Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorne aan Zee

Verordening gemeentelijke ombudsman Voorne aan Zee 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorne aan Zee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke ombudsman Voorne aan Zee 2023
CiteertitelVerordening gemeentelijke ombudsman Voorne aan Zee 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Verordening gemeentelijke ombudsman Westvoorne 2006 en de Verordening gemeentelijke ombudsman Hellevoetsluis 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. hoofdstuk IVc van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-2023nieuwe regeling

02-01-2023

gmb-2023-19193

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke ombudsman Voorne aan Zee 2023

De raad van de gemeente Voorne aan Zee:

 

Gelet op het bijbehorende raadsvoorstel;

 

gelet op het bepaalde in hoofdstuk IVc en artikel 149 van de Gemeentewet en titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op het advies van de fusiecommissie;

 

 

Besluit:

 

 

vast te stellen de Verordening gezamenlijke ombudsman Voorne aan Zee 2023

Artikel 1. Instelling ombudsman

  • 1.

    Er is een ombudsman, die tevens fungeert als kinderombudsman.

Artikel 2. Zittingsduur en rechtspositie

  • 1.

    De ombudsman van de gemeente Rotterdam zal optreden als gemeentelijke ombudsman van de gemeente Voorne aan Zee.

  • 2.

    De zittingsduur van de ombudsman en de plaatsvervangend ombudsman loopt gelijk met de zittingsduur van de ombudsman en de plaatsvervangend ombudsman van de gemeente Rotterdam.

  • 3.

    De rechtspositionele voorwaarden voor de ombudsman en de plaatsvervangend ombudsman zijn door de gemeente Rotterdam vastgelegd in de verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam.

Artikel 3. Financiële middelen

  • 1.

    De financiering van de ombudsman vindt plaats door middel van een jaarlijkse bijdrage in de kosten.

  • 2.

    De hoogte van deze bijdrage wordt gerelateerd aan het aantal inwoners van de gemeente.

  • 3.

    Voor de vaststelling van het aantal inwoners, bedoeld in het tweede lid, geldt als peildatum 1 januari van het betreffende jaar.

  • 4.

    De ombudsman verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het verslag aan de raad, bedoeld in artikel 81 u, van de Gemeentewet.

Artikel 4. Bemiddeling

  • 1.

    De ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 2.

    De ombudsman brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.

Artikel 5. Klachten

  • 1.

    De ombudsman kan mondelinge klachten in behandeling nemen.

  • 2.

    Indien de ombudsman dit nodig acht, kan hij klagers behulpzaam zijn bij het op schriftstellen van een klacht.

Artikel 6. Overige bevoegdheden

  • 1.

    De ombudsman kan het beschikkingsbevoegde orgaan respectievelijk het met de uitvoering van een besluit belaste organisatieonderdeel verzoeken om de uitvoering van een bepaald besluit of regeling voorbepaalde tijd op te schorten. Het orgaan kan dat verzoek gemotiveerd afwijzen.

  • 2.

    De ombudsman kan, indien het onderwerp van de beraadslagingen betrekking heeft op klachten, klachtrecht of klachtbehandeling in het algemeen, in de gelegenheid gesteld worden om in de vergadering van de raad of een raadscommissie het woord te voeren.

  • 3.

    De ombudsman kan het presidium verzoeken onderwerpen op de agenda te plaatsen van de raad of een raadscommissie.

Artikel 7. Werkinstructie

Voor zover de ombudsman dit nodig acht, maakt hij een werkinstructie voor zijn werkzaamheden.

Artikel 8. Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

  • 1.

    De ombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

  • 2.

    Indien hij een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt hij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De Verordening gemeentelijke ombudsman Westvoorne 2006 en de verordening gemeentelijke ombudsman Hellevoetsluis 2019 worden ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke ombudsman Voorne aan Zee 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Voorne aan Zee van 2 januari 2023

de griffier,

drs. A. (Ariëtte) Goslings

de voorzitter,

dr. J.P. (Peter) Rehwinkel

Toelichting op de verordening gezamenlijke ombudsman

Algemene toelichting

Geen begripsomschrijvingen

In de verordening zijn geen begripsbepalingen opgenomen, omdat de Awb en de Gemeentewet hierin waar nodig al voorzien.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Instelling ombudsman

Indien gekozen wordt voor een persoon als ombudsman, is sprake van een eenhoofdig ambt met daarbij de verplichting om in ieder geval een plaatsvervanger aan te wijzen (zie artikel 81q, tweede lid, van de Gemeentewet).

 

Artikel 2. Zittingsduur en rechtspositie

Het artikel 81q, eerste lid, van de Gemeentewet bepaalt dat de ombudsman voor de duur van zes jaar wordt benoemd. Dit waarborgt zijn onafhankelijkheid. Elke herbenoeming is ook voor zes jaar. Omdat sprake is van een gemeentelijke ombudsman in een aantal regiogemeenten rond Rotterdam is de zittingsduur gelijk getrokken met de zittingsduur van de ombudsman Rotterdam. Om dezelfde rechtspositie te garanderen wordt verwezen naar de verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur rekenkamer van de gemeente Rotterdam. Met deze verwijzing voldoet de raad van Voorne aan Zee aan artikel 81v Gemeentewet.

