Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg
CiteertitelVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2022nieuwe regeling

22-12-2022

gmb-2022-575985

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg

De raad van de gemeente Doesburg,

gelezen het voorstel van het college van 22 november 2022,

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende: ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg’.

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Meipoortwal;

    • b.

      graf: een zandgraf;

    • c.

      asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

    • d.

      urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

    • e.

      particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

      • 1.

        het doen begraven en begraven houden van één of meer overledenen;

      • 2.

        het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;

    • f.

      particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • g.

      particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • h.

      strooiveld: een daartoe bestemde plaats waarop as wordt verstrooid;

    • i.

      gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

    • j.

      grafbeplanting: beplanting die door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

    • k.

      grafbedekking: gedenkteken, afdekplaat, grafbeplanting en andere voorwerpen op een graf of urnenruimte;

    • l.

      beheerder: de ambtenaar, die namens het college, belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

    • m.

      het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;

    • n.

      rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven of doen bijzetten in een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

    • o.

      grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis;

    • p.

      grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig die bepaling van de verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend voor een particulier graf;

    • q.

      ruimen: het leegmaken van een graf, waarbij de stoffelijke resten van een overledene opnieuw op een begraafplaats ter aarde worden gesteld;

    • r.

      samenvoegen of schudden: het samenvoegen van stoffelijke resten uit één graf en deze onder in hetzelfde graf herbegraven zodat er ruimte ontstaat voor een nieuwe begraving;

    • s.

      nadere regels: regelgeving van het college met betrekking tot de uitvoering, welke onlosmakelijk is verbonden aan onderhavige beheersverordening.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1.

    Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemmingen, vergunningen of ontheffingen kunnen voorwaarden worden verbonden. Alle beschikkingen worden schriftelijk verleend.

  • 2.

    Indien de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd, kan het college besluiten de toestemming, vergunning of ontheffing in te trekken.

  • 3.

    De houder van de toestemming, vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering te tonen aan hen, die belast zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening. Bij weigering hiervan wordt de houder geacht zonder toestemming, vergunning of ontheffing te hebben gehandeld.

HOOFDSTUK 2. BEHEER, BESTEMMING EN REGISTRATIE

Artikel 3. Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het laten delven of openen en sluiten van graven, urnengraven en urnennissen;

  • e.

    het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.

Artikel 4. Bestemming

De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaats is bestemd voor het begraven en begraven houden van één of meerdere overledenen en het bijzetten of verstrooien van asbussen, met of zonder urn.

Artikel 5. Register en plaats registratie

  • 1.

    Het college houdt een register bij van de begraven overledenen en de bezorgde as en kan hiervoor nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Het register bevat van alle graven de rechthebbenden met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 3.

    De rechthebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

  • 4.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden een kopie van het uittreksel ten aanzien van hun grafplaats en leges verkrijgen.

HOOFDSTUK 3. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 6. Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kan de toegang tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4.

    Degenen die zich niet aan de openingstijden houden moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 7. Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 3.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

Artikel 8. Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      goederen ter verkoop aan te bieden;

    • b.

      op enige wijze, zonder schriftelijke toestemming van het college, reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • c.

      op graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • d.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • e.

      dieren los te laten lopen, met uitzondering van een hond ter (blinde) geleide of een hulp/assistentiehond;

    • f.

      dieren te begraven of bij te zetten;

    • g.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingang.

    • h.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • i.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen.

    • j.

      (brom)fietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • k.

      Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:

      • -

        sneller dan 5 km per uur;

      • -

        elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 1.

  • 3.

    De beheerder is bevoegd personen die zich niet houden aan het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel de toegang tot de begraafplaats te ontzeggen.

Artikel 9. Herdenkingen en plechtigheden

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van het college herdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats te houden.

  • 2.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door het college vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaats.

  • 4.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10. Soorten graven

  • 1.

