Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Raalte

Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Raalte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRaalte
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Raalte
CiteertitelRegeling beheer en toezicht BRP Raalte
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet basisregistratie personen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2022nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2022-575644

90918-2022

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Raalte

Burgemeester en wethouders van gemeente Raalte,

gelet op de:

  • -

    Wet basisregistratie personen.

  • -

    Algemene verordening gegevensbescherming.

besluiten vast te stellen:

de Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Raalte

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1  

Deze regeling verstaat onder:

 

a.

‘de Wet BRP’ of ‘de Wet’:

de Wet Basisregistratie personen (Stb. 2013, 315);

b.

gemeentelijke voorziening:

de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens omtrent de ingeschrevenen van gemeente Raalte waarvoor het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1.9 van de Wet verantwoordelijk is;

c.

het gegevensmagazijn:

het magazijn met persoonsgegevens over personen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke voorziening aangevuld met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over personen die niet behoren tot de bevolking van gemeente Raalte;

d.

de ingeschrevene:

diegene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Wet BRP, in de basisregistratie is opgenomen;

e.

centrale voorzieningen:

de (toekomstige) centrale voorzieningen waarmee de minister van BZK uitvoering geeft aan artikel 1.4 van de Wet BRP;

f.

het autorisatiebesluit:

een besluit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet BRP betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de centrale voorzieningen;

g.

het plan Informatiebeveiliging:

het Informatiebeveiligingsplan voor de gemeentelijke voorziening;

h.

de informatiebeheerder:

de functionaris die namens het college van burgemeester en wethouders is belast met de dagelijkse zorg voor de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het beheer van autorisatiebesluiten;

i.

informatiebeheer:

het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de Basisregistratie personen, ontwikkeling van procedures rond kwaliteit, beveiliging, verstrekking en privacy en coördinatie bij uitvoering daarvan;

j.

gegevensbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

k.

systeembeheer:

het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingssysteem, waarmee de gemeente uitvoering geeft aan de Wet BRP;

l.

applicatiebeheer:

het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening en de continuïteitsborging aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

m.

privacybeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de Basisregistratie personen en de informatievoorziening daaruit;

n.

gegevensverwerking:

het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze middels het daartoe bestemde toepassingssysteem opnemen in een gegevensbestand;

o.

toezicht:

het geheel van activiteiten ter bewerkstelliging van het nakomen van verplichtingen door burgers, die op grond van de Wet BRP voor hen gelden;

p.

beveiligingsbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de inrichting, organisatie en uitvoering van de beveiliging van de persoonsinformatievoorziening;

q.

beveiligingscontrol:

het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op naleving van maatregelen en procedures uit het plan Informatiebeveiliging;

r.

coördinatie fraudebestrijding:

het geheel van activiteiten gericht op het voorkomen en bestrijden van (woon- en adres)fraude ten aanzien van de BRP;

s.

buitengemeentelijk overleg

periodiek overleg met vakgenoten en –specialisten waarin geanonimiseerde casuïstiek en ontwikkelingen in het vakgebied worden behandeld;

t.

extern gebruikersoverleg

periodiek overleg met de leverancier van de gemeentelijke voorziening en het gegevensmagazijn.

 

Hoofdstuk 2: Aanwijzen functionarissen

Artikel 2  

Het college van burgemeester en wethouders wijst functionarissen aan die belast worden met:

  • a.

    het informatiebeheer;

  • b.

    het gegevensbeheer;

  • c.

    het systeembeheer;

  • d.

    het applicatiebeheer;

  • e.

    het privacybeheer;

  • f.

    de gegevensverwerking;

  • g.

    het toezichtsbeheer;

  • h.

    het beveiligingsbeheer;

  • i.

    het beveiligingscontrol;

  • j.

    de coördinatie van fraudebestrijding;

  • k.

    het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring.

Het aanwijzingsbesluit is als bijlage I opgenomen in deze regeling.

Artikel 3  

(vervallen)

Hoofdstuk 3: Het informatiebeheer

Artikel 4  

De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en de autorisatiebesluiten.

Artikel 5  

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    de jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    de jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 14 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    de administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e.

    periodiek overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

  • f.

    de richtlijnen voor de bijhouding van de Basisregistratie Personen.

