Subsidieverordening verstrekkingenkader Ambitiefonds gemeenschappelijke regeling Avres 2022

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan:

a. Aanvrager: Een (rechts)persoon die op de voorgeschreven wijze een verzoek indient om subsi-die te verkrijgen;

b. Algemeen bestuur: Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres;

c. Ambitiefonds: het fonds dat door Avres bij besluit van het algemeen bestuur d.d. 19 december 2022 is ingesteld en door haar wordt beheerd met het oog op verlening van projectsubsidies, overeenkomstig de uitdagingen en opgaven, zoals beschreven in het Ambitiedocument, dat is vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Avres van 14 april 2022, waarbij de uitdagingen en opgaven nader zijn uitgewerkt en geconcretiseerd in het document Uitvoerings-kader Ambitiefonds, dat is vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 19 december 2022 ;

d. Ambitiesupportteam: Een team bestaande uit vijf verschillende stakeholders die op persoonlijke titel als klankbord dienen voor de fondsmanager tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden. Dit team denkt mee bij inhoudelijke vraagstukken en kan advies uitbrengen met betrekking tot in welke mate een project passend is bij de doelstellingen en eisen van het ambitie-fonds. De leden van het ambitiesupportteam worden benoemd door de directeur

e. ASV: De algemene subsidieverordening gemeenschappelijke regeling Avres 2021;

f. Awb: De algemene wet bestuursrecht;

g. Dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres;

h. Directeur: De directeur van de gemeenschappelijke regeling Avres;

i. Fondsmanager: De door de directeur benoemde persoon die is belast met (de dagelijkse) beheers- en uitvoeringstaken in het kader van het proces van subsidieverstrekking van het Ambitiefonds

j. Gemeente(n): De gemeente(n) Gorinchem, Molenlanden en Vijfheerenlanden;

k. Projectbekostiging: Subsidie voor (een) eenmalige activiteit(en), die naar (zijn)/hun aard tijdelijk (is)/zijn (zie ook artikel 1, sub m).

l. Projectcoach: Medewerker van Avres die de indiener van een projectidee ondersteunt bij het opstellen van een plan van aanpak.

m. Projectsubsidie: subsidie voor (een) eenmalige activiteit(en), die naar (zijn)/hun aard tijdelijk (is)/zijn.

n. Resultaatbekostiging: Subsidiëring, waarbij (een deel van) de bekostiging afhankelijk is van het bereikte resultaat.

o. Reviewboard: Een door het dagelijks bestuur in te stellen onafhankelijke commissie, die het dagelijks bestuur met het oog op de subsidievaststelling bindend adviseert, indien er bij projecten met een subsidiebedrag van €75.000,-- verschil van mening bestaat over de behaalde resultaten en/of de verantwoording.

p. Revolverend: De omstandigheid waarbij opbrengsten van projecten geheel of gedeeltelijk weer terugvloeien naar het fonds. De verkregen opbrengsten kunnen vervolgens (weer) worden ingezet ten behoeve van nieuwe projecten.

Artikel 2. Reikwijdte en schakelbepaling

1. Het dagelijks bestuur verstrekt op grond van deze verordening een projectsubsidie ambitie-fonds aan aanvragers die voldoen aan de voorwaarden die zijn opgenomen in deze subsidieverordening, de algemene subsidieverordening gemeenschappelijke regeling Avres 2021 en de algemene wet bestuursrecht. Bij haar besluit tot verstrekking betrekt het dagelijks bestuur mede het beschikbare budget en de mate waarin door de inzet van een projectsubsidie gewenste doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.

2. Deze verordening wordt aangemerkt als een specifieke verordening, als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de algemene subsidieverordening gemeenschappelijke regeling Avres 2021.

3. De bepalingen van de algemene subsidieverordening gemeenschappelijke regeling Avres 2021 zijn van toepassing, voor zover hier in deze subsidieverordening Ambitiefonds niet (nadrukkelijk) van wordt afgeweken.

