Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Beleidsregels Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 gemeente Deventer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 gemeente Deventer
CiteertitelBeleidsregels Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 gemeente Deventer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-202201-01-2023nieuwe regeling

29-11-2022

gmb-2022-578400

2022-957

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 gemeente Deventer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor bijzondere bijstand vanuit het ondersteuningsfonds energiekosten 2022;

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Deventer.

besluit vast te stellen de beleidsregels Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 gemeente Deventer.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de Deventer;

  • c.

    inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 31, 32 en 33 van de Participatiewet verminderd met de vakantietoeslag.

    Tot het inkomen wordt ook gerekend de bijstand voor algemene kosten van levensonderhoud zoals genoemd in artikel 5 van de Participatiewet. Er wordt uitgegaan van de som van het inkomen van belanghebbende en de partner;

  • d.

    Belanghebbende: de persoon die voor zichzelf, zijn partner en/of tot het gezin behorende één of meerdere kinderen om bijzondere bijstand voor hogere energiekosten verzoekt;

  • e.

    Huishouden: de leefsituatie die een alleenstaande, kostendelers of (éénouder) gezin duurzaam in stand houden en noodzakelijke kosten maken, zoals energiekosten;

  • f.

    Thuiswonend: meerderjarig kind dat inwoont bij zijn ouder(s);

  • g.

    Zelfstandige: de volwassene die voor de voorziening in het bestaan geheel of gedeeltelijk is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep en de financiële risico’s daarover draagt;

  • h.

    peildatum: 1 oktober 2022;

  • i.

    referteperiode: periode van één maand voorafgaand aan de aanvraagdatum.

Artikel 2: Doelgroep ondersteuningsfonds energiekosten 2022

Het ondersteuningsfonds energiekosten is bedoeld voor een inwoner met een zelfstandig huishouden die;

  • a.

    een energiecontract heeft dat op naam staat van aanvrager of partner; of

  • b.

    energiecontract heeft dat valt onder stads- of blokverwarming; of

  • c.

    huurcontract heeft met inbegrip van energiekosten, waarbij sprake is van gestegen energiekosten t.o.v. de vorige energienota en een verklaring of onderbouwing van de verhuurder over de stijging van de energiekosten.

Artikel 3: Voorliggende voorziening

Bij de beoordeling van de bijzondere bijstand wordt de voorliggende voorziening, namelijk de korting van ad € 190,00 per maand over de maanden november 2022 en december 2022, in mindering gebracht op de bijzondere bijstand.

Artikel 4: Uitsluitingsgronden

Op grond van artikel 11 Participatiewet moet worden vastgesteld of de belanghebbende rechthebbende is van de gemeente Deventer en of de energiekosten verbonden zijn met Nederland (territorialiteitsbeginsel).

Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

  • a.

    in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

  • b.

    die jonger is dan 21 jaar en niet zelfstandig woont;

  • c.

    kostendelende medebewoner;

  • d.

    ingeschreven staat in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres;

Artikel 5: Voorwaarden voor bijzondere bijstand

  • a.

    het college kan bijzondere bijstand verstrekken aan de belanghebbende die te maken heeft met gestegen energiekosten t.o.v. vorige energienota;

  • b.

    de belanghebbende moet, indien gevraagd, middels overlegging van de (maand)rekening van een energieleverancier of het huurcontract, het verschil in energielasten tussen de oude en nieuwe maandrekening aantonen;

  • c.

    De bijzondere bijstand voor de gestegen energielasten is bedoeld voor de woning waarin de belanghebbende woonachtig is.

Artikel 6: Vermogen

  • a.

    Het vermogen waarover de belanghebbende met partner beschikken blijft tot een bedrag van € 4500,00 buiten beschouwing.

  • b.

    Het vermogen van inwonende minderjarige kinderen blijft buiten beschouwing.

  • c.

    Indien er sprake is van een vermogen hoger dan € 4500,00, dan bestaat er geen recht op bijzondere bijstand vanuit het Ondersteuningsfonds energiekosten.

  • d.

    Als aanvrager kan aantonen dan het vermogen bestemd is voor bijzondere omstandigheden, dan kan een bedrag van het vermogen worden vrijgelaten.

  • e.

    Voor de beoordeling van de hoogte van het vermogen geldt als peildatum de datum van aanvraag van de bijzondere bijstand voor de gestegen energielasten.

Artikel 7: Beoordeling

  • a.

    Een huishouden (alleenstaande of gezin) met een inkomen tot 140% van de voor het huishouden toepasselijke bijstandsnorm wordt met betrekking tot het inkomen gelijk gesteld aan een huishouden (alleenstaande of gezin) met de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • b.

    Als een belanghebbende door wisselende of eenmalige inkomsten het inkomen in de maand van aanvraag hoger is dan 140% van de toepasselijke bijstandsnorm, dan wordt uitgegaan van een gemiddeld inkomen. Het gemiddeld inkomen wordt berekend door de som van inkomen dat gedurende 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag is genoten, te delen door 12;

  • c.

    Bij een huishouden (alleenstaande of gezin) met een inkomen hoger dan 140% van de voor belanghebbende toepasselijke bijstandsnorm wordt bij de beoordeling van het inkomen gekeken naar het besteedbare inkomen;

  • d.

    Het besteedbare inkomen wordt berekend aan de hand van alle inkomsten en alle vaste lasten. Als na aftrek van de vaste lasten het besteedbare inkomen lager is dan de norm van de Voedselbank, kan er een beroep worden gedaan op de bijzondere bijstand.

