Organisatie | Oisterwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drugsnotitie Oisterwijk |
Citeertitel | Drugsnotitie Oisterwijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2023 | nieuwe regeling | 12-10-1999 |
Vele gemeenten krijgen te maken met neveneffecten van de handel in drugs, zoals:
In dit kader kan de vraag gesteld worden hoeveel ruimte de Opiumwet aan een gemeentebestuur laat voor (autonoom) regelgevend optreden.
In de Opiumwet wordt het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van drugs verboden. De Opiumwet maakt een onderscheid tussen harddrugs (drugs met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid) en softdrugs.
Het beleid van het Openbaar Ministerie (OM) inzake de opsporing en vervolging van in de Opiumwet vermelde strafbare feiten is neergelegd in door het Openbaar Ministerie uitgevaardigde Richtlijnen.
Het OM kent de hoogste prioriteit toe aan de opsporing van strafbare handelingen met betrekking tot de productie en handel in hard- en softdrugs.
Een belangrijke uitzondering betreft echter de handel in softdrugs in coffeeshops.
De OM-Richtlijnen behoeven uitwerking en besluitvorming op regionaal en lokaal niveau. Een door het Regionaal College van de Politieregio Midden-en West Brabant ingestelde werkgroep heeft de consequenties van het landelijk drugsbeleid en de OM-Richtlijnen voor het regionale en lokale beleid geïnventariseerd. Dit heeft geleid tot de nota "Omgaan met drugs in de regio". Het Regionaal College van de politie Midden- en West Brabant, van welk college de burgemeester van Oisterwijk deel uitmaakt, ons college en de Commissie Algemene Beleidszaken hebben reeds met deze nota ingestemd. De nota heeft onder andere tot doel om actief bij te dragen aan afstemming en harmonisatie van het drugsbeleid in de regio Midden- en West Brabant.
In de onderhavige Drugsnotitie, welke de instemming heeft van de politie, worden de bestuursrechtelijke mogelijkheden om tegen de handel in drugs op te treden nog eens op een rijtje gezet. Daarbij is tevens met de uitgangspunten van de nota "Omgaan met drugs in de regio" rekening gehouden. In voorkomende gevallen zal alvorens tot enig bestuursrechtelijk optreden wordt besloten, overleg plaatsvinden met de politie en het Openbaar Ministerie.
II a. Drugshandel in horeca-inrichtingen
Onder bepaalde voorwaarden wordt slechts de verkoop van softdrugs in coffeeshops door het OM gedoogd. Onderstaand wordt het Oisterwijkse beleid ten aanzien van de verkoop van softdrugs in coffeeshops — als uitwerking van het in de nota "omgaan met drugs" bepaalde — toegelicht.
In de praktijk brengen coffeeshops vaak ongewenste neveneffecten, zoals overlast en criminaliteit, met zich mee.
Hoewel de coffeeshops nu nog in hoofdzaak geconcentreerd zijn in de grotere gemeenten, moet niet uitgesloten worden geacht dat het probleem van de coffeeshops zich gaat verplaatsen naar kleinere gemeenten, zoals de gemeente Oisterwijk. (In het verleden hebben drie exploitanten kenbaar gemaakt dat zij graag in Oisterwijk een coffeeshop zouden willen vestigen)
Opsporings- en vervolgingsbeleid met betrekking tot coffeeshops
Voor coffeeshops geldt een aparte Richtlijn van het OM. In deze Richtlijn wordt een coffeeshop gedefinieerd als een geen alcohol verstrekkende inrichting (droge horeca) waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt. Onder bepaalde voorwaarden wordt tegen de handel in softdrugs in coffeeshops niet strafrechtelijk opgetreden. De criteria die het OM hierbij hanteert zijn de zogenaamde AHOJ-G-criteria.
Gemeenten worden als gevolg hiervan geconfronteerd met het fenomeen coffeeshop en de daarmee samenhangende overlastproblematiek. Uit voornoemde criteria is echter alleen af te leiden in welke gevallen strafrechtelijk zal worden opgetreden. Daarnaast blijft de mogelijkheid voor gemeenten open ten aanzien van coffeeshops een beleid te ontwikkelen en tegen coffeeshops eventueel op te treden met bestuursrechtelijke middelen.
De Hoge Raad heeft inmiddels bepaald dat indien een coffeeshop aan de AHOJ-G-criteria voldoet, gemeenten die geen gedoogbeleid wensen en die dus geen coffeeshops op hun grondgebied willen toelaten (nul beleid), desondanks gerechtigd zijn tegen deze coffeeshops op te treden. Indien een gemeente voor een nul beleid kiest zal het OM voorts voor handhaving daarvan zorgdragen. In de landelijke Drugsnota "Het Nederlandse Drugsbeleid; continuïteit en verandering" (hierna Drugsnota) wordt vermeld: "indien in het driehoeksoverleg wordt gekozen voor de nuloptie zal door het OM strafrechtelijk worden opgetreden tegen de aanwezige shops, ook indien zij zich overigens aan de richtlijnen houden".