Artikel 6  

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor

  • a.

    de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet naar de inrichting, werking en beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • b.

    de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit Persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 7  

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    gegevenskwaliteit;

  • e.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 8  

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;

  • b.

    op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie personen;

  • c.

    op verzoeken van derden, als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en als genoemd in de, bij Verordening gegevensverstrekking Basisregistratie personen Raalte 2021 genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie personen;

  • d.

    over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c.

Artikel 9  

De informatiebeheerder ziet erop toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 8 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet, de Verordening gegevensverstrekking Basisregistratie personen Raalte 2021 en Algemene verordening gegevensbescherming;

  • c.

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, evenals de beveiliging van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    alle in artikel 4, lid 1 genoemde functionarissen, alsmede het team systeembeheer op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening omtrent de Basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 10  

De informatiebeheerder, of een andere op grond van artikel 2 aangewezen functionaris, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 4: Het gegevensbeheer

Artikel 11  

 

  • 1.

    De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden, in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen;

    • b.

      het beheer van documentatie op het gebied van de overige wet- en regelgeving op het gebied van de Basisregistratie personen;

    • c.

      de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de Basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de Basisregistratie personen omtrent gegevensverwerking;

    • d.

      het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de Basisregistratie personen;

    • e.

      het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens, binnen de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

  • 2.

    De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen over het in behandeling nemen van meldingen van een overheidsorganen, waarbij gerede twijfel bestaat over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de Basisregistratie personen opgenomen (authentieke) gegevens en stelt het overheidsorgaan in kennis van de genomen beslissing.

Artikel 12  

De gegevensbeheerder BRP voorziet in:

  • a.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;

  • b.

    de controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de Basisregistratie personen.

Artikel 13  

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de leidinggevende(n) van de gegevensverwerkers, vanuit de in artikel 11 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

Artikel 14  

  • 1.

    Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de Basisregistratie personen, onderworpen aan een inhoudelijke controle door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen, gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

  • 3.

    De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.

Artikel 15  

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 5, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 5: Het systeembeheer

Artikel 16  

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor de uitvoer van het technisch onderhoud van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen (hierna toepassingssysteem genoemd).

Artikel 17  

De systeembeheerder voorziet in:

  • a.

    de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

  • b.

    een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte, die zich op een andere locatie bevindt, dan de ruimte waarin de apparatuur voor de gemeentelijke voorziening van de BRP is opgesteld;

  • c.

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

  • d.

    de beschikbaarheid van het toepassingssysteem overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 18  

De systeembeheerder is bevoegd:

  • a.

    direct maatregelen te treffen op het moment dat de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie, acuut in het geding is. Hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b.

    aanwijzingen te geven over:

    • 1.

      het beheer van het toepassingssysteem;

    • 2.

      het beheer van bestanden;

    • 3.

      toe te passen reconstructiemaatregelen.

Artikel 19  

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 5, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 6: Het applicatiebeheer

Artikel 20  

De applicatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • b.

    de verzorging een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • c.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor de toepassing van actualiseringen, aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, Functioneel Beheer Burgerzaken en de informatiebeheerder, op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • d.

    de bijhouding van een dossier omtrent de autorisaties, die overeenkomstig artikel 8 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • e.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • f.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • g.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

  • h.

    een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder artikel 20 onder g. genoemde problemen en klachten;

  • i.

    de voorlichting aan de in artikel 2 en 3 genoemde functionarissen, met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • j.

    de coördinatie van werkzaamheden, in geval van uitwijk in overleg met systeembeheer;

  • k.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de Basisregistratie personen worden ontleend;

  • l.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • m.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zo nodig door inschakeling van een derde.

Artikel 21  

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    het beheer van de tabellen van de Basisregistratie personen;

  • d.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 22  

De applicatiebeheerder is bevoegd:

  • a.

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de Basisregistratie personen, aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    gedragsregels op te stellen omtrent het gebruik van de Basisregistratie personen.

Artikel 23  

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk, onderdeel van de procedure continuïteitsbeheer, van Informatiebeveiligingsplan (IBP).

Artikel 24  

De applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 25  

De applicatiebeheerder neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 5, onder e;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 7: Het privacybeheer

Artikel 26  

  • 1.

    De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder en het college van burgemeester en wethouders over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet en Verordening gegevensverstrekking Basisregistratie personen Raalte 2021.

  • 2.

