Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Kadernota Wegen 2013-2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKadernota Wegen 2013-2017
CiteertitelKadernota Wegen 2013-2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Financiële verordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-01-2023nieuwe regeling

06-06-2013

gmb-2023-11145

13/33

Tekst van de regeling

Intitulé

Kadernota Wegen 2013-2017

De raad van de gemeente Oisterwijk,

 

gelezen het voorstel van het college d.d. 9 april 2013,

 

besluit :

Kennis te nemen van de 'Kadernota Wegen 2013-2017' en de volgende kaders vast te stellen:

  • 1.

    Bij beheer en onderhoudswerken aan de openbare ruimte consequent werken in overeenstemming met het in deze kadernota genoemde 'Beleid betreffende het beheer en onderhoud aan wegen'.

  • 2.

    Bij beheer en onderhoudswerken aan de openbare ruimte consequent werken in overeenstemming met de in deze kadernota genoemde 'Raakvlakken met beleidstaak wegen'.

  • 3.

    Kwaliteitsonderhoud wat uitgevoerd moet worden omdat de verkeersveiligheid in het gedrang is, krijgt prioriteit.

  • 4.

    Onderhoud aan asfaltconstructies hebben -vanwege hun kwetsbaarheid- een hogere prioriteit dan elementenconstructies.

  • 5.

    Onderhoud aan voet- en fietspaden hebben een hogere prioriteit dan rijbanen (uitgezonderd asfaltconstructies).

  • 6.

    Bij aanleg, reconstructies en regulier kwaliteitsonderhoud altijd uitgaan van een beheeren onderhoudsvriendelijk ontwerp.

  • 7.

    De functionaliteit en veiligheid van bestratingen mag niet verloren gaan door groenstructuren.

  • 8.

    Wel alle verzoeken vanuit het 'meldpunt buurtbeheer' te honoreren en niet slechts de meldingen die direct gevaar opleveren voor de (verkeers)veiligheid.

  • 9.

    De openbare ruimte zoveel mogelijk obstakelvrij inrichten.

  • 10.

    Continueren van begrazingen met schapen met behulp van vaste en/of mobiele rasters (niet hoeden).

  • 11.

    Veranderingen in de onderhoudsmethode vooraf doorspreken met maatschappelijke partners zoals B-team etc.

  • 12.

    Geen achterstand laten ontstaan met betrekking tot onderhoud aan wegmarkeringen zodat op elk tijdstip voldaan wordt aan wettelijke voorschriften en voorkomen wordt dat de verkeersveiligheid in gevaar komt.

  • 13.

    Bij beheer- en onderhoud van zand- en puinwegen rekening houden met behoud van karakters en natuurwaarden.

  • 14.

    Zand- en puinwegen waaraan woningen etc. zijn gelegen dienen onder normale weersomstandigheden altijd begaanbaar te zijn.

  • 15.

    Groot onderhoud aan kunstwerken periodiek uitvoeren op basis van 10-jaarlijks uit te voeren kwaliteitsinspecties.

  • 16.

    Onveilige situaties aan kunstwerken altijd onmiddellijk herstellen.

  • 17.

    Blijvend het schoonhouden van bestratingen uitvoeren op het CROW-onderhoudsniveau A in het centrum en B in de overige gebieden.

  • 18.

    Onkruidbestrijding op verhardingen blijven uitvoeren middels een niet-chemische methode.

  • 19.

    Sneeuw- en gladheidbestrijdingen uitvoeren op een curatieve manier.

  • 20.

    Alleen strooien op jaarlijks vast te stellen primaire- en secundaire routes.

en besluit het structureel verhogen van de budgetten voor kwaliteitsonderhoud wegen (€ 50.000,-) en sneeuw- en gladheidbestrijdingen (€ 46.000,-) te betrekken bij de behandeling van de Perspectiefnota 2013.

 

Inhoudsopgave:

 

  • 1.

    Inleiding

    • 1.1.

      Aanleiding

    • 1.2.

      Doel

    • 1.3.

      Coalitieakkoord

  • 2.

    Wettelijk kader

    • 2.1.

      Inleiding

    • 2.2.

      Wegenwet

    • 2.3.

      Wegenverkeerswet

    • 2.4.

      Burgerlijk wetboek

    • 2.5.

      Wet geluidhinder

    • 2.6.

      Bouwstoffenbesluit

    • 2.7.

      Arbeidsomstandighedenwet (Arbo)

    • 2.8.

      Flora en Faunawet

    • 2.9.

      Wet Maatschappelijke ondersteuning

    • 2.10.

      Bestemmingsplannen Wet Ruimtelijke Ordening

    • 2.11

      Wegenleggers

  • 3.

    Beleid betreffende het beheer en onderhoud aan wegen

    • 3.1.

      Inleiding

    • 3.2.

      Wegenbeheersystematiek

    • 3.3.

      Beheer- en onderhoudsbewust ontwerpen

    • 3.4.

      Duurzaamheid

    • 3.5.

      Buurtbeheer

    • 3.6.

      Oisterwijk aan Z.

  • 4.

    Raakvlakken met beleidstaak wegen

    • 4.1.

      Inleiding

    • 4.2

      Bodemkwaliteitskaart

    • 4.3

      Gemeentelijk Rioleringsplan

    • 4.4

      Gemeentelijk groenbeleid

    • 4.5

      Gemeentelijk verkeers-en vervoerplan

    • 4.6

      Gemeentelijk Straatreinigingsplan

    • 4.7

      Telecommunicatiewet/AVOI

    • 4.8

      Werkzaamheden door kabelexploitanten en nutsbedrijven

    • 4.9

      Bouwpilot ‘Bouwen binnen strakke contouren’

    • 4.10

      Inkoop- en aanbestedingsbeleid

    • 4.11

      Bescherming dorpsgezicht en cultureel erfgoed

    • 4.12

      Politiekeurmerk Veilig Wonen

    • 4.13

      Hondenbeleid

  • 5.

    Beheer en onderhoud van bestratingen

    • 5.1.

      Inleiding

    • 5.2.

      Evaluatie Voortgangsrapport Beleidsplan Wegen (november 2010)

    • 5.3.

      Uitgevoerde werkzaamheden 2011 en 2012

    • 5.4.

      Wegbeheer

    • 5.5.

      Uitgevoerde kwaliteitsinspecties in 2012

    • 5.6.

      Benodigde onderhoudskosten voor de jaren 2013-2017

    • 5.7.

      Beheer- en onderhoudsbewust ontwerpen

    • 5.8.

      Schade aan bestratingen door opdruk van boomwortels

    • 5.9.

      Communicatie

  • 6.

    Beheer en onderhoud van bermen en terreinen

    • 6.1.

      Inleiding

    • 6.2.

      Beheer en onderhoud aan bermen en terreinen

    • 6.3.

      Kennisuitwisseling met maatschappelijke organisaties

  • 7.

    Beheer en onderhoud van wegmarkeringen

    • 7.1

      Inleiding

    • 7.2

      Beheer en onderhoud

  • 8.

    Beheer en onderhoud aan zand- en puinwegen

    • 8.1

      Inleiding

    • 8.2

      Beheer en onderhoud

  • 9.

    Beheer en onderhoud aan kunstwerken (bruggen, overkluizingen etc.)

    • 9.1

      Inleiding

    • 9.2

      Uitgevoerde kwaliteitsinspecties

    • 9.3

      Meerjaren-onderhoudsprogramma

  • 10.

    Straatreiniging

    • 10.1

      Inleiding

    • 10.2

      Meerjaren-onderhoudsprogramma

  • 11.

    Sneeuw- en gladheidsbestrijding

    • 11.1

      Inleiding

    • 11.2

      Uitvoering

  • 12.

    Beschikbare budgetten

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De kwaliteit van de openbare ruimte staat volop in de belangstelling. Dat is terecht, want deze is het cement van de samenleving. Door meer samenhang te brengen in ontwerpambities, inrichtingsprincipes en beheerafspraken verbetert de kwaliteit van de inrichting van de stad.

Een goed ingerichte en onderhouden openbare ruimte zorgt er bovendien voor dat mensen zich snel, veilig en comfortabel kunnen verplaatsen van de ene plek naar de andere. Daarnaast heeft de openbare ruimte ook een verblijfsfunctie en draagt het sterk bij aan de uitstraling van de gemeente.

 

Gelet op artikel 18 'Onderhoud kapitaalgoederen' van de 'Financiële Verordening gemeente Oisterwijk 2011' dient het college tenminste eens in de vier jaar een nota aan de Raad aan te bieden waarin de kaders zijn aangegeven met betrekking tot het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten daarvan. Hiertoe is deze 'Kadernota Wegen 2013-2017' opgesteld.

 

In de raadsvergadering van februari 2007 is het 'Beleidsplan Wegen 2007' met aanvullende nota vastgesteld, en in januari 2011 het 'Voortgangsrapport Beleidsplan Wegen'.

 

1.2 Doel

De kadernota wegen 2013-2017 heeft geen juridische status, maar met het vaststellen van de in de nota genoemde kaders legt het gemeentebestuur zijn visie en ambitie met betrekking tot het beheer en onderhoud van de openbare ruimte -ook voor toekomstige ontwikkelingen- voor een periode van 5 jaar vast. De nota vormt derhalve de doorlopende lijn in het werk, los van actuele gebeurtenissen. De kadernota is daarmee een van de uitgangspunten in de discussie over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.

 

De beleidstaak 'Onderhoud openbare ruimte' van de gemeente Oisterwijk omvat meerdere onderdelen, waaronder de taak 'Wegen'. De meest omvangrijke taak daarbij is het beheer en onderhoud van wegverhardingen. De overige taken zijn het beheer en onderhoud van bermen, terreinen, wegmarkeringen, zand- en puinwegen en bruggen en duikers. Verder vormt ook de straatreiniging en sneeuw- en gladheidbestrijding een belangrijk onderdeel van de beleidstaak.