Het OM heeft echter geen sluitingsbevoegdheid. Voor sluiting dient derhalve gebruik te worden gemaakt van de bevoegdheid van de burgemeester zoals neergelegd in artikel 13b van de Opiumwet (De wet Damocles)
Gemeentelijke bevoegdheden met betrekking tot coffeeshops
In de Drugsnota geeft het Kabinet een handvat voor gemeenten om een nul beleid te voeren met betrekking tot coffeeshops e.d. Vanwege de grote vlucht die coffeeshops genomen hebben en de wens tot sanering is het Kabinet van mening dat gemeenten onder bepaalde omstandigheden voor een nul beleid kunnen kiezen.
Letterlijk staat in deze nota: "het gemeentebestuur kan besluiten om binnen haar grenzen in het geheel géén coffeeshop toe te staan".
In het kader van het gemeentelijk drugsbeleid ten aanzien van coffeeshops heeft het Regionaal
College in de nota "Omgaan met drugs in de regio" de volgende afspraak gemaakt.
Op grond van deze gemaakte afspraak wordt in Oisterwijk de nuloptie gehanteerd, hetgeen inhoudt dat er niet zal worden overgegaan tot het gedogen van de vestiging van één of meerdere coffeeshops in Oisterwijk en wel om de volgende redenen.
Bij omwonenden ontstaan op grond van deze verschijnselen vaak algemene gevoelens van onveiligheid, waardoor er in veel gevallen sprake is van aantasting van het woon- en leefklimaat.
Daarnaast leert de ervaring elders dat in coffeeshops regelmatig criminele activiteiten ontplooid worden, zoals heling en vuurwapenhandel. Dergelijke activiteiten hebben direct of indirect een negatieve uitstraling naar het openbare leven in de omgeving van een dergelijke coffeeshop, hetgeen een verstoring van de openbare orde oplevert.
Op 21 april 1999 is de Wet Damocles in werking getreden. Deze wet komt neer op het in de Opiumwet opnemen van een bestuursdwangbevoegdheid van de burgemeester. Op grond van het nieuwe artikel 13b Opiumwet is de burgemeester bevoegd bestuursdwang toe te passen als er in voor publiek toegankelijke lokalen drugs worden verhandeld.
Indien een dergelijke handel in Oisterwijk wordt geconstateerd, zal altijd langs bestuursrechtelijke weg tot optreden worden overgegaan, ongeacht de vraag of er sprake is van enige vorm van overlast. Daarnaast zal via de politie strafrechtelijk tegen deze handel worden opgetreden.
II b. Drugshandel in woningen en andere besloten panden
Zoals de in artikel 13b Opiumwet neergelegde bevoegdheid van de burgemeester van toepassing is bij voor publiek toegankelijke lokalen, zo is in spiegelbeeld de bevoegdheid van de burgemeester in artikel 174a Gemeentewet (de Wet Victoria) beperkt tot woningen of niet voor publiek toegankelijke lokalen. Op basis van dit artikel kan een woning of een ander besloten pand fysiek worden gesloten in geval van drugsoverlast, die tot een verstoring van de openbare orde leidt. Deze bevoegdheid betekent dat daadwerkelijk een woning kan worden dichtgetimmerd. In verband met de inbreuk op het woonrecht en recht op privacy kan artikel 174a Gemeentewet echter slechts worden toegepast voor zover sprake is van ernstige verstoring van de openbare orde. Deze verstoring van de openbare orde moet zodanig zijn dat er sprake is van onhoudbare overlast die ernstige risico's inhoudt voor de veiligheid en gezondheid van de personen in de omgeving van de betreffende woning. De overlast zal moeten blijken uit rapportages van de politie, processen-verbaal en klachten van omwonenden.
Het is algemeen bekend dat een streng beleid tegen coffeeshops kan leiden tot een toename van de handel vanuit woningen, maar vooral tot een toename van de straathandel.
Door de politie wordt geconstateerd dat op meerdere locaties in Oisterwijk op de openbare weg drugs worden verhandeld, hetgeen de nodige overlast tot gevolg heeft en waarbij voor passanten en omwonenden een gevoel van onveiligheid kan ontstaan. De indruk bestaat bovendien dat het merendeel van de kopers jonger dan 18 jaar is.
Nu er in Oisterwijk ten aanzien van coffeeshops voor een nuloptie is gekozen, dient naar onze mening eveneens deze straathandel bestreden te worden.
Daartoe is in de APV artikel 2.8.2. opgenomen dat luidt als volgt.
"Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de openbare weg met de daarin gelegen portieken, galerijen, arcaden of nissen post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen, alsmede zich op of aan openbare wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zulks geschiedt om middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen".
De laatste tijd is er landelijk gezien een toename van verkooppunten van zogenaamde eco- en smartdrugs (eco-/smartshops).
Ecodrugs zijn drugs van natuurlijke oorsprong, zoals bijvoorbeeld hallucinogene paddestoelen. Smartdrugs zijn middelen die worden gebruikt in de veronderstelling dat een verbetering van geheugen, concentratie en intelligentie zal optreden. Smartproducten zijn in beginsel eet- en drinkwaren die in de vorm van een voedingssupplement of een drankje worden aangeboden. Op dit moment is er nog geen duidelijkheid omtrent de eventuele strafbaarheid van eco- en smartdrugs. Zodra landelijk hierover meer bekend is, zal worden bezien welke bestuurlijke acties mogelijk en noodzakelijk zijn. In de gemeente Oisterwijk zijn op dit moment nog geen eco- en/of smartshops gevestigd.