Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Emmen

Tijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen
CiteertitelTijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 30 juni 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-202301-01-2023nieuwe regeling

15-12-2022

gmb-2022-580060

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen

 

gelet op:

 

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 Participatiewet;

overwegende dat:

 

  • de kosten voor elektriciteit- en gasverbruik onvoorzienbaar erg zijn gestegen waardoor huishoudens door de hoge energierekening in financiële problemen kunnen komen;

  • dit met name geldt voor huishoudens waarbij het aandeel van de energielasten meer dan 15% van het netto-inkomen bedraagt;

  • het college deze huishoudens financieel wil bijstaan door het, onder voorwaarden zoals in deze regeling genoemd, verstrekken van bijzondere bijstand;

  • de kosten voor energie behoren tot de noodzakelijke kosten van het bestaan en deze door de huidige prijsstijgingen in vele gevallen niet meer zijn te voldoen;

  • deze regeling een aanvulling is op al bestaande regelingen waar huishoudens gebruik van kunnen maken en gelet op de voorgenomen maatregelen van het Rijk eerst tot en met 30 juni 2023 geldt;

besluit:

 

vast te stellen: de Tijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

 

  • 1)

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

  • 2)

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Participatiewet;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;

    • c.

      energielasten: kosten voor het elektriciteits- en/of gasverbruik;

    • d.

      huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin;

    • e.

      inkomenscategorie 1: een huishouden waarvan het maandelijks netto inkomen maximaal 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt;

    • f.

      inkomenscategorie 2: een huishouden waarvan het maandelijks netto-inkomen tussen 120% tot maximaal 150% van de toepasselijke bijstandsnorm ligt;

    • g.

      regeling: Tijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen.

Artikel 2 Doelgroep Tijdelijke regeling energiekosten

Bijzondere bijstand op grond van deze regeling is bedoeld voor de huishoudens:

 

  • die als gevolg van de energiecrisis te maken krijgen of hebben gekregen met een aanzienlijke en onvermijdelijke verhoging van de energierekening;

  • waarvan het netto-inkomen valt in de inkomenscategorie 1 of 2;

  • die door de hoge energierekening onvoldoende financiële middelen hebben om de energielasten te betalen;

  • die geen of onvoldoende beroep kunnen op andere regelingen die zijn ingesteld om de hoge energielasten te compenseren.

Artikel 3 Voorwaarden Tijdelijke regeling energiekosten

  • 1.

    Het college kan bijzondere bijstand op basis van deze regeling verstrekken aan huishoudens die in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 te maken hebben of krijgen met een verhoogde energierekening waardoor het aandeel van de energielasten in het totale netto maand inkomen hoger is dan 15%. Voor de uitvoering van deze regeling, is er geen sprake van draagkracht in het inkomen.

  • 2.

    Er bestaat recht op bijzondere bijstand:

    • a.

      als de maandelijkse energielasten meer bedragen dan:

      • 1)

        15% van het maandelijks netto-inkomen en het huishouden behoort tot de inkomenscategorie 1, en

      • 2)

        20% van het maandelijks netto-inkomen en het huishouden behoort tot de inkomenscategorie;

    • b.

      tot de kosten voor het normverbruik dat geldt voor het betreffende huishouden.

  • 3.

    Het normverbruik voor een huishouden wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde verbruik voor een huishouden met de daarbij behorende gezinsleden zoals op de site ‘gaslicht.com’ is gepubliceerd.

  • 4.

    De beoordeling onder welke inkomenscategorie het huishouden valt, gebeurt aan de hand van de inkomensgegevens die betrekking hebben op de 2 maanden voorafgaand aan de maand waarin de bijzondere bijstand is aangevraagd.

  • 5.

    Voor huishoudens vallend onder inkomenscategorie 1, is de bijzondere bijstand gelijk aan het verschil tussen maximaal de kosten voor het maandelijks normverbruik en 15% van het netto maand inkomen.

  • 6.

    Voor huishoudens vallend onder inkomenscategorie 2, is de bijzondere bijstand gelijk aan het verschil tussen maximaal de kosten voor het maandelijks normverbruik en 20% van het netto maand inkomen.

  • 7.

    De bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 3 lid 2, 5 en 6, kan worden verhoogd met de kosten voor het verbruik boven het normverbruik als naar het oordeel van het college dit meerdere verbruik noodzakelijk is.

  • 8.

    De bijzondere bijstand voor de energielasten is bedoeld voor de woning waarin het huishouden zijn hoofdverblijf heeft.

  • 9.

    De beschikbare geldmiddelen van de het huishouden mag niet meer bedragen dan de voor hem of haar geldende normen op grond van artikel 34, Participatiewet.

  • 10.

    Andere al toegekende of toe te kennen vergoedingen, zoals de energietoeslag van € 1.300,-- en het prijsplafond vanaf 1 januari 2023, worden op de bijzondere bijstand in mindering gebracht.

  • 11.

    Aan de verlening van de bijzondere bijstand is de voorwaarde verbonden dat met een gemeentelijke energiecoach wordt bekeken welke maatregelen het huishouden kan treffen om energielasten te verminderen.

