2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 205.000,-: | 2,35% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 209,30 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 205.000,- of meer bedragen, bedraagt het tarief € 4.817,50 vermeerderd met: | 2,12% |
| van de boven de € 205.000,- aan bouwkosten. | |
2.3.1.1.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project (onder geringe wijziging wordt verstaan dat het nieuwe plan ten opzichte van het eerder vergunde plan maximaal 5% in oppervlakte of inhoud wordt vergroot): | |
| indien het betreft de activiteit bouwen: | 2,35% |
| van de meerdere bouwkosten, met een minimum van: | € 209,30 |
2.3.1.1.4 | indien het een tijdelijke omgevingsvergunning betreft: van het op basis van de artikelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 berekende tarief. | 80% |
| | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
2.3.1.2.1 | Het op basis van onderdeel 2.3.1.1 berekende tarief wordt verhoogd in verband met een toetsing aan welstandscriteria met het tarief, dat aan de hand van de tarieventabel van het Gelders Genootschap 2023 is vastgesteld. | |
2.3.1.2.2 | Het tarief van 2.3.1.2.1 wordt vermenigvuldigd met het aantal keren dat de aanvraag aan de welstandscriteria moet worden getoetst. | |
| | |
2.3.1.3. | Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien door de Agrarische beoordelingscommissie een advies is gegeven op de aanvraag tot verlenen van een omgevingsvergunning: | |
| a. standaardadvies bestaande bedrijven | € 870,40 |
| b. advies inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan | € 1.024,00 |
| c. advies waarbij uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken betrokken moeten worden | € 1.049,60 |
| d. nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen | € 512,00 |
| e. second opinion | € 1.331,20 |
| | |
| Verplicht advies onafhankelijk deskundige op het gebied van landschap en ecologie. | |
2.3.1.3.2 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien door de deskundige op het gebied van landschap en ecologie een advies is gegeven: | |
| a. beoordelen landschapsplan/ecologische rapport intern | € 286,40 |
| b. beoordelen landschapsplan/ecologische rapport door extern bedrijf | € 607,85 |
| | |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden op grond van de onderdelen 2.3.1.1 t/m 2.3.1.2.1 en 2.3.2.1 t/m 2.3.4.9 verschuldigde leges verhoogd met: | 50% |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien een aanvraag tot het verlenen van een vergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 1.147,95 |
2.3.2.2 | In afwijking van artikel 2.3.2.1 bedragen de leges voor vijvers tot een oppervlakte van 15 m², heggen tot een lengte van 20 m¹, paden en wegen tot een lengte van 200 m¹ en bomen tot een maximum van 8 stuks | € 574,05 |
2.3.2.3 | In afwijking van artikel 2.3.2.2 bedragen de leges voor bomen tot een maximum van 3 stuks | € 283,45 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 1.026,45 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 1.026,45 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast en het: | |
2.3.3.3.1 | een bouwplan betreft zoals bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, juncto artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (buitenplanse afwijking; voorheen ‘projectbesluit’) | € 4.726,85 |
2.3.3.3.2 | geen bouwplan betreft zoals bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, juncto artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (buitenplanse afwijking; voorheen ‘projectbesluit’): | € 1.904,30 |
2.3.3.4 | vervallen | |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1,derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | € 1.026,45 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | € 1.026,45 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d., van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 1.026,45 |
2.3.3.8 | In afwijking van de artikelen 2.3.3.1 t/m 2.3.3.7 bedragen de leges voor: a. tijdelijke woonunits; b. voor bouwwerken met een oppervlakte van 10 tot 30m² voor wat betreft: het overschrijden van bouwgrenzen, het bouwen van (bij)gebouwen met een maximale goot- en nokhoogte van respectievelijk 3 en 5 meter, bouwwerken geen gebouw zijnde en in omvang vergelijkbare kleine bouwwerken; c. strijdig gebruik van gronden en bebouwing van de op grond van de artikelen 2.3.3.1 t/m 2.3.3.7 berekende leges. | 50% |
2.3.3.9 | In afwijking van de artikelen 2.3.3.1 t/m 2.3.3.7 bedragen de leges voor het bouwen van (bij)gebouwen, overkappingen, bijbehorende bouwwerken tot 10m2 en een maximale hoogte van 3 meter, erf en perceelafscheidingen niet hoger dan 2 meter, een collector of paneel voor warmte-/elektriciteitsopwekking, warmtepomp, dakkappellen en in omvang vergelijkbare kleine bouwwerken van de op grond van de artikelen 2.3.3.1 t/m 2.3.3.7 berekende leges. Hieronder wordt tevens planologisch strijdig gebruik ten behoeve van een rijbak verstaan. | 25% |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 1.147,95 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 1.147,95 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking; voorheen ‘projectbesluit’) | € 1.904,30 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b., van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | € 1.147,95 |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | € 1.147,95 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die gesteld zijn door artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | € 1.147,95 |
2.3.4.7 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingbesluit) | € 1.147,95 |
2.3.4.8 | In afwijking van de artikelen 2.3.4.1 t/m 2.3.4.7 bedragen de leges voor: a. tijdelijke woonunits; b. voor bouwwerken met een oppervlakte van 10 tot 30m² voor wat betreft: het overschrijden van bouwgrenzen, het bouwen van (bij)gebouwen met een maximale goot- en nokhoogte van respectievelijk 3 en 5 meter, bouwwerken geen gebouw zijnde en in omvang vergelijkbare kleine bouwwerken; c. strijdig gebruik van gronden en bebouwing van de op grond van de artikelen 2.3.4.1 t/m 2.3.4.7 berekende leges. | 50% |
2.3.4.9 | In afwijking van de artikelen 2.3.4.1 t/m 2.3.4.2 en 2.3.4.4 t/m 2.3.4.7 bedragen de leges voor het bouwen van (bij)gebouwen, overkappingen, bijbehorende bouwwerken tot 10m2 en een maximale hoogte van 3 meter, erf en perceelafscheidingen niet hoger dan 2 meter, een collector of paneel voor warmte-/elektriciteitsopwekking, warmtepomp, dakkappellen en in omvang vergelijkbare kleine bouwwerken van de op grond van de artikelen 2.3.4.1 t/m 2.3.4.7 berekende leges. Hieronder wordt tevens planologisch strijdig gebruik ten behoeve van een rijbak verstaan. | 25% |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1.1 | Bij een vloeroppervlakte tot 500 m2 | € 651,70 |
2.3.5.1.2 | Bij een vloeroppervlakte van 500 m2 tot 1.500 m2 | € 790,85 |
2.3.5.1.3 | Bij een vloeroppervlakte van 1.500 m2 en meer: | € 790,85 |
| vermeerderd met een bedrag per vierkante meter vloeroppervlakte boven de 1.500 m2 van | € 0,80 |
2.3.5.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bij 2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een omgevingsvergunning bedraagt het tarief indien het betreft: | |
2.3.5.2.1 | uitbreiding van de inrichting: als de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, het tarief vermeld bij 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1.2, met dien verstande dat alleen leges worden berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; | |
2.3.5.2.2 | herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting: als deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: van het tarief vermeld bij 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1.3, met dien verstande dat alleen leges worden berekend over de oppervlakte van de wijziging. | 50% |
2.3.5.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van overdracht van een vergunning aan een nieuwe eigenaar/gebruiker | € 91,90 |
2.3.5.4 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, betrekking hebbende op een inrichting die niet is bedoeld voor permanent gebruik, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.4.1 | bij een vloeroppervlakte tot 500 m2 | € 405,10 |
2.3.5.4.2 | bij een vloeroppervlakte van 500m2 tot 1.500 m2 | € 472,70 |
2.3.5.4.3 | Bij een vloeroppervlakte van 1.500 m2 tot 5.000 m2 | € 675,30 |
2.3.5.4.4 | Bij een vloeroppervlakte van 5.000 m2 en meer: | € 675,30 |
| vermeerderd met een bedrag per vierkante meter vloeroppervlakte boven de 5.000 m2 van: | € 0,35 |
2.3.5.5 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bij 2.3.5.4 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een omgevingsvergunning bedraagt het tarief indien het betreft: | |
2.3.5.5.1 | uitbreiding van de inrichting: als de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, het tarief vermeld bij 2.3.5.4.1 t/m 2.3.5.4.4, met dien verstande dat alleen leges worden berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; | |
2.3.5.5.2 | herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting: als deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: van het tarief vermeld bij 2.3.5.4.1 t/m 2.3.5.4.4, met dien verstande dat alleen leges worden berekend over de oppervlakte van de wijziging. | 50% |
2.3.5.6 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verkrijgen van een vergunning voor het tijdelijk overnachten in een sport-/verenigingsgebouw, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.6.1 | bij een vloeroppervlakte tot 500 m2 | € 405,10 |
2.3.5.6.2 | bij een vloeroppervlakte van 500 m2 tot 1.500 m2 | € 472,70 |
2.3.5.6.3 | bij een vloeroppervlakte van 1.500 m2 tot 5.000 m2 | € 675,30 |
2.3.5.6.4 | bij een vloeroppervlakte van 5.000 m2 en meer: | € 675,30 |
| vermeerderd met een bedrag per vierkante meter vloeroppervlakte boven de 5.000 m2 van: | € 0,35 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- en dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 11 van de gemeentelijke erfgoedverordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 0,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 0,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of gemeentelijke erfgoedverordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 278,15 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Hiervoor zijn in deze legestabel geen tarieven opgenomen. | |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 283,45 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Hiervoor zijn in deze legestabel geen tarieven opgenomen | |
| | |
2.3.12 | Natura 2000-activiteiten | |
| Hiervoor zijn in deze tabel geen tarieven opgenomen | |
| | |
2.3.13 | Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 211,85 |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 286,40 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € 286,40 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | € 286,40 |
2.3.14.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist bedraagt het tarief: | |
2.3.14.3.1 | Indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame op of aan een onroerende zaak, bedoel in artikel 2.2 eerste lid onder h of uit het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i van de Wabo. | € 112,10 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling rapporten | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 286,40 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 607,85 |
2.3.16.3 | vaststelling hogere waarde toegestane geluidsbelasting. Voor de beoordeling van een verzoek van een belanghebbende en het vaststellen van een hogere waarde voor de hoogst toegestane geluidsbelasting, op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder en artikel 5.1 Besluit geluidhinder, bedragen de leges | € 607,85 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.17.3 | Indien de werkelijke kosten minder bedragen, dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 343,05 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 343,05 |
| | |
2.3.19 | Principeverzoeken | |
| Het tarief voor een verzoek tot beoordeling van een principeverzoek door het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de vraag of het, op basis van de beoogde uitwerking van een project of (bouw)plan, bereid is medewerking te verlenen aan herziening (artikel (artikel 3.1, eerste lid Wro), wijziging (artikel 3.6, eerste lid, onder a Wro) of uitwerking (artikel 3.6, eerste lid, onder b Wro) van het bestemmingsplan dan wel een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, die slechts met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo kan worden verleend, bedraagt | € 311,80 |