Verordening op de heffing en de invordering van markt- en promotiegeld 2023

Artikel 1 – Belastbaar feit

• 1.

  Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het hebben of innemen van een standplaats op de voor markt aangewezen plaatsen gedurende de voor markt aangewezen tijd, en voor de diensten en voorzieningen die met de markt verband houden.

• 2.

  Onder de naam “promotiegeld” worden rechten geheven voor collectieve consumentenwervende publiciteit.

Artikel 2 – Belastingplicht

Het marktgeld en promotiegeld wordt geheven van degene, aan wie een standplaats is toegewezen, dan wel van degene die de standplaats inneemt dan wel van degene aan wie vanwege of door de gemeente voorzieningen beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 3 – Maatstaf van heffing

• 1.

  Voor zover het marktgeld en promotiegeld per dag wordt geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een dag.

• 2.

  Voor zover het marktgeld en promotiegeld per kwartaal wordt geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 4 – Belastinggrondslag

• 1.

  Het marktgeld wordt geheven naar de toegewezen verkoop- en opslagoppervlakte van een standplaats.

• 2.

  De rechten betreffende het promotiegeld wordt geheven naar de verleende vergunning voor de weekmarkt.

• 3.

  Een gedeelte van een eenheid wordt als een volle eenheid gerekend.

Artikel 5 – Tarief

• 1.

  Het marktgeld bedraagt per m²:

  • a.

    voor een marktdag of gedeelte daarvan, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, € 0,70

  • b.

    voor een belastingtijdvak, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, € 6,78

• 2.

  Het promotiegeld bedraagt:

  • a.

    voor een marktdag of gedeelte daarvan, € 4,00

  • b.

    voor een belastingtijdvak, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, € 40,00

Artikel 6 – Wijze van heffing

• 1.

  Het marktgeld en promotiegeld, zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 a en artikel 5, lid 2 a, wordt geheven door middel van een genummerde kennisgeving, waaronder wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

• 2.

  Het marktgeld en promotiegeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 b en artikel 5, lid 2 b, wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 – Tijdstip van verschuldigdheid en van betaling

• 1.

  Het marktgeld en promotiegeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 a en artikel 5, lid 2 a, is verschuldigd op het moment dat de standplaats wordt ingenomen en moet worden betaald op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

• 2.

  Het marktgeld en promotiegeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 b en artikel 5, lid 2 b, is verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak en moet worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 8 – Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  De 'Verordening marktgeld 2022’ van 16 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

• 3.

  De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.

• 4.

  Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening marktgeld 2023'.