Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalre

Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Waalre

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalre
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Waalre
CiteertitelVerordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Waalre
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10.32a van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-2023wijziging

28-11-2023

gmb-2023-512516

01-01-202302-12-2023nieuwe regeling

13-12-2022

gmb-2022-579094

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Waalre

De raad van de gemeente Waalre;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022, nr. 2022-98;

 

gelet op artikel 10.32a Wet milieubeheer;

 

overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater;

 

overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiende hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool;

 

Besluitvast te stellen de volgende verordening:

 

De Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Waalre

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren

b. bebouwd oppervlak: oppervlak waarop een bouwwerk wordt gebouwd, met inbegrip van bouw na verwijdering van een bestaand bouwwerk

c. drukriool: drukriool of drukriolering is het gedeelte van het openbaar riool van het type mechanische riool, bestemd voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater, exclusief hemelwater en grondwater, waarbij het transport plaatsvindt met overdruk;

d. Hemelwaterberging: een voorziening om hemelwater vast te houden en na afloop van een regenbui te infiltreren in de bodem of vertraagd leeg te laten lopen naar oppervlaktewater of een hemelwaterriool

e. Infiltratievoorziening: een voorziening die is bedoeld om hemelwater tijdelijk op te slaan voordat het in de bodem kan infiltreren.

f. mm berging: het aantal millimeters wat aan neerslag moet worden geborgen. Dit aantal millimeters komt overeen met het aantal liters te bergen hoeveelheid per vierkante meter oppervlak;

g. nieuwbouw: nieuwe gebouwen en verharding zowel in uitbreidingsplannen als in bestaand stedelijk gebied, het herbouwen van gebouwen, het aanbouwen bij bestaande gebouwen.

h. openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast

i. openbaar gemengd waterriool: het gedeelte van het openbaar riool dat bestemd is voor stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

j. openbaar hemelwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van hemelwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast

k. overloopvoorziening: voorziening voor het weg laten stromen van een overschot aan hemelwater na berging en infiltratie op particulier terrein;

l. stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

m. werkingsgebied: Het gebied waarop de desbetreffende regel van de verordening van toepassing is.

 

Artikel 2. Lozingsverbod hemel- en grondwater

  • 1.

    Het is verboden afvloeiend hemelwater en grondwater te lozen in de volgende rioolstelsels

  • het openbaar vuilwaterriool

  • het openbaar gemengd waterriool

  • het drukriool

in door het college aangewezen gebieden.

  • 2.

    De gebiedsaanwijzing heeft geen betrekking op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en op de openbare weg.

  • 3.

    Bij het vaststellen van gebiedsaanwijzing houdt het college rekening met het Programma Water, Riolering en Klimaat 2023-2027.

  • 4.

    De gebiedsaanwijzing treedt in werking vanaf de dag waarop zij bekend is gemaakt.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid, als van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater of grondwater kan worden gevergd. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6.

    Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

 

Artikel 2a. Verplichting van hemelwaterberging bij nieuwbouw en bij wijziging van bestaande bouw

1. Bij het realiseren van een bouwwerk en verharding is het verplicht om het hemelwater dat hierop valt, op eigen perceel te bergen en te infiltreren.

2. Bij nieuw te bouwen grondgebonden woningen wordt het bebouwd oppervlak maal 115 % gehanteerd als zijnde verharding.

3. Het eerste lid geldt niet voor nieuwe bouwwerken en verharding met een totaal oppervlak van maximaal 20 m2.

4. Ten aanzien van de capaciteit van de hemelwaterberging gelden de volgende eisen

a. Bij de aanleg van nieuw bebouwd oppervlak en/of verharding (horizontaal gemeten) heeft de hemelwaterberging tenminste een capaciteit van 60 liter per vierkante meter nieuw verhard oppervlak

b. Bij uitbreiding van bestaande bouw heeft de hemelwaterberging tenminste een capaciteit van 40 liter per vierkante meter nieuw verhard oppervlak.

c. Bij vervangende nieuwbouw op een perceel waar al verharding aanwezig was geldt een inspanningsverplichting waarbij voor al het nieuw verhard oppervlak een waterberging met een capaciteit van 40 liter per vierkante meter verhard oppervlak wordt gehanteerd.

5. Het college kan ontheffing verlenen op grond van artikel 2a lid 1 van deze verordening indien blijkt dat de voorgeschreven waterberging lastig, onmogelijk of niet doelmatig is om te realiseren. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verboden.

 

Artikel 2b. Vereisten hemelwaterberging

1. Een hemelwaterberging heeft ten minste een capaciteit van de in artikel 2a lid 4 benoemde hemelwaterbergingseisen.

2. Het geborgen hemelwater wordt in de ondergrond geïnfiltreerd of bovengronds op het erf geborgen.

3. Uitvoering van een geohydrologisch onderzoek naar de doorlatendheid van de bodem is verplicht bij initiatieven met nieuw en/of vervangend verhard oppervlak groter dan 500 m2 verhard oppervlak (horizontaal gemeten).

4. Bij de aanleg van nieuwe bouwwerken en verharding tot 500 m2 geen geohydrologisch onderzoek verplicht. Bij hevige neerslag moet overlast in woningen of belendende percelen wel te allen tijde worden voorkomen door initiatiefnemer.

5. De hemelwaterberging wordt zo ontworpen en in stand gehouden dat deze weer voor 100 % beschikbaar is binnen 48 uur na de regenbui.

6. Het hemelwater dat na toepassing van artikel 2a lid 4 niet kan worden geborgen, kan met een overloopvoorziening worden geloosd in het openbaar hemelwaterriool of op de openbare ruimte.

 

Artikel 3. Strafbepaling

Overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

 

Artikel 4. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld, zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen of groep van personen.

 

Artikel 4a Overgang naar het omgevingsplan

1. Een besluit op grond van artikel 8, dat van kracht is op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt, wordt gelijkgesteld met een besluit op grond van artikel 18.6 van die wet.

2. Artikel 1, onderdeel a, artikel 2, eerste lid en artikel 3 vervallen op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op:

    • a.

      bouwwerken die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening reeds bestonden, behalve wanneer sprake is van een gebiedsaanwijzing;

    • b.

      bouwwerken waarvoor vóór inwerkingtreding van deze verordening een omgevingsvergunning voor bouwen is verleend, behalve wanneer sprake is van een gebiedsaanwijzing.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Waalre’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2022.

De raad van de gemeente Waalre,

de griffier, de voorzitter,

W.A. Ernes M.F. Oosterveer