Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Súdwest-Fryslân 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften gemeente Súdwest-Fryslân 2023-2026
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften gemeente Súdwest-Fryslân 2023-2026
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbezwaarschriften

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verwijzing in de aanhef naar het (niet meer bestaande) Rechtspositiebesluit decentrale overheden is verwijderd. Daarnaast zijn de verwijzingen naar de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht verfijnd door te verwijzen naar de toepasselijke artikelen.

de verordening is per 1 janauri 2024 geconsolideerd na verwerking van het besluit tot 1e wijziging

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202301-01-2023nieuwe regeling

22-12-2022

gmb-2023-4246

01-01-2023geconsolideerde regeling

22-12-2022

gmb-2024-68111

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Súdwest-Fryslân 2023-2026

 

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 september 2022;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 7:13 van de Awb en afdeling 3.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale overheden;

 

besluit vast te stellen:

 

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Súdwest-Fryslân 2023-2026.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening/regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;

  • c.

    commissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb.

 

Artikel 2 De commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het bestuursorgaan.

  • 2.

    De commissie heeft geen bevoegdheid ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      gemeentelijke belastingverordeningen;

    • c.

      de Ambtenarenwet en de gemeentelijke rechtspositieregelingen, voor zover die betrekking hebben op functiewaarderingen.

 

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier leden waaronder een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van of zijn werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Súdwest-Fryslân.

 

Artikel 4 Kamers

  • 1.

    De commissie bestaat uit ten minste twee kamers namelijk:

    • a.

      de sociale kamer: deze kamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op grond van de socialezekerheidswetgeving;

    • b.

      de algemene kamer: deze kamer bereidt adviezen voor van alle bezwaren die niet tot de bevoegdheid van de sociale kamer behoren.

  • 2.

    Het college kan, naar gelang de behoefte, besluiten tot het instellen van een extra kamer.

  • 3.

    Elke kamer bestaat, met inachtneming van het bepaalde in lid 4 en lid 5, uit een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de Awb en ten minste twee leden.

  • 4.

    De voorzitter van de commissie is de voorzitter van de algemene kamer.

  • 5.

    De plaatsvervangend voorzitter van de commissie is de voorzitter van de sociale kamer.

  • 6.

    Het college kan voor een kamer ook een plaatsvervangend voorzitter benoemen.

 

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college kan een of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

  • 3.

    De secretaris maakt geen deel uit van de commissie.

 

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar en kunnen desgewenst ten hoogste één keer voor maximaal vier jaar worden herbenoemd.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan het college de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of een lid, in een naar het oordeel van het college bijzonder geval, na de tweede termijn zoals genoemd in lid 1 nog éénmaal worden herbenoemd als voorzitter of plaatsvervangend voorzitter voor de maximale periode van vier jaar.

  • 3.

    Het college verleent de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of een lid ontslag wanneer:

    • a.

      hij daarom verzoekt;

    • b.

      hij een functie heeft aanvaard die bij deze verordening onverenigbaar is verklaard met het lidmaatschap van deze functie;

    • c.

      hij naar het oordeel van het college niet langer geschikt is voor het lidmaatschap van de commissie;

    • d.

      hij naar het oordeel van het college door handelen of nalaten het aanzien van de commissie ernstig schaadt.

 

Artikel 7 Verslaglegging

  • 1.

    In afwijking van artikel 7:7 van de Awb wordt van de hoorzitting niet standaard een verslag gemaakt.

  • 2.

    In plaats van een verslag wordt van elke hoorzitting een geluidsopname gemaakt.

  • 3.

    Op verzoek van partijen kan de geluidsopnamen beschikbaar worden gesteld en/of een verslag worden gemaakt.

 

Artikel 8 Taak van de commissie

  • 1.

    Aan het bestuursorgaan wordt schriftelijk een gemotiveerd advies uitgebracht over de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 2.

    Voordat de commissie advies uitbrengt, stelt zij bezwaarmaker, eventueel andere belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kan de commissie van het horen afzien indien artikel 7:3 van de Awb van toepassing is.

 

Artikel 9 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    Bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan worden ten minste twee weken voor de hoorzitting uitgenodigd.

  • 2.

    Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt binnen drie werkdagen na ontvangst van dit verzoek aan de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, genoemd in het eerste tot en met derde lid.

 

Artikel 10 Bevoegdheden van de commissie

  • 1.

    De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van een commissielid bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig daartoe uitnodigen op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van het college vereist.

 

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1.

    De commissie komt per hoorzitting met drie leden bijeen, waarbij er één als voorzitter fungeert. Wanneer de voor de betreffende kamer als zodanig benoemde (plaatsvervangend) voorzitter niet aanwezig kan zijn, treedt een van de aanwezige leden op als voorzitter.

  • 2.

    In afwijking van het voorgaande lid is voor het horen van belanghebbende vereist dat ten minste de voorzitter, of zijn plaatsvervanger en een lid aanwezig zijn.

  • 3.

    De commissie vergadert zo vaak de secretaris of de voorzitter haar bijeenroept.

  • 4.

    De voorzitter beslist over tegelijk of afzonderlijk horen zoals bedoeld in artikel 7:6, tweede lid Awb.

 

Artikel 12 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de sociale kamer is niet openbaar.

  • 2.

    De zitting van de algemene kamer is openbaar.

  • 3.

    In afwijking van lid 2 is de zitting niet openbaar indien de voorzitter van oordeel is dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.

 

Artikel 13 Geheimhouding

  • 1.

    De commissie neemt vertrouwelijk kennis van de ongeschoonde stukken waarvan de openbaarmaking of verstrekking is verzocht indien het gaat om een bezwaarschrift tegen een besluit op grond van de Wet open overheid of de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 2.

    In andere gevallen kan een partij de commissie verzoeken slechts onder voorbehoud van geheimhouding kennis te nemen van bepaalde inlichtingen of stukken. De voorzitter van de betreffende kamer beslist op het verzoek. Indien de voorzitter het verzoek inwilligt, kan de commissie slechts met toestemming van de andere partij(en) mede op grondslag van die inlichtingen of stukken advies uitbrengen.

 

Artikel 14 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks uiterlijk op 15 mei aan het college verslag uit van haar bevindingen en aanbevelingen.

 

Artikel 15 Nadere regels

De kamers kunnen nadere regels opstellen voor de uitoefening van de bevoegdheden die haar toekomen.

 

Artikel 16 Vergoeding

  • 1.

    De voorzitter en de leden ontvangen per bijgewoonde zitting een vergoeding voor het behandelen van maximaal 4 dossiers waarbij partijen worden gehoord.

  • 2.

    De vergoeding in lid 1 bedraagt:

    • a.

      voor de voorzitter € 250,00;

    • b.

      voor de leden € 195,00;

    • c.

      voor de voorzitter en de leden € 50,00 per extra dossier waarin partijen worden gehoord.

  • 3.

    Aan de voorzitter en de leden wordt een vergoeding van € 0,37 per kilometer verstrekt voor het woon-werkverkeer.

 

Artikel 17 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening en de Awb niet voorziet, beslist de voorzitter.

 

Artikel 18 Intrekking oude regelingen

De verordening commissie bezwaarschriften van de gemeente Súdwest-Fryslân 2019-2022 wordt ingetrokken.

 

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023 en vervalt van rechtswege per 1 januari 2027.

 

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften 2023-2026.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2022

mr. Drs. J.A. de Vries , voorzitter.

G.W. Stegenga , griffier.