Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Verordening gemeentelijke adviescommissie Hoeksche Waard 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke adviescommissie Hoeksche Waard 2022
CiteertitelVerordening gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hoeksche Waard 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

De regels met betrekking tot de commissie in de artikelen uit Hoofdstuk 9 en Bijlage 9 van de Bouwverordening Hoeksche Waard vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023nieuwe regeling

11-10-2022

gmb-2023-19342

Z/21/122330

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke adviescommissie Hoeksche Waard 2022

De raad van de gemeente Hoeksche Waard,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 augustus 2022;

 

overwegende dat het inwerking treden van de Omgevingswet gevolgen heeft voor de monumentencommissie en de welstandscommissie;

 

dat de taken en bevoegdheden van deze adviescommissies met het inwerking treden van de Omgevingswet van rechtswege vervallen;

 

dat de gemeenteraad als gevolg hiervan een nieuw besluit moet nemen om een gemeentelijke adviescommissie in te stellen en hiervoor een verordening moet vaststellen;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

  • 1.

    De volgende verordening vast te stellen:

Verordening gemeentelijke adviescommissie Hoeksche Waard 2022

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • Commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet, genaamd ‘Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit van de gemeente Hoeksche Waard’ (gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit);

  • Subcommissie: de subcommissie als bedoeld in artikel 5 en 6 van deze verordening, die in mandaat adviseert over een aanvraag om een omgevingsvergunning dan wel over de voorbereiding van een ander besluit of andere activiteit. Dit onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 12 van deze verordening;

  • Hoeksche Bouwmeester (dorpsbouwmeester): het lid van de commissie als bedoeld in artikel 7 van deze verordening, aan wie door de gemeenteraad op grond van deze verordening specifieke taken zijn opgedragen;

  • Goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de Omgevingswet.

Paragraaf 2. Adviestaak

Artikel 2. Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De commissie heeft als taak de gemeenteraad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit. En al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Daaronder wordt in elk geval begrepen het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

      • 1.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een gemeentelijk monument of een voorbeschermd gemeentelijk monument;

      • 3.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

      • 4.

        het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

      • 5.

        een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

    • b.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als Rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet, of over het aan aanwijzen van een gemeentelijk monument op grond van artikel 11.1 van de Erfgoedverordening Hoeksche Waard 2022, of een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de Omgevingswet;

    • c.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit (artikel 17.9, tweede lid, van de Omgevingswet);

    • d.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de Omgevingswet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

    • e.

      informeert en begeleidt de commissie, op verzoek van burgemeester en wethouders, planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces;

    • f.

      voert de commissie, op verzoek van burgemeester en wethouders, vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

  • 3.

    adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten.

  • 4.

    de gemeenteraad kan werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid aanwijzen die door de Hoeksche Bouwmeester worden uitgevoerd. De Hoeksche Bouwmeester werkt samen met de commissie. Dit lid is niet van toepassing op de advisering als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊ en 2, ̊en onder b.

     

Paragraaf 3. Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

Artikel 3. Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊ tot en met 3 ̊, en onder b.

 

Paragraaf 4. Samenstelling en inrichting

Artikel 4. Samenstelling en advisering

  • 1.

    De commissie bestaat uit tenminste 3 leden, de voorzitter(s) en de niet-ambtelijke secretaris daaronder begrepen. De leden en hun eventuele plaatsvervangers mogen geen leden van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Hoeksche Waard zijn.

  • 2.

    De leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering en op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. Eventuele plaatsvervangers hebben vergelijkbare deskundigheid, alsmede maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige ondersteuning van de commissie. Hieronder wordt ten minste verstaan:

    • a.

      een coördinerende, toelichtende en rapporterende taak;

    • b.

      de uitnodiging voor de vergaderingen, en;

    • c.

      de bekendmaking van het advies van de commissie.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid kunnen naast de onder het eerste lid genoemde leden ook lokale leden en hun plaatsvervangers worden benoemd. Zij worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid op het gebied van erfgoed die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 5.

    De commissie telt gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de Omgevingswet ten minste 2 leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg.

  • 6.

    De disciplines die de leden in gezamenlijkheid kunnen vertegenwoordigen zijn: architectuur, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratiearchitectuur, landschap, stedenbouw en archeologie.

  • 7.