  • 12.

    Het huishouden is verplicht aan het college door te geven als er een bijdrage kan worden verkregen op grond van regelingen die nog door het Rijk of andere bestuursorganen voor hetzelfde doel als deze regeling worden ingevoerd. Als hierdoor te veel bijstand is verstrekt, kan deze worden teruggevorderd.

  • 13.

    Als het te betalen voorschot gedurende de periode van bijstandsverlening wijzigt, dient het huishouden dit door te geven. Dit kan beteken dat de hoogte van de bijzondere bijstand kan worden aangepast aan het nieuwe voorschot.

  • 14.

    Ter controle van de verleende bijzondere bijstand, dient de aanvrager de jaarafrekening in die betrekking heeft op de periode waarover de bijzondere bijstand is verleend. Als uit deze controle blijkt dat te veel of ten onrechte bijzondere bijstand is verleend, kan deze worden teruggevorderd. Indien de aanvrager binnen 8 weken na indiening geen bericht krijgt, kan de aanvrager er, tenzij er sprake is van schending van de inlichtingenplicht, vanuit gaan dat er niet wordt teruggevorderd.

  • 15.

    Wanneer misbruik van de Tijdelijke regeling energiekosten wordt geconstateerd wordt het gehele bedrag onverkort teruggevorderd.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

Deze regeling heeft alleen betrekking op de energielasten.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt ingediend met het daarvoor bedoelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag moeten die volgende gegevens worden ingeleverd:

    • a.

      Salarisspecificaties van inkomsten van de 2 maanden voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.

    • b.

      de voorschotnota over de maand januari 2023 waarin de verrekening van het prijsplafond is verwerkt.

    • c.

      een overzicht van het geschat jaarverbruik.

    • d.

      Is er sprake van inkomsten uit onderneming of inkomsten als ZZP’er. dan overlegt de aanvrager de belastingaangifte 2021, een opgave van de (geschatte) inkomsten 2023 en een opgave van de ZZP’er van de inkomsten over de afgelopen 2 maanden, voorafgaande aan de maand van de aanvraag.

    • e.

      De bankafschriften van de afgelopen 2 maanden voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.

    • f.

      Het college kan om aanvullende informatie vragen als het college daar aanleiding toe ziet.

  • 3.

    Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 30 juni 2023.

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Als het huishouden in aanmerking komt voor de bijzondere bijstand, kan deze met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 worden verleend.

Artikel 7 Uitbetaling

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt maandelijks verstrekt over ten hoogste de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

  • 2.

    De bijzondere bijstand over de periode die al verstreken is, wordt ineens uitbetaald.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor deze regeling, kan het college, gelet op alle omstandigheden in het individuele geval, beoordelen of de aanvrager in afwijking van de regeling alsnog in aanmerking komt voor de bijzondere bijstand indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 9 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

Deze regeling treedt in werking op 15 januari 2023 en eindigt op 30 juni 2023.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: de Tijdelijke regeling energiekosten 2023 huishoudens gemeente Emmen.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, gehouden op 15 december 2022.

De gemeentesecretaris,

M. Plantinga-Leenders

De burgemeester,

H.F. van Oosterhout

Toelichting

Vaststelling normverbruik artikel 3 lid 3

 

Om te bepalen of er recht bestaat op bijzondere bijstand, wordt ook gekeken naar het verbruik van het huishouden. Gelet op de huidige energiecrisis is er voldoende informatie van overheidswege verstrekt dat men het energieverbruik zal moeten verminderen. Ook over de mogelijkheden hiervoor is informatie verstrekt. Vandaar dat in deze regeling gekeken wordt naar het energieverbruik van het huishouden afgezet tegen een gemiddeld normverbruik. Met het gemiddelde normverbruik is te voorzien in het normale dagelijkse gebruik van de woning.

 

Er zijn diverse sites te raadplegen waarop te vinden is wat een gemiddeld verbruik is voor een huishouden afhankelijk van de gezinssamenstelling. In deze regeling wordt voor het normverbruik gebruik gemaakt van de cijfers die gepubliceerd staan op de site gaslicht.com over het jaar 2022.

 

Personen in huishouden

Elektra kWh

Gas m3

1

1800

1100

2

2700

1200

3

3500

1500

4

4500

1700

5

5000

1900

 

Indien het huishoudens uit meer dan 5 personen bestaat, wordt het normverbruik voor elektra met 500 kWh en voor gas met 200 m3 per persoon verhoogd.

 

Hoger verbruik artikel 3 lid 7.

Het kan voorkomen dat het noodzakelijk is dat het verbruik hoger is dan het vastgestelde normverbruik. Hierbij valt onder meer, maar niet uitputtend, te denken aan de situatie dat iemand om medische redenen een hogere temperatuur in de woning moet hebben of apparaten moet gebruiken die veel energie verbruiken. Ook kan het aan in de woning gelegen factoren liggen dat het verbruik hoger is dan het normverbruik. Als sprake is van dergelijk meerverbruik, kan ook voor het meerdere verbruik bijzondere bijstand worden verleend.