Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2022
CiteertitelRegeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpRegeling behandeling van bezwaarschriften bezwaarschriften bezwaarschrift bezwaarschriftencommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2022Nieuwe Regeling

28-09-2022

gmb-2022-580549

609203

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2022

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juli 2022, nummer: 609203;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Gezien het amendement "Alleen direct betrokkenen uitsluiten" (22A46);

  • Gezien het amendement "Tijdig verslag" (22A47);

  • Gezien het amendement "Kwaliteit van de rechtsbescherming" (22A48);

BESLUIT:

vast te stellen de Regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2022:

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtelijk horen: horen door een ambtenaar namens het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 7:5 van de wet;

  • b.

    belanghebbende: bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden;

  • c.

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente Arnhem dat het bestreden besluit heeft genomen en dient te beslissen op een bezwaarschrift: de raad, het college en de burgemeester;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • e.

    commissie: algemene bezwaarschriftencommissie, een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

  • f.

    verwerend orgaan: het gemeentelijke bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • g.

    voorzitter: voorzitter van de commissie;

  • h.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

 

HOOFDSTUK 2 Behandeling van de bezwaarschriften

 

 

Artikel 2 Informele aanpak van het bezwaar

  • 1.

    Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld alvorens

  • het verder in behandeling te nemen.

  • 2.

    De informele aanpak start door kort na binnenkomst van het bezwaarschrift hierover contact op te

  • nemen met de bezwaarmaker en de voorbereider van het primaire besluit.

  • 3.

    Als het bezwaar in der minne wordt geschikt, legt het bestuursorgaan de gemaakte afspraken

  • schriftelijk vast en neemt het zo nodig een nieuw besluit.

 

Paragraaf 1  

De commissie

 

Artikel 3 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie die is belast met de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 1:5 van de wet tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    Deze commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn gericht tegen besluiten genomen op grond van:

  • de Algemene wet inzake rijksbelastingen en aanverwante regelgeving, de gemeentelijke belastingverordeningen en de Wet waardering onroerende zaken/ roerende woon- en bedrijfsruimten.

 

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter, een vice-voorzitter en zes leden.

  • 2.

    De voorzitter, de vice-voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college. Het college doet dit mede namens de raad en de burgemeester.

  • 3.

    De voorzitter, vice-voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan en zijn tevens niet in dienst van de gemeente werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

  • 4.

    De voorzitter, vice-voorzitter en leden van de commissie zijn bovendien niet tevens lid van een raadscommissie, als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

 

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    Het college wijst de secretaris van de commissie aan. De secretaris is voor zijn secretariaatswerkzaamheden slechts inhoudelijk verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 2.

    Het college zorgt voor een adequate ambtelijke ondersteuning van de secretaris van de commissie, als bedoeld in het vorige lid.

 

Artikel 6 Kamers

  • 1.

    De bezwaarschriftencommissie kan kamers instellen die belast worden met de afhandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    Elke kamer bestaat uit een voorzitter, zijnde de voorzitter of de vice-voorzitter van de commissie, en twee leden.

  • 3.

    De secretaris van de commissie stelt, na overleg met de commissie, een vergaderschema vast voor de commissie.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan de voorzitter worden vervangen door een commissielid.

  • 5.

    Elke kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de volledige commissie zal plaatsvinden.

  • 6.

    Met betrekking tot de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze regeling zoveel mogelijk van toepassing.

  • 7.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de commissie jaarlijks minimaal één keer gezamenlijk vergadert.

 

Artikel 7 Zittingsperiode

  • 1.

    De voorzitter en de vice-voorzitter worden benoemd voor een periode van zes jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van drie jaar. Het college stelt hiertoe, gehoord de commissie, een rooster van aftreden op.

  • 2.

    De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van drie jaar. Het college stelt hiertoe, gehoord de commissie, een rooster van aftreden op.

  • 3.

    Indien de voorzitter of vice-voorzitter van de commissie tussentijds tot gewoon lid wordt benoemd geldt een totale maximale zittingsperiode, inclusief de periode als voorzitter of vice-voorzitter, van negen jaar.

  • 4.

    Indien een lid van de commissie tussentijds als voorzitter respectievelijk vice-voorzitter wordt benoemd geldt een totale maximale zittingsperiode, inclusief de periode als lid, van negen jaar.