    De hoogte van het normbedrag hangt af van de grootte van het gezin.

    Alleenstaande

    Voor 1 persoon € 300

    Met 1 kind €410

    Met 2 kinderen € 520

    Met 3 kinderen € 630

    Met 4 kinderen € 740

    Met 5 kinderen € 850

    Met 6 kinderen € 960

    Met 7 kinderen € 1.070

    Met 8 kinderen € 1.180

    Gehuwden / samenwonend

    Voor 2 personen € 410

    Met 1 kind € 520

    Met 2 kinderen € 630

    Met 3 kinderen € 740

    Met 4 kinderen € 850

    Met 5 kinderen € 960

    Met 6 kinderen € 1.070

    Met 7 kinderen € 1.180

    Met 8 kinderen € 1.290

  • e.

    Bij een huishouden met een inkomen hoger dan 140%, die na aftrek van de vaste lasten, een besteedbaar inkomen heeft lager dan de norm voedselbank, wordt aan de bijstandsverlening de verplichting verbonden om budgetbegeleiding van het Budget Adviesbureau te accepteren.

  • f.

    Als er sprake is van een extreem hoog verbruik van energielasten, hoger dan het gemiddelde verbruik van een vergelijkbaar huishouden, dan wordt aan de verlening van de bijzondere bijstand het volgende verbonden:

    • -

      Gesprek met medewerker Budget Adviesbureau;

    • -

      Huisbezoek van een energiecoach.

  • g.

    Voor bepaling van het inkomen van de zelfstandige wordt uitgegaan van het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag is gedaan. Dit is het inkomen na aftrek van de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Deze belasting en premies worden gesteld op het percentage, zoals vermeld in artikel 6, lid 2 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004. Hierbij wordt een teruggave inkomstenbelastingen en premies volksverzekeringen niet als inkomen aangemerkt. Het vastgestelde inkomen als zelfstandige wordt, na eventuele vermeerdering met andere inkomsten over het betreffende boekjaar, gedeeld door 12;

Artikel 8: Bijzondere bijstand advies energiecoach

Op verzoek van de gemeente kan een energiecoach worden gevraagd een huisbezoek te doen bij de aanvrager. Als de energiecoach adviseert om relatief kleine energiebesparende maatregelen te treffen, zoals gordijn, lampen, tochtstrip, aluminiumfolie, wordt hiervoor bijzondere bijstand verstrekt.

Artikel 9: Aanvraag

  • a.

    De aanvraag voor de bijzondere bijstand wordt digitaal ingediend via de gemeentelijke website;

  • b.

    In afwijking van deze digitale aanvraag kan een schriftelijke aanvraag worden ingediend als digitaal invullen om redenen niet lukt. Het aanvraagformulier wordt op verzoek toegestuurd;

  • c.

    Belanghebbende overlegt bij de aanvraag:

    • 1.

      Salarisspecificaties van de maand voorafgaand aan de aanvraag. Wanneer er sprake is van flexibele inkomsten, overlegt de belanghebbende salarisspecificaties van de laatste drie maanden;

    • 2.

      Bankafschrift waaruit blijkt dat er sprake is van gestegen energiekosten;

    • 3.

      Bankafschrift(en) van de maand van aanvraag voor beoordeling van het vermogen (spaargeld);

    • 4.

      de belastingaangifte 2021 of de meest recente en de kolommenbalans over de afgelopen drie maanden, voorafgaande aan de aanvraag als er sprake is van inkomsten uit onderneming of inkomsten als Zzp’er.

    • 5.

      Een aanvraag voor de bijzondere bijstand voor de gestegen energiekosten kan worden ingediend tot 1 april 2022.

Artikel 10: Vorm van de eenmalige energietoeslag

De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

Artikel 11: Inlichtingenplicht en terugvordering

  • a.

    Op de aanvraag bijzondere bijstand bij het ondersteuningsfonds energiekosten is de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 lid 1 van de Participatiewet, van toepassing;

  • b.

    Het college trekt de eenmalige energietoeslag in en vordert terug voorzover de bijzondere bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen door onjuiste of onvolledige inlichtingen.

Artikel 12: Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 oktober 2022.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 januari 2023.

Artikel 14. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 gemeente Deventer.

Aldus besloten in de vergadering van 29-11-2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer,

de secretaris,

M.A. Kossen

de burgemeester,

R.C. König

Toelichting  

De beleidsregel Ondersteuningsfonds energiekosten 2022 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op bijzondere bijstand vanuit het Ondersteuningsfonds energiekosten. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 12 in.

 

Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.

 

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven

Lid c. Deze aanvragen worden afgehandeld door de consulten van het team dak- en thuislozen.

 

In artikel 6 is het vermogen nader omschreven.

De vermogensgrens voor het Ondersteuningsfonds energiekosten is gesteld op € 4500,00 per huishoudens.

In artikel 6 sub d staat dat als aanvrager kan aantonen dan het vermogen bestemd is voor bijzondere omstandigheden, dan kan een bedrag van het vermogen worden vrijgelaten.

Hierbij moet gedacht worden aan reservering begrafenis- of crematiekosten.

Bij ontbreken van een polis zijn de bedragen vanuit het beleid bijzondere bijstand een richtlijn.

Begrafenis € 5000,00

Crematie € 4500,00.

 

Ook kan gedacht worden aan reservering gelden voor studie kinderen.