Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stede Broec

Verordening op de heffing en invordering van nachttoeristenbelasting 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStede Broec
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van nachttoeristenbelasting 2023
CiteertitelVerordening Nachttoeristenbelasting 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 224 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2022nieuwe regeling

22-12-2022

gmb-2022-577165

1005312

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van nachttoeristenbelasting 2023

De raad van de gemeente Stede Broec;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022

 

gelet op de artikelen 147 en 224 van de Gemeentewet

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN NACHTTOERISTENBELASTING 2023

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    vaartuig: een object te water dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • f.

    logiesverblijven: verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde verblijven als bedoeld onder a tot en met e, die voor overnachting ter beschikking worden gesteld aan derden;

  • g.

    kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

  • h.

    ligplaats: een plaats in of aan het water die naar plaatselijk gebruik is bestemd voor het afmeren of ten anker leggen van een vaartuig;

  • i.

    lengte: de lengte over alles;

  • j.

    overnachting: elk verblijf tussen 22.00 ’s-avonds en 06.00 ’s-morgens.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente:

  • 1.

    in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, op vaste standplaatsen en logiesverblijven;

  • 2.

    op vaartuigen in het watergebied van de gemeente;

tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam "nachttoeristenbelasting" een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot het verblijf als bedoeld in artikel 2:

    • a.

      in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen;

    • b.

      bij, aan of op hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt, met dien verstande dat in het geval van een vaartuig als belastingplichtige wordt aangewezen de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • b.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • 1.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • 2.

      kano’s, roei- en volgboten;

    • 3.

      motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • 4.

      een vaartuig dat zich op last dan wel bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt;

  • c.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, lid 1, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centrale Orgaan opvang Asielzoekers;.

  • d.

    in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten van rechtspersonen met een sociaal-culturele doelstelling.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Voor de toepassing van dit artikel wordt:

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, in geval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, stacaravans en mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen, bepaald op:

    • -

      1,9 personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;

    • -

      3,5 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt.

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, in geval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, stacaravans en mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen, bepaald op:

    • -

      90 indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;

    • -

      90 indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Administratieverplichting

De belastingplichtige is verplicht om dagelijks een administratie (nachtregister) bij te houden van het aantal personen aan wie hij gelegenheid biedt verblijf te houden. De belastingplichtige is gehouden op verzoek van de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel b, van de Gemeentewet deze administratie te tonen.

Artikel 9 Tarief

Het tarief bedraagt € 1,70 per persoon per overnachting.

Artikel 10 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 11 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven, met uitzondering van hetgeen in het tweede lid is bepaald.

  • 2.

    De belasting geheven van belastingplichtigen als bedoeld in artikel 3, derde lid, kan ook door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving worden geheven. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 12 Betalingstermijnen

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De belasting moet worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 11, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeen-teambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening toeristenbelasting 2022”, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Nachttoeristenbelasting 2023”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Stede Broec in zijn openbare vergadering van 22 december 2022.

De raad voornoemd,

de griffier,

M.P. van der Horst

de voorzitter,

R.A.P. Wortelboer