 

1.3 Coalitieakkoord

In het coalitieakkoord 2010-2014 is met betrekking tot het beheer en onderhoud aan wegen onder hoofdstuk 5.3 opgenomen dat "Goed onderhoud van de openbare ruimte draagt eraan bij dat iedereen zich prettig en veilig voelt in zijn eigen leefomgeving. Steeds meer is zichtbaar dat op het onderhoud van groen, wegen, paden en pleinen is ingeleverd. Het resultaat is een uitstraling die niet past bij een Parel in het Groen.

Verbetering van het onderhoud van de openbare ruimte is speerpunt van deze coalitie. Die verbetering realiseren wij op basis van beeldbestekken op wijkniveau, die in samenspraak met de bewoners tot stand komen. Dit moet leiden tot een betere uitstraling van het groen en het wegwerken van achterstallig onderhoud van pleinen, wegen en fiets- en wandelpaden".

2. Wettelijk kader

2.1 Inleiding

De wegbeheerder heeft te maken met diverse wet- en regelgeving, zowel op Europees als nationaal niveau, welke voortdurend veranderen. In dit hoofdstuk worden de wettelijke aandachtsgebieden genoemd waarop het wegbeheer en -onderhoud wordt beïnvloed of waarop het wegbeheer zelf invloed uitoefent. Door in een vroeg stadium de aandachtsvelden op elkaar af te stemmen wordt in de meeste gevallen voorkomen dat deze met elkaar in conflict komen.

De belangrijkste wetten worden hieronder in het kort besproken, en worden uiteraard altijd in acht genomen.

 

2.2 Wegenwet

Volgens art. 16 van de Wegenwet heeft de gemeente te zorgen dat de binnen haar gebied liggende wegen, met uitzondering van de wegen welke door het Rijk of Provincie worden onderhouden, in goede staat verkeren. Daarmee wordt de wegbeheerder verplicht om voorzieningen regelmatig en duurzaam te onderhouden.

 

2.3 Wegenverkeerswet

De krachtens deze wet vastgestelde regels beschermt de weggebruikers, zonder dat er garanties worden afgegeven. De gemeente dient in feite het veilig gebruik van de weg mogelijk maken.

 

2.4 Burgerlijk Wetboek

Op grond van de in het Burgerlijk Wetboek opgenomen 'risicoaansprakelijkheid' is de wegbeheerder aansprakelijk voor schade als de weg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert.

Ook heeft de gemeente te maken met de in het Burgerlijk Wetboek opgenomen zogenoemde 'schuldaansprakelijkheid'. Op de gemeente rust een algemene zorgplicht voor een veilige en openbare ruimte. Die zorgplicht houdt in elk geval in dat zodra de gemeente op de hoogte is van een gevaarlijke situatie, bijvoorbeeld door controle of melding, passende maatregelen getroffen moeten worden. Als de gemeente op de hoogte is van een gevaarlijke situatie en vervolgens willens en wetens stil blijft zitten kan in geval van schade een beroep op schuldaansprakelijk succesvol zijn.

 

Hieronder is aangegeven hoeveel aansprakelijkheidsstellingen de gemeente Oisterwijk de afgelopen vijf jaren heeft ontvangen op het gebied van wegonderhoud en wat kosten van eigen risico's waren. De werkelijke door de verzekering toegekende bedragen liggen dus aanzienlijk hoger. Vanzelfsprekend dient de wegbeheerder te proberen het aantal aansprakelijkheidsstellingen zoveel mogelijk te voorkomen.

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

17

13

15

9

12

24

 

€ 6.300,-

€ 9.900,-

€ 12.300,-

€ 5.800,-

€ 8.100,-

 

2.5 Wet geluidhinder

In hoofdstuk VI 'Zones langs wegen' van de Wet geluidhinder is het een en ander opgenomen over wegverkeerslawaai. Het betreft dan zogenaamde gezoneerde wegen zoals woonerven en 30 km-zones. In de wet zijn normen opgenomen voor het gewenste geluidsniveau (de zogenaamde voorkeursgrenswaarden) en de maximaal toelaatbare geluidsniveaus ten gevolge van het wegverkeer. De gemeente heeft te zorgen dat er wordt voldaan aan de gestelde normering.

Daarnaast is het niet toegestaan een onderhoudsmaatregel uit te voeren die meer geluid voortbrengt. Bijvoorbeeld, een nieuwe slijtlaag aanbrengen op een oude slijtlaag mag dus wel, maar een slijtlaag op een asfaltdeklaag mag niet.

 

2.6 Bouwstoffenbesluit

In het Bouwstoffenbesluit is vastgelegd hoe moet warden omgegaan met toe te passen en vrijkomende grondstoffen en bouwmaterialen. Zo geldt dit ook voor het verrichten van onderhoud aan wegen. Het komt er op neer dat er bij werkzaamheden onderzoek moet warden verricht naar zaken als samenstelling van de bodem (indien er grand vrijkomt) en naar toe te passen bouwmaterialen.

De bodem wordt geclassificeerd in categorieën schone grand en 1 t/m 4, waarbij schone grand geen grensoverschrijdende verontreinigingen bevat en categorie 4 zodanig verontreinigd is dat deze slechts naar een erkende verwerker mag warden afgevoerd. Het spreekt voor zich dat de verwerkingskosten per categorie sterk kunnen verschillen.

 

Vanaf 1 januari 2001 is, conform milieuwetgeving en het Bouwstoffenbesluit, het niet meer toegestaan om TAG (teer) te (her)gebruiken als secundaire bouwstof. Bij het onderhoud van wegen werd TAG vooral gebruikt in de kleeflaag die gebruikt wordt bij het aanbrengen van oppervlaktebehandelingen (slijtlagen) en asfaltoverlagingen (deklagen). Teer bevat relatief hoge concentraties PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen). De gezondheids- en milieurisico's van teer warden dusdanig groot geacht dat verwerking niet meer is toegestaan. Zolang de verharding onaangetast blijft is er geen risico. Indien bij onderhoudswerkzaamheden aan wegen asfaltlagen dienen te warden verwijderd zal het vrijkomende materiaal moeten warden onderzocht op teerhoudendheid en op de juiste manier moeten warden verwerkt. Het zal duidelijk zijn dat dit aanzienlijke extra kosten met zich meebrengt.

 

2.7 Arbeidsomstandighedenwet (Arbo)

Alie werkgevers zijn op grand van de Arbeidsomstandighedenwet verplicht tot het uitvoeren van arbeidsomstandighedenbeleid, het opstellen van een meerjarenplan daarvoor en het uitbrengen van een jaarverslag. Het beleid dient te zijn gericht op zowel veiligheid, gezondheid als milieu (ook Bouwstoffenbesluit). Voor de wegbeheerder betekent dit in hoofdzaak dat, vanuit de Arbo-gedachte inventarisatie moet plaatsvinden van projectrisico's, dat bestekken moeten worden geanalyseerd en dat Veiligheids- en Gezondheidsplannen moeten worden opgesteld.

Voor de buitendienstmedewerkers van de afdeling Gemeentewerken is beleid ten behoeve van persoonlijke beschermingsmiddelen opgezet. In dit kader is ook de CROW-publicatie 96B 'Veilig werken aan de weg' van toepassing.

 

2.8 Flora en Faunawet

In het kader van deze wetgeving dient er, indien er mogelijke schade wordt toegebracht aan de natuur door bijvoorbeeld het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden, een inventarisatie worden uitgevoerd naar beschermde dieren en planten. Deze handeling dient standaard te worden opgenomen in het bijbehorende werkproces van voorbereiding van onderhoudswerkzaamheden. Als gevolg daarvan ontstaan dus onderzoekskosten en mogelijke speciale voorzieningen in het werk om de natuur te beschermen c.q. te compenseren. Samenwerking met natuurbeschermende organisaties kan in dezen vele voordelen opleveren.

Ook op het gebied van onderhoudswerkzaamheden aan bermen dient met betrekking tot de manier van uitvoering, conform een gedragscode te worden gewerkt. Deze gedragscode heeft de gemeente tot haar beschikking.

 

2.9 Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Per 1 januari 2007 wordt de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingevoerd. Deze wet maakt gemeenten verantwoordelijk voor een aantal maatschappelijke aandachtspunten, beschreven in 9 zogenoemde prestatievelden. Een van deze prestatievelden is het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Dit betreft uiteraard ook de openbare ruimte.

 

2.10 Bestemmingsplannen Wet Ruimtelijke Ordening

De aanleg van nieuwe wegen heeft een relatie met de voor het betreffende gebied geldende bestemmingsplan.

 

2.11 Wegenleggers

De gemeente Oisterwijk werkt momenteel met een drietal Wegenleggers. Voor de kern Heukelom wordt gebruik gemaakt van een gedeelte van de Wegenlegger van de voormalige gemeente Berkel-Enschot. Verder zijn er nog de Wegenleggers van de voormalige gemeente Moergestel en die van de gemeente Oisterwijk. In de Wegenleggers is de exacte locatie van de wegen vermeld, en is aangegeven wie verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de wegen. Het gaat hierbij voornamelijk om wegen buiten de bebouwde kom.

3. Beleid betreffende het beheer en onderhoud aan wegen

3.1 Inleiding

Een ingreep in de inrichting of door onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte is een investering in de toekomst. Bij een gemiddelde levensduur voor bestratingen van 25 jaar heeft de gemeente 25 jaar voor­ of nadeel van een ontwerp. Bij een slecht ontwerp betekent dat 25 jaar ergernis, ongelukken, lapwerk en kosten. Dat pleit voor duurzaamheid en standaardisatie bij de inrichting van de openbare ruimte en de keuze van materialen. Bovendien moeten deze uitgangspunten gedurende een langere periode consequent worden volgehouden.

