn dan drie maanden.

  • 10.

    De zorgverlener spreekt de taal van de budgethouder.

Artikel 3.1 Kwaliteitseisen voor niet-professionele ondersteuning/ sociaal netwerk

Om na te gaan of de kwaliteit van de zorg voldoende gewaarborgd is, wordt door het college getoetst op de volgende punten:

  • 1.

    De zorgverlener voldoet aan de basiseisen.

  • 2.

    De zorgverlener beschikt over voor de hulpvraag benodigde competenties, kennis en vaardigheden om verantwoorde ondersteuning te bieden.

  • 3.

    De zorgverlener beschikt over relevante werkervaring.

  • 4.

    De niet-professionele ondersteuning leidt niet tot overbelasting van de zorgverlener.

Artikel 3.2 Kwaliteitseisen voor professionele ondersteuning:

Om na te gaan of de kwaliteit van de zorg voldoende gewaarborgd is, wordt door het college getoetst op de volgende punten:

  • 1.

    De zorgverlener voldoet aan de basiseisen.

  • 2.

    De zorgverlener beschikt over een inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 3.

    De zorgverlener is geregistreerd bij een beroepsorganisatie. In het kwaliteitsregister Jeugd en/of BIG bij ondersteuning op HBO en WO niveau.

  • 4.

    De ondersteuning wordt geleverd met gekwalificeerd personeel, passend bij de behoeften en persoonskenmerken van de budgethouder.

  • 5.

    De zorgverlener draagt zorg voor het naleven van beroeps- en meldcodes, ook door medewerkers.

  • 6.

    De zorgverlener heeft een systematische kwaliteitsbewaking.

  • 7.

    De zorgverlener voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria ingekochte zorg.

  • 8.

    De zorgverlener heeft de meldplicht om calamiteiten en geweld te melden aan gemeenten of inspectie voor gezondheidszorg.

  • 9.

    De zorgverlener heeft de verplichting om een vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen.

  • 10.

    De zorgverlener draagt zorg voor scholing om zorgverleners over kwalitatief verantwoorde kennis en kunde kunnen (blijven) beschikken. In geval van een zzp-er draagt deze zelf de verantwoordelijkheid voor de hierboven geformuleerde eis.

  • 11.

    De zorgverlener beschikt over een relevante opleiding en op verzoek van het college dienen diploma’s overlegd te worden;

  • 12.

    Stelt een plan van aanpak op (ondersteuningsplan) hoe het resultaat gehaald gaat worden.

Artikel 4 Evaluatie

Om de kwaliteit te waarborgen kan het college periodiek in gesprek gaan met de budgethouder en zorgverlener over de behaalde resultaten van de ingezette ondersteuning of (steekproefsgewijs) toezicht houden op de daaraan verbonden voorwaarden, waaronder de vraag of de ingekochte ondersteuning aan de kwaliteitseisen voldoet. Ook gedurende en na de beschikkingsperiode kan de kwaliteit van de geleverde ondersteuning beoordeeld worden.

Een evaluatiegesprek is noodzakelijk om te onderzoeken hoe de budgethouder en de zorgverlener werken aan de doelstelling en om te toetsen of budgetbeheer en kwaliteit nog steeds sluitend is. Tijdens een evaluatiegesprek kunnen de doelen bijgesteld worden en zo ook het besluit.

Artikel 5 Betalingen via een Pgb

Het Pgb budget moet volledig ten goede komen aan de ondersteuning. In aanvulling op artikel 5.15 van de Verordening onderstaand voorzieningen en onkosten waarvoor geen pgb mogelijk is in de Jeugdwet ( niet limitatief):

  • Zorg die direct ingezet moet worden (crisishulp).

  • Als de zorg vanuit een algemene of een collectieve voorziening komt.

  • Ondersteuning die niet of niet in voldoende mate zal bijdragen aan het bereiken van het beoogde resultaat.

  • Kosten voor administratie-, beheer- en bemiddelingskosten.

  • Feestdagenvergoeding.

  • Vrij besteedbaar c.q. verantwoordingsvrij bedrag.

  • Kosten voor een cursus pgb of cursusmateriaal.

  • Kosten voor aanvraag VOG.

  • Declaraties voor het deelnemen overleg ter afstemming met andere hulpverleners of instanties.

  • Reiskosten vergoeding anders dan voor de jeugdige

  • Pleegzorg

Artikel 6 Eenmalige uitkering bij het beëindigen van het Pgb

Een eenmalige uitkering is alleen toegestaan wanneer het pgb van rechtswege stopt bij een plotselinge opname of overlijden van de budgethouder. De eenmalige uitkering wordt berekend aan de hand van het gemiddelde aan betalingen aan de zorgverlener in de laatste drie maanden. Een eenmalige uitkering is gemaximeerd op 1 maand budget en is enkel toegestaan als de betaling past binnen het budget en geldt niet voor zorginstellingen.

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 13 december 2022

Purmerend,

burgemeester en wethouders van Purmerend,

de secretaris,

H.J.C. Welage

de burgemeester,

E. van Selm