    De commissie bestaat uit 2 subcommissies: een subcommissie ruimtelijke kwaliteit en een subcommissie erfgoed. Een Hoeksche Bouwmeester kan onderdeel uitmaken van een of beide subcommissies en is deskundig lid van de commissie.

Artikel 5. Subcommissie ruimtelijke kwaliteit

  • 1.

    De subcommissie ruimtelijke kwaliteit bestaat uit tenminste 3 leden die deskundig zijn op het gebied van architectuur, de voorzitter en de niet-ambtelijke secretaris daaronder begrepen;

  • 2.

    De subcommissie ruimtelijke kwaliteit adviseert over het uiterlijk van bouwwerken (architectonische en welstandsaspecten). Op verzoek van burgemeester en wethouders kan deze subcommissie ook adviseren over omgevingskwaliteit in de ruimere zin van het woord;

  • 3.

    De advisering over het uiterlijk van bouwwerken (welstand) is opgedragen aan de stichting Dorp, Stad en Land die uit haar midden personen voordraagt als lid van de subcommissie ruimtelijke kwaliteit. De leden kunnen bij incidentele afwezigheid worden vervangen door een gekwalificeerde vervanger van de stichting Dorp, Stad en Land.

Artikel 6. Subcommissie cultureel erfgoed

  • 1.

    De subcommissie monumenten bestaat uit een voorzitter en 7 vaste leden.

  • 2.

    De leden beschikken over deskundigheid op minstens 1 van de volgende terreinen: restauratietechniek en/of ethiek, kunsthistorie, architectuurhistorie, bouwhistorie en/of lokale geschiedenis. Afhankelijk van de agenda kan de commissie ad hoc worden versterkt met deskundigheid van archeologie, (historische) stedenbouw, historische geografie en/of landschapsarchitectuur.

  • 3.

    De subcommissie monumenten adviseert over zaken die betrekking hebben op rijks- en gemeentelijke monumenten, archeologie, het cultuurlandschap en/of andere onderwerpen aangaande de cultuurhistorie in de ruimste betekenis van het woord.

Artikel 7. Hoeksche Bouwmeester

  • 1.

    De Hoeksche Bouwmeester is lid van de commissie en kan lid zijn van (1 van) de subcommissies. Hij/zij is deskundig op minimaal 1 van de gebieden zoals genoemd in artikel 7 lid 2;

  • 2.

    De Hoeksche Bouwmeester adviseert onder andere over het uiterlijk van bouwwerken (architectonische en welstandsaspecten) en/of over monumenten en cultuurhistorie (erfgoedaspecten).

Artikel 8. Benoeming

  • 1.

    De leden van de commissie en de Hoeksche Bouwmeester worden door burgemeester en wethouders benoemd op grond van artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet.

  • 2.

    De leden van de commissie worden benoemd door burgemeester en wethouders voor een periode van 4 jaar.

  • 3.

    Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste 1 periode van 4 jaar plaatsvinden. Dit is niet van toepassing op de plaatsvervangers.

  • 4.

    Afgetreden leden zijn 1 jaar na hun aftreden weer benoembaar.

  • 5.

    De Hoeksche Bouwmeester wordt in functie benoemd.

  • 6.

    De leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 9. Ambtelijke ondersteuning van de commissie

  • 1.

    De commissie wordt ondersteund door 1 of meerdere ambtelijk secretaris(sen).

  • 2.

    Er is een ambtelijk secretaris die zorg draagt voor het secretariaat van de Hoeksche Bouwmeester, daarbij eventueel ondersteund door 1 of meerdere ambtelijke medewerkers.

  • 3.

    De secretaris zorgt, eventueel samen met een van de leden, voor de verslaglegging en het op schrift stellen van de uitgebrachte adviezen van de commissie en de Hoeksche Bouwmeester.

  • 4.

    De ambtelijke medewerkers en de secretaris zijn geen lid van de commissie en zijn voor hun werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie en de Hoeksche Bouwmeester.

     

Paragraaf 5. Advisering en standpuntbepaling

Artikel 10. Adviestermijn

De commissie brengt advies uit binnen een termijn van 4 weken, tenzij burgemeester en wethouders hebben aangegeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

Artikel 11. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. De agenda voor de vergadering wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling. Hierbij moet onderbouwd worden dat sprake is van uitzonderingsgronden en beperkingen als genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 3.

