Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Losser

Verordening houdende bepalingen over het verwerken van hemelwater

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLosser
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening houdende bepalingen over het verwerken van hemelwater
CiteertitelHemelwaterverordening gemeente Losser 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10.32a van de Wet milieubeheer
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 156 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2022nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2022-578399

22Z02140

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening houdende bepalingen over het verwerken van hemelwater

De raad van de gemeente Losser;

 

gelet op artikel(en) 10.32a Wet milieubeheer en 149 en 156 Gemeentewet;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

BESLUIT:

 

De navolgende verordening houdende bepalingen over het verwerken van hemelwater vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    centrale hemelwaterberging: een waterberging waarop meerdere woningen zijn aangesloten;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    gescheiden rioolstelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater;

  • d.

    hemelwater: alle vormen van water dat uit de hemel komt, zoals regen, sneeuw, hagel;

  • e.

    hemelwaterberging: het tijdelijk of langdurig bergen van (hemel)wateroverschotten;

  • f.

    IBA: Individuele Behandeling van Afvalwater;

  • g.

    nieuwbouw: een nieuwbouw ontwikkeling door gemeentelijke of private grondexploitatie op een plangebied/exploitatiegebied van twee woningen of meer;

  • h.

    openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • i.

    overtollig water: de hoeveelheid water die de maximale capaciteit overschrijdt van de hemelwaterberging;

  • j.

    perceel: een door het Kadaster begrensd stuk grond dat toebehoort aan een eigenaar;

  • k.

    stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

  • l.

    verhard oppervlak: het netto verhard oppervlak als gevolg waarvan hemelwater versneld tot afvoer komt, zoals bebouwing, daken, (tuin)bestrating, parkeerplaatsen en overige verhardingen. Groen(daken) valt/vallen hier niet onder;

  • m.

    voorzijde van een woning: de straatzijde en/of de zijde waar de openbare riolering ligt;

  • n.

    woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Vereisten hemelwaterberging bij nieuwbouw

  • 1.

    Het is in de gemeente verboden om vanaf nieuwbouw zonder berging afvloeiend hemelwater te lozen in het openbare vuilwaterriool, bestaand gemengd riool, drukriool of op een IBA.

  • 2.

    Voor nieuwbouw wordt op ieder perceel voor elke extra m² verhard oppervlak en voor de openbare weg, een hemelwaterberging aangebracht en in stand gehouden die een regenbui kan verwerken die gemiddeld eens per 100 jaar voorkomt (T = 100).

  • 3.

    De hemelwaterberging dient het geborgen water geleidelijk binnen maximaal twee etmalen te infiltreren in de bodem of vertraagd af te voeren.

  • 4.

    De hemelwaterberging moet voorzien zijn van een bovengrondse overloop naar de openbare ruimte voor de afvoer van overtollig water bij extreme neerslag.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van artikel 2.

Artikel 3 Afkoppeling bestaande bebouwing bij rioolvervanging

  • 1.

    Het is in de gemeente verplicht mee te werken aan afkoppeling bij de realisatie van een gescheiden rioolstelsel door de gemeente, bijvoorbeeld bij rioolvervangingsprojecten waarbij aan de voorzijde de huidige gemengde riolering vervangen wordt.

  • 2.

    Een afkoppeling als bedoeld in dit artikel mag door de eigenaar van een perceel ook zelf op een later tijdstip en op eigen kosten worden uitgevoerd. De uitvoering dient dan wel plaats te vinden binnen twaalf maanden nadat hierover overeenstemming is bereikt met het college.

  • 3.

    Eenmaal gerealiseerde afkoppelingen dienen door de eigenaar te allen tijde in stand te worden gehouden.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van artikel 3.

Artikel 4 Voorschriften

  • 1.

