Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Beleidsregels studietoeslag gemeente Borne 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels studietoeslag gemeente Borne 2022
CiteertitelBeleidsregels studietoeslag gemeente Borne 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Individuele Studietoeslag Borne 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 36b van de Participatiewet
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-202301-04-2022nieuwe regeling

18-02-2020

gmb-2023-12849

22int07642

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels studietoeslag gemeente Borne 2022

Burgemeester en wethouders van Borne;

 

Wettelijke basis

Artikel 36b van de Participatiewet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Besluiten:

Vast te stellen de Beleidsregels studietoeslag gemeente Borne 2022.

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een verzoek om studietoeslag als bedoeld in artikel 36b Participatiewet;

    • b.

      AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur Besluit loonkostensubsidie en minimumbedragen studietoeslag Participatiewet 2021;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne;

    • d.

      Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

    • e.

      wet: de Participatiewet;

    • f.

      WSF: Wet studiefinanciering 2000;

    • g.

      WTOS: Hoofdstuk 4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 2. Voorwaarden

Het college verleent belanghebbende op verzoek studietoeslag indien hij voldoet aan de voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 36b van de wet en deze beleidsregels. De medische beperking is tevens structureel wanneer geen verbetering te verwachten is in de periode waarop belanghebbende recht heeft op aanvullende studietoeslag.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7 van de wet moet de belanghebbende door een structurele medische beperking naast de studie/opleiding niet in staat zijn inkomsten te verwerven om in aanmerking te kunnen komen voor de studietoeslag.

  • 2.

    Onder structurele medische beperking verstaat het college: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het niet in staat zijn tot het verdienen van inkomsten naast de studie door belanghebbende.

Artikel 4. Geneeskundig advies

  • 1.

    Wanneer het college niet kan vaststellen of de belanghebbende voldoet aan de voorwaarden, wordt er een geneeskundig advies opgevraagd bij de door de gemeente gecontracteerde partij. Uit het geneeskundig advies moet blijken dat de belanghebbende als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek structureel niet in staat is om naast de studie inkomsten te verwerven. Ook moet blijken voor welke periode hiervan sprake is.

  • 2.

    Geneeskundig advies kan achterwege blijven wanneer direct duidelijk is dat er recht bestaat op studietoeslag gelet op de ernst/aard van de structurele medische beperking. Dit kan onder andere blijken uit een deskundigenverklaring.

  • 3.

    Wanneer het geneeskundig advies daartoe aanleiding geeft, bepaalt het college of en binnen welke periode een nieuw geneeskundig advies zal worden gevraagd om te beoordelen of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie inkomsten te verdienen.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor studietoeslag wordt ingediend via het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Belanghebbende verstrekt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      een bewijs van het ontvangen van studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS;

    • b.

      bij stage: een kopie van de stageovereenkomst waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijkt.

Artikel 6. Toekennen en uitbetalen

  • 1.

    Als door het college is vastgesteld dat recht op studietoeslag bestaat, wordt de studietoeslag toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 2.

    De studietoeslag wordt toegekend voor de periode dat belanghebbende aan de voorwaarden voldoet.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 wordt de studietoeslag ook met terugwerkende kracht toegekend over een periode die is gelegen voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend als:

    • a.

      belanghebbende daarom verzoekt; en

    • b.

      belanghebbende over deze periode voldoet aan de voorwaarden voor het recht op studietoeslag.

  • 4.

    In afwijking van het genoemde onder lid 3 wordt studietoeslag niet met terugwerkende kracht toegekend over een periode die is gelegen:

    • a.

      voor 1 april 2022;

    • b.

      5 jaar voorafgaand aan de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 5.

    De studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 7. Hoogte van de toeslag

  • 1.

    De hoogte van de studietoeslag is zoals in artikel 36b, eerste lid, van de wet is bepaald, gelijk aan de bedragen genoemd in artikel 7a van de AMvB.

  • 2.

    De hoogte van de studietoeslag wordt aangepast naar de leeftijd van belanghebbende, op de dag waarop belanghebbende deze leeftijd bereikt.

  • 3.

    In overeenkomst met artikel 36b lid 5 van de wet vermindert de hoogte van de studietoeslag met het bedrag aan inkomsten uit de stage voor zover dat het een bij AMvB te bepalen bedrag te boven gaat.

Artikel 8. Rechthebbenden voor 1 april 2022

  • 1.