    De indiener van een aanvraag om een omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid om een toelichting te geven op de aanvraag ten overstaan van de commissie. Een belanghebbende heeft alleen in toelichtende zin spreekrecht in door de commissie of de Hoeksche Bouwmeester gehouden openbare vergadering. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

  • 4.

    Besluitvorming over een advies voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument vindt alleen plaats in aanwezigheid van ten minste 2 leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

  • 5.

    Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning is gedaan waarover de commissie of Hoeksche Bouwmeester adviseert, onthouden zich van advisering over het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de Hoeksche Bouwmeester, de commissie en de daarvoor werkzame personen.

Artikel 12. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

  • 1.

    De commissie kan (onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid van de Omgevingswet en artikel 3, derde lid van deze verordening) de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten 1 van de subcommissies, aan 1 of meer daartoe aangewezen leden of de Hoeksche Bouwmeester.

  • 2.

    Als de onder 1 genoemde gedelegeerde niet overtuigd is dat ze de gemiddelde mening van de (sub)commissie vertegenwoordigt, kan het initiatief alsnog aan de (sub)commissie worden voorgelegd.

Artikel 13. Adviseurs

  • 1.

    De commissie en de Hoeksche Bouwmeester kunnen zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot ter zake kundige ambtelijke medewerkers van de gemeente Hoeksche Waard.

  • 2.

    De commissie kan zich laten bijstaan door andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

Artikel 14. Verwerking van het advies

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Een second opinion wordt pas gevraagd nadat de commissie of de Hoeksche Bouwmeester de mogelijkheid tot heroverweging van het advies heeft gekregen. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders een beschikking geeft in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies stellen zij de commissie hiervan op de hoogte.

     

Paragraaf 6. Werkwijze

Artikel 15. Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in reglementen van orde.

  • 2.

    In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder b, respectievelijk onder c van deze verordening;

    • b.

      de inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder f van deze verordening;

    • c.

      de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

    • d.

      het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen;

    • e.

      de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

    • f.

      de werkwijze van de Hoeksche Bouwmeester;

    • g.

      de werkwijze van de subcommissies;

    • h.

      de selectie en voordracht van kandidaat-leden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen het reglement van orde vast en dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde via de gemeentelijke website.

Artikel 16. Relatie met andere adviseurs

  • 1.

    Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie, dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.

  • 2.

    Op verzoek kan een lid of een adviseur van de commissie of de Hoeksche Bouwmeester als supervisor optreden, deelnemen aan een kwaliteitsteam of een intake- of omgevingstafel.

Artikel 17. Vergoeding

  • 1.

    De leden van de (sub)commissie, de Hoeksche Bouwmeester en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid die op voordracht van Dorp, Stad en Land zijn benoemd of door de commissie zijn gevraagd ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven zoals jaarlijks afgesproken met Dorp, Stad en Land.

  • 2.

    De leden van de (sub)commissie, de Hoeksche Bouwmeester en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid die door de gemeente zijn voorgesteld of gevraagd ontvangen een vergoeding op grond van hun afspraken met de gemeente Hoeksche Waard.

     

Paragraaf 7. Jaarverslag

Artikel 18. Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks aan burgemeester en wethouders verslag uit van haar werkzaamheden (als bedoeld in artikel 17.9 lid 6 van de Omgevingswet) in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders (als bedoeld in artikel 17.9 lid 3 van de Omgevingswet);

    • b.

      de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • c.

      de aard van de beoordeelde plannen en de bijzondere projecten.

  • 3.

    De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk omgevingskwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van toetsingskaders (als bedoeld in artikel 17.9 lid 3 van de Omgevingswet) in het bijzonder.

     

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19. Onvoorzienbaarheid

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij ontstane geschillen, beslist burgemeester en wethouders. Dit doet zij na de commissie en/of de Hoeksche Bouwmeester te hebben gehoord.

Artikel 20. Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de vigerende Bouwverordening en de Erfgoedverordening benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit. De termijn van ten hoogste vier jaar als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum dat deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de Adviescommissie omgevingskwaliteit Hoeksche Waard wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 21. Vervallen [en intrekking] oude regeling

De regels met betrekking tot de commissie in de artikelen uit Hoofdstuk 9 en Bijlage 9 van de Bouwverordening Hoeksche Waard vervallen.

Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Hoeksche Waard 2022’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard gehouden op 11 oktober 2022.

G. de Schipper-Tinga

Griffier

C.B. Aptroot

Voorzitter