    0p de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnengraven;

    • c.

      particuliere urnennissen.

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend voor:

    • a.

      de gemeentelijke verstrooiingsplaats.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in particuliere (urnen) graven kan worden begraven en bijgezet.

  • 4.

    Tevens bepaalt het college daarin afmetingen en uitgifteduur van de graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 11. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Nieuwe graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 12. Categorieën

Het college kan een verzamelgraf inrichten conform nader door hen te bepalen voorwaarden.

Artikel 13. Termijnen graven

  • 1.

    De aanvraag tot verkrijging van een graf moet worden ingediend bij het college.

  • 2.

    De termijn van het grafrecht begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf of de reservering is uitgegeven.

  • 3.

    Het college verleent het uitsluitend grafrecht op een particulier graf voor de tijd die in de nadere regels is vastgesteld, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 4.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een periode van 10 jaar dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd bij het college door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 14, bedoelde personen.

  • 5.

    Een particulier grafrecht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 6.

    Het uitsluitend grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd aan de rechthebbende middels een grafakte.

  • 7.

    De rechthebbende is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn actuele adres bij het college bekend is.

  • 8.

    Als aanschrijvingen zijn verzonden naar het door de rechthebbende laatst opgegeven (buitenlandse) adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

  • 9.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende te allen tijde schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 14. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het grafrecht op een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

HOOFDSTUK 5. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 15. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk vier werkdagen voorafgaande de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Feestdagen zoals opgenomen in de Algemene termijnenwet gelden als een zondag.

  • 2.

    Indien de burgemeester op grond van artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving te worden overhandigd aan de beheerder.

  • 4.

    De zich op een particulier graf bevindende grafbedekking of voorwerpen moeten door een steenhouwer uiterlijk twee werkdagen voorafgaand het openen van het graf worden verwijderd in opdracht van de rechthebbende.

  • 5.

    Het openen en sluiten van een particulier graf mag uitsluitend in opdracht van een in leven zijnde rechthebbende worden uitgevoerd. In geval van een overleden rechthebbende dient het grafrecht eerst overgeschreven te zijn aan een nieuwe rechthebbende.

  • 6.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 7.

    Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 8.

    Het verstrooien van een urn of asbus gebeurt onder toezicht van de beheerder.

  • 9.

    In bijzondere gevallen kan het college van dit artikel afwijken.

Artikel 16. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 14, tweede lid.

Artikel 17. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van het begraven van overledenen en het bezorgen van de as wordt door het college in de nadere regels bepaald.

  • 2.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van overledenen en het bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaanden, of de persoon die namens de nabestaanden optreedt, vastgesteld.

  • 3.

    Er mag op hetzelfde tijdstip op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis c.q. bezorging van as plaatsvinden.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 5.

    Het begraven buiten de in lid 1 genoemde tijden is slechts mogelijk met ontheffing van de burgemeester. In dat geval wordt de tijd van begraven aangemerkt als een buitengewoon uur.

  • 6.

    Opgraving, overbrenging en herbegraving van stoffelijke resten vindt zo veel mogelijk plaats buiten de in dit artikel genoemde tijden en buiten de tijden van openstelling van de begraafplaats.

  • 7.

    De tijdstippen als in het vorige lid bedoeld, worden in overleg bepaald met de beheerder.

HOOFDSTUK 6. GEDENKTEKENS EN GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een gedenkteken aan.

  • 3.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een gedenkteken, een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of een urn op een graf te doen plaatsen.

  • 4.

    Het college stelt nadere regels vast omtrent de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 5.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19. Grafbeplanting

  • 1.

    Het aanbrengen van winterharde gewassen of beplantingen buiten de afmetingen van het graf is niet toegestaan.

  • 2.

    Beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat er aanspraak kan worden gemaakt op een schadevergoeding. Dit geldt ook voor verwelkte losse bloemen, planten, kransen en dergelijke.

  • 3.

    Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden kan op last van het college door de beheerder worden verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat rechthebbende per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.

Artikel 20. Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief bekend aan de rechthebbende. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking bekend gedurende ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

Artikel 21. Onderhoud door gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het algemene onderhoud en het schoonhouden van de begraafplaats. Dit betekent dat het college voorziet in:

    • a.

      periodiek onderhoud aan begroeiing en bomen;

    • b.

      periodiek onderhoud aan de paden;

    • c.

      periodiek bladvrij houden van de gedenktekens;

    • d.

      periodiek onderhoud aan de urnenmuur.

  • 2.

    Sinds het jaar 2002 voorziet het college tegen een afkoopsom in het zorgdragen voor het periodiek schoonhouden van het gedenkteken en voor onderhoud aan het graf. Dit betekent dat het college voorziet in:

    • a.

      het jaarlijks schoonmaken van het gedenkteken en afdekplaat;

    • b.

      het eenmaal per twee jaar zo nodig reinigen van het op het graf aanwezige grind, marmerslag of flagstones.

    • c.

      het periodiek reinigen van stenen banden en paaltjes.

  • 3.

    Het college voorziet niet in:

    • a.

      het reinigen van losse, op of rondom het graf aanwezige voorwerpen;

    • b.

      het repareren of plaatsen van nieuwe grafbeplanting;

    • c.

      het herstellen van grafverzakkingen.

  • 4.

    Voor de in het tweede lid genoemde werkzaamheden moeten onderhoudsrechten betaald worden. De tarieven worden in de vigerende "Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Doesburg” vastgesteld. Deze rechten zijn een verplichte bijdrage voor rechthebbenden.

Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen/ herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 4.

    Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 23. Aansprakelijkheid

  • 1.

    Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende eigenaar van het gedenkteken, de beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn aangebracht.

  • 2.

    Naast het (doen) plaatsen en aanbrengen geschiedt ook het herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking door en voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 3.

    Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.

  • 4.

    Schade en eventuele gevolgschade door derden is voor rekening en risico van de rechthebbende en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

  • 5.

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op of bij de graven bevinden. Evenmin kan zij aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deze voorwerpen, diefstal of het zoekraken daarvan.

HOOFDSTUK 7. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24. Vervallen grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt gesloten op grond van artikel 43 van de Wet op de lijkbezorging.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 14, tweede lid gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    Datum ingang vervallen grafrecht:

    • a.

      indien de graftermijn verlopen is en de rechthebbende doet schriftelijk afstand van het grafrecht vervallen de rechten op datum afloop grafrecht;

    • b.

      indien de rechthebbende op verzoek, voortijdig, schriftelijk afstand doet van het grafrecht vervallen de rechten op datum van ondertekening van de schriftelijke verklaring.

  • 4.

    In de gevallen als bedoeld in dit artikel vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 4.

    De rechthebbende van een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus op te halen.

  • 5.

    De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 4 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende van het betreffende graf.

  • 6.

    Indien de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 8. BEHOUDENSWAARDIGE GRAVEN

Artikel 26. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 27. Klachten

  • 1.

    Bezoekers van de begraafplaats en personen die in de gemeente Doesburg een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Voor de afhandeling van de klachten is de in de gemeente geldende klachtenprocedure van toepassing.

Artikel 28. Beslissingsbevoegdheid

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, als er sprake is van een onrechtvaardig gevolg.

Artikel 29. Overgangsbepaling

  • 1.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘ Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg 2011’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze (nieuwe) verordening toegepast.

Artikel 30. Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 31. Inwerkingtreding

  • 1.

    1. De ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg 2011’ wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking hiervan in het elektronische Gemeenteblad.

Artikel 32. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 december 2022.

De griffier

J.B. Voorhof

De voorzitter,

drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar

Bijlage 1: Kaart indeling vakken Algemene Begraafplaats Doesburg, behorende bij ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg’