Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkbedrijf Atlant De Peel

Beleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Senzer 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkbedrijf Atlant De Peel
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Senzer 2023
CiteertitelBeleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Senzer 2023
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-01-202301-01-2023nieuwe regeling

02-01-2023

bgr-2023-34

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Senzer 2023

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Senzer, ingevolge artikel 4 Gemeenschappelijke regeling Senzer;

 

gelet op de artikelen 4:5 en 6:2 a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de artikelen 9, 13, 18, 23, 27, 28 41, 44, 52, 53a en 57 van de Participatiewet (Pw) en de artikelen 14, 16a, 37 en 37a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ):

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

 

Beleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Senzer 2023

 

 

Artikel 1 Niet behandelen van een aanvraag

  • 1.

    Het dagelijks bestuur besluit een aanvraag niet te behandelen, indien:

    • a.

      de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag, of

    • b.

      de aanvraag geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15 Awb, of

    • c.

      de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking,

  • mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het dagelijks bestuur

  • gestelde termijn aan te vullen.

  • 2.

    Indien de aanvraag of een van de daarbij behorende gegevens of bescheiden in een vreemde taal is gesteld en een vertaling daarvan voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking noodzakelijk is, besluit het dagelijks bestuur de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door het dagelijks bestuur gestelde termijn de aanvraag met een vertaling aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aanvraag of een van de daarbij behorende gegevens of bescheiden omvangrijk of ingewikkeld is en een samenvatting voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking noodzakelijk is, besluit het dagelijks bestuur de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door het dagelijks bestuur gestelde termijn de aanvraag met een samenvatting aan te vullen.

 

Artikel 2 Ingangsdatum bijstand na afgewezen voorliggende voorziening

  • 1.

    Als een voorliggende voorziening wordt afgewezen en belanghebbende zich binnen 14 dagen na ontvangst van de afwijzing meldt om een uitkering aan te vragen, dan wordt de ingangsdatum voor de uitkering vastgesteld op de aanvraagdatum van de voorliggende voorziening. Ook als er voorschotten zijn verstrekt maar deze worden teruggevorderd.

  • 2.

    Bij een latere melding wordt geen uitkering met terugwerkende kracht toegekend tot de aanvraagdatum van de voorliggende voorziening tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden die een latere melding rechtvaardigen.

Artikel 3 Afhandeling ingetrokken aanvragen
  • 1.

    Een schriftelijke aanvraag kan door belanghebbende alleen schriftelijk worden ingetrokken.

  • 2.

    Indien belanghebbende zijn aanvraag schriftelijk heeft ingetrokken ontvangt hij een schriftelijke bevestiging met de strekking dat naar aanleiding van het intrekken van de aanvraag, deze niet meer wordt behandeld.

 

Artikel 4 Budgetteringsplicht

  • 1.

    De budgetteringsplicht geldt slechts in zeer bijzondere gevallen. Het dagelijks bestuur past de budgetteringsplicht alleen toe als de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen.

  • 2.

    Voor de effectuering van de budgetteringsplicht hoeft geen machtiging gevraagd te worden van de belanghebbende maar heeft wel de voorkeur. Zodra de budgetteringsverplichting door middel van een beschikking is opgelegd, gaat het dagelijks bestuur pas over tot rechtstreekse betaling van bijvoorbeeld de maandelijkse huur- en energierekeningen van de belanghebbende aan de desbetreffende schuldeisers door middel van inhoudingen op de uitkering.

Artikel 5 Huisbezoek

Het dagelijks bestuur heeft zijn richtlijnen voor het afleggen van een huisbezoek vastgelegd in een protocol.

 

Artikel 6 Bewijsopdracht en aanbod tot huisbezoek

Het dagelijks bestuur maakt gebruik van zijn bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 53a, tweede lid van de Participatiewet, na individuele afweging.

 

Artikel 7 Verlaging algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt de norm, als bedoeld in de artikelen 20 en 21 van de Participatiewet ingevolge artikel 27 van de Participatiewet, lager vast voor zover de belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid vallen ook hieronder de woonkosten die door een ander worden voldaan.

  • 3.

    De verlaging bedraagt een bedrag gelijk aan het bedrag van de basishuur zoals genoemd in de Wet op de huurtoeslag.

  • 4.

    Indien een dak- en thuisloze kosten moet maken voor zijn opvang wordt hiermee rekening gehouden met de hoogte van de verlaging. De verlaging wordt verminderd met een bedrag dat met die extra kosten overeenkomt.

Artikel 8 Verlaging algemene bijstand schoolverlaters
  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt voor de belanghebbende die recent de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of een beroepsopleiding, de norm gedurende zes maanden na het tijdstip van die beëindiging lager vast, indien voor het onderwijs of de beroepsopleiding aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 2.

    De verlaging bedraagt een bedrag gelijk aan het verschil tussen de van toepassing zijnde norm en het van toepassing zijnde bedrag voor levensonderhoud als bedoeld in artikel 33, tweede lid van de Participatiewet, vermeerderd met het bedrag van de reisvoorziening in de rentedragende studielening.

Artikel 9 Ingangsdatum normwijziging bij verblijf in inrichting

De hoofdregel is dat de ingangsdatum van het verblijf in een inrichting de ingangsdatum voor de normwijziging is.

 

Artikel 10 Bijstand afstemmen voor gemis aan ALO-kop

  • 1.

    Op grond van de Participatiewet beoordeelt het dagelijks bestuur of het gemis van de ALO-kop gecompenseerd moet worden. Dit artikel wordt toegepast indien de alleenstaande ouder:

    • a.

      geen recht heeft op de verhoging van het Kindgebonden budget (ALO) bij de Belastingdienst vanwege registratie AWIR-partner én

    • b.

      de registratie van AWIR-partner niet kan beëindigen én

    • c.

      aannemelijk maakt dat hij hierdoor niet in zijn levensonderhoud van zichzelf en zijn kind(eren) kan voorzien.

  • 2.

    Voor het beoordelen van het recht op verhoging van de bijstandsnorm geldt:

    • a.

      de aanvulling ALO-kop op de uitkering moet belanghebbende zelf aanvragen en moet individueel beoordeeld worden;

    • b.

      de aanvulling wordt toegekend voor bepaalde tijd;

    • c.

      de aanvulling is onderdeel van de uitkering levensonderhoud;

    • d.

      de hoogte van de aanvulling ligt niet vast, maar is afhankelijk van de individuele situatie;

    • e.

      de norm wordt verhoogd met maximaal de ALO-kop die belanghebbende had kunnen ontvangen als hij geen toeslagpartner had gehad.

Artikel 11 Verrekening van bij aanvraag verstrekte voorschotten

Indien bijstand wordt verleend over een periode waarover met toepassing van artikel 52, eerste lid van de Participatiewet een voorschot is verleend, wordt deze bijstand zonder machtiging van de belanghebbende verrekend met dit voorschot.

 

Artikel 12 Zoekperiode personen jonger dan 27 jaar

  • 1.

    Het dagelijks bestuur geeft aan de jongere die zich meldt voor een uitkering expliciet aan wat van de jongere verwacht wordt tijdens de zoekperiode van vier weken.

  • 2.

    De jongere die verhuist hoeft geen nieuwe zoekperiode te doorlopen indien de verstrekking van de uitkering aansluitend doorloopt.

Artikel 13 Het kunnen volgen van onderwijs
  • 1.

    Beschikt een jongere niet over een startkwalificatie, dan wordt redelijkerwijs van de jongere verwacht dat hij verder studeert, mits hij daar ook de capaciteiten voor heeft.

  • 2.

    Wanneer een jongere wel over een startkwalificatie beschikt, beoordeelt het dagelijks bestuur in hoeverre het volgen van onderwijs de kansen van de jongere op de arbeidsmarkt vergroot. Nemen deze kansen door het volgen van een opleiding toe, dan wordt redelijkerwijs van een belanghebbende verwacht dat hij verder studeert, mits hij daar ook de capaciteiten voor heeft. Het beschikken over een startkwalificatie laat onverlet dat een belanghebbende uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen en in verband daarmee aanspraak maakt op studiefinanciering aangezien een vervolgopleiding in beginsel van toegevoegde waarde moet worden geacht met betrekking tot de kansen van belanghebbende op de arbeidsmarkt, ook al beschikt hij over een startkwalificatie.

 

Artikel 14 Inschrijving bij uitzendbureaus en sollicitaties

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bepaalt bij hoeveel uitzendbureaus de belanghebbende zich moet in laten schrijven en hoeveel reële sollicitaties de belanghebbende in een bepaalde periode moet verrichten.

  • 2.

    De belanghebbende houdt zijn inschrijvingen bij uitzendbureaus en ook zijn sollicitatieactiviteiten en daarbij behorende resultaten bij en overhandigt deze aan het dagelijks bestuur op verzoek.

Artikel 15 Tijdelijke ontheffing van een verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en c van de Participatiewet
  • 1.

    Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, verleent het dagelijks bestuur in individuele gevallen tijdelijk een ontheffing van een verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en c van de Participatiewet.

  • 2.

    Zorgtaken/mantelzorg worden als dringende redenen aangemerkt, voor zover hiermee geen rekening kan worden gehouden door middel van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet.

  • 3.

    Een tijdelijke ontheffing, zoals bedoeld in het tweede lid, wordt gerelateerd aan de omvang van de mantelzorg. Het bestaan, de omvang en de duur van de mantelzorg dient te blijken uit een WMO-indicatiebesluit of een AWBZ-indicatiebesluit. Indien een indicatiebesluit niet voorhanden is dient een indicatiebesluit waaruit de noodzaak tot mantelzorgverlening blijkt alsnog te worden verkregen via medewerking van de verzorgde persoon. Ontheffing wordt slechts voor een door het dagelijks bestuur vast te stellen periode verleend, maximaal te bepalen op de duur zoals benoemd in het indicatiebesluit.

  • 4.

    Medische belemmeringen worden als dringende redenen aangemerkt indien deze objectief zijn vastgesteld in een medisch/psychologisch of arbeidsdeskundig rapport op ons verzoek door een onafhankelijke adviseur.

  • 5.

    Een tijdelijke ontheffing, zoals bedoeld in het vierde lid, heeft de duur van maximaal 12 maanden. Indien de tijdelijke ontheffing afloopt wordt door het dagelijks bestuur onderzocht of de tijdelijke ontheffing voor een periode van maximaal 12 maanden voortgezet moet worden of dat de verplichtingen in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en c weer gehandhaafd moeten worden.

Artikel 16 Bijstand en het vervullen van alternatieve straffen

Het dagelijks bestuur beoordeelt per individueel geval wat het vervullen van de alternatieve straf betekent voor de verplichtingen in het kader van de arbeidsinschakeling. Hoofdregel is dat het vervullen van een alternatieve straf niet de arbeidsinschakeling mag belemmeren.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 18 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Senzer 2023.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van openbaar lichaam Senzer in de vergadering van 2 januari 2023,

Namens het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Senzer,

De heer E. de Vries

Voorzitter

De heer M.H. Biemans

Secretaris