Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hardenberg

B067 Stappenplan berekening bijzondere bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHardenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingB067 Stappenplan berekening bijzondere bijstand
CiteertitelB067 Stappenplan berekening bijzondere bijstand
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2023-16321

436814

Tekst van de regeling

Intitulé

B067 Stappenplan berekening bijzondere bijstand

 

 

In deze richtlijn kan het college een stappenplan opnemen voor de berekening van bijzondere bijstand met inachtneming van de gemeentelijke regels ten aanzien van het drempelbedrag.

 

Invulling Gemeente Hardenberg

 

De berekening van de bijzondere bijstand verloopt als volgt:

  • 1.

    Bepaal de hoogte van de voor bijzondere bijstandsverlening in aanmerking komende kosten aan de hand van nota’s e.d.;

  • 2.

    Bepaal de draagkrachtperiode (zie “Hoogte en vorm van de bijstand”);

  • 3.

    Bepaal de ruimte in het inkomen over de draagkrachtperiode (zie “Hoogte en vorm van de bijstand”);

  • 4.

    Verminder de ruimte in het inkomen met de buitengewone uitgaven;

  • 5.

    Bepaal de ruimte in het vermogen over de draagkrachtperiode(zie “Hoogte en vorm van de bijstand”);

  • 6.

    Bepaal de draagkracht door het draagkrachtpercentage(s) toe te passen op de uitkomst van stappen 4 en 5;

  • 7.

    Bereken als volgt:

 

Kosten (1)

Draagkracht (6) -/-

Bijzondere bijstand

Het inkomen kan worden verminderd in verband met buitengewone uitgaven. Er kan slechts van buitengewone uitgaven sprake zijn voor zover voor die uitgaven geen tegemoetkoming wordt verleend. Als buitengewone uitgaven die van invloed zijn op het inkomen (voordat een draagkrachtpercentage wordt toegepast), kunnen de volgende kosten worden aangemerkt:

  • voor eigen rekening blijvende reiskosten woon-werkverkeer;

  • formeel verschuldigde en betaalde alimentatie en onderhoudsbijdragen;

  • eigen bijdrage formele kinderopvang i.v.m. werk;

  • de eigen bijdrage AWBZ, indien belanghebbende in een inrichting verblijft;

  • de woonkosten voor zover deze meer bedragen dan maximale huur waarbij nog recht op huurtoeslag bestaat Bij een aanvraag om woonkostentoeslag blijven deze kosten uiteraard buiten beschouwing als buitengewone uitgaven;

  • het deel van het inkomen waarop executoriaal beslag is gelegd;

 

Van het in aanmerking te nemen inkomen worden de middelen bedoeld in artikel 31 lid 2 Participatiewet en artikel 33 lid 5 Participatiewet niet tot het draagkrachtinkomen van belanghebbende gerekend. De middelen als bedoeld in genoemde artikelen worden dus ook voor de bijzondere bijstand vrijgelaten. (Het inkomen wordt dus op dezelfde wijze vastgesteld als bij de algemene bijstand.)

Als sprake is van een zelfstandig wonende alleenstaande van 21 jr en ouder, met alleen een uitkering van het UWV of de SVB zoals:

  • Wajong (tot 27 jr de Jonggehandicaptenkorting aanmerken als inkomen art 31 lid 7 PW); of

  • Een uitkering die is aangevuld met een toeslag van het UWV om tot een minimuminkomen te komen,

dan kan men aannemen dat het inkomen gelijk is aan de bijstandsnorm en dat er dus geen sprake is van enige draagkracht.

 

Verder geldt:

  • wanneer de klant een hoger inkomen heeft dan de bijstandsnorm en in een WSNP- of MSNP-traject zit, dan moet het VTLB worden opgehoogd met noodzakelijke kosten en wordt in principe geen bijzondere bijstand verstrekt.

  • Voorts dient rekening te worden gehouden met nadeel van de huur-/zorgtoeslag, dit is het verschil tussen de daadwerkelijk ontvangen toeslag en de toeslag die zou zijn ontvangen bij een inkomen op bijstandsniveau. Voorts dient rekening te worden gehouden met nadeel van de huur-/zorgtoeslag, dit is het verschil tussen de daadwerkelijk ontvangen toeslag en de toeslag die zou zijn ontvangen bij een inkomen op bijstandsniveau.