 

Door vooraf rekening te houden met de duurzaamheid van de inrichting, het gebruik en het beheer ontstaat er een openbare ruimte met een lange levensduur die goed te onderhouden is. Daarvoor is een goede afstemming tussen ontwerpers en beheerders nodig en uiteraard een vakkundige uitvoering. Dit samenspel leidt tot de toepassing van eenvoudige, goed beheerbare en kwalitatief goede oplossingen die zich in de praktijk hebben bewezen.

 

Bij onderhoudswerkzaamheden rukt de mechanisering steeds verder op. Ook voor het aanbrengen van bestratingen zijn wettelijke richtlijnen opgesteld.

 

3.2 Wegenbeheersystematiek

De gemeente Oisterwijk werkt met een geautomatiseerd wegbeheersysteem (zie hiervoor hoofdstuk 5). De intentie daarbij is om de beschikbare onderhoudsbudgetten af te stemmen op dat beheersysteem.

 

3.3 Beheer- en onderhoudsbewust ontwerpen

Met het oog op het zo efficiënt mogelijk beheren en onderhouden van wegen is het van groot belang dat bij nieuwe aanleg, reconstructies en revitaliseringen maar ook bij regulier kwaliteitsonderhoud goed gekeken wordt naar een juist ontwerp. Dit is van belang voor een optimaal onderhoud en reiniging van bestratingen tegen zo gunstig mogelijke kosten. Leidraad daarbij zijn daarbij de publicatie 119 van de CROW 'Ontwerpvoorbeelden onkruid werende verhardingen' en de nota 'Gif van de straat'.

 

Een voorbeeld van een verharding waarbij de onkruidwering nihil is.

 

Een oplossing waarbij gebruik gemaakt is van een gesloten onkruid werende verharding (printbeton).

 

Het onkruidvrij houden van verhardingen gebeurt in Oisterwijk al jarenlang op een niet-chemische manier, en wel door middel van borstel- en heteluchtmachines. Om deze alternatieve methoden goed tot hun recht te laten komen is het belangrijk dat er bijvoorbeeld zo weinig mogelijk obstakels in de bestratingen aanwezig zijn. Uiteraard dient ook zoveel mogelijk overbodige verharding te worden opgeruimd.

 

3.4 Duurzaamheid

Zowel voor aanschaf van wegenbouwkundige materialen als voor het uitvoeren van (onderhouds)werkzaamheden is toetsing op duurzaamheid van groot belang. Bij aanschaf van materialen/materieel en het uitzetten van opdrachten vindt -middels een checklist- altijd een toetsing op duurzaamheid plaats.

 

3.5 Buurtbeheer

Als onderdeel van het Bestuursakkoord 1999-2002 heeft leefbaarheid in de wijken meer aandacht gekregen. De latere coalities hebben dit beleid niet alleen voortgezet maar ook nog versterkt.

 

Een belangrijke doelstelling van het 'meldpunt buurtbeheer' is om snel verkeersonveilige situaties op te lossen. Daarnaast wordt geprobeerd de kwaliteit van de leefomgeving zoveel mogelijk in stand te houden en/of te verbeteren. De aandacht wordt daarbij vooral gericht op het fysiek buurtbeheer.

 

Voor wat betreft het onderdeel 'kleine gebreken aan wegen' is het nagenoeg altijd zo dat die gebreken een gevolg zijn van niet op tijd uitgevoerd kwaliteitsonderhoud. Omdat 'klein onderhoud' relatief een dure onderhoudsmaatregel is, dient dit zo veel mogelijk te worden voorkomen.

Verder in dit beleidsplan zal op dit aspect nog worden teruggekomen.

 

Onderstaand een overzicht van de meldingen in het kader van het meldpunt buurtbeheer over de afgelopen 4 jaren. Ondanks wat schommelingen blijkt dat aantal meldingen jaarlijks redelijk gelijk blijft. Het gunstige effect op het onderdeel straatreiniging lijkt een gevolg te zijn van het tijdelijke project 'Oisterwijk Schoon en Groen'.

 

 

3.6 Oisterwijk aan z.

Onlangs is de 'Kadernota Oisterwijk aan Z.' vastgesteld. Binnen dit project wordt gezocht naar mogelijkheden waarbij burgers nog meer betrokken kunnen worden bij onder meer hun fysieke en sociale leefomgeving.

De afgelopen jaren worden burgers middels bijvoorbeeld klankbordgroepen al veelvuldig betrokken bij werkzaamheden in hun woonomgeving. Door burgers uit te dagen mee te denken, kan dit echter nog worden versterkt.

 

4. Raakvlakken met beleidstaak wegen

4.1 Inleiding

Binnen de gemeente Oisterwijk zijn diverse beleidsterreinen die raakvlakken hebben met het gemeentelijke wegenbeleid. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste raakvlakken in het kort toegelicht.

 

4.2 Bodemkwaliteitskaart

De gemeente Oisterwijk heeft een Bodemkwaliteitskaart. Deze kaart geeft de actuele kwaliteit van de bodem aan, uitgedrukt in milieu categorieën. Met behulp van deze kaart is het mogelijk vooraf een indicatie te doen over de kwaliteit van vrijkomend zand c.q. grond bij uit te voeren grondwerken in het kader van onderhoud aan wegen, riolering en groen. Vaak moet nog nader onderzoek plaatsvinden, maar de Bodemkwaliteitskaart beperkt de risico's op onvoorziene zaken aanzienlijk.

 

4.3 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

Het V-GRP 2009-2015 heeft in het kader met "werk met werk maken" een belangrijke en directe invloed op het kwaliteitsonderhoud aan wegen. Zo wordt het vernieuwen van bestaande hoofdriolering, huisaansluitingen en aanleg van gescheiden rioleringsstelsels afgestemd met onderhouds­ werkzaamheden aan wegen.

 

4.4 Gemeentelijk Groenbeleid

Ook de gemeentelijke groenvoorzieningen hebben een grote directe relatie met wegenbouwkundige werkzaamheden. In de gemeente Oisterwijk zijn diverse beleidsplannen met betrekking tot het beheer en onderhoud van groenvoorzieningen zoals de Kadernota Groen 2012-2021 en het bomenbeleidsplan. Daarnaast is de uitvoeringsparagraaf van het groenplan 'Groen denken, groen doen, groen beleven' nog vigerend.

De 'Kadernota Groen 2012-2021' stelt binnen de bebouwde kom, behoudens de hoofd- en nevengroenstructuur, functie voorop. In de hoofd­ en nevengroenstructuur is de groenstructuur namelijk zelf een belangrijke functie. Buiten de bebouwde kom staat bij groen(her)inrichting biodiversiteit voorop.

 

Met name opgroei van boomwortels geeft vaak schade aan bestratingen en is de oorzaak van gevaarlijke situaties die de toegankelijkheid van trottoirs sterk verminderd. Ter bescherming van bomen geeft het Bomenbeleidsplan aan dat opgroeiende boomwortels niet zomaar mogen worden verwijderd. Er zullen dus creatieve oplossingen bedacht moeten worden. In de komende jaren dient steeds vaker een keuze gemaakt te worden tussen het behoud van de boom of het behoud van bijvoorbeeld het voetpad.

 

4.5 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP}

Het meest recente Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan van de gemeente Oisterwijk omvat de jaren 2010-2013. Het plan omschrijft vooral de bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en de beoogde projecten met de daarbij behorende investeringen. Deze projecten hebben uiteraard een grote relatie met het beheer en onderhoud van wegen.

Het Oisterwijkse parkeerbeleid maakt onderdeel uit het GVVP.

 

4.6 Gemeentelijk straatreinigingsplan

Ook werkzaamheden in het kader van straatreiniging hebben een belangrijke relatie met het beheer- en onderhoud aan wegen. In het jaar 2003 werd een 'Straatreinigingsplan' vastgesteld welke in 2005 is geëvalueerd. Het implementeren en verbeteren van de onderdelen van het Straatreinigingsplan is een continu proces.

 

4.7 Telecommunicatieverordening

Ten gevolge van de Telecomwet 'Telecommunicatieverordening gemeente verordening regelt zaken op het gebied is in het jaar 2000 de Oisterwijk' vastgesteld. Deze van aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten behoeve van openbare telecommunicatiewerken en omroepnetwerken. In de verordening is onder meer geregeld dat voor uitvoering van werkzaamheden schriftelijke toestemming nodig is, en dat gemeentelijke bestratingen als gevolg van de werkzaamheden zo weinig mogelijk schade ondervinden.

In 2009 heeft de gemeente Oisterwijk een 'Algemene Voorwaarden ondergrondse Infrastructuur' (AVOI) vastgesteld, waardoor een en ander beter geregeld en beter samengewerkt kan worden.

Ook de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is van toepassing.

 

4.8 Werkzaamheden door kabelexploitanten en nutsbedrijven

De diverse kabelexploitanten en nutsbedrijven zoals Essent, Ziggo, Brabant Water en KPN zijn erg belangrijke externe partners met betrekking tot het beheer- en onderhoud van wegen.

Ook hierbij geldt dat de uit te voeren werkzaamheden in goed overleg met de wegbeheerder dienen plaats te vinden en dat bestratingen als gevolg daarvan zo weinig mogelijk schade ondervinden.

Momenteel bereiken de gemeente Oisterwijk initiatieven van derden om te komen tot de aanleg van een glasvezelnetwerk. Gekeken wordt hoe daarbij optimaal samengewerkt kan worden.

 

4.9 Bouwpilot 'Bouwen binnen strakke contouren'

In het kader van pilotproject 'Bouwen binnen strakke contouren' worden thans de laatste projecten afgerond.

