Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Valkenswaard

Lijst van categorieën in het kader van de verklaring van geen bedenkingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieValkenswaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLijst van categorieën in het kader van de verklaring van geen bedenkingen
CiteertitelLijst van categorieën in het kader van de verklaring van geen bedenkingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  2. artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2022nieuwe regeling

15-12-2022

gmb-2022-579772

2022-298319

Tekst van de regeling

Intitulé

Lijst van categorieën in het kader van de verklaring van geen bedenkingen

De raad van de gemeente Valkenswaard;

 

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valkenswaard d.d. 08-11-2022, nummer: 2022-298319/202211670479

 

Gelet op:

artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5 lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht.

 

Gelet op de behandeling in de vergadering van de raadscommissie d.d. 1 december 2022;

 

BESLUIT:

 

  • 1.

  • 2.

    op grond van artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de “Lijst van categorieën”, zoals opgenomen in bijlage één bij dit besluit, vast te stellen;

  • 3.

  • 4.

  • 5.

  • 6.

Artikel 1: Categorieën

Géén verklaring van geen bedenkingen van de raad van gemeente Valkenswaard is vereist in de volgende gevallen:

 

1. Wonen

 

1.

Bebouwde kom:

  • -

    Het toevoegen tot 50 grondgebonden woningen;

  • -

    Tot een bouwhoogte van 15 meter bij gestapelde bouw;- Het aanpassen of vergroten van een bestaande woning en/of bijgebouw;

  • -

    Het wijzigen van het gebruik van een gebouw naar woning(en), met een maximum van 50 woningen.

2.

Buitengebied:

  • -

    Het toevoegen tot 11 woningen.

3.

Arbeidsmigranten en kwetsbare groepen (exclusief tijdelijke opvanglocaties):

  • -

    Het huisvesten in recreatieve voorzieningen, gelegen in het buitengebied, tot 20% van het aantal (stand)plaatsen;

  • -

    De realisatie van een huisvestingslocatie (geclusterde huisvesting) tot 25 personen op één locatie in het buitengebied.

 

  • -

    De druk op de woningmarkt blijft onverminderd hoog. Het is wenselijk om de procedures voor woningbouwontwikkelingen te versnellen en de vanwege de arbeidsmarktomstandigheden krappe ambtelijke capaciteit optimaal efficiënt in te zetten. Bij de aantallen is onderscheid gemaakt tussen de bebouwde kom en het buitengebied. De keuze voor deze verdeling is ingegeven door de verwachte impact van een initiatief op de omgeving. Algemeen is het bijvoorbeeld het streven om in het buitengebied een bepaalde openheid te behouden. Daar kan het toevoegen van meerdere woningen al grote gevolgen hebben. In de kernen en uitleggebieden is dat anders. Voor het buitengebied is de grens op 11 gelegd omdat vanaf twaalf woningen sprake is van een stedelijke ontwikkeling, reden waarom het logisch is om de raad hierbij te betrekken.

  • -

    Bebouwde kom: De gronden die in de Omgevingsverordening Noord-Brabant zijn aangewezen als ‘Stedelijk gebied’. Buitengebied: De gronden die niet tot het ‘Stedelijk gebied’ behoren.

  • -

    De gemeente heeft nog geen beleid voor het huisvesten van arbeidsmigranten en andere kwetsbare groepen. Het aantal is daarom beperkt gehouden. Bij meer wooneenheden is de beoordeling meer maatwerk, en wordt de ruimtelijke impact bovendien groter.

  • -

    Het genoemde onder 3. geldt niet voor tijdelijke opvanglocaties. Tijdelijke opvanglocaties kunnen mogelijk gemaakt worden met een tijdelijke omgevingsvergunning (artikel 4, lid 11 van bijlage ii van de Bor). Als er bijvoorbeeld een plotselinge instroom ontstaat van vluchtelingen is het wenselijk dat hier snel op geanticipeerd kan worden.

 

2. Bedrijvigheid

1.

Het uitbreiden, dan wel wijzigen van bedrijfsfuncties op bestaande bedrijventerreinen, met uitzondering van perifere detailhandel;

2.

Het toevoegen van perifere detailhandel op bestaande bedrijventerreinen tot een bruto oppervlakte van 5.000 m² bvo.

  • -

    In de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen is reeds een uitgebreide regeling met verschillende mogelijkheden opgenomen. Omdat niet alle nieuwe situaties vooraf voorzien kunnen worden, is deze categorie opgenomen in deze lijst.

  • -

    Aanvragen voor het toevoegen van meer dan 5.000 m2 bvo aan perifere detailhandel worden voor advies aan de gemeenteraad voorgelegd. Reden hiervoor is de impact op de structuur van de bedrijventerreinen en de beschikbaarheid van reguliere bedrijfskavels.

3. Agrarisch

1.

Het realiseren van niet-agrarische nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven.

2.

Het toestaan van een uitbreiding en/of verplaatsing van een agrarisch bouwvlak bij een agrarisch bedrijf, mits naar aard en omvang passend in de omgeving en is vastgelegd in een door de gemeenteraad vastgestelde visie, wijzigingsbevoegdheid of daarmee gelijkstellend kader.

In de bestemmingsplannen voor het buitengebied van Valkenswaard is reeds een uitgebreide regeling met verschillende mogelijkheden opgenomen. Omdat niet alle nieuwe situaties vooraf voorzien kunnen worden, is deze categorie opgenomen in deze lijst.

 

4. Horeca, recreatie en evenementen

1.

