Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzing van degenen die zijn belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en de invordering van gemeentelijke belastingen Oldebroek |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar Oldebroek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Aanwijzingsbesluit heffings-/invorderings-/WOZ-ambtenaar van 3 december 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | nieuwe regeling | 20-12-2022 | 1086827 |
Burgemeester en wethouder van de gemeente Oldebroek;
gelet op artikel 160, eerste lid, en 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b en c, van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken;
B E S L U I T E N vast te stellen:
Aanwijzing van degenen die zijn belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en de invordering van gemeentelijke belastingen Oldebroek (Aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar Oldebroek)
Als degene die is belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet wordt aangewezen: medewerker Beleidsuitvoering van het team Bedrijfsvoering: de heer J.E. Dokter;
De in artikel 1 genoemde heffingsambtenaar is tevens gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Als degene die is belast met de invordering van gemeentelijke belastingen, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet wordt aangewezen: medewerker Beleidsuitvoering van het team Bedrijfsvoering: mevrouw A. van Bruchem;
De aanwijzing van in de artikelen 1 en 3 genoemde medewerkers eindigt van rechtswege met ingang van de datum waarop de uitoefening van de functie van heffingsambtenaar c.q. invorderingsambtenaar geen deel meer uitmaakt van de werkzaamheden van deze medewerkers.