 

4.10 Inkoop- en aanbestedingsbeleid

Per 1 april 2013 treedt de 'Aanbestedingswet 2012' met flankerend beleid in werking. Het beleid en handboek worden afgestemd op deze nieuwe omgeving. Omdat nagenoeg alle uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot beheer en onderhoud van wegen worden uitbesteed, hebben deze werkzaamheden een belangrijke relatie met dit nieuwe beleid.

 

4.11 Bescherming dorpsgezicht en cultureel erfgoed

Bij diverse wegen in het centrum van de kernen Oisterwijk en Moergestel maar ook bij sommige wegen in het buitengebied van met name Moergestel (bijvoorbeeld Heikant en Hild), is het meer dan wenselijk dat het karakter van de thans aanwezige bestrating gehandhaafd blijft. Voordat op die plaatsen onderhoud wordt gepland dient er dus met diverse instanties c.q. belanghebbenden overleg worden gevoerd.

 

4.12 Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW)

Het Politiekeurmerk Veilig Wonen is een integraal veiligheidsinstrument. Het is niet slechts een middel tegen woninginbraken maar ook een instrument om andere vormen van criminaliteit tegen te gaan. Aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van een buurt of wijk kunnen er voor zorgen dat mensen in een veilige buurt wonen. Dit keurmerk is voorheen door de politie begeleid, maar wordt sinds enkele jaren uitgevoerd door de gemeente. De gemeente past vooral bij nieuwbouwprojecten het keurmerk toe. Gezien de toename van woninginbraken hebben ook bestaande woningen steeds meer aandacht. Het betreft dus niet alleen het gebouw maar ook de woonomgeving.

 

4.13 Kadernota Afval

Deze kadernota geeft onder meer aan waaraan de openbare ruimte moet voldoen met betrekking tot de afvalinzameling zoals aanbiedingsplaatsen en ondergrondse verzamelcontainers.

 

4.14 Hondenbeleid

Binnen het hondenbeleid zijn afspraken gemaakt over het gebruik van diverse stroken in de openbare ruimte. Met nieuwe ontwikkelingen en beheer en onderhoud wordt hiermee rekening gehouden.

 

5. Beheer en onderhoud van bestratingen

5.1 Inleiding

Bij het beheer- en onderhoud aan bestratingen wordt onderscheid gemaakt tussen 'kwaliteitsonderhoud' en 'klein onderhoud'.

Kwaliteitsonderhoud.

Kwaliteitsonderhoud is het aan de hand van een wegbeheersysteem uitvoeren van 'groot onderhoud' aan wegverhardingen. Bij asfalt­ constructies gaat het daarbij vooral om het aanbrengen of vervangen van asfaltoverlagingen (eens in de 15 tot 25 jaar) of het aanbrengen van oppervlaktebehandelingen (eens in de 6 tot 12 jaar). In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij ernstig achterstallig onderhoud, kan het noodzakelijk zijn de gehele asfaltconstructie te vervangen. Bij elementenverhardingen gaat het meestal om het herstraten van de straatstenen.

Klein onderhoud

Klein onderhoud is het (al dan niet tijdelijk) repareren van asfaltconstructies en elementenverhardingen. Bij asfaltconstructies gaat het daarbij meestal om het repareren van plaatselijk stuk gegaan asfalt en het dichtmaken van scheuren.

Bij elementenverhardingen gaat het gewoonlijk om het oplossen van boomwortelschade en herstellen van plaatselijke oneffenheden.

De input van de locaties waar klein onderhoud uitgevoerd moet warden komt enerzijds vanuit het 'meldpunt buurtbeheer' en anderzijds uit periodiek (doorgaans 2-jaarlijks) uitgevoerde visuele kwaliteitsinspecties. Uiteraard spelen ook tussentijdse eigen waarnemingen een rol.

 

5.2 Evaluatie Voortgangsrapport Beleidsplan Wegen (november 2010)

In het Voortgangsrapport Beleidsplan Wegen (november 2010) zijn een 6- tal conclusies opgenomen. Onderstaand is per onderdeel de ontwikkelingen daarvan in de afgelopen 2 jaren aangegeven:

 

  • De in de maanden september en oktober van dit jaar gehouden kwaliteits-inspecties geven aan dat het onderhoudsniveau ten opzichte van vorig jaar is verslechterd. Voor een gedeelte is dat een gevolg van de strenge winter 2009/2010.

    Ontwikkeling: De in 2012 uitgevoerde kwaliteitsinspecties geven aan dat het onderhoudsniveau opnieuw sterk is verslechterd. De oorzaak is enerzijds de strenge(re) winters en anderzijds het uitstellen van veel noodzakelijk kwaliteitsonderhoud.

  • Volgens deze inspecties zou in het jaar 2011 voor € 1.928.505,­ aan kwaliteitsonderhoud uitgevoerd moeten worden. Over de periode 2011-2015 is jaarlijks gemiddeld een bedrag van € 774.100,- nodig. Het beschikbare budget in 2011 is echter slechts € 494.958,-. Vanwege dat beperkte budget zal een grote hoeveelheid noodzakelijk kwaliteitsonderhoud doorgeschoven moeten worden naar een later onderhoudsjaar. Gevallen waarbij de algemene verkeersveiligheid in het gedrang kan komen, worden uiteraard met voorrang aangepakt. Ook dient de kwetsbaarheid van asfaltverhardingen in relatie met vorstperioden goed in de gaten gehouden te warden. Uitstel leidt hierbij snel tot vee/ hogere onderhoudskosten.

    Ontwikkeling: De in 2012 uitgevoerde inspecties geven aan dat het onderhoudsniveau opnieuw is verslechterd. In het eerste onderhoudsjaar (2013) zou maar liefst voor een bedrag van € 4.061.900,- aan onderhoud uitgevoerd moeten worden. Gemiddeld is over de periode 2013-2017 jaarlijks gemiddeld een bedrag van € 1.079.720,- nodig. Ten opzichte van 2010 is de situatie met 39% verslechterd.

    Het huidige beschikbare budget per jaar is ongeveer € 508.000,-.

  • De laatste jaren, met als uitschieter het jaar 2010, wordt aan 'klein onderhoud' veel meer uitgegeven dan jaarlijks wordt begroot. Dit heeft enerzijds te maken met veel meldingen middels de 'meldlijn buurtbeheer' waardoor direct wordt ingespeeld op kleinere oneffenheden in de bestratingen, maar hetgeen relatief een dure manier van werken is. Anderzijds heeft de strenge winter 2009/2010 geleid tot veel schade. Het op enig moment uitgevoerd 'klein onderhoud' heeft wel een gunstige invloed op de uitkomsten van globale visuele kwaliteitsinspecties, maar geeft slechts een geringe bijdrage met betrekking tot verbetering van de totale wegconstructie.

    Ontwikkeling: In 2011 en 2012 is wederom gemiddeld ruim € 60.000,- per jaar meer uitgegeven aan klein onderhoud dan geraamd. Dit is 50% meer ten opzichte van het beschikbare budget voor klein onderhoud.

  • Het extra uitgevoerde 'klein onderhoud' wordt voor een gedeelte gecompenseerd door een gedeelte van het geplande kwaliteitsonderhoud uit te stellen. Het lijkt er op dat de verschuiving van kwaliteitsonderhoud naar klein onderhoud steeds sterker wordt, hetgeen uiteindelijk leidt of zal leiden tot in elk geval hogere onderhoudskosten maar zelfs ook tot kapitaalsvernietiging.

    Ontwikkeling: De verschuiving van kwaliteitsonderhoud naar klein onderhoud ligt in een stijgende trend.

  • Het is wenselijk dat een inventarisatie plaatsvindt met betrekking tot de steeds groter wordende overlast van boomwortels. De laatste jaren wordt aan herstel van schades ten gevolge van boomwortels een bedrag uitgegeven dat ligt tussen de € 75.000,- en € 125.000,­ per jaar.

    Ontwikkeling: In de afgelopen 2 jaren is, als onderdeel van klein onderhoud, wederom een bedrag ter hoogte van € 100,000,- per jaar uitgegeven aan herstel van schades ten gevolge van boomwortels.

  • Onze gemeente heeft een aantal straten die gebreken vertonen waar niet op wordt geïnspecteerd. Het gaat dan vooral om bomen die indertijd in voetpaden zijn geplant en inmiddels zo groot zijn geworden dat die voetpaden niet meer of minder goed te gebruiken zijn. Voorbeelden hiervan zijn Beukendreef, Gasthuisstraat en Watermolensteeg.

    Ontwikkeling: Het aantal straten waarbij de voetpaden door bomen slecht toegankelijk zijn is nog steeds hoog, en speelt nog steeds in meer dan 100 straten. Tegelijkertijd met een rioolvervanging zijn de problemen in de Gasthuisstraat inmiddels opgelost.

    Daarnaast zijn door een bijdrage vanuit het project 'Oisterwijk Schoon en Groen' in de Frans Halsstraat, Watermolensteeg en Akkerstraat problemen met bomen in voetpaden aangepakt.

 

5.3 Uitgevoerde werkzaamheden 2011 en 2012

Op bijlage 1 is een onderverdeling aangegeven van in het kader van kwaliteitsonderhoud in de jaren 2011 en 2012 uitgevoerde werkzaamheden.

 

In 2011 en 2012 is veel geïnvesteerd in het opknappen van de fietspaden langs de Heusdensebaan.

 

Al jaren wordt de post 'klein onderhoud' overschreden. In 2008 is de post 'kwaliteitsonderhoud' structureel met € 50.000,00 afgeraamd en tegelijk de post 'klein onderhoud' met € 40.000,00 bijgeraamd. Ondanks die verschuiving vindt er jaarlijks op de post 'klein onderhoud' nog steeds zeer ruime overschrijdingen plaats. Omdat deze zoveel mogelijk gecompenseerd moeten warden is het logisch gevolg hiervan dat nog minder beschikbaar is voor het uitvoeren van kwaliteitsonderhoud. Deze verschuiving van kwaliteitsonderhoud naar klein onderhoud wordt steeds sterker, wat uiteindelijk leidt of zal leiden tot in elk geval hogere onderhoudskosten of zelfs kapitaalvernietiging.