Artikel 3. Nadere regels / bevoegdheden dagelijks bestuur

1. Het dagelijks bestuur kan in het kader van de subsidieverstrekking op grond van deze verordening nadere regels stellen.

2. Het dagelijks bestuur legt na vaststelling van de nadere regels, als bedoeld in het eerste lid, deze ter kennisname voor aan het algemeen bestuur.

Artikel 4. Te subsidiëren projecten

1. Het dagelijks bestuur verstrekt op grond van deze verordening uitsluitend subsidie aan projecten die zijn gericht op de volgende focusgebieden:

a. Projecten die zijn gericht op de beperking van instroom in de bijstand, in het bijzonder:

- Projecten die een integrale aanpak van problemen op verschillende leefdomeinen bevorderen;

- Projecten waarin de verbinding tussen werk en inkomen en de sociale teams van de gemeenten centraal staat;

- Projecten waarin werk en inkomen verbonden wordt met andere aspecten van het brede sociale domein.

Projecten binnen dit focusgebied, waarbij lokale verbondenheid, zichtbaarheid en aanwezigheid van toepassing zijn, hebben daarbij de voorkeur.

b. Projecten die zijn gericht op het bevorderen van de uitstroom uit de bijstand, in het bijzonder:

- Projecten die zich specifiek richten op sectoren met aantoonbare krapte op de arbeids-marktregio Gorinchem (in het kader van het toeleiden naar / opleiden voor kansrijke beroepen);

- Projecten rond leer-/ontwikkellijnen, gericht op: opleiden; verbindingen met praktijkonderwijs en additionele inzet op toeleiding, danwel begeleiding naar werk;

- Projecten gericht op de ontwikkelcapaciteit om de doelgroep te begeleiden.

c. Projecten die zijn gericht op het bevorderen van participatiemogelijkheden, in het bijzonder:

- Projecten waardoor het mogelijk wordt dat mensen een stapje kunnen zetten op de participatieladder;

- Projecten die zijn gericht op vroegsignalering van schuldhulpvragen (en daarmee ruimte creëren voor participatie en/of werk);

- Projecten die ten behoeve van het bevorderen van participatiemogelijkheden (brede) lokale verbindingen leggen.

d. Projecten die zijn gericht op het versterking van het netwerk, in het bijzonder:

- Projecten die zijn gericht op het versterken van onderlinge netwerken in de driehoek Avres, werkgevers (arbeidsmarkt) en overheid ter bevordering van het toeleiden van mensen van:

• Werk naar werk;

• School naar werk;

• Weer aan het werk.

- Projecten gericht op samenwerking rondom het thema een leven lang ontwikkelen.

Projecten binnen dit focusgebied, waarbij cofinanciering, danwel verbinding met doelstellingen in het kader van Social Return On Investment mogelijk is, hebben daarbij de voorkeur.

e. Projecten die zijn gericht op het vergroten van kennis, in het bijzonder:

- Projecten die zijn gericht op het opdoen van specifieke kennis over de doelgroep (aantallen, kenmerken en uitdagingen).

f. Projecten die specifiek gericht zijn op de volgende doelgroepen:

• Mensen met een arbeidsbeperking;

• Mensen met inkomensproblematiek;

• Statushouders;

• Niet Uitkeringsgerechtigden;

• Zelfstandig ondernemers;

• Mensen ouder dan 50 jaar; en

• Jongeren tot 27 jaar zonder startkwalificatie.

2. Projecten die buiten de focusgebieden, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, vallen, kunnen ook in aanmerking komen voor subsidieverlening uit het ambitiefonds, mits zij als buitengewoon innovatief en creatief zijn aan te merken. Met het oog hierop wordt een afgebakend deel van het ambitiefonds gereserveerd. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks de omvang van dit afgebakende deel vast, dat tevens het jaarlijkse budgetplafond voor projecten, als bedoeld in dit lid, is. Aanvragers die een beroep wensen te doen op subsidieverlening op grond van dit lid, dienen voorafgaand aan hun subsidieaanvraag contact op te nemen met de fondsmanager.

Artikel 5. Voorwaarden voor subsidieverlening

1. Naast het bepaalde in artikel 4, eerste lid, dat een project zich dient te richten op een van de in dat lid genoemde focusgebieden, danwel dat een project wordt aangemerkt als buitengewoon innovatief en creatief, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient een project om in aanmerking te komen voor subsidieverlening voorts te voldoen aan de volgende voorwaarden:

a. In het te subsidiëren project neemt naast de aanvrager(s) ook Avres deel;

b. De looptijd van een project is in principe maximaal één kalenderjaar. De noodzakelijke voorbereidingstijd tot de daadwerkelijke start van het project wordt daarbij buiten beschouwing gelaten. Het dagelijks bestuur kan in voorkomende gevallen op advies van de fondsmanager besluiten om met het oog op de voorbereiding van de start van een project ook subsidie te verlenen.

c. De projectaanvraag dient te zijn voorzien van een monitoringsplan.

2. Met het oog op het bepaalde in artikel 5, lid 1, sub a, wijst de directeur van Avres een verantwoordelijk ambtelijk contactpersoon aan.

3. Het dagelijks bestuur kan op advies van de fondsmanager besluiten om de maximale looptijd als bedoeld in artikel 5, lid 1, sub b te verlengen.

4. Naast de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, vindt bij de boordeling van de subsidieaanvraag voorts een toets plaats ten aanzien van de volgende aspecten:

a. De wijze waarop het project na een succesvolle afronding wordt geborgd;

b. Welke andere bronnen worden ter financiering van het project aangewend;

c. Welke mogelijkheden tot co-financiering kunnen worden aangewend;

d. Wat is de revolverendheid van het project en welke afspraken worden met het oog daarop voorgesteld; en

e. Vergelijkbare projecten en de resultaten daarvan elders.

5. Bij een besluit tot subsidieverlening betrekt het dagelijks bestuur voorts het aspect van een evenredige verdeling van de fondsmiddelen tussen de drie gemeenten, waarbij het maatschappelijk effect voorop staat.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen.

1. Voor subsidie komen in aanmerking de kosten, of een gedeelte daarvan, die in voldoende mate bijdragen aan de inhoudelijke doelstellingen van het ambitiefonds.

2. Tot de kosten als bedoeld in het eerste lid worden gerekend:

a. De kosten voor de inzet van personeel, ter hoogte van maximaal € 60,-- per uur, verhoogd met 10 % overhead over de subsidiabele projectkosten;

b. De kosten voor de externe inhuur van personeel;

c. Projectgerelateerde materiaalkosten;

d. Kosten ten behoeve van communicatie; en

e. Kosten ten behoeve van monitoring en evaluatie;

3. Niet subsidiabel zijn:

a. Investeringen in fysieke productiemiddelen met een afschrijvingsduur langer dan de projectduur;

b. Verrekenbare of compensabele BTW;

c. Kosten in welke vorm of naar welke aard dan ook na afloop van de looptijd van het project..

Artikel 7. Aanvraag van een subsidie

1. Het proces voor het aanvragen een subsidie vangt aan met het indienen van een projectidee-formulier, waarmee interesse kenbaar wordt gemaakt voor subsidiëring van een project uit de middelen van het ambitiefonds. Het dagelijks bestuur stelt het projectideeformulier vast. Het projectideeformulier is geplaatst op de website van Avres: www.avres.nl.

2. Na ontvangst van het projectideeformulier treedt de fondsmanager in contact met de aanvrager, al dan niet ondersteund door het ambitiesupportteam, met het oog op de uitwerking van het projectideeformulier in een plan van aanpak. Indiening van dit plan van aanpak dient te geschieden via een door het dagelijks bestuur vastgesteld format. Het plan van aanpak dat bij het dagelijks bestuur wordt ingediend, wordt beschouwd als de subsidieaanvraag.

3. Indien na contact met de fondsmanager blijkt dat het projectidee niet past binnen de doelstellingen van het fonds; in onvoldoende mate is gericht op een van de focusgebieden, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, danwel kan worden aangemerkt als buitengewoon innovatief en creatief, als bedoeld in artikel 4, tweede lid; niet voldoet aan de subsidievoorwaarden, als bedoeld in artikel 5, eerste lid; en/of betrekking heeft op niet subsidiabele kosten, deelt de fondsmanager richting de indiener van het projectidee mede, dat verdere uitwerking van het projectidee naar verwachting niet zal leiden tot een subsidieverlening. Deze mededeling staat het indienen van een plan van aanpak door de indiener van het projectidee niet in de weg.

4. Bij de uitwerking van een projectidee in een plan van aanpak door de indiener van het project-idee, althans voor zover geen mededeling is gedaan, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, stelt Avres een projectcoach beschikbaar die de indiener kan ondersteunen bij de uitwerking van de diverse aspecten van het plan van aanpak.

Artikel 8. Verlening van de subsidie

1. Het dagelijks bestuur beslist, mede op basis van een gemotiveerd advies van de fondsmanager, binnen 13 weken op de subsidieaanvraag. Bij het opstellen van het advies kan de fondsmanager gebruik maken van inbreng vanuit het ambitiesupportteam.

2. De in het eerste lid genoemde termijn kan eenmalig worden verlengd met dertien weken.

3. Het dagelijks bestuur kan besluiten de subsidie te verlenen op basis van resultaatbekostiging.

4. Het dagelijks bestuur geeft in het besluit tot subsidieverlening in ieder geval aan:

a. Een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

b. De periode waarvoor subsidie wordt verleend;

c. Het maximale bedrag waarvoor subsidie wordt verleend;

d. Als wordt besloten tot bevoorschotting van de subsidie, op welke wijze de voorschotten betaalbaar worden gesteld;

e. De voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

f. Indien van toepassing: de wijze waarop na afloop van het project invulling wordt gegeven aan het revolverende aspect;

g. Of er bij de vaststelling van de subsidie sprake is van een (gedeeltelijke) resultaatbekostiging en op welke wijze er dan bij de subsidievaststelling invulling aan deze resultaatbekostiging wordt gegeven.

5. De weigeringsgronden uit artikel 6 van de algemene subsidieverordening gemeenschappelijke regeling Avres 2021, zijn onverminderd van toepassing.

6. Het dagelijks bestuur kan aan de beschikking tot subsidieverlening een resultaatgericht afsprakenkader of een samenwerkingsovereenkomst toevoegen

7. Het resultaatgericht afsprakenkader of de samenwerkingsovereenkomst wordt afgestemd met de aanvrager van de subsidie.

8. Het voorschot, zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, onder sub d, bedraagt bij aanvang van het project maximaal 75 % van de begrote kosten zoals opgenomen in het plan van aanpak. Het verstrekte voorschot kan gedurende de looptijd van het project eenmalig worden opgehoogd tot maximaal 90 %. Het restant van het verleende subsidiebedrag, zal - tenzij anders is bepaald in het kader van resultaatbekostiging van een project - betaalbaar worden gesteld bij accordering van de eindverantwoording van het project en alsdan worden opgenomen in het besluit tot vaststelling van de subsidie.

9. Artikel 7 “Verplichtingen van de subsidieontvanger” van de algemene subsidieverordening gemeenschappelijke regeling Avres 2021 is onverminderd van toepassing.

Artikel 9 Vaststellen van de subsidie

1. De subsidieontvanger dient uiterlijk drie maanden na afloop van het project een verzoek tot vaststelling van de subsidie in.

2. Het verzoek tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een verantwoording. De verantwoording bevat:

a. Een verslag over het project. Dit verslag bevat in ieder geval een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde resultaten, prestaties of activiteiten en een toelichting op de verschillen. Het verslag is gerelateerd aan het ingediende plan van aanpak;

b. Een overzicht van aan de activiteiten uit het project verbonden uitgaven en inkomsten; Dit overzicht is gerelateerd aan de begroting zoals opgenomen in het plan van aanpak;

c. Indien bij de subsidieverlening afspraken zijn gemaakt met betrekking tot het revolverende aspect, als bedoeld in artikel 8, lid 4, sub f, op welke wijze het revolverende aspect zal worden geconcretiseerd.

d. Ingeval het (gedeeltelijke) resultaatsbekostiging betreft, de informatie op grond waarvan het dagelijks bestuur kan overgaan tot verlening van het resultaatgebonden deel van de bekostiging.

3. Het dagelijks bestuur stelt de subsidie vast binnen drie maanden nadat het verzoek tot vaststelling is ontvangen.

4. Als uit de aard van de subsidie of de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling een langere termijn nodig is, kan het dagelijks bestuur besluiten de termijnen als bedoeld in lid 1 en lid 3 te verlengen.

5. Het dagelijks bestuur kan bij de subsidieverlening bepalen dat ook andere dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

6. Indien bij projecten met een subsidiabel bedrag groter dan € 75.000,-- verschil van mening be-staat over de behaalde resultaten en/of de verantwoording in relatie tot de definitieve vaststel-ling van de subsidie, kunnen de fondsmanager en/of de subsidieontvanger een bindend advies vragen bij een onafhankelijke reviewboard. Het dagelijks bestuur betrekt alsdan dit advies bij de vaststelling van de subsidie.

7. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de reeds betaalde voorschotten, dit met in achtneming van het bepaalde in artikel 8, lid 8 van deze verordening.

Artikel 10 Controle

1. Indien de projectsubsidie minder dan € 75.000,-- bedraagt is geen controleverklaring nodig;

2. Indien de projectsubsidie € 75.000,-- tot € 150.000,-- bedraagt dient bij het overzicht als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder b een beoordelingsverklaring te worden gevoegd.

3. Indien de projectsubsidie € 150.000,-- of meer bedraagt, dient bij het overzicht als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder b een controleverklaring te worden gevoegd.

Artikel 11 Budgetplafond

Het dagelijks bestuur kan besluiten om per kalenderjaar een budgetplafond in te stellen. In dat geval bepaalt zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie. Het budget-plafond als bedoeld in artikel 4, tweede lid, maakt alsdan onderdeel uit van het budgetplafond.

Artikel 12 Mandaatbepaling

1. De directeur van Avres heeft namens het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres mandaat, volmacht en machtiging om subsidieverleningsbesluiten, subsidievaststellings-besluiten en besluiten van andere aard te nemen en met het oog daarop feitelijke rechtshande-lingen te verrichten in het proces van subsidieverlening, met betrekking tot projecten die niet het bedrag van € 150.000,-- overschrijden. De directeur kan besluiten ondermandaat, onder-volmacht en ondermachtiging te verlenen aan de fondsmanger.

2. De directeur legt over de werkzaamheden binnen zijn verkregen mandaat, volmacht en machti-ging, periodiek verantwoording af aan het dagelijks bestuur.

Artikel 13 Hardheidsclausule

1. Het dagelijks bestuur kan, in bijzondere gevallen een artikel(lid) of artikelen van deze verorde-ning buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

2. In alle gevallen waarin deze verordening en de aan deze verordening verbonden nadere regels niet of niet in voldoende mate voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze verordening kan worden aangehaald als “de subsidieverordening verstrekkingenkader Ambitiefonds 2022”.

2. Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie in het elektronisch blad gemeenschappelijke regelingen en werkt terug tot 1 januari 2023.