    De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 8, onder b, c en d van deze regeling;

    • b.

      het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de Wet BRP en de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 27  

De privacybeheerder adviseert over:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de Basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de Wet respectievelijk artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de Wet ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • c.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 17 en 21 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • d.

    de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • e.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 28  

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 26, sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij sprake is van het in geding zijn van de persoonlijke levenssfeer.

Artikel 29  

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen, de Algemene verordening gegevensbescherming voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 8: De gegevensverwerking

Artikel 30  

De gegevensverwerker voorziet in:

  • a.

    het verwerken van de gegevens in de Basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet voorgeschreven systeembeschrijving (Logisch Ontwerp BRP) en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • b.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • c.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • d.

    de behandeling van mutaties;

  • e.

    de behandeling van het netwerkverkeer;

  • f.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • g.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de Wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de wet geen ontleningstatus is gegeven;

  • h.

    de dagelijkse controle van de in de Basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

  • i.

    de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

    • i.

      wijziging van het naamgebruik;

    • ii.

      vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de Basisregistratie personen;

  • j.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene ingeval van een inschrijving in de Basisregistratie personen;

  • k.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de Basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de Wet respectievelijk artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming (inzage)

  • l.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de Wet ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • m.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 17 en 21 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • n.

    de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • o.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 31  

De gegevensverwerker:

  • a.

    beslist op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 27 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • b.

    beslist over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

  • c.

    stelt overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

Hoofdstuk 9: Het toezichtsbeheer

Artikel 32  

De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.

Artikel 33  

De toezichthouder controleert of de burger voldoet zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.

Artikel 34  

De toezichthouder ziet erop toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.

Artikel 35  

  • 1.

    De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 33, bevoegd:

    • a.

      met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met inbeslagname van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);

    • b.

      zich zo nodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;

    • d.

      zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;

    • d.

      inlichtingen te vorderen;

    • e.

      inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

    • f.

      zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

    • g.

      onderzoek te doen;

    • h.

      rapport op te maken ter zake een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 33.

Artikel 36  

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 37  

  • 1.

    De toezichthouder is bevoegd om namens burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete op te leggen. Voor zover de gemeente van die bevoegdheid gebruik wil maken.

  • 2.

    De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel binnen gemeente Raalte ter zake geldende beleidsregels in acht.

Artikel 38  

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

Hoofdstuk 10: Het beveiligingsbeheer

Artikel 39  

  • 1.

    De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

  • 2.

    De beveiligingsbeheerder is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het plan Informatiebeveiliging voor de gemeentelijke voorzieningen waarmee gemeente Raalte uitvoering geeft aan de Wet BRP en tevens is hij verantwoordelijk voor het gegevensmagazijn, voor aanwezig.

Artikel 40  

  • 1.

    De beveiligingsbeheerder ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiliging op dusdanige wijze, dat de informatiebeheerder diens verantwoordelijkheid op grond van de artikelen 4, 5 en 6 van dit reglement op deugdelijke wijze kan invullen.

  • 2.

    De beveiligingsbeheerder coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 41  

De beveiligingsbeheerder is bevoegd:

  • a.

    uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 39, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 42  

De beveiligingsbeheerder:

  • a.

    onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

  • b.

    stelt passende normen en controlemaatregelen op;

  • c.

    implementeert beveiligingsmaatregelen;

  • d.

    coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.

Artikel 43  

De beveiligingsbeheerder is het aanspreekpunt op het gebied van informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.

Artikel 44  

De beveiligingsbeheerder:

  • a.

    neemt deel aan het in artikel 5, onder e genoemde overleg;

  • b.

    participeert in de ontwikkeling en formulering van het gemeentebrede informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 45  

De beveiligingsbeheerder rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de gemeentebrede managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

Hoofdstuk 11: Het beveiligingscontrol

Artikel 46  

De controller informatiebeveiliging is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de beveiligingsmaatregelen en -procedures zoals uitgewerkt in het Informatiebeveiligingsplan, met inachtneming van de voor de gemeente vastgestelde Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Artikel 47  

De controller informatiebeveiliging is bevoegd om de informatiebeheerder dwingende adviezen te geven, ten aanzien van de naleving van beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en het Informatiebeveiligingsplan.

Artikel 48  

De controller informatiebeveiliging ziet erop toe dat:

  • a.

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en het Informatiebeveiligingsplan worden nageleefd;

  • b.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 49  

De controller informatiebeveiliging adviseert het college van burgemeester en wethouders rechtstreeks over beveiligingsaspecten die uit het Informatiebeveiligingsplan voortvloeien.

Artikel 50  

De controller informatiebeveiliging voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het beveiligingsbeheer van de gemeentelijke voorziening BRP.

Hoofdstuk 12: Coördinatie fraudebestrijding (BRP)

Artikel 51  

De fraudecoördinator is verantwoordelijk voor het nagaan van signaleringen over fraude- en/of twijfelgevallen bij de identificatie of het opgeven van informatie aan de gemeente. Denk hierbij ook aan adresfraude.

Artikel 52  

De fraudecoördinator is bevoegd om binnengemeentelijke bronnen te raadplegen en te combineren met als doel om fraudegevallen op te sporen.

Artikel 53  

De fraudecoördinator voorziet in:

  • a.

    het actief controleren en signaleren van woon- en adresfraude;

  • b.

    het ondernemen van actie bij fraudegevallen;

  • c.

    het delen van de uitkomsten met zowel binnen- als buitengemeentelijke organisaties;

  • d.

    de samenwerking met gemeentelijke afdelingen of externe ketenpartners om fraudegevallen tegen te gaan.

  • e.

    een jaarlijkse rapportage over de uitgevoerde fraudeonderzoeken.

Artikel 54  

De fraudecoördinator neemt deel aan het in artikel 5, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 13: Slotbepalingen

Artikel 55  

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP, evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP die zich in het gegevensmagazijn bevinden.

Artikel 56  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Het Reglement Beheer en Toezicht Basisregistratie Personen van 23 september 2014 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling beheer en toezicht BRP Raalte.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2022.

Burgemeester en wethouders van gemeente Raalte.

de secretaris

Moniquevan Esterik

de burgemeester

Martijn Dadema

Bijlage I Aanwijzing beheerfunctionarissen door burgemeester en wethouders

 

Op grond van artikel 2 van de Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Raalte zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

 

Informatiebeheer

Als informatiebeheerder is aangewezen:

de domeinmanager Publiek

Als plaatsvervanger is aangewezen:

de domeinmanager Bedrijfsvoering

Gegevensbeheer

Als gegevensbeheerder BRP is aangewezen:

de BRP-specialist (medewerker Gegevens II)

Als plaatsvervanger is aangewezen:

de beleidsmedewerker Burgerzaken (Adviseur IV)

Systeembeheer

Als systeembeheerder zijn aangewezen:

de medewerkers systeembeheer DOWR-I (gemeente Deventer)

Als plaatsvervanger is aangewezen:

-onderlinge vervanging-

Applicatiebeheer

Als applicatiebeheerder BRP zijn aangewezen:

de medewerkers Functioneel Beheer Burgerzaken DOWR-I

Als plaatsvervanger is aangewezen:

-onderlinge vervanging-

Privacybeheer

Als privacybeheerder is aangewezen:

de beleidsmedewerker Burgerzaken (Adviseur IV)

Als plaatsvervanger is aangewezen:

de BRP-specialist (medewerker Gegevens II)

Gegevensverwerking

Als gegevensverwerker zijn aangewezen:

de medewerkers Publiek I en Publiek II

Als plaatsvervanger is aangewezen:

-onderlinge vervanging-

Toezicht BRP

Als toezichthouder BRP zijn aangewezen:

de medewerkers Publiek I en Publiek II

Als plaatsvervanger is aangewezen:

-onderlinge vervanging-

Beveiligingsbeheer

Als beveiligingsbeheerder is aangewezen:

de beleidsmedewerker Burgerzaken (Adviseur IV)

Als plaatsvervanger is aangewezen:

de BRP-specialist (medewerker Gegevens II)

Beveiligingscontrol

Als controller informatiebeveiliging is aangewezen:

de ENSIA-coördinator/ICT Security Officer DOWR-I (Gemeente Deventer)

Als plaatsvervanger is aangewezen:

de Chief Information Security Officer (CISO) DOWR-I (Gemeente Deventer)

Fraudecoördinatie

Als fraudecoördinator is aangewezen:

de BRP-specialist (medewerker Gegevens II)

Als plaatsvervanger zijn aangewezen:

de medewerkers Publiek I en Publiek II

Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de Wet basisregistratie personen

De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de Wet basisregistratie personen, bedoelde verklaring wordt toegekend aan:

  • a.

    de BRP-specialist (medewerker Gegevens II);

  • b.

    de medewerkers Publiek I;

  • c.

    de medewerkers Publiek II.

 

Bijlage II Toelichting

 

Inleiding

Sinds 1 januari 2010 geldt voor de hele overheid en dus ook voor gemeenten, de verplichting om bij de uitvoering van taken gebruik te maken van persoonsgegevens uit de Basisregistratie personen (BRP). Organisatieonderdelen (volgens de wet ‘organen’) van de gemeente (voorheen gemeentelijke afnemers) dienen gegevens over de personen met wie ze zaken doen te betrekken uit de BRP.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op grond van artikel 1.9 Wet BRP verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen waarmee de Wet BRP wordt uitgevoerd. De centrale voorzieningen (afgekort CV) zullen gegevens gaan bevatten over alle personen die in Nederland woonachtig zijn (ingezetenen) en over personen die niet in Nederland wonen maar wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid (niet-ingezetenen). Vooralsnog geeft de minister aan de Wet BRP uitvoering, met behulp van de reeds bestaande landelijke voorziening voor de GBA, de GBA-V, en met een voorziening voor registratie voor de niet-ingezetenen (RNI).

 

 

Voor het gebruik van persoonsgegevens uit de gemeentelijke voorziening (GV) kunnen nadere regels worden gesteld bij of krachtens verordening. De verkrijging van gegevens uit de BRP is gebaseerd op een autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

In de praktijk vindt distributie van persoonsgegevens doorgaans niet (meer) rechtstreeks vanuit de BRP plaats, maar vanuit een specifiek daarvoor ingericht gegevensmagazijn. Dat gegevensmagazijn wordt gevoed zowel vanuit de GV (inwoners) als vanuit de (toekomstige) centrale voorziening (voor de niet-inwoners en niet-ingezetenen). Het hiervoor beschrevene wordt geïllustreerd aan de hand van Figuur 1.

Beheer en toezicht

Uit oogpunt van privacy, beveiliging en beheer en toezicht is het noodzakelijk voor de GV een aantal taken te benoemen en vast te leggen in een regeling waarin de hoofdlijnen van het beheer van en toezicht op de GV is geregeld. Los van de noodzaak verplicht ook de wetgever het college van burgemeester en wethouders via artikel 1.11 Wet BRP, zich te houden aan de nadere regels van de systeembeschrijving van het Logisch Ontwerp. Het logisch ontwerp schrijft in hoofdstuk 8 de aanwijzing door burgemeester en wethouders voor van functionarissen die een aantal beheertaken uitvoeren. Deze hebben alleen betrekking op de GV.

De regeling is formeel gezien bedoeld voor de gegevensverwerking in de GV. Op de gegevens van inwoners en niet-inwoners in het gegevensmagazijn is de Algemene verordening gegevensbescherming van toepassing. De verwerking van de uit de BRP afkomstige gegevens met behulp van het gegevensmagazijn dient te worden gemeld bij de autoriteit persoonsgegevens (AP), maar de AVG schrijft geen vergelijkbare regeling voor.

Desondanks is het van belang om, uit oogpunt van eenheid van persoonsinformatie- en privacybeleid en beheersbaarheid van de informatiestromen, ook de voor het gegevensmagazijn relevante beheeraspecten onder te brengen respectievelijk te integreren in de regeling voor de GV. Daarmee ontstaat een ‘regeling voor informatievoorziening basisgegevens’, die zowel betrekking heeft op het beheer van de GV als op het gegevensmagazijn.

Verdeling beheer- en toezichtrollen

Deze regeling onderkent naast een aantal beheerrollen, te weten: informatiebeheer, gegevensbeheer, applicatiebeheer, technisch beheer, beveiligingsbeheer en privacy beheer. Tevens onderkent de regeling de rol van de gegevensverwerker, de fraudecoördinator, de toezichthouder en de controller informatiebeveiliging. Gegevensverwerkers verwerken uitsluitend de persoonsgegevens voor de GV. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de basisgegevens van personen die niet tot de bevolking van de gemeente worden gerekend, ligt namelijk bij de beheerder van de GV’s van de andere gemeenten en bij de beheerder van de centrale voorzieningen: de minister van BZK.

De verdeling van de beheer- en toezichtrollen is mede afhankelijk van de inrichting van de (persoons-) informatiehuishouding en het informatie- en beveiligingsbeleid van de gemeente. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de plaats in de organisatie waar deze belegd worden.

Beveiligingsbeheer en beveiligingscontrol

De inhoud van de rol van de beveiligingsbeheerder had onder het regime van de GBA vooral betrekking op toezichtaspecten (beveiligingscontrol). Voor een correcte uitvoering van beveiligingsbeheer en -toezicht (en tevens om een betere aansluiting bij de Baseline Informatiebeveiliging Overheid te bewerkstelligen) is het noodzakelijk gebleken om de inhoud van beheer en toezicht in aparte rollen onder te brengen. In de regeling is het beveiligingsbeheer opgenomen in 'Hoofdstuk 10' en het beveiligingstoezicht (control) in 'Hoofdstuk 11'.

Privacybeheer

De privacybeheerder heeft als rol om de informatiebeheerder van advies te voorzien omtrent alle privacyvraagstukken die betrekking hebben op persoonsgegevensverwerking waarvoor de informatiebeheerder verantwoordelijkheid draagt. Daarnaast adviseert de privacybeheerder degenen die belast zijn met de dagelijkse uitvoering van werkzaamheden in het kader van de Wet en de Verordening gegevensverstrekking BRP. De taken van de privacybeheerder beperken zich in deze regeling niet tot de verwerking van persoonsgegevens uit de GV. Verzoeken uit de organisatie om gegevens uit de GV zowel als uit de centrale voorzieningen dienen door de privacybeheerder getoetst te worden op doelbinding, rechtmatigheid, proportionaliteit, et cetera. Daaronder valt ook de advisering over wijze van verstrekking van gegevens uit de BRP en over koppelingen tussen het gegevensmagazijn en de verschillende systemen van de gebruikers in de organisatie. De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder, die moet beslissen op dergelijke verzoeken. Een verzoek kan gebruikmaking van de bestaande ministeriële autorisatie betekenen, maar ook uitbreiding van de autorisatie in verband met de uitvoering van een taak, die tijdens de goedkeuring van de autorisatie nog niet was voorzien.

Toelichting hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 heeft betrekking op de aanwijzing van functionarissen, die worden belast met verschillende beheer- en toezichtrollen. Het college van burgemeester en wethouders wijst de functionarissen aan die taken zullen vervullen, waarbij de inhoud daarvan zich al dan niet zal beperken tot de GV of het gegevensmagazijn.

Gelet op de noodzaak van een onafhankelijke rolinvulling, wijzen burgemeester en wethouders de privacybeheerder aan. In de praktijk zal aan de rol van de privacybeheerder BRP veelal invulling gegeven worden door de functionaris die verantwoordelijk is voor het totale privacybeheer van de gemeente.

De informatiebeheerder voorziet in een aantal gemeenten in de aanwijzing van het functioneel inhoudelijk beheer, het verstrekkingenbeheer uit de GV en het gegevensmagazijn. De informatiebeheerder beheert als bronhouder de inhoud en kwaliteit van de gegevens in de GV en stelt tevens leveringsvoorwaarden (i.c. privacyvoorwaarden) aan de verstrekking van gegevens uit de Basisregistratie personen. In Raalte is gekozen voor een constructie waarin het college van burgemeester en wethouders alle functionarissen aanwijst.

De gegevensverstrekking binnen de gemeentelijke organisatie omtrent niet-inwoners uit de BRP, dient gebaseerd te zijn op het autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken. Het beheer en de uitvoering van dat autorisatiebesluit, maken deel uit van het functioneel inhoudelijk beheer en het verstrekkingenbeheer.

Leeswijzer

Hoofdstuk 1 bevat begripsbepalingen.

Hoofdstuk 2 behandelt de aanwijzing van de functionarissen door het college van burgemeester en wethouders.

De hoofdstukken 4 tot en met 12 omvatten de taakomschrijving, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden per rol.

De slotbepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 13.

De genomen besluiten door de burgemeester en wethouders om functionarissen aan te wijzen die invulling geven aan de in deze regeling beschreven rollen, zijn opgenomen in de bijlagen I en II.