 

Vorstschade

 

Op onderstaande bijlage is een financieel overzicht aangegeven van de uitgevoerde werkzaamheden in het kader van 'kwaliteitsonderhoud' en 'klein onderhoud' over de jaren 2007 t/m 2012. Hierin is te zien dat aan extra klein onderhoud gemiddeld € 95.000,- per jaar is uitgegeven (ruim 86%). Daar tegenover staat een mindere uitgave aan kwaliteitsonderhoud van bijna € 70.000,- per jaar (ruim 13% minder).

 

 

5.4 Wegbeheer

Om greep te houden op wat er in de openbare ruimte gebeurt, is een goed werkend beheersysteem essentieel. Het beheersysteem moet goed zijn bijgehouden zodat de organisatie weet in welke staat de aanwezige bestratingen verkeren en kan sturen op gewenste kwaliteit.

Een goed beheersysteem en beheerproces alleen is niet voldoende. De gemeentelijke organisatie zal ook de financiële discipline moeten opbrengen om de openbare ruimte op voldoende niveau te houden.

 

In de door het C.R.O.W. ontwikkelde systematiek wordt op grond van basisgegevens en kwaliteitsgegevens een meerjarenplanning opgesteld. In de basisgegevens wordt per weg of wegdeel informatie vastgelegd over het oppervlak, de constructieopbouw, de aanlegdatum en de historie van onderhoud. De kwaliteitsgegevens worden bepaald aan de hand van visuele inspecties, de meerjarenplanning wordt opgesteld met behulp van het systeem. Binnen het systeem kan een prioritering worden toegepast.

 

Op bijlage 2 is uiteengezet hoe de werkwijze is van het door onze gemeente in gebruik zijnde wegbeheersysteem (Mi2).

 

5.5 Uitgevoerde kwaliteitsinspecties in 2012

  • 5.5.1

    Een van de onderdelen van het wegbeheersysteem is het uitvoeren van visuele weginspecties. Het doel van visuele inspecties is het herkennen, beoordelen en eenduidig vastleggen van zichtbare schades. De weg wordt op technische gronden bekeken en de schades worden in kwalitatieve en kwantitatieve zin, dat wil zeggen naar ernst en omvang, beoordeeld. De resultaten van de objectieve beoordeling geven een beeld van de conditie van de weg.

  • 5.5.2

    In de maanden november en december 2012 zijn op alle bij de gemeente Oisterwijk in beheer en onderhoud zijnde verhardingen visuele globale kwaliteitsinspecties uitgevoerd. De onderverdelingen tussen voldoende, matig en onvoldoende zijn schematisch op bijlage 3 aangegeven.

     

    In onderstaande tabel is een vergelijking aangegeven tussen bevindingen van uitgevoerde inspecties van 2009, 2010 en 2012.

    Deze vergelijking geeft aan dat :

    • Op nagenoeg alle onderdelen de situatie is verslechterd. Slechts de elementenverhardingen buiten de bebouwde kom geeft een lichte verbetering. Elementenverhardingen buiten de bebouwde kom vertegenwoordigt echter relatief een kleine hoeveelheid verhardingspercentage.

    • De verslechtering is het meest ernstig op de onderdelen elementenverharding binnen de bebouwde kom en de voetpaden binnen de bebouwde kom.

    • In 2009 was het gemiddelde percentage 'onvoldoende' 10,7 %, en in 2010 gemiddeld 10,3%. In 2012 is dit percentage al opgelopen tot 15,3%. (ter vergelijking: 15,3% van de Oisterwijkse verhardingen, vertegenwoordigt een hoeveelheid van ongeveer 250.000 m2).

 

Opmerking: De laatst uitgevoerde inspecties dateren van november/december 2012. De in de winter 2012-2013 ontstane vorstschade is dus niet in bovenstaande tabel meegenomen.

 

5.6 Benodigde onderhoudskosten voor de jaren 2013-2017

  • 5.6.1

    De door het wegsysteem uitgerekende financiële basisplanning (benodigde onderhoudskosten) op grond van de uitkomst van de in 2012 uitgevoerde kwaliteitsinspecties ziet er als volgt uit:

     

    2013

    € 4.061.900,00

    2014

    € 600.400,00

    2015

    € 161.700,00

    2016

    € 542.900,00

    2017

    €31.700,00

De komende 5 jaren is dus gemiddeld € 1.079.720,00 per jaar nodig, maar op dit moment is jaarlijks een bedrag van € 508.000,- beschikbaar. Met een gelijkblijvend budget zal de komende jaren dus slechts de helft van het noodzakelijk onderhoud kunnen worden uitgevoerd. De rest van het kwaliteitsonderhoud zal daarmee doorgeschoven moeten worden naar latere onderhoudsjaren. Zonder echte garanties te kunnen geven zullen de gevallen waarbij de algemene verkeersveiligheid in het gedrang (kunnen) komen uiteraard als eerste aangepakt.

 

Daarnaast dient niet uit het oog te worden verloren dat onderhoud aan asfaltverhardingen niet zomaar enige jaren uitgesteld kan worden. Immers, bijvoorbeeld een allereerste scheurvorming in het asfalt kan door een relatief simpele en goedkope manier worden aangepakt, terwijl als dit achterwege gelaten wordt later (na vorstperioden) kan leiden tot aanzienlijke schadebeelden waarbij het zelfs niet ondenkbaar is dat de verharding vanuit de fundering geheel opnieuw moet worden aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat er op die momenten sprake is van ernstige kapitaalvernietiging. Dit dient dus per geval zeer goed worden gevolgd.

Om het risico op kapitaalvernietiging iets te verminderen, wordt aanbevolen het budget voor kwaliteitsonderhoud met€ 50.000,- per jaar in ieder geval terug te brengen op het niveau van het jaar 2008.

 

5.7 Beheer- en onderhoudsbewust ontwerpen

Met het oog op het zo efficiënt mogelijk beheren en onderhouden van wegen is het van groot belang dat bij nieuwe aanleg, reconstructies en revitaliseringen maar ook bij regulier kwaliteitsonderhoud goed gekeken wordt naar een juist ontwerp. Dit is van belang voor een optimaal onderhoud en reiniging van bestratingen tegen zo gunstig mogelijke kosten. Leidraad daarbij zijn daarbij de publicatie 119 van de CROW 'Ontwerpvoorbeelden onkruid werende verhardingen' en de nota 'Gif van de straat'.

 

5.8 Schade aan bestratingen door opdruk van boomwortels

Oisterwijk is een gemeente met veel bomen in bestratingen, waarbij opdruk van boomwortels op veel plaatsen een erg groot probleem is. Zowel van groen- als van infrazijde verstaan mensen hun vak. Groenmensen weten prima hoe je met bomen moet omgaan en ook de inframensen kennen het klappen van de zweep. Lastiger wordt het als beide werelden samenkomen.

Of de boom lijdt onder de infrastructuur of het is andersom, blijkt maar al te vaak. Ontwerpers hebben zich de afgelopen jaren te weinig gerealiseerd wat de gevolgen zijn van een foute keuze van boomlocaties op aangrenzende verharding. We zien het overal om ons heen: bomen die het slecht doen of scheuren in het asfalt door wortelopdruk. Omdat bomen ook vaak in kabeltraces zijn geplant wordt ook dat gebied de schade steeds groter.

 

 

Zoals eerder in dit hoofdstuk aangegeven is bij de in november/december 2012 uitgevoerde visuele kwaliteitsinspecties, is maar liefst 30% van de Oisterwijkse voetpaden binnen de bebouwde kom als onvoldoende gewaardeerd. De oorzaak hiervan ligt vooral in de aanwezigheid van vele bomen in voetpaden die zorgen voor veel onveiligheid, slechte waterafvoer en slecht aanzien. Zoals ook in de Kadernota Groen 2012-2021 is bepaald, mag groen in de bebouwde kom niet ten koste gaan van functionaliteit en/of veiligheid van de openbare ruimte. De komende tijd zal er daarom, zowel in bestaande gevallen als in nieuwe situaties, extra aandacht moeten zijn voor functionaliteit van bestratingen in relatie met aanplant c.q. aanwezigheid van bomen in (vooral) voetpaden. In sommige bestaande gevallen zal een keuze gemaakt moeten worden tussen boom en voetpad. In gevallen van nieuwe aanplant van bomen zal in elk geval gekozen moeten worden voor een boomgrondverbetering zodat wortelopdruk minstens wordt beperkt. Een integraal plan wordt in 2014 uitgewerkt om in 20 jaar de schade- en overlast gevende locaties te verminderen met 75 %. De termijn van 20 jaar is gekozen om een geleidelijke vernieuwing te organiseren zonder dat de karakteristieke uitstraling van Oisterwijk wordt aangetast.

 

In de Frans Halsstraat hebben door een wegversmalling de bomen meer ruimte gekregen en konden daardoor behouden blijven. Bovendien zorgt de wegversmalling voor een snelheid remmende werking van het verkeer.

 

5.9 Communicatie

Bij onderhoudswerkzaamheden van enige omvang en waarbij veranderingen in de inrichting van de openbare ruimte gepland zijn is het niet meer dan logisch om daarbij de belanghebbende burgers te betrekken. Als bewoners de kans krijgen te participeren en daarbij keuzemogelijk­ heden hebben met betrekking tot de inrichting van hun woonomgeving, ontstaat al snel een win-winsituatie. En wat is er voor een gemeente mooier en belangrijker dan een tevreden bewoner?

