Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Amateurkunst projecten Amersfoort |
Citeertitel | Subsidieregeling Amateurkunst projecten Amersfoort |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling projectsubsidies amateurkunst.
Deze regeling wordt ingetrokken per 1 januari 2027.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2023 | nieuwe regeling | 20-12-2022 |
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
gelezen de nota Cultuurvisie Amersfoort 2030, d.d. 10 oktober 2017;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019;
overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren van amateurkunstenaars die bijdragen aan een gezond cultureel klimaat in Amersfoort;
Artikel 2 Uitvoerder van de subsidieregeling
De directeur-bestuurder van de stichting Scholen in de Kunst is door het college gemandateerd om te besluiten op grond van deze subsidieregeling.
Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor incidentele projecten op het gebied van amateurkunst, waarvan een publieke uitvoering van de amateurkunst deel uitmaakt.
Artikel 4 Indieningstermijn aanvraag
Het college stelt bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.
Artikel 5 Eisen aan de aanvrager
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door natuurlijke personen en rechtspersonen zonder winstoogmerk.
Artikel 6 Eisen aan de aanvraag
Een aanvraag wordt ingediend op het door het college vastgesteld aanvraagformulier, vindbaar op https://www.amersfoort.nl/projectsubsidies-amateurkunst.
Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Asv wordt afwijzend op de aanvraag beslist als:
Artikel 11 Wijze van verdeling
Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten verkrijgt en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, dan vindt rangschikking van deze aanvragen plaats aan de hand van het behaalde aantal punten op het criterium als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder d, waarbij bij gelijke score op dit criterium de rangorde van de aanvragen wordt bepaald aan de hand van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
Artikel 13 Beslistermijn aanvragen
Het college beslist op een aanvraag binnen twee maanden na afloop van de aanvraagtermijn.
Een subsidie van meer dan € 2.500,- wordt voor maximaal 80% bevoorschot, uit te betalen bij verlening van de subsidie.
Bijlage 1 - Beoordelingscriteria
De aanvraag wordt beoordeeld op de beoordelingscriteria genoemd in artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling Amateurkunst Projecten Amersfoort. In deze bijlage worden deze beoordelingscriteria toegelicht.
a. Artistiek-inhoudelijke kwaliteit – 5 punten:
b. Zakelijke kwaliteit – 5 punten:
Hanteren van de Governance Code Cultuur, zoals deze is te vinden op https://www.cultuur-ondernemen.nl/governance.
c. Belang voor de stad en/of inwoner – 5 punten:
d. Opgaven uit de Cultuurvisie – 5 punten:
In de aanvraag geeft de aanvrager aan op welke aspecten van dit beoordelingscriterium zich richt. Een aanvraag hoeft zich niet op alle aspecten van dit beoordelingscriterium te richten.
De score op dit beoordelingscriterium is een gemiddelde van de scores op de aspecten waarop de aanvraag zich richt.
We willen veel variatie en afwisseling binnen het culturele klimaat in Amersfoort en een cultureel klimaat dat aansprekend is voor vele verschillende doelgroepen (naar leeftijd, naar leefstijl etc.). Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:
Bijdragen aan een inclusieve samenleving: het bevorderen van de cultuurparticipatie van mensen die nu nog te maken hebben met barrières. We willen daarom de zichtbaarheid van uitingen van kunst en cultuur door minderheidsgroepen steunen en verbinden met reguliere cultuurdragers en een breder publiek.
We willen dat het culturele klimaat in Amersfoort jongeren voldoende mogelijkheden biedt om de door hen gewenste cultuurbeleving te hebben. We richten ons op jongeren van pakweg 16 jaar tot midden twintig. Behoeften zijn uiteenlopend en divers. Als rode draad staan beleving, ontmoeting en aansluiten op de leefwereld van jongeren centraal. We willen impulsen geven aan het verbeteren van het cultuuraanbod voor jongeren en hun cultuurbeleving. Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:
We willen innovatie in het cultuuraanbod stimuleren. Door middel van innovatie kan worden ingespeeld op verschillende trends binnen de culturele sector. Ook kan innovatie worden gebruikt om het aanbod voor een breder publiek aantrekkelijk te maken (onder andere met het oog op de opgaven diversiteit en jongeren). Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:
We willen een aantrekkelijk cultuuraanbod voor onze inwoners, waarbij Amersfoort ook een centrumfunctie voor de regio vervult. Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:
Wij willen dat Amersfoort een thuis is voor vele cultuurmakers, zoals kunstenaars, artiesten, theatermakers, acteurs, schrijvers, beeld- en filmmakers, festivalorganisatoren, productiehuizen etc. Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:
Deze regeling betreft een projectsubsidieregeling zoals bedoeld in de Asv. De Subsidieregeling Amateurkunst projecten Amersfoort vervangt de oude Regeling projectsubsidies amateurkunst. De Regeling projectsubsidies amateurkunst, zoals vastgesteld op 1 december 2020 wordt ingetrokken. De Regeling projectsubsidies amateurkunst blijft van toepassing op subsidies die op grond van die subsidieregeling zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld
De Subsidieregeling kunst- en culturele projecten van amateurs Amersfoort is evenals de oude Regeling projectsubsidies amateurkunst bedoeld om culturele en kunstprojecten van amateurs in Amersfoort en voor Amersfoorters aan te jagen. Hiermee wenst de gemeente Amersfoort door middel van de projecten het culturele klimaat in Amersfoort te versterken, verbreden en vernieuwen en bij te dragen aan een aantrekkelijke en verbonden stad. Daarnaast wenst de gemeente Amersfoort dat de projecten de samenwerking te vergroten met instellingen en partners binnen en buiten het amateurkunstveld in de stad.
De Subsidieregeling projectsubsidies amateurkunst was toe aan herijking en verduidelijking op een aantal punten. In de nieuwe Subsidieregeling kunst- en culturele projecten van amateurs Amersfoort wordt aan deze wens tegemoet gekomen. De opzet van de subsidiereling is meer in overeenstemming gebracht met de andere subsidieregelingen van de gemeente Amersfoort. Tevens is een toelichting toegevoegd, waarin de keuzes die met deze regeling zijn gemaakt worden toegelicht. Er is verhelderd wie een aanvraag kunnen indienen, en voor specifiek welke activiteiten. Ook geeft deze Subsidieregeling meer duidelijkheid over de wijze van verdeling, wanneer twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten verkrijgt. Verder is een specifiek artikel opgenomen met betrekking tot een beslistermijn voor aanvragen, zodat aanvragers weten binnen welke termijn zij een beslissing kunnen verwachten.
De subsidie, bedoeld in artikel 3, bevat geen staatssteun.
Van staatssteun is sprake wanneer voldaan is aan alle criteria uit artikel 107 van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Wanneer er sprake is van staatssteun, moet deze in beginsel ter goedkeuring gemeld worden bij de Europese Commissie.
De criteria uit artikel 107 van het VWEU zijn:
De subsidie uit de onderhavige regeling voldoet niet aan het hierboven genoemde laatste criterium onder e. De Europese Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie geven een zeer ruime uitleg aan dit criterium. Ook als het gaat om kleine bedragen of kleine ondernemingen kan er nog steeds sprake zijn van vervalsing van de mededinging en een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer. Dat is slechts anders als de steun alleen een zuiver lokaal effect heeft. In dat geval is er niet aan dit vijfde criterium voldaan.
De Europese Commissie neemt daarvoor drie aspecten in acht:
Voor culturele activiteiten neemt de Europese Commissie aan dat er geen grensoverschrijdend effect is als de activiteit waarvoor steun wordt verstrekt gericht is op de lokale bevolking en als het niet waarschijnlijk is dat toeristen uit andere lidstaten er speciaal voor zouden afreizen. Daarnaast acht de Europese Commissie ook de hoogte van het steunbedrag, de taal waarin de activiteiten plaatsvinden, het soort activiteiten en het soort ondernemingen dat voor steun in aanmerking komt en de hoeveelheid bezoekers van belang.
De activiteiten waarvoor op grond van deze subsidieregeling subsidie kan worden verstrekt zijn gericht op de lokale bevolking en het is niet waarschijnlijk dat toeristen uit andere lidstaten er speciaal voor zouden afreizen. Voorts is het steunbedrag per activiteit en per subsidieontvanger zeer beperkt, zal vanwege de aard van de activiteiten de taal waarin de activiteit wordt uitgevoerd voor het overgrote deel het Nederlands zijn, en komen alleen natuurlijke personen en verenigingen en stichtingen voor subsidie in aanmerking, waarbij geldt dat verenigingen en stichtingen naar hun aard geen winstoogmerk hebben. Dit leidt tot de conclusie dat de subsidieregeling de mededinging niet kan vervalsen en niet leidt tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer. Dat betekent dat er bij het verstrekken van deze subsidie geen sprake is van staatssteun.
Adviescommissie Amateurkunst: deze commissie is door het college ingesteld om de aanvragen te beoordelen en het college te adviseren over de score die aan de aanvragen kan worden toegekend. In Bijlage II bij deze subsidieregeling staat het reglement voor de Adviescommissie Amateurkunst.
Amateurkunst: Met amateurkunst wordt kunstbeoefening door amateurs bedoeld. Dat houdt ook in dat kunstbeoefening in het kader van onderwijs, of het nu primair of voorgezet onderwijs betreft of een beroepsopleiding, daar niet onder valt. Ook kunstbeoefening in het kader van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning valt hier niet onder, bijvoorbeeld in de vorm van dagbesteding.
Asv: De Asv is in de subsidieregeling gedefinieerd, omdat die ook van toepassing is op de subsidies die op grond van deze subsidieregeling worden verstrekt. Dat is slechts anders indien met deze subsidieregeling wordt afgeweken van de Asv. Voor een volledig overzicht van alle gemeentelijke bepalingen die gelden voor een op grond van deze subsidieregeling verstrekte subsidie is het noodzakelijk om ook naar de Asv te kijken.
Artikel 2Uitvoerder van de subsidieregeling
De directeur-bestuurder van de stichting Scholen in de Kunst is bij het Bevoegdhedenbesluit gemeente Amersfoort 2018 gemandateerd om deze subsidieregeling uit te voeren. Dat houdt in dat de directeur-bestuurder van de stichting Scholen in de Kunst namens het college mag besluiten over aanvragen. Daar waar in de regeling ‘het college’ staat kan voor de uitleg van deze regeling ook de directeur-bestuurder van de stichting Scholen in de Kunst gelezen worden.
Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het doel van de subsidieregeling is het steunen van incidentele projecten op het gebied van amateurkunst. Het moet daarbij gaan om projecten die buiten het reguliere werkveld vallen van een amateurkunstbeoefenaar of van een vereniging of stichting op het gebied van amateurkunst. Wanneer een amateurkunstgezelschap periodiek een uitvoering geeft, wordt dat niet als een incidenteel project gezien. Dat is bijvoorbeeld wel het geval als het amateurkunstgezelschap zich wil uitdagen en publieke uitvoering een vernieuwende vorm wil vormgeven.
Met de kosten van een periodieke uitvoering van een amateurkunstgezelschap kan immers rekening worden gehouden in de bekostiging van het gezelschap, bijvoorbeeld door lidmaatschapsbijdragen of andere periodieke bijdragen van amateurkunstenaars.
Van het project dient tevens een publieke uitvoering onderdeel te zijn. Een publieke uitvoering moet voor het algemene publiek toegankelijk zijn, maar hier mogen wel toegangsprijzen voor worden geheven.
Artikel 4Indieningstermijn aanvraag
Omdat het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van een kwalitatieve beoordeling van de aanvragen, moeten alle aanvragen voor het aflopen van de indieningstermijn volledig en compleet zijn ingediend. Het is niet mogelijk om de aanvraag na ommekomst van de aanvraagperiode te wijzigen of aan te vullen.
Het college neemt een afzonderlijk besluit over de periodes waarbinnen een aanvraag om subsidie kan worden gedaan.
Artikel 5 Eisen aan de aanvrager
De subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen zonder winstoogmerk. In de praktijk zijn dit uitsluitend verenigingen en stichtingen. Dit laatste is een wijziging ten opzichte van de voorheen
geldende subsidieregeling Regeling projectsubsidies amateurkunst, waarin de beperking tot rechtspersonen zonder winstoogmerk niet was opgenomen. Omdat de projecten geen primair commerciële insteek mogen hebben vielen in de praktijk rechtspersonen die een commerciële doelstelling hebben reeds hierbuiten. Het college heeft er daarom voor gekozen dit expliciet in de regeling op te nemen.
Artikel 6 Eisen aan de aanvraag
Op grond van de Asv moet een rechtspersoon bij de aanvraag tevens de statuten of het reglement, een opgaaf van de bestuurssamenstelling en een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel moeten overleggen, als zij deze stukken niet eerder al hadden overgelegd. Gelet op de aard van de subsidieregeling, de omstandigheid dat de rechtspersonen die voor de subsidie in aanmerking komen uitsluitend verenigingen en stichtingen zijn, en de omstandigheid dat de subsidieregeling wordt uitgevoerd door de stichting Scholen in de Kunst die zeer veel kennis heeft van de amateurkunst in Amersfoort, meent het college dat een aanvraag door een rechtspersoon met voldoende waarborgen is omkleed wanneer deze stukken niet worden overgelegd.
Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Asv wordt subsidie uitsluitend verstrekt in verband met kosten die doelmatig zijn, redelijkerwijs nodig zijn voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten, en rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitvoering van de subsidiabele activiteiten. Omdat de Asv ook geldt voor de subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt, geld deze bepaling ook.
In het tweede lid zijn kosten opgenomen die niet voor subsidie in aanmerking komen. Het is aan te raden hiermee rekening te houden bij het opstellen van de aanvraag en de begroting voor het project.
Niet voor alle kosten voor de activiteit wordt subsidie verstrekt. Een natuurlijk persoon kan maximaal voor 85% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten subsidie ontvangen, voor een rechtspersoon is dat 75%. Ook de maximale hoogte van de subsidie verschilt naar gelang de aard van de aanvrager. Voor een natuurlijk persoon bedraagt de maximale subsidie € 2.500,- en voor een rechtspersoon € 7.500,-.
Het subsidieplafond is het maximale bedrag dat in totaal beschikbaar is voor alle subsidies die op grond van deze subsidieregeling verleend worden.
Het college neemt het beschikbare budget op in een openstellings- en plafondbesluit.
In het tweede en het derde lid is geregeld dat als het college een subsidieplafond heeft vastgesteld voordat dit geld op de gemeentelijke begroting beschikbaar is gesteld, of als er al aanvragen zijn ingediend voor dat moment, het subsidieplafond alsnog verlaagd kan worden, maar dat daar wel op gewezen moet worden bij het bekendmaking van het plafond. Dit wordt gedaan in het openstellings- en plafondbesluit.
In het vierde lid is geregeld dat als een subsidie wordt verleend terwijl het subsidieplafond nog verlaagd kan worden, dat betekent dat ook die subsidieverlening nog verlaagd kan worden. Dit wordt in de verleningsbeschikking medegedeeld.
Naast de gronden opgenomen in de Asv worden subsidieaanvragen die voldoen aan één van de hier opgesomde redenen afgewezen.
Met de weigeringsgrond onder a wordt voorkomen dat subsidie verstrekt moet worden aan een project dat niet de minimale drempels heeft bereikt wat betreft kwaliteit.
Met de weigeringsgrond onder b wordt voorkomen dat een aanvraag slechts voor een gedeelte gehonoreerd kan worden. Het college gaat er van uit dat alleen een bedrag aan subsidie wordt aangevraagd dat noodzakelijk is om het project te kunnen uitvoeren. Een dele van het aangevraagde bedrag zal daarvoor onvoldoende zijn.
Projecten die langer lopen dan een jaar komen niet in aanmerking voor subsidie, reden waarom de weigeringsgrond onder c is opgenomen.
De weigeringsgronden onder d, e, f en g zijn opgenomen omdat het college niet wenst projecten met een dergelijke inhoud of oogmerk te subsidiëren.
De weigeringsgrond onder h is opgenomen omdat het college alleen subsidie wenst te verstrekken wanneer dat noodzakelijk is om het project mogelijk te maken. Indien het college aannemelijk acht dat de subsidie voor andere doeleinden zal worden gebruikt dan waarvoor deze is aangevraagd, kan de aanvraag geweigerd worden. Datzelfde geldt als aannemelijk is dat de subsidie niet doelmatig zal worden besteed.
Voorts wordt de subsidie geweigerd als blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen en voorwaarden die aan de subsidieverlening zijn verbonden. Denk bijvoorbeeld aan de eis dat uit de aanvraag blijkt dat de leden ten minste tweewekelijks samenkomen, of als het minimumaantal leden niet wordt gehaald.
Artikel 11 Wijze van verdeling
Het beschikbare bedrag voor de subsidies wordt op een open en transparante wijze verdeeld, door een rangorde in de aanvragen aan te brengen op basis van een beoordeling op kwaliteit. Die beoordeling vindt plaats aan de hand van de criteria genoemd in het tweede lid. In bijlage I wordt een nadere uitleg gegeven van deze criteria. De subsidieaanvrager kan zijn aanvraag met het oog op die criteria vormgeven.
Artikel 12 Adviescommissie Amateurkunst
Voor het opstellen van de rangorde van de aanvragen wordt het college, en namens die de directeur van de stichting Scholen in de Kunst, geadviseerd door de Adviescommissie Amateurkunst. Deze Adviescommissie beoordeelt of de aanvragen aan de voorwaarden uit de subsidieregeling voldoen, en beoordeelt de aanvragen die aan die voorwaarden voldoen vervolgens aan de hand van de in artikel 11 en bijlage I genoemde criteria. Bij die beoordeling moet de Adviescommissie Amateurkunst voldoen aan het in bijlage II neergelegde reglement.
Artikel 13 Beslistermijn aanvragen
In artikel 11, eerste lid, aanhef en onder b, van de Asv is bepaald dat, tenzij in de subsidieregeling anders is bepaald, het college binnen drie maanden op een aanvraag om een projectsubsidie beslist. In deze subsidieregeling is anders bepaald, namelijk dat het college, of namens dat de directeur van de stichting Scholen in de Kunst, binnen twee maanden na afloop van de aanvraagtermijn op de aanvraag beslist.
Van subsidies van meer dan € 2.500,- wordt 80% van het verleende bedrag tijdens de projectperiode bij wijze van voorschot alvast uitbetaald.
In de Asv is in artikel 14, eerste lid, een algemene meldplicht opgenomen. Op grond van die meldplicht moet de subsidieontvanger direct melding maken als activiteiten niet, of niet geheel of niet tijdig worden uitgevoerd, of er niet of niet geheel of niet tijdig aan verplichtingen kan worden voldaan. In deze subsidieregeling is daaraan toegevoegd dat het ook gemeld moet worden als de kosten substantieel (25%) lager uitvallen dan waar van uit is gegaan bij de verlening.
Aan de subsidie is een aantal verplichtingen verbonden. Indien de subsidieontvanger zich niet aan de deze verplichtingen houdt kan dat gevolgen hebben voor de vaststelling van de subsidie.
De verplichting onder a is opgenomen zodat op een doelmatige wijze met het subsidiebedrag wordt omgegaan. Dat houdt onder meer in dat goederen en diensten van derden tegen een marktconform tarief worden aangekocht.
De verplichting onder b dient ertoe te waarborgen dat de subsidieontvanger een adequate aanvraag tot vaststelling kan indienen, en dat een onderzoek naar de besteding van de subsidiegelden kan plaatsvinden.
Met de verplichting onder c wenst het college te waarborgen dat de activiteiten binnen afzienbare tijd na de verlening worden uitgevoerd.
Met de verplichting onder d waarborgt het college dat indien voor een project een vergunning noodzakelijk is, het project alleen uitgevoerd wordt als de vergunning daadwerkelijk verleend is.
De verplichting onder e is een aanvulling op artikel 14, eerste lid, van de Asv. Daarin is een algemene meldplicht opgenomen. Op grond van die meldplicht moet de subsidieontvanger direct melding maken als activiteiten niet, of niet geheel of niet tijdig worden uitgevoerd, of er niet of niet geheel of niet tijdig aan verplichtingen kan worden voldaan. In deze subsidieregeling is daaraan toegevoegd dat het ook gemeld moet worden als de kosten substantieel (25%) lager uitvallen dan waar van uit is gegaan bij de verlening.
Voor subsidies van maximaal € 2.500,- wordt niet eerst een verleningsbeschikking verstrekt. Deze subsidies worden direct vastgesteld. Dat houdt in dat voor deze subsidies geen aanvraag tot vaststelling hoeft te worden gedaan.
Voor subsidies van meer dan € 2.500,- moet wel een aanvraag tot vaststelling worden gedaan. Ingevolge artikel 19, tweede lid, van de Asv moet dat binnen drie maanden na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. In de Asv staan ook de andere voorwaarden waaraan de aanvraag tot vaststelling moet voldoen.