 

Artikel 3. Financiële middelen

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 81v van de Gemeentewet waarin is bepaald dat de ombudsman een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding ontvangt voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.

 

Artikel 4. Bemiddeling

Eerste lid

Tijdens het onderzoek kan de ombudsman een poging doen om via bemiddeling tot een bevredigende oplossing voor de verzoeker te komen. Deze bemiddeling kan een meer of minder zware vorm aannemen.

 

De ombudsman kan in zijn jaarverslag een overzicht van bemiddelingen publiceren. Aldus ontstaat er inzicht in de verhouding tussen het aantal bemiddelingen en het aantal onderzoeken en de aard van de bemiddelingen.

 

De ombudsman kan uitsluitend tot interventie overgaan indien hij bevoegd is om de gedraging te onderzoeken.

 

Tweede lid

Het oordeel over het handelen en de hieruit voortvloeiende aanbevelingen voor de organisatie legt de ombudsman neer in een rapport (nieuwe artikel 9:36 Awb) indien hij zijn onderzoek voltooit. In het geval van een geslaagde bemiddeling zal de ombudsman doorgaans reden hebben om het onderzoek niet voort te zetten en komt hij aan het uitbrengen van een rapport en het geven van een oordeel niet toe. Het is echter wel gewenst dat de ombudsman ook in geval van een geslaagde bemiddeling zijn bemoeienis afsluit met een schriftelijk stuk waarin hij verslag doet van het onderzoek en de bevindingen en van de het resultaat van de bemiddeling.

 

Artikel 5. Klachten

De Awb kent geen definitie van het begrip klacht. De wetgever acht een definitie ook onwenselijk, omdat een omschrijving ook een beperking van het klachtrecht kan inhouden. Uitgangspunt is een ruim klachtbegrip. Alles wat geen (Awb-)bezwaar is, is in beginsel een klacht.

 

Een klachtprocedure is gericht op het verkrijgen van een rechtens niet-bindend oordeel over het overheidshandelen. Bij een klachtbehandeling wordt, ruimer dan bij de rechtens bindende bezwaarschriftprocedure, bekeken of het betreffende bestuursorgaan zich correct gedragen heeft tegenover de klager.

 

Onder de klachtenregeling vallen gedragingen van bestuursorganen en van personen die onder de verantwoordelijkheid van bestuursorganen handelingen verrichten richting burgers en organisaties (bijvoorbeeld ambtenaren).

 

Artikel 6. Overige bevoegdheden

De overige bevoegdheden bieden de ombudsman mogelijkheden om onderwerpen nadrukkelijk op de agenda van het gemeentebestuur te krijgen.

 

Artikel 7. Werkinstructie

De ombudsman kan de wijze waarop hij zijn werkzaamheden vorm wenst te geven vastleggen in een werkinstructie.

 

Artikel 8. Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

Eerste lid

De ontvangstbevestiging is overeenkomstig hetgeen artikel 9:6 Awb voor het intern klachtrecht bepaalt: het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.

 

Tweede lid

Analoog aan hetgeen artikel 9:9 Awb voor het intern klachtrecht regelt, is bepaald dat aan het bestuursorgaan en aan degenen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een afschrift van het verzoekschrift wordt toegezonden. Indien de ombudsman het verzoekschrift niet in behandeling neemt, heeft toezending van een kopie van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan geen wezenlijke functie en zou het onder omstandigheden zelfs een schending van vertrouwelijkheid kunnen betekenen (vergelijk art. 2:5 Awb dat op de ombudsman van overeenkomstige toepassing is). Komt het wel tot een onderzoek van de ombudsman, dan heeft niet alleen het bestuursorgaan, maar ook de betrokken ambtenaar recht op een kopie van het verzoekschrift (vergelijk artikel 9:30, eerste lid, Awb). Overigens valt niet in alle gevallen de gedraging waarover geklaagd wordt toe te schrijven aan een bepaalde persoon; als dat zich voordoet, kan uiteraard worden volstaan met het toesturen van een afschrift van het verzoekschrift aan alleen het bestuursorgaan.

 

Artikel 9. Intrekking oude verordeningen

De oude verordeningen worden ingetrokken. Omdat Brielle aangesloten was bij de nationale ombudsman, behoeft voor Brielle geen oude verordening te worden ingetrokken.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 139 van de Gemeentewet bepaalt onder meer dat verordeningen niet in werking treden, voordat ze zijn bekendgemaakt. Volgens artikel 142 van de Gemeentewet treden verordeningen op de achtste dag na bekendmaking in werking, tenzij een ander tijdstip is aangewezen.

 

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening gemeentelijke ombudsman Voorne aan Zee 2023.