 

Opvallende tekstborden langs de weg.

 

Bij de uitvoering van onderhouds- werkzaamheden in de openbare ruimte wordt altijd tijdig gecommuniceerd middels bewoners- brieven en artikelen in de plaatselijke pers (vooral Gemeentepagina). Daarnaast worden langs wegen waar onderhoud uitgevoerd gaat worden vaak tekstborden geplaatst waarop de werkzaamheden worden aangekondigd.

 

Regelmatig geven leden van Commissies en Raad aan dat zij beter op de hoogte willen blijven van de diverse wegenbouwkundige projecten tijdens de uitvoering daarvan. Wellicht is het goed om jaarlijks een halve dag te reserveren om met commissie- en raadsleden een soort rondgang in de gemeente te maken met bezoek aan de diverse projecten in uitvoering.

 

6. Beheer en onderhoud van bermen en terreinen

6.1 Inleiding

Langs een groot aantal wegen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, zijn bermen aanwezig. De functies van een berm zijn:

  • Afvoer van hemelwater vanaf de verharding naar de sloot.

  • Uitwijkmogelijkheid voor weggebruikers.

  • Leggen van kabels en leidingen van nutsbedrijven, kabel­ exploitanten en (druk)riolering.

  • Veiligheidsruimte tussen rijbaan en voet- en fietspad.

Voor zover bekend is in het verleden op het gebied van beheer en onderhoud van bermen geen specifiek beleid vastgesteld.

 

6.2 Beheer en onderhoud aan bermen en terreinen.

Tot enkele jaren geleden werden alle bermen en terreinen op de traditionele manier gemaaid, enkele dagen laten liggen, opruimen en afvoeren. Om budgettaire redenen wordt de laatste 3 jaren voor het maaiwerk steeds meer gebruik gemaakt van een zogenoemde ecomaaier, welke het maaisel als het ware opzuigt en afvoert waarbij veel bloemzaad en organismen uit de bermen verdwijnen.

 

Maaiwerk aan bermen met een ecomaaier.

 

Sinds geruime tijd kent de gemeente Oisterwijk een schapen­ begrazingsproject. Begrazing heeft ten opzichte van maaien een ecologische meerwaarde, terwijl tevens de hoge afvoer- en stortkosten buiten beeld blijven. In het verleden is besloten om voor onbepaalde tijd verder te gaan met het begrazingsproject waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel mobiele als vaste rasters.

Ten gevolge van de herinrichting van de Voorste Stroom in 2009 is op verzoek van de toenmalige bewonerswerkgroep, besloten om een gedeelte aan de zuidzijde te hoeden (hoeden is begrazen zonder rasters maar met herder). Op beperkte schaal hoeden heeft echter nauwelijks ecologische meerwaarde en is relatief een dure onderhoudsmethode. Het ligt erg voor de hand om (al dan niet tijdelijk) te stoppen met het hoeden.

 

Begrazing langs de zuidzijde van de Voorste Stroom

 

6.3 Kennisuitwisseling met maatschappelijke organisaties.

Het afgelopen jaar is met (vooral) natuurbeschermende instanties besproken hoe, met hetzelfde budget, verbeteringen in het gemeentelijk maaibeleid kan worden doorgevoerd. Dit heeft geresulteerd in enkele uitvoeringsaanpassingen. Afgesproken is dat jaarlijks wordt geëvalueerd.

Daarnaast zou het goed zijn om contacten te leggen met omliggende gemeenten om te komen tot mogelijke samenwerking met betrekking tot maaiwerkzaamheden van bermen en terreinen.

 

7. Beheer en onderhoud van wegmarkeringen

7.1 Inleiding

Bij het ontwerp, beheer en onderhoud van wegen speelt de veiligheid een belangrijke rol. CROW ontwikkelde in de loop der jaren diverse richtlijnen, normen en instrumenten om de wegontwerper te helpen bij het maken van een optimaal ontwerp. Deze zijn allemaal gebaseerd op het concept Duurzaam Veilig Verkeer.

 

Wegmarkeringen dienen de volgende doeleinden:

  • Bevorderen van een gewenst rijgedrag door de weggebruiker duidelijk te maken:

    • -

      waar men kan en mag rijden en waar niet.

    • -

      welke snelheid toegestaan is.

    • -

      waar voorrang verleend moet worden.

    • -

      waar men niet stil mag of kan staan

    • -

      waar wel of niet geparkeerd mag worden.

    • -

      waar de verkeerssoorten gescheiden worden.

  • Hulpmiddel bij de bepaling van de eigen positie op de weg, de positie en de snelheid van de andere weggebruikers en de plaats van obstakels op en naast de rijbaan.

  • Verhogen van het attentieniveau door het accentueren van eventuele discontinuïteiten, verhogen van de herkenbaarheid van de beslissingspunten en het aangeven van de keuzemogelijkheden.

 

7.2 Beheer en onderhoud

Alle wegmarkeringen in Oisterwijk worden aangebracht middels de C.R.O. W. opgestelde 'Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen'.

 

8. Beheer en onderhoud van zand- en puinwegen

8.1 Inleiding

In de buitengebieden zijn een groot aantal zandwegen en enkele puinwegen aanwezig. De meeste zijn in beheer en onderhoud bij de gemeente Oisterwijk.

 

Met betrekking tot het beheer en onderhoud van zand- en puinwegen is in het verleden geen beleid opgesteld.

 

8.2 Beheer en onderhoud

Mede op verzoek van maatschappelijke werkgroepen zoals de 'werkgroep zandpaden', Biodiversiteitsteam en 'Heemkundekring' wordt bij het onderhoud ernstig rekening gehouden met de karakters en natuurwaarden van de paden.

 

In het verleden zijn op diverse wegen binnen onze gemeente als funderings­ en wegverbeteringmateriaal zogenoemde zinkassen toegepast. Deze zinkassen kunnen verontreinigende stoffen bevatten die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Na enige jaren van inventarisatie is in 2009 onderzoek verricht naar de daadwerkelijke aanwezigheid hiervan. Na verkrijging van provinciale subsidie is inmiddels opdracht gegeven om de zinkassen in 2013 te verwijderen.

 

Het komt soms voor dat aan zand- en puinwegen gelegen woningen niet bereikbaar zijn. Dit dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden.

 

9. Beheer en onderhoud aan kunstwerken (bruggen, overkluizingen etc.)

9.1 Inleiding

Met betrekking tot het beheer en onderhoud van bruggen en duikers is in het verleden geen beleid opgesteld.

 

In maart 2011 laat de VROM-inspectie weten dat een traject is ingezet met als doel gemeenten en provincies bewuster te maken van de constructieve risico's bij kunstwerken. Een en ander is voortgekomen uit een onderzoek van de VROM-inspectie in 2009 waaruit naar voren kwam dat de borging van de constructieve veiligheid van bestaande bruggen en viaducten onvoldoende aandacht heeft bij eigenaren, met name gemeenten en provincies.

 

9.2 Beheer en onderhoud

De gemeente Oisterwijk heeft 34 kunstwerken in beheer en onderhoud. Onder kunstwerken worden verstaan bruggen en overkluizingen.

De vele in Oisterwijk aanwezige duikers onder inritten e.d. vallen niet onder de noemer kunstwerken maar zijn wel onderdeel van deze post.

 

 

In 2013 wordt een beheer- en onderhoudssysteem en (Xeiz) in genomen, waarin gebruik onderhoudsgegevens inventarisatie- en vastgelegd. digitaal worden

 

Eind 2011 zijn door een gespecialiseerd bedrijf inspecties uitgevoerd aan alle Oisterwijkse kunstwerken. De resultaten van die inspecties zijn gebundeld in een rapportage.

De vele duizenden eenvoudige duikers onder bijvoorbeeld inritten zijn uiteraard niet geïnspecteerd.

 

9.3 Meerjaren-onderhoudsprogramma

Aan 19 van de 34 geïnspecteerde kunstwerken is het noodzakelijk diverse onderdelen te herstellen of te vervangen. Voor een gefaseerd onderhoud is in totaal een bedrag van ruim € 500.000,00 nodig. Vanaf 2014 is jaarlijks € 50.000,00 in de begroting beschikbaar.

(Verkeersonveilige) calamiteiten die zich in 2011, 2012 en 2013 hebben voorgedaan of zich nog voordoen worden uiteraard aangepakt en betaald uit de post onderhoud wegen.

 

10. Straatreiniging

10.1 Inleiding

Straatreiniging heeft betrekking op het verwijderen van afval en onkruid op verhardingen in de openbare ruimte met het doel een schone en veilige leefomgeving voor de burgers te creëren.

Onkruid en straatvuil ontsiert menig mooi aangelegd plein, rijbaan, fietspad, voetpad, parkeerplaats of midden geleider. Dagelijks zijn beheerders, uitvoerders en burgers bezig met het bestrijden hiervan.

Beheerders en beleidsmakers hebben de laatste jaren veel nieuwe ontwikkelingen op zich af zien komen zoals de Europese richtlijnen, certificering, het glyfosaatbesluit, duurzaam terreinbeheer en verschillende nieuwe technieken.

 

In 2012 is besloten om middels het project 'Oisterwijk Schoon en Groen' een inhaalslag te maken met betrekking tot het achterstallige onderhoud in de openbare ruimte. Dit betreft echter geen werkzaamheden op het gebied van kwaliteitsonderhoud, maar meer op het gebied van schoonhouden en meer leefbaar maken van woon- en leefomgeving, stimulering kansarmen op de arbeidsmarkt, communicatie en burgerparticipatie. Dit project loopt van 2012 t/m 2014. Om na 2014 het onderhoudsniveau vast te houden zal een oplossing gevonden moeten worden bijvoorbeeld gebruikmaking van de inzet van burgers etc.

