Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Verordening nadeelcompensatie Midden-Drenthe 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Midden-Drenthe 2023
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

nieuwe regeling ter vervanging van de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Midden-Drenthe, van 25 september 2008

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023nieuwe regeling

29-09-2022

gmb-2023-11249

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Midden-Drenthe 2023

 

 

De raad van de gemeente Midden-Drenthe

 

gelet op

- de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet,

- titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en

- afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

gezien het advies van de Commissie Algemeen Bestuur;

 

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening nadeelcompensatie Midden-Drenthe 2023

 

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.

 

Artikel 2 Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.

 

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag geschiedt schriftelijk of via een op de website van de gemeente ter beschikking gesteld webformulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over de periode waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren, alsmede de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting over die periode en voorgaande jaren.

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en de eigendomsakte.

 

Artikel 4. Adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt niet ingewonnen als:

  • a.

    de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

  • c.

    de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

  • d.

    de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 1.000,00, of

  • e.

    naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Een adviescommissie bestaat uit één of meer deskundigen.

  • 4.

    Een adviescommissie kan worden benoemd als:

  • a.

    vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

  • b.

    tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot één of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvraag behandelt.

 

Artikel 5. Adviseur-niet adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan advies inwinnen bij een adviseur, niet zijnde een adviescommissie in de zin van artikel 4:130 Awb.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de adviseur opdragen de aanvrager te horen en hem namens het bestuursorgaan te vragen de aanvraag nader te motiveren.

  •  

Artikel 6. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviseur onder toepassing van het tweede lid van artikel 5, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden van tevoren.

  • 3.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

  • a.

    degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en,

  • b.

    als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

    • i.

      de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

    • ii.

      de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

  •  

Artikel 7. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald drie weken na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

 

Artikel 8. Intrekking oude regeling en overgangsrecht

  • 1.

    De “Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Midden-Drenthe” van 25 september 2008 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Midden-Drenthe blijft van toepassing op die gevallen waarin de vermeende schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsgevonden heeft vóór de intrekkingsdatum en die gebeurtenis volgens die verordening aanleiding kan geven tot de aanvraag van een vergoeding van planschade als bedoeld in die verordening.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Midden-Drenthe 2023.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 september 2022.

de griffier, de voorzitter,

C.A.M. Bodewes C. Bijl

Toelichting

 

Algemeen

Nadeelcompensatieregeling Algemene wet bestuursrecht en Omgevingswet

Naar verwachting treedt in 2023, gelijktijdig met de Omgevingswet titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in werking. In deze “nadeelcompensatieregeling” worden bestaande regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd. Titel 4.5 van de Awb voorziet in een algemene regeling in de Awb van de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. Daarbij kan worden gedacht aan verzoeken wegens winst- of inkomstenderving, gederfde huurinkomsten, of de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak.

 

In 2023 zal ook de Omgevingswet (hierna: Ow) in werking treden. In de Ow is een nadeelcompensatieregeling opgenomen die aansluit op de generieke regeling uit de Awb (hoofdstuk 15 van de Ow).

 

Normaal maatschappelijk risico

Vooropgesteld wordt dat de overheid niet verplicht is om iedere schade die zij in de rechtmatige uitoefening van haar publieke taken veroorzaakt, in zijn geheel te vergoeden. Dat overheidsingrijpen voor sommige burgers en ondernemingen nadelige gevolgen kan hebben, is namelijk onvermijdelijk. Tot op zekere hoogte moeten deze gevolgen dus worden geaccepteerd. Dit te accepteren risico heet normaal maatschappelijk risico (hierna: nmr). Burgers die door rechtmatig overheidsoptreden schade lijden die uitgaat boven het nmr en in vergelijking tot anderen onevenredig zwaar worden getroffen, kunnen desgevraagd schadevergoeding ontvangen (artikel 4:126 van de Awb). De hoogte daarvan moet in zo’n geval redelijk zijn. De schadevergoeding dekt dus niet vanzelfsprekend de volledige schade. Een deel van de schade zal altijd voor eigen rekening blijven.

 

VNG Modelverordening

Deze verordening is gebaseerd op de modelverordening van de VNG. Nadeelcompensatie is een bevoegdheid uit de wet. Volstaan had dus kunnen worden met een beleidsregel. Dat toch is gekozen voor een verordening heeft twee redenen: het heffen van een recht moet bij wettelijk voorschrift (zie artikel 4:128, eerste lid, van de Awb) en de adviescommissie krijgt zo een solide basis krijgt omdat zo afdeling 3.3 van de Awb van toepassing is, die gaat over adviseurs die bij of krachtens wettelijk voorschrift zijn belast met adviseren.