  • 5.

    In geval van bijzondere omstandigheden kan het college de voorzitter, de vice-voorzitter of een lid van de commissie tijdelijk ontheffen van zijn of haar functie;

  • 6.

    De voorzitter, de vice-voorzitter en de overige leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 7.

    De aftredende voorzitter, de vice-voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 8.

    Indien de maximale zittingsperiode is verstreken, kunnen de aftredende voorzitter, de vice-voorzitter of het aftredende lid van de commissie voor een periode van zes jaar niet meer benoemd worden in een functie bij de bezwaarschriftencommissies.

 

Artikel 8. Waarborgen voor privacy

  • 1.

    De leden zijn, in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, verplicht tot geheimhouding van de aangelegenheden die de individuele burger betreffen. Deze verplichting is ook van toepassing na beëindiging van het lidmaatschap van de commissie.

  • 2.

    De leden zijn gehouden de stukken, die hen voor de uitoefening van hun taken worden toegezonden, met inachtneming van de voor de gemeente geldende regelgeving na afhandeling te vernietigen.

 

Paragraaf 2  

Procedure behandeling door de commissie

 

Artikel 9 Ingediende bezwaarschriften

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken, alsmede alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken, worden zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Het verwerende orgaan zorgt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het bezwaarschrift dat zijn schriftelijke commentaar in handen van de commissie wordt gesteld.

  • 4.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat de commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

 

Artikel 10 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

- 2:1, tweede lid;

- 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

- 6:10, tweede lid;

- 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

- 7:4, tweede lid;

- 7:6, vierde lid:

- 7:10, derde, vierde en vijfde lid van de wet, voor zover het bezwaarschrift wordt behandeld door de commissie,

worden voor de toepassing van deze regeling namens het betreffende bestuursorgaan uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie.

 

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie kan in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

 

Artikel 12 Voorbereiding hoorzitting

  • 1.

    De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

 

Artikel 13 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerende orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee dat zij in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerende orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerende orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

 

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter, de vice-voorzitter en de overige leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

 

Artikel 15 Hoorzitting

  • 1.

    Hoorzittingen vinden fysiek plaats.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan door of namens de voorzitter worden besloten dat de commissie via een beeldverbinding hoort indien door omstandigheden het houden van een fysieke zitting niet mogelijk is.

  • 3.

    In uitzonderlijke situaties kan het horen via een beeldverbinding plaatsvinden op verzoek van de belanghebbende.

 

Artikel 16 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    Als gewichtige redenen worden in ieder geval persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard aangemerkt.

 

Artikel 17 Horen minderjarige

  • 1.

    De commissie stelt een minderjarige van twaalf jaar of ouder die bij een bezwaarschrift in het kader van de Jeugdwet en daarop gebaseerde regelgeving is betrokken, in de gelegenheid zijn mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. De commissie kan besluiten een minderjarige jonger dan twaalf jaar te doen horen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 12, lid 1, van deze regeling wordt de minderjarige in beginsel voorafgaand aan de hoorzitting afzonderlijk gehoord. De minderjarige wordt alleen gehoord door de voorzitter in bijzijn van de secretaris. Ouder(s) mogen hierbij aanwezig zijn, mits de jeugdige daarmee instemt. Het verwerende orgaan wordt hiervoor niet uitgenodigd.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie beslist over de aanwezigheid van ouders bij het horen van de minderjarige.

  • 4.

    Indien de voorzitter dit nodig acht, wordt een deskundige gevraagd om bij het horen aanwezig te zijn en samen met de voorzitter de minderjarige te horen.

  • 5.

    Van het horen van de minderjarige wordt geen verslag gemaakt. Tijdens de hoorzitting geeft de voorzitter kort en zakelijk weer wat de minderjarige heeft verklaard.

  • 6.

    Aan de belanghebbenden wordt geen kopie verstrekt van op de zaak betrekking hebbende stukken die de minderjarige in de bezwaarprocedure heeft overgelegd.

 

Artikel 18 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet is digitaal en bestaat uit een geluidsopname en/of beeldopname van de hoorzitting.

  • 2.

    De geluidsopname wordt in de regel niet schriftelijk uitgewerkt.

  • 3.