    Aan een ontheffing, als bedoeld in deze verordening, kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie een ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 5 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 7 Overgangsrecht

Deze verordening is niet van toepassing op:

  • a.

    bouwwerken die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening al bestaan;

  • b.

    bouwwerken waarvoor vóór inwerkingtreding van deze verordening een omgevingsvergunning voor bouwen is aangevraagd; en

  • c.

    tenders en ontwikkelovereenkomsten die binnen zes weken na inwerkingtreding van de verordening zijn afgesloten.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Hemelwaterverordening gemeente Losser 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 20 december 2022;

Griffier,

Voorzitter,

Toelichting

Algemene toelichting

Met de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken per 1 januari 2008 is onder andere de Wet milieubeheer gewijzigd. In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer staat dat gemeenteraden in het belang van de milieubescherming bij verordening regels kunnen stellen aan het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in de openbare vuilwaterriolering, maar ook in het openbare hemelwaterstelsel of openbare ontwateringsstelsel. Hiermee is een instrument geboden om de gemeentelijke watertaken (zorgplichten) vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid. Dit betekent dat gemeenten niet verplicht zijn een verordening voor het lozen van hemel- en grondwater in de riolering te hebben.

 

Een gemeente legt haar rioleringsbeleid vast in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Hemel- en grondwaterlozingen in de riolering zijn geregeld in het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Besluit lozen buiten inrichtingen en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Over de riolering en de aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2012. De onderhavige verordening is aanvullend en is niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling – de “lozingsbesluiten” en het Bouwbesluit – voorgaan.

 

Situatie in Losser

Het Gemeentelijke rioleringsplan 2018 – 2022 (inclusief vastgesteld addendum ‘verlenging’ tot en met 2024, hierna te noemen ‘GRP’) beschrijft dat in de toekomst de risico’s op wateroverlast zoveel mogelijk beperkt dienen te worden. Door de klimaatverandering wordt het risico op wateroverlast immers groter. Om dit te bereiken zijn er voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater verschillende maatregelen vastgesteld in het GRP 2018 - 2022 die de gemeente kan nemen om wateroverlast te beperken. Eén van de maatregelen is het afkoppelen van hemelwaterafvoeren, wat helpt tegen wateroverlast en verdroging, energiebesparend is, zuiveringskosten bespaart en mogelijkheden schept voor het lokaal benutten van hemelwater. Om de bestaande doelstellingen uit het GRP 2018 - 2022 voor hemelwater te bereiken heeft de gemeente Losser de voorliggende hemelwaterverordening opgesteld op grond van artikel 10.32a Wet milieubeheer.

 

Voor hemelwater is één van de maatregelen het verplichten om bij nieuwbouw waarbij het verhard oppervlak toeneemt om hemelwater op eigen terrein te bergen en te infiltreren in de bodem. Voor bestaande gebouwen en percelen geldt dat de gemeente het hemelwater, als zij dat op het moment al doet, blijft inzamelen en transporteren via de gemeentelijke riolering.

 

Voor de meeste bedrijven gelden de regels in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Hieruit volgt onder andere dat hemelwater niet op gemengde riolering mag worden aangesloten als het redelijkerwijs mogelijk is om het hemelwater te infiltreren in de bodem, of te lozen op het oppervlaktewater of een hemelwaterstelsel. Voor bedrijven geldt dat afspraken moeten worden gemaakt met de gemeente en het waterschap over de wijze van hemelwaterberging, omdat hemelwaterberging en infiltratie in de bodem lang niet altijd wenselijk is vanaf een bedrijfsterrein vanwege het mogelijk infiltreren van (gevaarlijke) afvalstoffen in de bodem. Voor bedrijven is dus maatwerk nodig.

 

In het buitengebied wordt geen hemelwater ingezameld. De bewoners en bedrijven in het buitengebied zijn hier zelf verantwoordelijk voor. Hemelwater mag niet op de drukriolering worden aangesloten, omdat de drukriolering dan overbelast wordt en pompstoringen optreden.

 

Omgevingswet

De bepalingen in deze hemelwaterverordening zijn zodanig opgesteld dat ze voldoen aan de eisen uit de Omgevingswet. In de artikelsgewijze toelichting komt dit nader aan bod.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze verordening gehanteerde begrippen omschreven.

 

Artikel 2 Vereisten hemelwaterberging bij nieuwbouw

Eerste lid

Kern van de hemelwaterverordening is dat er bij nieuwbouw, dat wil zeggen bij private of gemeentelijke grondexploitatie van minimaal twee woningen, een verplichting geldt om een waterberging aan te leggen en in stand te houden. Dit om wateroverlast te beperken en schade aan woningen en vitale infrastructuur te voorkomen. Geen hemelwater mag worden aangesloten op het openbare vuilwaterriool, op drukriolering of op een IBA.