 

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1. Toepassingsbereik

Eerste lid Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding vanwege rechtmatige overheidsdaad. Het gaat om nadeelcompensatie als bedoeld in titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 van de Ow. Het kan voorkomen dat schade door meerdere overheden wordt veroorzaakt, bijvoorbeeld zowel de gemeente als het waterschap. In deze bepaling wordt verduidelijkt dat de aanvrager in dat geval het loket kiest. Het gaat in deze verordening om schade waarvan door de aanvrager wordt gesteld dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente. Hierop bestaat een uitzondering. Dat betreft de situatie waarbij de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op een besluit ter uitvoering van een projectbesluit. Op die situatie is de regeling van artikel 15.8 van de Ow van toepassing. Daarin is geregeld dat het bestuursorgaan dat het projectbesluit heeft vastgesteld het bestuursorgaan is dat de schadevergoeding toekent.

 

Tweede lid Een bijzondere regeling kan bijvoorbeeld een verordening zijn voor een specifiek onderwerp, zoals kabels en leidingen, riolering en wegopbrekingen, of voor een specifiek project binnen de gemeente.

 

Artikel 2. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding wordt een recht geheven. De figuur van de heffing is in artikel 4:128 van de Awb geïntroduceerd om te voorkomen dat er al te lichtvaardig wordt overgegaan tot indiening van een aanvraag om schadevergoeding. Het recht bedraagt € 300,-. Als het recht niet wordt voldaan, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling gesteld. Bij toewijzen van de aanvraag wordt het toe te kennen bedrag verhoogd met het geheven recht (artikel 4:129, aanhef en onder c, van de Awb).

 

Artikel 3. Aanvraag

Eerste lid De artikelen 4:2 en 4:127 van de Awb bevatten een grondslag voor de aanvraagvereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding. Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling worden gesteld. In aanvulling hierop is in het eerste lid geregeld dat de aanvrager van schadevergoeding de aanvraag schriftelijk kan indienen of via een webformulier.

Tweede lid Hier zijn aanvullende eisen ten aanzien van schadeclaims wegens winst- of inkomstenderving of gederfde huurinkomsten opgenomen.

In artikel 4:2 van de Awb is voorts bepaald dat een aanvraag wordt ondertekend en ten minste bevat:

  • a.

    de naam en het adres van de aanvrager,

  • b.

    de dagtekening en

  • c.

    een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

In artikel 4:127 van de Awb is vastgelegd dat de aanvraag mede bevat:

  • d.

    een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis en

  • e.

    een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en,

  • f.

    voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade of een specificatie daarvan.

Verder verschaft de aanvrager de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Het gaat hier om gegevens en bescheiden die ten minste worden verstrekt. Het kan wenselijk zijn om dit voor aanvragen om schadevergoeding nader te specificeren. Uiteraard worden alleen gegevens gevraagd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

 

Artikel 4. Adviescommissie

Eerste en tweede lid In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de gemeentelijke deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om schadevergoeding aan te vullen. Uitgangspunt is dat in de gemeente voldoende deskundigheid aanwezig is of oproepbaar is om aanvragen om schadevergoeding te kunnen beoordelen. Als die deskundigheid niet, of onvoldoende aanwezig is, is het ook goed denkbaar om op dit onderwerp regionaal expertise te bundelen, bijvoorbeeld in een regionale adviesorganisatie. Alleen als het nodig is, wordt advies ingewonnen bij een adviescommissie. Dit uitgangspunt komt ook tot uitdrukking in het tweede lid. Daarin is vastgelegd in welke situaties in ieder geval geen advies bij een adviescommissie wordt ingewonnen.

 

Als een adviescommissie wordt ingeschakeld, betekent dit niet automatisch dat deze wordt gevraagd over de hele aanvraag te adviseren. De adviseur(s) zijn adviseurs als bedoeld in artikel 3:5 van de Awb en vormen een adviescommissie als bedoeld in artikel 4:130 van de Awb. Dat betekent dat moet worden voldaan aan de vereisten van dat artikel, waaronder een onafhankelijk voorzitter. Bij het afhandelen van aanvragen waarbij adviseur(s) zijn aangewezen bedraagt de beslistermijn maximaal zes maanden in plaats van de reguliere termijn van acht weken. Die termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verdaagd (artikel 4:130 van de Awb). De adviseur(s) maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet betrokken bij de schadeveroorzakende gebeurtenis waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Derde lid Een adviescommissie bestaat, afhankelijk van de behoefte, uit een of meer deskundige adviseur(s). Bij zaken die betrekking hebben op inkomensderving kan worden gedacht aan deskundigheid op het gebied van accountancy of financieel economische bedrijfsvoering. En bij zaken die betrekking hebben op waardevermindering van een onroerende zaak aan extra deskundigheid op het gebied van taxaties.

Bij het te nemen besluit wordt de adviseur van het advies vermeld en het advies kan hierbij ter motivering worden gevoegd (artikel 3:8 van de Awb). Er kan in afwijking van het advies worden besloten. Dat moet dan wel goed worden gemotiveerd. Verder is het van belang dat het bestuursorgaan zich ervan vergewist, dat het onderzoek van de adviseur(s) op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (artikel 3:9 van de Awb). Hier valt ook onder dat het college moet toetsen op het voorkomen van belangenverstrengeling bij de commissieleden, als dat door de aanvrager wordt geopperd.

 

Vierde lid Uit artikel 4:130, eerste lid, van de Awb volgt dat een bestuursorgaan een adviescommissie kan inschakelen voor het beoordelen van aanvragen om schadevergoeding die bij dit bestuursorgaan zijn ingediend. Voor gemeenten betekent dit dat het betreffende bestuursorgaan (burgemeester, burgemeester en wethouders of de gemeenteraad) een adviescommissie kan instellen. Er zijn twee mogelijkheden:

a. het benoemen van een vaste commissie: in dat geval worden de deskundigen benoemd door burgemeester en wethouders, of

b. voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen: in dat geval worden de deskundigen benoemd door het bestuursorgaan dat de betreffende aanvragen behandelt.

 

Artikel 5 Adviseur-niet adviescommissie

Los van de mogelijkheid tot het inschakelen van een adviescommissie heeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om advies te vragen aan externen (adviesbureaus, verzekeringen). Die externen zijn niet per sé te beschouwen als een adviescommissie in de zin van artikel 4:130 Awb. Alleen als aan de voorwaarden van artikel 4:130 e.v. is voldaan. Zo niet, dan is de normale afhandelingstermijn van 8 weken van toepassing.

 

Vanwege het feit dat een adviseur wordt ingeschakeld voor zijn expertise, is het praktisch als de adviseur ook de aanvrager en eventueel anderen (derden of belanghebbenden) kan horen en hen om bewijsmiddelen kan vragen teneinde tot een goed advies te komen.

In de verordening is nu een grondslag opgenomen zodat het bestuursorgaan in de opdrachtverlening de adviseur kan vragen om te horen en stukken te vragen. Dit is dan te beschouwen als een (eenmalig) mandaat.

 

Artikel 6 Procedure

Eerste lid De procedure en bijbehorende beslistermijnen voor het tot stand komen van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding zijn uitputtend geregeld in de Awb. Aanvullend hierop is vastgelegd dat het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden informeert als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie. De opdracht aan de adviseur(s) kan ook worden ingetrokken. In dat geval worden de aanvrager en belanghebbenden daar ook over geïnformeerd.

 

Tweede lid Als sprake is van externe adviseurs die geen adviescommissie zijn, hangt het af van de adviesvraag in hoeverre de belanghebbenden vooraf op de hoogte moeten worden gesteld. In het geval de adviseur contact zal opnemen met de aanvrager, ligt het in de rede de belanghebbende op de hoogte te stellen.

 

Derde lid Op de voorbereiding van het besluit op een aanvraag om schadevergoeding is de Awb van toepassing, waaronder de bepalingen over de voorbereiding van besluiten (hoofdstuk 4 van de Awb). Dat betekent onder andere dat de artikelen 4:7 en 4:8 van de Awb van toepassing zijn op grond waarvan de aanvrager en eventuele belanghebbenden, binnen de daar opgenomen kaders, in de gelegenheid worden gesteld om voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag een zienswijze naar voren te brengen. In het tweede lid is verduidelijkt welke partijen naast de aanvrager een zienswijze naar voren kunnen brengen. Dat zijn voor zover van toepassing degenen met wie een schadeovereenkomst is gesloten en, als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht. Die zienswijze kan naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren worden gebracht (artikel 4:9 van de Awb).

 

Artikel 7. Uitbetaling

In deze bepaling is de uiterste betaaltermijn vastgelegd. Als een aanvraag om schadevergoeding geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag uiterlijk drie weken na het onherroepelijk worden van het toekenningsbesluit uitbetaald. Dus na afronding van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.

 

Artikel 8. Intrekking oude regeling

De Verordening nadeelcompensatie treedt in de plaats van de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Midden-Drenthe uit 2008. Deze verordening wordt ingetrokken. De verordening kan vanwege het overgangsrecht nog wel relevant zijn voor het afhandelen van planschadeverzoeken. Onder het huidig recht is het mogelijk om binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van bijvoorbeeld een bestemmingsplan een verzoek om planschade in te dienen. Uiteraard kunnen bestemmingsplannen tot vlak voor de inwerkingtreding van de Ow worden vastgesteld. Daarnaast is het zo dat lopende bestemmingsplanprocedures op grond van het voorheen geldende recht worden afgerond. Dat kan ertoe leiden dat tot ongeveer 2026 bestemmingsplannen kunnen worden vastgesteld. Vervolgens kan binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van dat vaststellingsbesluit nog een planschadeverzoek worden ingediend. Op die verzoeken is het oude recht nog van toepassing. In die zin kan de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade nog tot ongeveer 2031 relevant blijven voor het afhandelen van verzoeken.