Het uitbreiden van bestaande of de nieuwvestiging van recreatiebedrijven en - terreinen in het buitengebied tot 1,5 hectare of tot 5.000 m2 bvo, zoals campings, hotels, golfbanen, vakantie- en recreatieparken.

 

Aanvragen voor het uitbreiden van bestaande en nieuwvestiging van recreatiebedrijven en -terreinen tot 1,5 hectare of tot 5.000 m2 bvo kan het college van burgemeester en wethouders zelfstandig afhandelen. In het geval van grootschalige recreatieve ontwikkelingen is, vanwege de impact op de fysieke leefomgeving (verkeersaantrekkende werking, landschap, geluid, etc.) altijd advies van de gemeenteraad nodig.

 

5. Maatschappelijke- en sportvoorzieningen

1.

Het uitbreiden of realiseren van maatschappelijke- en sportvoorzieningen tot een oppervlakte van 2.000 m² of bij vervangende nieuwbouw, zoals scholen, sportzalen, religieuze voorzieningen, multifunctionele accommodaties (MFA's) en gezondheidscentra.

 

In het geval van grootschalige maatschappelijke- en sportvoorzieningen ontwikkelingen (met meer dan 2.000m²) is, vanwege de impact op de fysieke leefomgeving (verkeersaantrekkende werking, omgeving, geluid, etc.) advies van de gemeenteraad nodig. Aanvragen voor vervangende nieuwbouw die al groter zijn dan 2.000m2 hoeven niet aan de raad te worden voorgelegd.

 

6. Weg- en waterinfrastructuur en groen

1.

Aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande lokale weg- en waterinfrastructuur en niet-structuurbepalende groenvoorzieningen in bestaand stedelijk gebied.

 

Aanpassing of herinrichting van de openbare ruimte of openbare groenvoorzieningen, de optimalisatie van de verkeersafwikkeling of het oppervlaktewaterbeheer zijn zaken die plaats vinden in het kader van het algemeen belang. Deze ontwikkelingen kunnen op grond van het maatschappelijk belang, binnen bestaande beleidskaders, worden uitgevoerd. Deze categorie heeft uitsluitend betrekking op voorzieningen met een lokale werkingssfeer. Grootschalige infrastructurele projecten vallen hier buiten.

 

7. Energieopwekking

1.

Het realiseren van één of meerdere windturbine(s) met een ashoogte tot 15 meter.

2.

Het aanleggen van zonneweides met een oppervlakte tot 1 hectare.

 

In de keuze en normering van de projecten is het onderscheid gemaakt tussen grootschalige en individuele toepassing. Voor grootschalige energieopwekking is altijd advies van de gemeenteraad nodig.

 

8. Combinaties

1.

De categorieën van gevallen zoals genoemd onder 1 tot en met 7 kunnen gecombineerd worden toegepast.

 

Artikel 2: Procedureel

  • 1.

    Een verklaring van geen bedenkingen is niet nodig indien op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om omgevingsvergunning op andere gronden (bijvoorbeeld strijd met bouwbesluit, bouwverordening, welstand) dan planologische gronden geweigerd moet worden of indien de aanvraag om omgevingsvergunning niet past binnen de door de raad gestelde kaders en het college de afwijkingsbevoegdheid zoals bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo weigert toe te passen.

  • De omgevingsvergunning kan bestaan uit meerdere deelactiviteiten. Deze deelactiviteiten (bouw, kap, milieu enz.) hebben allen een toetsingskader, in de Wabo of in de decentrale regelgeving (verordeningen). Indien een onderdeel van de omgevingsvergunning geweigerd moet worden, dient de gehele omgevingsvergunning geweigerd te worden.

    Hierop geldt de uitzondering dat de aanvrager kan verzoeken om de omgevingsvergunning toch te verlenen voor de deelactiviteiten die wel vergund kunnen worden. Doet hij dat wel dan kan het toch nog noodzakelijk zijn om een verklaring van geen bedenkingen aan te vragen. Zo niet, dan is het overbodig om de gemeenteraad de aanvraag voor een verklaring van geen bedenkingen voor te leggen, aangezien zich dan reeds een andere weigeringsgrond heeft voorgedaan.

  • De door de raad gestelde kaders zijn duidelijk. De raad geeft op voorhand aan wat zij aanvaardbaar vindt en wat niet. Als een activiteit in strijd is met een kader, is er geen noodzaak om de raad een verklaring van geen bedenkingen te laten afgeven voor het weigeren van de omgevingsvergunning.

  • 2.

    In het geval er juist wel een verklaring van geen bedenkingen van de raad is vereist, wordt de volgende werkwijze toegepast: indien het ontwerp van de verklaring van geen bedenkingen ter inzage heeft gelegen en er door belanghebbenden geen zienswijzen zijn ingediend, is een definitieve verklaring van geen bedenkingen niet vereist.

  • De gemeenteraad neemt op een bepaald moment het besluit om een ontwerpverklaring ter inzage te leggen voor belanghebbenden. Daarmee geeft hij aan positief te staan tegenover de betreffende ontwikkeling. Indien belanghebbenden geen zienswijzen indienen, zijn er geen redenen om de gemeenteraad nog het definitieve besluit omtrent de verklaring van geen bedenkingen te laten nemen. Er zijn immers geen zienswijzen die de eerder ingenomen positieve grondhouding kunnen doen veranderen.

Artikel 3: Inwerkingtreding

Deze lijst van categorieën treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 15 december 2022

Kenmerk: 2022-298319

de griffier,

Drs. C. Miedema

de voorzitter,

Drs. A.B.A.M Ederveen