 

Tweede lid

De minimale eis aan de hemelwaterbergingscapaciteit vloeit voort uit het GRP 2018-2022.

Het teveel aan hemelwater moet in de berging worden opgevangen. Van daar kan het in de bodem infiltreren of langzaam (vertraagd) worden afgevoerd. De berging bestaat bijvoorbeeld uit infiltratie en/of wadi en/of retentievijver met een noodoverloop naar oppervlaktewater. De benodigde omvang van de berging wordt vooral bepaald door de grootte van het verharde oppervlak (daken en verhardingen) die op de berging afwateren. Daarnaast is de omvang afhankelijk van het soort berging, de bodemgesteldheid en lokale omstandigheden.

 

Voorbeeld van een berging: een wadi

De term wadi is afkomstig uit het Midden-Oosten en staat voor een rivier die vrijwel altijd droog staat. Een wadi is een (met gras begroeide) ondiepe brede greppel voor infiltratie en eventueel afvoer van hemelwater. Tijdens droog weer heeft de wadi bijna het uiterlijk van een grasveld. Bij neerslag stroomt hemelwater in de wadi, waar het in de bodem kan infiltreren. Veelal is de wadi voorzien van een overlaat (slok-op) om overstroming bij hevige neerslag te voorkomen.

 

Het gebied moet een regenbui kunnen verwerken die gemiddeld eens per 100 jaar voorkomt (T = 100). Daarbij moet rekening gehouden worden met het klimaat in 2085 (scenario 2085 Wh+). Op basis daarvan kunnen specialisten uitrekenen hoeveel berging er nodig is. Het waterschap kan aangeven met welke ‘regenbuien’ en uitgangspunten rekening dient te worden gehouden. In veel gevallen zal, zo schrijft het GRP, circa 80 mm berging nodig zijn. Dit betekent dat er voor elke extra m² verhard oppervlak – dus na aftrek van het verhard oppervlak dat er voor de realisatie van het plan al was – en voor de openbare weg, 80 liter water moet worden geborgd. De oude bebouwing dient daarbij als vertrekpunt voor het extra m² verhard oppervlak.

 

Indien de minimale eis niet haalbaar is en/ of de ontwikkelaar van mening is dat een andere bergingseis volstaat dan dient dat gemotiveerd te worden aangetoond.

 

Rekenvoorbeeld

In veel gevallen is circa 80 mm berging nodig. Dit betekent dat voor elke m² extra verhard oppervlak 80 liter water moet worden geborgd. Of andersom, er is 1 m³ berging nodig voor elke 12,5 m² verhard oppervlak, ofwel 800m³ per hectare verhard oppervlak.

 

De waterberging kan veel ruimte in beslag nemen, maar is ook een kans om het gebied aantrekkelijker te maken. Hoe minder verhard oppervlak, hoe minder waterberging er nodig is. Dit kan bijvoorbeeld door het toepassen van groen, waterdoorlatende verharding en groene daken. Groen - waaronder ook groendaken - valt namelijk niet onder het begrip verhard oppervlak (zie artikel 1 sub l). Aanleg van groendaken kan dus ook leiden tot een reductie van de bergingsopgave (minder dan 80 mm).

 

Bij woningen met een hemelwaterberging en/of infiltratie op het perceel, mag alleen de piek van grote regenbuien naar de openbare weg worden afgevoerd (als de berging vol is). Voorwaarde is dat de berging voldoende groot is en goed functioneert. Vanuit de berging infiltreert het regenwater in de bodem of wordt vertraagd naar oppervlaktewater afgevoerd. Alleen bij zeer hevige regenval raakt de berging vol en mogen piekafvoeren naar de riolering of openbare weg worden afgevoerd. Dit moet meestal bovengronds gebeuren (afvoer over maaiveld). Als de openbare hemelwatervoorzieningen bovengronds zijn (zoals goten), dan moet de overloop ook bovengronds zijn. Bij ondergrondse voorzieningen, zoals openbare regenwaterriolering, heeft het ook de voorkeur om het surplus bovengronds aan te leveren. Het water stroomt vervolgens via de kolken in de openbare voorziening.

 

NB: daarnaast is bij bepaalde ontwikkelingen, naast een hemelwaterberging per perceel, ook een watertoets nodig. De watertoets is een verplicht onderdeel in het geval van een bestemmingsplanwijziging of een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan waarmee het waterschap de voorgenomen ontwikkeling toetst aan de gevolgen voor de waterhuishouding. De resultaten van de watertoets moeten onderdeel worden van de voorgenomen ontwikkeling.

 

Derde lid

Een hemelwaterberging heeft een maximale capaciteit dat op een bepaald moment bereikt wordt als het geborgen water niet wordt geloosd. De hemelwaterberging wordt niet aangesloten op het openbare vuilwaterriool of op drukriolering, waardoor de waterberging voorzien moet zijn van een bodeminfiltratiesysteem of een (vertraagde) afvoer naar het oppervlak om geleegd te kunnen worden voor continue gebruik. De hemelwaterberging moet daarvoor het geborgen water binnen maximaal twee etmalen kunnen infiltreren in de bodem of vertraagd kunnen afvoeren. Hiervoor kan het onder andere nodig zijn tijdens de aanleg van de hemelwaterberging bodemverbeteringen toe te passen.

 

Vierde lid

In het geval van extreme neerslag moet er een overloop aanwezig zijn waarmee het overtollige water kan worden afgevoerd van de hemelwaterberging en het terrein naar de openbare ruimte. Hiermee moet worden voorkomen dat schade ontstaat aan de percelen en woningen van eigenaren. Voor zover dit niet zonder ingrijpende maatregelen en hoge kosten mogelijk is kan gebruik worden gemaakt van de ontheffingsmogelijkheid uit het vijfde lid. De ontwikkelaar dient daarbij aan te tonen dat een situatie zonder overloop niet leidt tot overlast en schade. Dit is niet de verantwoordelijkheid van de gemeente, ook niet wanneer ontheffing is verleend.

 

Vijfde lid

Het college kan ontheffing verlenen van hetgeen bepaald in artikel 2. Dit kan aan de orde zijn als er geen hemelwaterberging kan worden aangelegd en er niet redelijkerwijs op andere wijze in hemelwaterberging kan worden gerealiseerd op het perceel van de eigenaar. Ook kan ontheffing worden verleend voor het op onderdelen afwijken van de verordening. Bijvoorbeeld omdat de perceeleigenaar een deel van het hemelwater wil hergebruiken voor eigen doeleinden of als er vanwege de dichtheid van de bebouwing geen bovengrondse overloop naar de openbare ruimte mogelijk is zonder ingrijpende maatregelen en hoge kosten. De ontwikkelaar heeft dan eventueel ook de mogelijkheid om elders in de omgeving een hemelwaterberging aan te leggen. Te allen tijde is afstemming met de gemeente noodzakelijk waarbij het college voor het verlenen van de ontheffing de doelstellingen van het GRP 2018 - 2022 in acht moet nemen.

 

Artikel 3 Afkoppeling bestaande bebouwing bij rioolvervanging

Eerste lid

Het is verplicht om mee te werken aan afkoppeling bij de realisatie van een gescheiden rioolstelsel door de gemeente, bijvoorbeeld bij rioolvervangingsprojecten waarbij aan de voorzijde de huidige gemengde riolering vervangen wordt.

 

Tweede lid

De eigenaar van een perceel mag een afkoppeling als bedoeld in dit artikel ook zelf op een later tijdstip en op eigen kosten uitvoeren. De uitvoering dient dan wel plaats te vinden binnen twaalf maanden nadat hierover overeenstemming is bereikt met de gemeente. Desgevraagd moet de afkoppeling aangetoond kunnen worden door middel van foto’s en/of een situatieschets.

 

Artikel 4 Voorschriften

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 5 Toezicht

Voor het handhaven van gemeentelijke verordeningen geldt altijd de mogelijkheid van dwangsom en bestuursdwang, via hoofdstuk vijf van de Algemene wet bestuursrecht. De dwangsom komt voor dit type overtreding het eerst in aanmerking, het gewenste doel (namelijk afkoppelen) dient namelijk alsnog bereikt te worden.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7 Overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.