Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Haaglanden

Mandaat aanwijzing regionaal operationeel leider

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Haaglanden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaat aanwijzing regionaal operationeel leider
CiteertitelMandaat aanwijzing regionaal operationeel leider
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 39, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-01-2023nieuwe regeling

09-12-2022

bgr-2023-90

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaat aanwijzing regionaal operationeel leider

De voorzitter van Veiligheidsregio Haaglanden,

 

Gelezen artikel 39, derde lid van de Wet Veiligheidsregio’s en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de aanwijzing van operationeel leiders bij Veiligheidsregio Haaglanden formeel vast te leggen en dat het voor een efficiënte taakuitvoering gewenst is om deze aanwijzing namens de voorzitter door de algemeen directeur van Veiligheidsregio Haaglanden te laten geschieden;

 

Besluit:

 

  • I.

    de bevoegdheid tot de aanwijzing en intrekken van de aanwijzing van een regionaal operationeel leider te mandateren aan de algemeen directeur van Veiligheidsregio Haaglanden.

  • II.

    dat deze aanwijzing geschiedt onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De kandidaat-regionaal operationeel leider is voorgedragen door de Veiligheidsdirectie;

    • b.

      De aanwijzing van de kandidaat regionaal operationeel leider is voorafgaand aan de aanwijzing afgestemd met (tenminste) de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • III.

    dat intrekking van de aanwijzing geschiedt onder de voorwaarde dat deze is afgestemd met de Veiligheidsdirectie. Van de intrekking van een aanwijzing stelt de algemeen directeur van Veiligheidsregio Haaglanden tenminste de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter in kennis.

Den Haag, 9 december 2022

Jan van Zanen