 

10.2 Beheer en onderhoud

Het dagelijkse beheer en onderhoud van de openbare ruimte is vooral mensenwerk en daarom kostbaar. Het is belangrijk dat de inrichting zodanig is dat het onderhoudswerkzaamheden zo efficiënt mogelijk -zoveel mogelijk machinaal- kan worden uitgevoerd.

 

Algemeen onderhoudsniveau openbare ruimte.

Het is van groot belang dat de openbare ruimte op een goede en veilige manier schoon- en onkruidvrij wordt gehouden. Steeds meer wegbeheerders maken voor hun onderhoudsschema's gebruik van kwaliteitshandboeken en beeldomschrijvingen. Het C.R.O.W. stelt landelijke standaardnormen (schaalbalken) op voor de beeldkwaliteit van de openbare ruimte, die als volgt zijn onderverdeeld:

 

 

Op bijlage 4 van deze nota zijn de schaalbalken aangegeven van de belangrijkste onderdelen op het gebied van straatreiniging.

 

Door een bijdrage van het project 'Oisterwijk Schoon en Groen' kan in de jaren 2012-2014 een onderhoudsniveau gehaald warden van A (centrum) en B (overige wegen). Zoals in de inleiding van dit hoofdstuk aangegeven, zal het onderhoudsniveau na 2014 weer verslechteren.

 

Onkruidbestrijding op verhardingen.

Al meer dan 15 jaar warden er op gemeentelijke verhardingen en in gemeentelijk groen geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen meer toegepast. In Oisterwijk wordt met goede resultaten gebruik gemaakt van de alternatieve methoden zoals borstel- en heteluchtmachines.

 

Onkruidbestrijden middels hete lucht

 

In het kader van het project 'Duurzame onkruidbestrijding in de Driehoek' hebben in 2007 18 partners uit de Duurzame Driehoek (16 gemeenten waaronder de gemeente Oisterwijk en twee waterschappen) een intentieverklaring ondertekend. In de intentieverklaring is de ambitie uitgesproken om chemische onkruidbestrijding op verharde oppervlakken terug te dringen aan de hand van een plan van aanpak. Eind 2008 is aan alle partners gevraagd gezamenlijk een convenant te sluiten. Het convenant houdt in dat de partners zich verplichten inspanningen te doen op het gebied van certificering (Certificaat Barometer Duurzaam Terreinbeheer), preventie en communicatie. De gemeente Oisterwijk heeft getekend voor het certificaat 'zilver', en daar wordt momenteel aan voldaan. Om te komen tot het certificaat 'goud' dient een 'plan van aanpak' warden opgesteld met betrekking tot het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek.

 

Onkruidborstelen en machinaal vegen

 

Om in de toekomst eventueel in aanmerking te komen voor het certificaat 'goud' dient aan een aantal extra voorwaarden op het gebied van toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van sportvelden, bemesting, zwerfafval, verwerking van groenafval, maatregelen op het gebied van hondenpoep, belijning van sportvelden, opstellen van een natuurplan, manier van toepassen van inrichtingsmateriaal voor groen en verhardingen en het gebruik van brandstoffen en smeermiddelen te warden voldaan.

 

Bladkorven

Sinds enkele jaren wordt in de gemeente Oisterwijk gewerkt met bladkorven. Inmiddels zijn er ongeveer 100 geplaatst. Deze korven hebben het doel de burgers gelegenheid te geven de verzamelde bladeren van bomen apart te houden. De korven worden doorgaans in de eerste helft van oktober geplaatst en medio december weer opgeruimd.

 

Opruimen van zwerfafval

In Oisterwijk wordt op verschillende manieren zwerfvuil opgeruimd, zowel door of in opdracht van de gemeente als door zakgeldjongeren en burgers (ZAP­ ers = zwerfvuilafvalpakkers).

 

Zakgeldjongeren

 

11. Sneeuw- en gladheidbestrijding

11.1 Inleiding

De Oisterwijkse sneeuw- en gladheidbestrijding is er op gericht de verkeersveiligheid, de economische en maatschappelijke voortgang onder winterse omstandigheden zo goed mogelijk te waarborgen op een milieutechnisch verantwoorde wijze.

 

De wegbeheerder heeft een zorgplicht als het gaat om het bestrijden van gladheid. Dat is dus niet hetzelfde als een garantieplicht. Het kan altijd zijn dat bepaalde delen van de weg buiten het bereik van de strooiwagen vallen. Zo kunnen er gladde delen van de weg blijven bestaan. Iedere weggebruiker moet daar rekening mee houden en zijn rijgedrag aanpassen aan de omstandigheden.

De zorgplicht houdt in dat de wegbeheerder zich moet inspannen om gladheid te bestrijden. Meestal heeft de wegbeheerder een vaste volgorde in het bestrijden van de gladheid. De belangrijkste wegen komen het eerste aan de beurt. Voorbeeld van zo'n volgorde is: doorgaande wegen, belangrijke toegangswegen, bus routes, doorgaande fietsroutes enz. Er zijn ook straten waar helemaal niet wordt gestrooid. De wegbeheerder heeft niet de middelen om overal te strooien. Een weggebruiker moet daar rekening mee houden.

 

11.2 Uitvoering

Het gemeentelijk beleid is er op gericht sneeuw- en gladheidbestrijdingen uit te voeren op de curatieve methode. Er wordt dus gestrooid als de gladheid daadwerkelijk optreedt, waardoor wordt voorkomen dat er onnodig kosten warden gemaakt en dat er onnodig zout in het milieu terecht komt. Er is een uitvoeringsplan gladheidsbestrijding gemaakt waarin de praktische uitvoering van de gladheidsbestrijding wordt vastgelegd. Jaarlijks wordt de uitvoering van de gladheidsbestrijding geëvalueerd. Zo nodig warden routes en tactiek aangepast.

 

 

Er zijn 4 strooiwagens beschikbaar (2 voor rijbanen en 2 voor fietspaden) die gelijktijdig 4 routes kunnen strooien. Eerst warden de primaire routes aangepakt. Het strooien van deze routes duurt ongeveer 2 uur. Bij aanhoudende gladheid (vorst overdag/sneeuw die blijft liggen) wordt een deel van het onderliggend wegennet gestrooid, dit zijn de secundaire routes. De strooiroutes zijn aangegeven op de gemeentelijke website.

 

Handmatige gladheidbestrijdingen

Regelmatig komen er verzoeken van burgers om strooizout ter beschikking te stellen. In 2011 is door het college besloten om soortgelijke verzoeken niet te honoreren maar te onderzoeken of hieraan op een andere manier zoals burgerparticipatie invulling gegeven kan worden.

Binnen de uitwerking van burgerparticipatie lijkt het zinvol om te bekijken of binnen dit project ruimte is om (handmatige) gladheidbestrijdingen uit te voeren op plaatsen die wenselijk zijn, maar buiten de reguliere strooiroutes vallen.

Met betrekking tot handmatig strooien op plaatsen waar dat wenselijk en zinvol is, heeft de gemeente de afgelopen 2 winterseizoenen samengewerkt met de WSD. Medewerkers van deze sociale werkvoorziening strooien zijn actief geweest bij bushaltes, bruggen en oversteekplaatsen bij belangrijke doorgaande wegen.

 

Weerinformatiesysteem

Bij Meteovista is het zogenaamde GladheidsMeldingsSysteem aangeschaft. Deze webapplicatie maakt het voorspellen van weersomstandigheden beter mogelijk. Daarnaast kan 24/7 contact gezocht worden met een meteoroloog voor advies. Tevens wordt er door Meteovista een waarschuwing aan de gemeentelijke gladheid coördinator gegeven in geval van winterse neerslag.

 

Strategische zoutvoorraad

De VNG adviseert gemeenten een eigen zoutopslag te hebben waarmee een periode van 2 weken overbrugt kan worden. Het is niet duidelijk van hoeveel strooibeurten per dag uitgegaan moet worden bij de bepaling van de gewenste capaciteit. Uitgaande van 2 strooibeurten per dag zou er een capaciteit van 280 ton zout nodig zijn. De gemeentewerf beschikt over 260 ton opslagcapaciteit. De afgelopen seizoenen is extra zout aangekocht en extern opgeslagen.

 

Budget

Het budget voor het uitvoeren van sneeuw- en gladheidbestrijdingen is al jarenlang niet toereikend. De afgelopen 6 a 7 jaar is gemiddeld aan inhuur van strooimaterieel en aankoop van strooizout een bedrag uitgegeven van gemiddeld ruim € 52.000,- per jaar, terwijl jaarlijks slechts en bedrag van nog geen € 6.000,- in de begroting is opgenomen. Het zou zeer reëel zijn om de jaarlijkse begroting in dezen aan te passen en een bedrag van € 52.000,- op te nemen.

 

12. Beschikbare budgetten

 

 

 

6210000

Straatreiniging

Stortkosten

Overslagkosten containers

Machinaal veegwerk

Machinaal opruimen van bladeren

Onkruidborstelen

Heteluchtmachine

Zwerfvuilruimen door WSD

Verwerken kadavers

Transport bladvuil

Zakgeldjongeren

Diversen/ onvoorzien

€ 226.300,-

6210010

Bermen en terreinen

Stortkosten

Maaiwerk bermen en terreinen

Begrazingsproject

Verlagen van bermen

Leveren puin/grasstenen etc.

