2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. | | |
| In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| De grondslag voor de heffing van de leges wordt bepaald naar het moment van de aanvraag. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten € 455.000,00 of minder bedragen: | € | 47,42 |
| voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 van de bouwkosten met een minimum van | € | 141,09 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten meer dan € 455.000,00 bedragen: | € | 21.577,23 |
| vermeerderd met | € | 38,97 |
| voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 van de bouwkosten boven € 455.000,00 | | |
2.3.1.2 | Indien de bouwactiviteiten worden uitgevoerd als officieel proefproject ter voorbereiding op de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen wordt op de op grond van de onderdelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 verschuldigde leges een korting verleend van 50% met een maximum van € 10.000,00 | | |
2.3.1.3 | Indien de vergunninghouder binnen achttien maanden na verlening van de vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 een nieuwe aanvraag indient die strekt tot het bouwen van opties, worden de voor deze aanvraag verschuldigde leges gebaseerd op de bouwkosten van de opties, met dien verstande dat de verschuldigde leges in ieder geval € 141,09 bedragen. | | |
| Indien de leges overeenkomstig dit onderdeel zijn bepaald, kan geen beroep worden gedaan op Hoofdstuk 5 van Titel 2. | | |
2.3.1.4 | Indien de vergunninghouder binnen achttien maanden na verlening van de vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 een nieuwe aanvraag indient die strekt tot een - naar de omstandigheden beoordeeld - geringe wijziging van het reeds vergunde bouwplan, worden de voor deze aanvraag verschuldigde leges gebaseerd op de bouwkosten van de geringe wijziging, met dien verstande dat de verschuldigde leges in ieder geval € 141,09 bedragen. | | |
| Indien de leges overeenkomstig dit onderdeel zijn bepaald, kan geen beroep worden gedaan op Hoofdstuk 5 van Titel 2. | | |
2.3.1.5 | Indien de vergunninghouder binnen achttien maanden na verlening van de vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 een nieuwe aanvraag indient die strekt tot het bouwen in afwijking van de reeds verleende vergunning op hetzelfde perceel is de opslag als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1.2 de helft van het in onderdeel genoemde bedrag van € 38,97. | | |
| Indien de leges overeenkomstig dit onderdeel zijn bepaald, kan geen beroep worden gedaan op Hoofdstuk 5 van Titel 2. | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 163,68 |
2.3.3 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid. | | |
2.3.3.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 384,28 |
2.3.3.2 | De overeenkomstig het in 2.3.3.1 genoemde tarief geheven leges worden vermeerderd met de hierna genoemde bedragen indien en voor zover deze op het bouwwerk waarop de beschikking betrekking heeft, van toepassing zijn: | | |
| a. bouwwerken waarin aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft; | | |
| b. bouwwerken waarin aan meer dan tien personen jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijk of verstandelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft; | | |
| met een oppervlakte van: | | |
| minder dan 100 m² | € | 242,98 |
| 100 tot 500 m² | € | 650,27 |
| 500 tot 5.000 m² | € | 2.639,60 |
| 5.000 tot 10.000 m² | € | 7.605,98 |
| 10.000 m² of meer | € | 9.205,84 |
2.3.3.3 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, wordt uitsluitend het in onderdeel 2.3.3.1 genoemde bedrag in rekening gebracht. | | |
2.3.4 | Handelsreclame | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge artikel 4:20 van de APVG 2021 een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder g of h, van de Wabo, en indien niet tevens sprake is van activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief | € | 175,42 |
2.3.5. | Uitrit/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.9 van de APVG 2021 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief | € | 307,74 |
2.3.6 | Kappen | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 4:9 van de APVG 2021 een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief | € | 82,78 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag meer dan één boom betreft, bedraagt het tarief voor iedere extra boom | € | 62,52 |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag meer dan één are bosplantsoen of (lint)begroeiing betreft, bedraagt het tarief voor iedere extra are bosplantsoen of (lint)begroeiing | € | 69,74 |
2.3.7 | Achteraf ingediende aanvraag | | |
| Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 tot en met 2.3.6 bedraagt het tarief, indien de in deze onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of voltooiing van de activiteit van de op grond van deze onderdelen verschuldigde leges | | 200% |
2.3.8 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.8.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de beschikking voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.8.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de beschikking voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.9 | Advies | | |
2.3.9.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.9.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.9.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.10 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
| Indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |