De raad van de gemeente Veendam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van oktober 2022;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2023
(Verordening marktgelden 2023)
Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
Deze verordening verstaat onder:
- a.
markt: de door het college ingestelde warenmarkt;
- b.
marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond die door het college is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel, waarop overeenkomstig de geldende Marktverordening Veendam markt wordt gehouden.
- c.
standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
- d.
wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;
- e.
kwartaal: een kalenderkwartaal;
- f.
- 2.
In aanvulling op het bovenstaande geldt:
- a.
een gedeelte van een dag of een kwartaal wordt gelijkgesteld met een dag of een kwartaal;
- b.
bij de berekening wordt een gedeelte van een vierkante meter voor een volle vierkante meter gerekend.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam marktgeld wordt geheven:
- 1.
rechten wegens het innemen van een standplaats op een marktterrein;
- 2.
rechten voor het in behandeling nemen van een verzoek tot plaatsing op de wachtlijst of tot jaarlijkse verlenging van opname op deze wachtlijst.
Artikel 3 Belastingplicht
Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats inneemt of van wie een verzoek in behandeling genomen wordt tot plaatsing op de wachtlijst of tot verlenging van opname op deze wachtlijst.
Artikel 4 Vrijstellingen
Voor inrichtingen geplaatst op gemeentegrond, welke daartoe van gemeentewege is verpacht of verhuurd of waarvoor op grond van andere gemeentelijke regelingen belasting is verschuldigd, wordt geen marktgeld krachtens deze verordening geheven.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De rechten worden geheven voor het aantal vierkante meters van de standplaats;
- 2.
Het aantal vierkante meters wordt gesteld op het aantal vierkante meters dat wordt ingenomen door de in lid 1 bedoelde standplaats.
Artikel 6 Tarief
Het recht bedraagt voor:
- 1.
het innemen van een standplaats per dag per m2 € 1,50, met een minimum per standplaats per dag van € 8,60;
- 2.
het in behandeling nemen van een verzoek tot plaatsing op de wachtlijst marktplaatsen per markt € 35,40;
- 3.
het in behandeling nemen van een verzoek tot jaarlijkse verlenging van opname op de wachtlijst per markt € 35,40.
Artikel 7 Wijze van heffing
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarvoor het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur aan belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
- 1.
De rechten zijn verschuldigd:
- a.
voor de per dag berekende rechten bij het begin van de dag waarvoor de standplaats is uitgegeven;
- b.
voor het in behandeling nemen van een verzoek tot plaatsing op de wachtlijst bij het indienen van het verzoek.
- 2.
De in het eerste lid genoemde rechten zijn verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9 Termijn van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden worden betaald in geval van de kennisgeving, de nota of andere schriftuur bedoeld in artikel 7 schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, de nota of andere schriftuur, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving, de nota of andere schriftuur.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De ‘Verordening marktgelden 2022’ van 8 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening marktgelden 2023”.