    De belanghebbende jonger dan 21 jaar die voor 1 april 2022 de individuele studietoeslag ontving, behoudt in afwijking van artikel 7 het recht op studietoeslag voor het bedrag van € 300,- per maand zolang de belanghebbende voldoet aan de voorwaarden genoemd onder lid 2.

  • 2.

    Om recht te hebben op datgeen genoemd in lid 1, dient belanghebbende te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      belanghebbende had recht op individuele studietoeslag op 31 maart 2022;

    • b.

      belanghebbende is ouder dan 18 jaar;

    • c.

      belanghebbende heeft recht op WSF of WTOS;

    • d.

      belanghebbende heeft geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet;

    • e.

      belanghebbende heeft een beperking waardoor hij of zij niet structureel kan werken naast de opleiding. Van deze situatie is in ieder geval sprake als:

      • i.

        Belanghebbende in het doelgroepenregister is opgenomen. Daarmee is vastgesteld dat belanghebbende niet in staat is met voltijdse arbeid 100 procent van het wettelijk minimumloon te verdienen;

      • ii.

        Belanghebbende praktijkonderwijs (PRO), clusteronderwijs of onderwijs voor Zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) volgt. Het is dan aannemelijk dat er bij belanghebbende beperkingen/belemmeringen zijn waardoor hij/zij niet in staat is om met voltijdse arbeid 100 procent van het wettelijk minimumloon te verdienen.

Artikel 9. Wijzigingen doorgeven

Voor de studietoeslag is sprake van een inlichtingenplicht als bepaald in artikel 36b lid 4 van de wet.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels studietoeslag gemeente Borne 2022.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht per 1 april 2022.

  • 2.

    De Beleidsregels Individuele Studietoeslag Borne 2020 zijn met terugwerkende kracht ingetrokken op 1 april 2022.

Aldus vastgesteld op , 18 februari 2020

Algemene toelichting

Doel van de studietoeslag is om jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te bieden. Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie van december 2018 is gebleken dat de individuele studietoeslag niet aan het gestelde doel voldeed. Aanpassing is nodig om het doel van de regeling te bereiken. Om deze reden is de regeling van studietoeslag gewijzigd.

 

De aangepaste studietoeslag met minimumbedragen trad op 1 april 2022 in werking. De bedragen voor de studietoeslag en de vrijlating van de stagevergoeding zijn uitgewerkt in een AMvB. Het college verstrekt studietoeslag op grond van het nieuwe artikel 36b van de wet.

 

Overgangsrecht

In artikel 78dd. van de wet is het overgangsrecht geregeld.

 

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de artikelen die toelichting nodig hebben zijn uitgewerkt.

 

Artikel 2. Voorwaarden

Belanghebbende dient een beschikking van DUO te tonen waaruit blijkt dat recht is op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.

 

Als de belanghebbende werkt dan vervalt het recht op studietoeslag (tijdelijk). Dit geldt ook voor werkzaamheden waar geringe inkomsten verworven worden, zoals een vakantiebaan. Belanghebbende kan een nieuwe aanvraag doen wanneer deze inkomsten gestopt zijn.

 

Artikel 3. Doelgroep

Een medische ingreep met een hersteltermijn van een half jaar is volgens de regering geen structurele medische beperking. Hieruit kan worden afgeleid dat als de medische beperking langer duurt dan een half jaar er wel sprake kan zijn van een structurele medische beperking. Ook zijn er medische beperkingen die wel structureel zijn, maar niet voldoende ernstig. In dat geval kan de belanghebbende naast zijn studie inkomsten verwerven. Het beoordelen van de situatie is te allen tijden maatwerk.

 

Er is in ieder geval geen sprake van een structurele medische beperking bij:

  • het verlenen van mantelzorg;

  • een gebroken bot;

  • kortdurende beperkingen. Denk aan een ziekenhuisopname tot 6 maanden;

  • beperkingen die niet dusdanig ernstig zijn dat iemand naast de studie niet meer kan werken.

Bovenstaande opsomming is niet limitatief.

 

Artikel 4. Geneeskundig advies

Begrip inkomsten kunnen verwerven

In de regel beoordeelt een onafhankelijk medisch adviseur of belanghebbende recht heeft op studietoeslag. Dit blijkt uit artikel 36b lid 2 van de wet. Het advies bevat nadrukkelijk geen medische gegevens van belanghebbende. Uit het advies dient enkel duidelijk te worden of belanghebbende in staat is eigen inkomsten te verwerven naast een voltijd studie. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p. 6.

 

Afzien van geneeskundig advies

Artikel 36b lid 2 van de wet biedt de mogelijkheid om af te zien van een geneeskundig advies. Het college kan dit doen op grond van bij het college bekende gegevens of door de belanghebbende verstrekte gegevens. Het college mag niet ten nadele van belanghebbende afzien van het medisch advies. De belanghebbende houdt de mogelijkheid een beroep te doen op een onafhankelijk medisch oordeel. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p.7.

 

Het college kan van het geneeskundig advies afzien wanneer vaststaat dat er geen recht bestaat op studietoeslag.

 

Nieuw geneeskundig advies bij zicht op verbetering

Het onafhankelijk geneeskundig advies kan aanleiding vormen voor het college om de duur van de studietoeslag niet af te stemmen op de duur van de studiefinanciering, bijvoorbeeld wanneer zicht is op verbetering van de medische situatie van betrokkene. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394 nr. 5, p. 9. In dat geval bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw geneeskundig advies zal worden gevraagd.

 

Het college moet bij de advisering de zorgvuldigheidsnormen van de Awb in acht nemen. Dit is het algemene kader van Hoofdstuk 3 van de Awb.

 

Artikel 5. Aanvraag

Het inleveren van een deskundigenverklaring kan betekenen dat het onafhankelijk geneeskundig advies overbodig is. Dit is enkel het geval wanneer de verklaring bewijst dat sprake is van een structurele medische beperking. En wanneer de deskundigenverklaring naar het oordeel van de gemeente ook onafhankelijk tot stand is gekomen.

 

Stagevergoeding

Stages die plaatsvinden in het kader van de studie (zowel verplicht als onverplicht) vallen onder de vrijlatingsregeling. Zie Tweede Kamer, 2019-2020, 35394, nr. 5, p. 8. Inkomsten uit een stage worden vrijgelaten tot een maximumbedrag als vastgelegd bij AMvB, zie artikel 36b lid 5 van de wet. Bij de inwerkingtreding van de wetswijziging is dit bedrag € 180,-. Wanneer een stagevergoeding hoger is dan het maximumbedrag, dan wordt het meerdere in mindering gebracht op de studietoeslag. Belanghebbende dient hiertoe een kopie van een stageovereenkomst toe te voegen bij de aanvraag.

 

Artikel 6. Toekennen en uitbetalen

Het college hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of een belanghebbende met terugwerkende kracht recht heeft op studietoeslag. Dit gebeurt alleen als belanghebbende het college daartoe verzoekt.

 

Artikel 7. Hoogte studietoeslag

Bij het vaststellen van het bedrag voor de doelgroep jonger dan 21 jaar wordt er gekeken naar de normbedragen zoals vastgelegd in de AMvB. De hoogte van de studietoeslag is dus leeftijdsafhankelijk.

 

Met ingang van de dag waarop het netto minimumloon van de Participatiewet wijzigt wordt de hoogte van de studietoeslag met dezelfde frequentie geïndexeerd.

 

Bij de inwerkingtreding van de wetswijziging zijn de bedragen als volgt:

 

21 jaar en ouder

€ 300,-

20

€ 240,-

19

€ 180,-

18

€ 150,-

17

€ 118,50

16

€ 103,50

15

€ 90,-

 

Als iemand jarig is en op grond van de in artikel 7a van de AMvB genoemde leeftijd, recht heeft op een hoger bedrag aan studietoeslag, dan wijzigt dit op de dag waarop hij/zij deze leeftijd heeft bereikt.

 

Artikel 8. Rechthebbenden voor 1 april 2022

In aanvulling op artikel 78dd van de wet waarin het overgangsrecht is bepaald, is in artikel 8 van deze beleidsregels bepaald dat voor de belanghebbende die reeds voor 1 april 2022 een studietoeslag ontving een sterfhuisconstructie wordt gehanteerd. De sterfhuisconstructie ziet op de hoogte van het bedrag en de voorwaarden zoals die golden voor 1 april 2022 mits deze ten gunste komen van belanghebbende. Als deze belanghebbende na een indexatie recht heeft op een hoger bedrag, dan geldt dit hogere bedrag.

 

Artikel 9. Wijzigingen doorgeven

Op grond van artikel 36b lid 4 van de wet geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 van de wet.

 

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college mag van de eigen beleidsregels afwijken als toepassing ervan in een individueel geval door bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb.