Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Bloemendaal 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Bloemendaal 2023
CiteertitelVerordening toeristenbelasting Bloemendaal 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.

Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting Bloemendaal 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2022nieuwe regeling

22-12-2022

gmb-2022-578133

2022004025

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Bloemendaal 2023

De raad van de gemeente Bloemendaal;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2022;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Bloemendaal 2023

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeron-derkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor va-kantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobielekampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn en gebe-zigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    vaste jaarplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeron-derkomen, stacaravan of vakantieonderkomen dat gedurende het jaar gebruikt wordt door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of personen en, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;

  • d.

    vaste seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerter-rein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat gedurende het seizoen gebruikt wordt door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of per-sonen en dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;

  • e.

    seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, waar gedurende het seizoen een zelfde mobiel kampeeronderkomen is geplaatst, dat ge-durende het seizoen gebruikt wordt door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel de-zelfde persoon of personen en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwij-derd;

  • f.

    toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is of gebruikt wordt voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;

  • g.

    kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecrea-tie;

  • h.

    arrangement: een reservering op een toeristische plaats voor een persoon, gezin, echt-paar of samenreizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van mini-maal vier weken voor een vast huurbedrag;

  • i.

    voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeersei-zoen en eindigend aan het eind van de maand juni;

  • j.

    verlengd voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend in de eerste helft van de maand juli;

  • k.

    naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maan-den, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;

  • l.

    maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor:

  • a.

    het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeen-te in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

  • b.

    het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn inge-schreven, indien deze personen gedurende hun verblijf beroeps- of bedrijfsmatige werk-zaamheden verrichten voor of in opdracht van anderen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belasting-plichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voor-noemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Ver-ordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaar – , vaste seizoen – en seizoenplaatsen en gebezigd voor uitsluitend recreatief gebruik, be-paald op 2,5;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens op toeristische plaatsen gebezigd voor uitsluitend recrea-tief gebruik, bepaald op:

      • 1.

        2,6, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

      • 2.

        2,6, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

      • 3.

        2,4, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

      • 4.

        2,2, indien sprake is van een maandarrangement.

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    • a.

      in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op: 60;

    • b.

      in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op:

      • 1.

        30, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

      • 2.

        39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

      • 3.

        18, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

      • 4.

        13, indien sprake is van een maandarrangement.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

  • 2.

    Dit verzoek wordt gehonoreerd tenzij de nachtregistratie zoals bedoeld in artikel 15 niet of niet juist is bijgehouden.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 5,00.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de voorlopige aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste dag van de daaropvolgende maand.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen voor zover niet bedoeld in het eerste en tweede lid worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbil-jet is vermeld.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eer-ste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wet-houders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderde-len b en d, van de Gemeentewet.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige die voor het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening een aanslag toeristenbelasting heeft ontvangen.

Artikel 13 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd gemeentelijk verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister koste-loos beschikbaar.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 4.

    De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belasting-plichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in art. 6.

  • 5.

    De verplichting als bedoeld in voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichti-ge een gedegen registratie voert waaruit het nachtverblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

Artikel 14 Overgangsrecht

De ‘Verordening toeristenbelasting Bloemendaal 2022’, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 de-cember 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare fei-ten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekend-making.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Bloemendaal 2023’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal gehouden op 22 december 2022.

voorzitter,

griffier,