€ 96.500,-

6210020

Kwaliteitsonderhoud

Wegen

Volgens uitvoeringsprogramma

€ 516.300,-

6210021

Klein onderhoud

Wegen

Stortkosten

Aankoop materialen

Wortel snijden

Asfaltreparaties

Claim schade van derden

Reparatieploeg (ingehuurd)

Diversen/onvoorzien

€ 121.900,-

6210022

Wegmarkeringen

Aannemerskosten

€ 38.000,-

6210023

Zand- en puinwegen

Waterschapslasten Aannemerskosten

€ 27.900,-

6210024

Sneeuw- en gladheidbestrijding

Zoutleveranties Inhuur strooimaterieel

€ 5.800,-

6210030

Bruggen en duikers

Kleine reparaties

€ 3.700,-

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 6 juni 2013

de griffier,

Nelleke van Wijk

de voorzitter,

Hans Janssen

- Bijlage 1 -

 

Onderverdeling uitgevoerde werkzaamheden in 2011 en 2012:

 

2011 Onderverdeling

 

 

 

 

 

Asfaltverhardingen:

 

 

Gedeelte rijbaan Haarenseweg

 

€ 21.976,00

Gedeelte rijbaan Heusdensebaan

 

€ 27.113,00

Gedeelte rijbaan Langvennen-Zuid

 

€ 33.114,00

Gedeelte fietspad Stroomdalpad

 

€ 57.408,00

Gedeelte rijbaan Eindhovenseweg

 

€ 15.989,00

Gedeelte rijbaan Masperstraatje

 

€ 14.831,00

Gedeelte rijbaan Van Tienhovenlaan

 

€ 17.300,00

Gedeelte rijbaan Groot Speyklaan

 

€ 11.053,00

 

 

 

Elementenverhardingen:

 

 

Gedeelte voetpad Groenstraat

 

€ 9.793,36

Grasbetonstenen Heusdensebaan

 

€ 43.029,79

Gedeelte fietspaden Heusdensebaan

 

€ 178.239,61

 

 

 

Diversen:

 

 

Vervanging plateau Vinkenberg

 

€ 8.342,00

Vervanging plateau Heuvelstraat

 

€ 8.639,00

Bijdrage rioleringsproject M.

 

€ 13.580,06

Besteksvoorbereiding Asfaltbestek 2011

 

€ 10.183,26

Onvoorzien

 

€ 1. 731,28

 

 

 

 

Totaal:

 

 

€ 450.346,36

 

2012 Onderverdeling

 

 

 

 

 

Asfaltverhardingen:

 

 

Rijbaan Hoog Heukelom

 

€ 19.000,00

Gedeelte rijbaan Secr. v.d. Hoevelstraat

 

€ 21.512,82

Rijbaan Dijkweg

 

€ 65.387,08

Gedeelte rijbaan Heukelomseweg

 

€ 9.195,34

Gedeelte rijbaan Hoevenseweg

 

€ 21.430,67

Gedeelte fietspad Oisterwijksebaan

 

€ 42.711,98

Gedeelte rijbaan Oliviersweg

 

€ 22.076,28

Gedeelte rijbaan Floraweg

 

€ 9.658,97

 

 

 

Elementenverhardingen:

 

 

Aanpassingen Past. van Beugenstraat

 

€ 29.725,91

Gedeelte rijbaan Tuinweg

 

€ 16.493,13

Voetpaden, parkeerstroken Akkerstraat

 

€ 19.096,48

Gedeelte fietspad Heusdensebaan

 

€ 76.443,45

 

 

 

Diversen:

 

 

Bijdragen rioleringsproject Schoolstraat

 

€ 2.962,50

Verharding zandpad Opslag

 

€ 40.538,06

Aanleg parkeerplaatsen Bosstraat

 

€ 12.239,09

Opstellen herstratingsbestek 2012

 

€ 19.160,00

Opstellen wegenkaarten etc.

 

€ 1.187,50

Uitvoeren visuele weginspecties

 

€ 11.403,00

 

 

 

Totaal:

 

€ 440.222,26

 

- Bijlage 2 -

 

Werkwijze wegbeheersysteem Mi2.

 

Basisgegevens

Basisgegevens bestaan uit een wijknaam, weg naam, wegvakaanduiding, ligging in- of buiten de bebouwde kom, wegcategorie, wegstroken, verhardingssoort, verhardingsmateriaal met formaat/type, lengte/breedte/oppervlakte van de weg, jaar van aanleg en jaar van laatste kwaliteitsonderhoud/textuur verbeterende maatregel.

Mutaties in de basisgegevens door bijvoorbeeld nieuwe wegen of reconstructies, dienen jaarlijks te worden bijgehouden omdat het systeem anders een groot deel van zijn waarde verliest.

Het Oisterwijkse wegbeheersysteem kent momenteel 27 wijken.

 

Visuele kwaliteitsinspecties

De kwaliteit van de weg gaat in de loop van tijd door het gebruik achteruit. Daarom wordt regelmatig de kwaliteit gemeten en vastgelegd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een uniforme, in de schadecatalogus van het C.R.O.W. vastgelegde, globale visuele inspectiemethode. Met behulp van deze methode wordt op een objectieve wijze een kwaliteitsoordeel vastgesteld.

 

Tegelijkertijd met de invoering van een vernieuwde wegbeheersystematiek in 2009 (van Raweb naar Mi2) is ook de inspectiemethodiek vernieuwd. In het oude (Raweb-)systeem werd gewerkt met kwaliteitsniveaus, 1 (goed, de eerste jaren geen onderhoud nodig) tot 5 (zeer slecht, onderhoud had eigenlijk al uitgevoerd moeten zijn).

Er is overgestapt naar een nieuwe methodiek. Men spreekt niet meer van een kwaliteitsniveau 1 t/m 5 maar van 'richtlijnen' met de onderverdeling voldoende, net voldoende, matig en onvoldoende. Bij 'voldoende' is onderhoud nodig tussen 3 en 5 jaar, bij 'net voldoende' tussen 2 en 4 jaar, bij 'matig' tussen 1 en 3 jaar en bij 'onvoldoende' binnen 1 jaar.

De kracht van de nieuwe inspectiemethodiek ligt vooral in de vereenvoudiging die bij de globale visuele inspectie is aangebracht. De aandacht van de inspecteur wordt volledig gericht op het verwerven van informatie welke benodigd is voor het maken van onderhoudsplanningen en kwaliteitsoverzichten.

Wanneer inspecties periodiek worden herhaald, dan is het volgen van het verloop van de zichtbare conditie van het wegennet in de tijd mogelijk. Uitgaande van landelijk vastgestelde richtlijnniveaus (zeg maar: de ondergrens van aanvaardbaar beheer en onderhoud) met betrekking tot die conditie, is het hiermee mogelijk om voorspellingen te doen ten aanzien van het tijdstip van gewenst onderhoud. De visuele inspectie neemt hiermee een centrale plaats in binnen het systeem van wegbeheer.

 

Opmerkingen bij de nieuwe inspectiemethodiek:

Inmiddels is gebleken dat ten aanzien van de nieuwe methodiek met enkele zaken rekening moet worden gehouden en wel:

  • Het vernieuwde inspectiesysteem laat bij vertaling naar onderhoudsmaatregelen aanzienlijk meer schade toe.

  • Het vernieuwde inspectiesysteem is meer gericht op plaatselijk herstel. In de praktijk betekent dit dat bijvoorbeeld een woonstraat niet altijd in zijn geheel wordt opgeknapt, maar slechts een gedeelte daarvan.

Prioritering

In Mi2 is de mogelijkheid gecreëerd om een prioritering aan te brengen in de bepaling van het onderhoudsprogramma, waarbij rekening wordt gehouden met het gemeentelijke beleid. Het is namelijk mogelijk om aan een wegcategorie (zoals winkelstraten) een bepaalde prioriteit te geven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in weg categorieën met een hoge, een gemiddelde of een lage prioriteit. Bij gemiddelde prioriteit wordt het planjaar vastgesteld volgens de norm van de C.R.O. W.

Omdat het werken met hoge en lage prioriteiten grote gevolgen kan hebben voor de onderdelen met een lagere prioriteit, wordt in onze gemeente gewerkt met de optie 'gemiddelde prioriteit'.

 

Proces wegbeheerprogramma Mi2

In onderstaande figuur is schematisch weergegeven hoe het jaarlijks proces van wegbeheer met behulp van het Mi2-programma er uit ziet en hoe de in dit hoofdstuk genoemde stappen met elkaar samenhangen. Overigens zal de wegbeheerder allerlei redenen hebben om de 'technische' meerjarenplanning die Mi2 genereert naar eigen inzicht aan te passen en te vertalen naar een planning voor een of meerdere jaren. Deze redenen (afstemming met riolerings-, en/of groenwerkzaamheden, invoering van verkeersveiligheidsmaatregelen, werkzaamheden van nutsbedrijven of kabelexploitanten etc.) vormen het beleidskader (zie hoofdstuk 3) voor het wegbeheer.

 

Integraal afstemmen van onderhoudsprogramma's

Omdat ook de samenhang in de openbare ruimte tussen de verschillende beheerdomeinen zoals wegen, groen, verkeer en riolering/water steeds belangrijker wordt, is het noodzakelijk om de huidige beheersystemen uit te breiden in een meerdimensionaal vorm. Daartoe is de gemeente momenteel bezig naar een omschakeling naar het XEIZ-concept. Met deze nieuwe techniek is het beter mogelijk om onderhoudsplannen onderling integraal af te stemmen met andere disciplines zoals riool-, water- , groen- en verkeersprojecten. Daarnaast is gemakkelijk aansluiting te maken met de tijd in te voeren SGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Vanuit deze nieuwe techniek blijft het uiteraard mogelijk om visuele kwaliteitsinspecties uit te voeren, en met de vrijkomende gegevens onderhoudsplannen op te stellen en zoals hierboven aangegeven af te stemmen met andere disciplines.

 

- Bijlage 3 -

 

kwaliteit asfaltverharding binnen de kom

 

kwaliteit asfaltverharding buiten de kom

 

kwaliteit elementverharding binnen de kom

 

kwaliteit elementverharding buiten de kom

 

kwaliteit voetpaden binnen de kom

 

kwaliteit fietspaden

 

- Bijlage 4 -