    Op verzoek van een belanghebbende of het verwerend orgaan stelt de commissie de geluidsopname digitaal ter beschikking. Indien er sprake is van omstandigheden die daartoe aanleiding geven, kan de commissie toezending weigeren. In dat geval wordt een schriftelijk verslag verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid wordt de geluidsopname alsnog schriftelijk uitgewerkt indien een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

  • 5.

    Het schriftelijk verslag vermeldt de namen van de aanwezigen, uitgezonderd het publiek en de vertegenwoordigers van de pers, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 6.

    Het schriftelijke verslag houdt een beknopte zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 7.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het schriftelijke verslag hiervan melding.

  • 8.

    Het schriftelijke verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden die aan het verslag worden gehecht.

  • 9.

    Het schriftelijke verslag wordt opgemaakt onder verantwoordelijkheid van de commissie en ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

 

Artikel 19 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies is uitgebracht, naar het oordeel van de commissie een nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit door of onder leiding van de voorzitter van de commissie.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerende orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerende orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 20 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 4.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5.

    Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

 

Artikel 21 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

 

Artikel 22 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de voorzitter.

 

Paragraaf 3  

Procedure ambtelijk horen

 

Artikel 23 Ambtelijk horen

  • 1.

    Het college kan categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij het horen en adviseren ambtelijk kan plaatsvinden.

  • 2.

    Als de bezwaarmaker of het college het bezwaarschrift aan de commissie wil voorleggen, kan het college besluiten dat horen door de commissie plaats.

 

Artikel 24 Ingediende bezwaarschriften

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat het horen door een medewerker van de gemeente Arnhem zal plaatsvinden.

 

Artikel 25 Bevoegdheden

  • 1.

    Ambtelijk horen geschiedt door de medewerkers van de afdeling Juridische zaken van Bedrijfsvoering.

  • 2.

    De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • - 2:1, tweede lid;

  • - 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • - 6:10, tweede lid;

  • - 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens het ambtelijk horen;

  • - 7:4, tweede lid;

  • - 7:6, vierde lid:

  • - 7:10, derde, vierde en vijfde lid van de wet, voor zover het bezwaarschrift wordt behandeld via ambtelijk horen,

  • worden voor de toepassing van deze regeling namens het college uitgeoefend door of namens de in het eerste lid genoemde medewerkers.

 

Artikel 26 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    Belanghebbenden worden ten minste één week voor de hoorzitting schriftelijk uitgenodigd.

  • 2.

    Wegens bijzondere omstandigheden en in overleg met belanghebbende kan de medewerker, bedoeld in artikel 25, eerste lid, besluiten af te wijken van deze termijn.

 

Artikel 27 Hoorzitting

  • 1.

    Hoorzittingen vinden fysiek plaats.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het horen telefonisch of via een beeldverbinding plaatsvinden indien door omstandigheden het houden van een fysieke zitting niet mogelijk is of op verzoek van de belanghebbende.

 

Artikel 28 Openbaarheid van de hoorzitting

De ambtelijke hoorzitting is niet openbaar.

 

Artikel 29 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet maakt integraal onderdeel uit van het advies.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid, kan het verslag ook bestaan uit een geluidsopname van de hoorzitting.

 

 

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

 

 

Artikel 30 Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks voor 1 juli verslag uit aan de raad, het college en de burgemeester over de door haar in het voorgaande kalenderjaar behandelde zaken en haar bevindingen daarover.

  • 2.

    De commissie is bevoegd aan de raad, het college alsmede de burgemeester alle door haar nodig geachte voorstellen te doen.

 

Artikel 31 Overgangsrecht

  • 1.

    De leden van de bezwaarschriftencommissie personele aangelegenheden, die zijn benoemd op grond van artikel 3, derde lid, in samenhang met het tweede lid van dit artikel van de regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2010, blijven bevoegd om de bezwaarschriften te behandelen die betrekking hebben op de Ambtenarenwet en aanverwante regelgeving en die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2.

    Besluiten genomen op grond van de regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2010 berusten op deze regeling.

 

Artikel 32 Intrekking

De regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2010 wordt ingetrokken.

 

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

 

Artikel 34 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voor de behandeling van bezwaarschriften voor de gemeente Arnhem 2022.

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 september 2022

De griffier, De voorzitter