Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2023
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024wijzigingsregeling

20-07-2023

gmb-2023-331196

01-01-202301-01-2024Nieuwe regeling

22-12-2022

gmb-2022-577125

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2023

Besluit van de raad van de gemeente Assen tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2023 (Verordening toeristenbelasting 2023)

De raad van de gemeente Assen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van22 november 2022.

gelet op artikel 224 Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2023

 

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente Assen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen van de gemeente Assen zijn ingeschreven.

 

Artikel 2. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting wordt verschuldigd.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

 

Artikel 3. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29 lid 1 Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8 sub c, d, f, g of h Vreemdelingenwet 2000 en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

 

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

 

Artikel 5. Belastingtarief

 

 

2023

2024

1.

Het tarief per persoon, per overnachting bedraagt:

€ 1,45

€ 1,50

2.

In afwijking van het hiervoor onder 1 genoemde tarief, bedraagt het tarief in de periode 21 tot en met25 juni 2023 per persoon, per overnachting:

€ 3,00

€ 3,00

 

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Hieronder wordt mede begrepen een bon, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd voor ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 3.

    Indien zich meerdere belastbare feiten voordoen of gaan voordoen, kunnen de rechten daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

 

Artikel 8. Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan €25 worden niet opgelegd.

 

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 lid 1 Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag kan worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet staat vermeld en de volgende twee maanden na de eerste termijn.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 10. Aanmeldings-/informatieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 232 lid 2 sub a en c Gemeentewet.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige die in het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening een aanslag toeristenbelasting heeft ontvangen of daarvoor aangifte heeft gedaan.

  • 3.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden iedere wijziging die gevolgen heeft voor de heffing en invordering van toeristenbelasting schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 232 lid 2 sub a en c Gemeentewet.

 

Artikel 11. Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een nachtverblijfregister.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor zover de belastingplichtige een registratie voert waaruit het nachtverblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister.

 

Artikel 12. Boete

  • 1.

    Het niet voldoen aan de verplichting welke wordt opgelegd bij of krachtens de artikelen 10 lid 1 en 11 wordt aangemerkt als een verzuim.

  • 2.

    De door de heffingsambtenaar op te leggen boete bedraagt ter zake van een dergelijk verzuim € 500,--.

 

Artikel 13. Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 14. Intrekking en overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2020” van 9 april 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

 

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2023”.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 22 december 2022.

De raad voornoemd,

M.L.J. Out, voorzitter

J. de Jonge, griffier