Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Algemene subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023
CiteertitelAlgemene subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 56 van de Waterschapswet
  2. artikel 78 van de Waterschapswet
  3. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2022nieuwe regeling

14-12-2022

wsb-2022-14500

22.0576857

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 18 oktober 2022, 22.0576857;

 

gelet op de artikelen 56 en 78 van de Waterschapswet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gehoord de commissie Bestuur, Middelen en Waterketen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Algemene subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023

Artikel 1 (definities)

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het college van hoofdingelanden van het hoogheemraadschap;

  • b.

    hoogheemraadschap: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

  • c.

    dagelijks bestuur: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap

  • d.

    De-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van:

    • i.

      Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1), gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2020/972 van de Commissie van 2 juli 2020 (PbEU L 215/3);

    • ii.

      Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 352/9), gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie van 21 februari 2019 (PbEU LI 51/1);

    • iii.

      Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), gewijzigd bij Verordening (EU) 2020/2008 van de Commissie van 8 december 2020 (PbEU L 414/15) of;

    • iv.

      Verordening (EU) 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 114/8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2020/1474 van de Commissie van 13 oktober 2020 (PbEU L 337/1);

  • e.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

  • f.

    onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • g.

    subsidieregeling: nadere regels krachtens deze verordening vastgesteld door het dagelijks bestuur, houdende regels voor het verstrekken van subsidie met het oog op bepaalde activiteiten;

  • h.

    Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47);

  • i.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 (reikwijdte)

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de wet, met uitzondering van subsidies waarvoor door het algemeen bestuur bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen.

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies als bedoeld artikel 4:23, derde lid, van de wet kan het dagelijks bestuur bepalen dat de artikelen 8, 9, 17 en 18 van deze verordening niet of slechts gedeeltelijk van toepassing zijn.

Artikel 3 (bevoegdheden)

  • 1.

    Met inachtneming van:

    • a.

      de taken die krachtens artikel 2 van de Waterschapswet bij provinciale verordening aan het hoogheemraadschap zijn opgedragen;

    • b.

      door het algemeen bestuur vastgestelde kaders en vastgesteld beleid en;

    • c.

      de door het algemeen bestuur in de begroting van het hoogheemraadschap opgenomen financiële middelen;

    is het dagelijks bestuur bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies waarop deze verordening van toepassing is.

  • 2.

    Onder de bevoegdheid tot het verstrekken van subsidies, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval ook begrepen:

    • a.

      het nemen van besluiten tot verlenen, vaststellen, weigeren, intrekken of wijzigen van subsidies;

    • b.

      het niet in behandeling nemen van aanvragen voor subsidie;

    • c.

      het verlenen en betalen van voorschotten of subsidiebedragen;

    • d.

      het opschorten van de verplichting tot betaling van voorschotten of subsidiebedragen;

    • e.

      het terugvorderen van onverschuldigd betaalde voorschotten of subsidiebedragen;

    • f.

      het beslissen op bezwaarschriften tegen subsidiebesluiten.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd de subsidieontvanger verplichtingen op te leggen als bedoeld in de artikelen 4:38 en 4:39 van de wet.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan geen mandaat verlenen tot het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in het tweede lid, onder f.

Artikel 4 (nadere regels/subsidieregeling)

Met inachtneming van:

  • a.

    de taken die krachtens artikel 2 van de Waterschapswet bij provinciale verordening aan het hoogheemraadschap zijn opgedragen;

  • b.

    door het algemeen bestuur vastgestelde kaders en vastgesteld beleid en;

  • c.

    de door het algemeen bestuur in de begroting van het hoogheemraadschap opgenomen financiële middelen;

kan het dagelijks bestuur nadere regels vaststellen in de vorm van subsidieregelingen voor het verstrekken van subsidies.

Artikel 5 (vereisten nadere regels)

  • 1.

    In een subsidieregeling als bedoeld in artikel 4, neemt het dagelijks bestuur bepalingen op met betrekking tot:

    • a.

      de doelgroep;

    • b.

      de subsidiabele activiteiten;

    • c.

      de vereisten voor de subsidieaanvraag;

    • d.

      het subsidieplafond of de subsidieplafonds;

    • e.

      de hoogte van de subsidie;

    • f.

      de wijze van verdeling van het bedrag dat voor subsidie beschikbaar is;

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het dagelijks bestuur in ieder geval bepalingen opnemen met betrekking tot:

    • a.

      de weigeringsgronden;

    • b.

      de subsidiabele en niet-subsidiabele kosten;

    • c.

      de subsidieverlening;

    • d.

      de periode waarbinnen een aanvraag om subsidie kan worden ingediend;

    • e.

      de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;

    • f.

      de subsidievaststelling;

    • g.

      de betaling van de subsidie en eventuele bevoorschotting;

    • h.

      de reservevorming;

    • i.

      de evaluatie als bedoeld in artikel 4:24 van de wet.

Artikel 6 (subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud)

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd en;

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 2.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 3.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 7 (staatssteun)

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het dagelijks bestuur bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2.

    Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

Artikel 8 (aanvraag)

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      als de aanvrager een onderneming is:

      • 1°.

        een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

      • 2°.

        een verklaring als bedoeld in de verordening met betrekking tot de-minimissteun (de-minimisverklaring).

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, overlegt tevens een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 9 (aanvraagtermijn)

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 september voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, wordt uiterlijk dertien weken voorafgaand aan dat boekjaar ingediend.

  • 3.

    Andere aanvragen om subsidie worden ingediend voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 10 (beslistermijn)

  • 1.

    Het dagelijks bestuur beslist op een aanvraag om een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag of, indien voor het indienen van een aanvraag een aanvraagperiode is vastgesteld als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder d, na afloop van de voor de aanvraag geldende aanvraagperiode.

  • 2.

    Bij subsidieregeling kan het dagelijks bestuur afwijken van de beslistermijnen genoemd in het eerste lid.

  • 3.

    Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn opgeschort met ingang van de aanmelding totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

Artikel 11 (weigeringsgronden)

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb weigert het dagelijks bestuur de subsidie indien:

  • a.

    de te subsidiëren activiteiten niet of niet in voldoende mate bijdragen aan de taken die krachtens artikel 2 van de Waterschapswet bij provinciale verordening aan het hoogheemraadschap zijn opgedragen;

  • b.

    de te subsidiëren activiteit strijdig is met of niet bijdraagt aan door het algemeen bestuur vastgestelde kaders en vastgesteld beleid;

  • c.

    geen of onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor het verstrekken van de aangevraagde subsidie;

  • d.

    als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

  • e.

    in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

Artikel 12 (verantwoording)

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt in de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 13 (algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger)

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Een subsidie-ontvanger informeert het dagelijks bestuur onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de subsidie-ontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders, of het doel van de rechtspersoon.

  • 3.

    De zaak die tot stand is gekomen met subsidie wordt niet binnen een periode van 5 jaar na realisering daarvan vervreemd, verhuurd of met hypotheek of andere zakelijke rechten bezwaard, dan wel geheel of gedeeltelijk aan de in de aanvraag omschreven bestemming onttrokken. Het dagelijks bestuur kan van deze bepaling ontheffing verlenen.

  • 4.

    Indien door of namens de subsidie-ontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, dient in de publicaties te worden vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wordt of is gerealiseerd.

Artikel 14 (bijzondere verplichtingen)

  • 1.

    Bij subsidieregeling of subsidieverleningbeschikking kan voor subsidies hoger dan € 25.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

  • 2.

    Bij subsidieregeling of subsidieverleningbeschikking kan voor gesubsidieerde onderzoeks- of monitoringsactiviteiten de verplichting worden opgelegd de resultaten van het onderzoek openbaar te maken op een door het dagelijks bestuur te bepalen wijze.

  • 3.

    Bij subsidieregeling of subsidieverleningsbeschikking kunnen aan de subsidie-ontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de wet worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 5.

    Bij subsidieregeling of subsidieverleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan het hoogheemraadschap een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de wet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

Artikel 15 (egalisatiereserve)

  • 1.

    Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger van een per kalender- of boekjaar verstrekte subsidie die meer dan € 50.000 bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de wet vormt.

  • 2.

    De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan het dagelijks bestuur verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 (wijze van verstrekking en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000)

  • 1.

    Subsidies tot en met € 5.000 worden door het dagelijks bestuur direct vastgesteld of verleend en – tenzij toepassing wordt gegeven aan het volgende lid – binnen acht weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    Als bij verlengingsbeschikking de subsidie-ontvanger wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, vindt de vaststelling plaats binnen acht weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 3.

    In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 5.000 wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

Artikel 17 (eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000)

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 5.000 en ten hoogste € 50.000 dient de subsidie-ontvanger uiterlijk dertien weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

Artikel 18 (eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000)

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidie-ontvanger een aanvraag tot vaststelling in:

    • a.

      in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

    • b.

      in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, uiterlijk dertien weken na afloop van het betrokken boekjaar;

    • c.

      in andere gevallen uiterlijk dertien weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2.

    De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop en;

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 19 (subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000)

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt een subsidie van meer dan € 5.000 vast binnen acht weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde termijn kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidie-ontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

  • 4.

    Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 17, eerste lid en 18, eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is ingediend, kan het dagelijks bestuur de subsidie-ontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Als de aanvraag niet binnen deze termijn wordt ingediend, kan worden overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 20 (berekening uurtarieven, uniforme kostenbegrippen)

  • 1.

    Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij subsidieregeling voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2.

    Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij subsidieregeling voorgeschreven definities.

  • 3.

    Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 21 (toezicht op de naleving)

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidie-ontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van het dagelijks bestuur aangewezen personen.

  • 2.

    De toezichthouders beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Aan de subsidies op grond van deze verordening is de verplichting verbonden dat de subsidie-ontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijze kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

  • 4.

    Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in het Waterschapsblad van het hoogheemraadschap.

Artikel 22 (inwerkingtreding en citeertitel)

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De Subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2006 wordt ingetrokken met ingang van het in het eerste lid genoemde tijdstip.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Algemene subsidieverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023' of 'Algemene subsidieverordening HHNK 2023'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2022

van het college van hoofdingelanden,

de secretaris,

M.J. Kuipers de voorzitter,

drs. L.H.M. Kohsiek