Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwolle

Referendumverordening Gemeente Zwolle 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwolle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReferendumverordening Gemeente Zwolle 2023
CiteertitelReferendumverordening Gemeente Zwolle 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie
Externe bijlageToelichting referendum

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 121 van de Gemeentewet
  3. artikel 149 van de Gemeentewet
  4. artikel 154 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2022nieuwe regeling

19-12-2022

gmb-2022-574650

RB 2022-12.19

Tekst van de regeling

Intitulé

Referendumverordening Gemeente Zwolle 2023

Gemeente Zwolle, bekendmaking referendumverordening

De Raad van de gemeente Zwolle heeft in de vergadering van 19 december 2022 de referendumverordening vastgesteld.

Deze verordening treedt 30 december 2022 in werking.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • kiesgerechtigd: de inwoners van de gemeente Zwolle van 18 jaar of ouder die stemrecht hebben.

  • referendum: volksraadpleging waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een ontwerp raadsbesluit.

Artikel 2. Referendum, initiatief, onderwerpen

  • 1. Er kan een referendum worden gehouden op initiatief van kiesgerechtigden en de gemeenteraad.

  • 2. Onderwerp van een referendum is een ontwerp raadsbesluit, met uitzondering van besluiten:

  • a.

    over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen en schenkingen;

  • b.

    over de hoogte van geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers en hun nabestaanden;

  • c.

    over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • d.

    in het kader van deze verordening;

  • e.

    over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

  • f.

    over de hoogte van gemeentelijke tarieven en belastingen;

  • g.

    ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • h.

    die naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen besluit waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden.

Artikel 3. Samenstelling referendumcommissie

  • 1.

    De raad stelt een referendumcommissie in en benoemt haar leden.

  • 2.

    De referendumcommissie bestaat uit drie leden en kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3.

    De referendumcommissie wordt ondersteund door de griffier of een plaatsvervangend griffier.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de referendumcommissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van bestuursorganen van de gemeente.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Aftredende leden kunnen worden herbenoemd.

Artikel 4. Taken en vergaderingen referendumcommissie

  • 1.

    De referendumcommissie heeft tot taak:

    • a.

      de raad te adviseren over:

  • 1°. de vraag of sprake is van een uitgezonderd besluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

  • 2°. de vraagstelling van een referendum inclusief de antwoordmogelijkheden en stemprocedure.

  • 3°. de datum van het te houden referendum;

    • b.

      college van burgemeester en wethouders te adviseren over:

  • 1°. de stembiljetten, en

  • 2°. de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 11;

  • 3°. Objectieve en neutrale voorlichting over het referendum

    • c.

      toezicht te houden op:

  • 1°. de uitvoering van deze verordening, en

  • 2°. het objectieve of neutrale karakter van de door de gemeente te verstrekken voorlichting over het referendum;

    • d.

      klachten te behandelen in het kader van de toezichttaak, genoemd onder c;

    • e.

      binnen negen maanden na de dag waarop het referendum wordt gehouden dan wel binnen drie maanden nadat duidelijk is dat er geen referendum plaatsvindt, een evaluatie uit te brengen over het referendumproces.

  • 2.

    De referendumcommissie kan op eigen initiatief advies uitbrengen over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen en die zij van belang acht.

  • 3.

    De referendumcommissie kan besluiten om via loting een (zo representatief mogelijk) inwonerpanel samen te stellen. Het inwonerpanel helpt de referendumcommissie om het objectieve karakter van de door de gemeente te verstrekken voorlichting over het referendum te bevorderen.

  • 4.

    De referendumcommissie vergadert in beslotenheid.

  • 5.

    De adviezen van de referendumcommissie zijn openbaar.

Artikel 5. Initiatief van kiesgerechtigden, stap 1: inleidend verzoek

  • 1.

    Het definitief verzoek om een referendum te houden dient te wordt ondersteund middels ondersteuningsverklaringen van ten minste 1000 kiesgerechtigden (ca 1% van het aantal personen die kiesgerechtigd zijn).

  • 2.

    Een inleidend verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad, uiterlijk 2 werkdagen voor de raadsvergadering waarin het ontwerp raadsbesluit wordt besproken.

  • 3.

    Een ondersteuningsverklaring voor het inleidend verzoek bestaat uit een handtekening met de daarbij behorende naam, adres, woonplaats en geboortedatum.

  • 4.

    Ondersteuningsverklaringen worden geplaatst op een daartoe door de voorzitter van de raad verstrekt formulier waarop de titel van het ontwerp raadsbesluit is opgenomen. In aanvulling hierop voorziet de gemeente in de mogelijkheid om digitale ondersteuningsverklaringen in te dienen bij dit verstrekte formulier. Deze digitale mogelijkheid komt zoveel mogelijk overeen met het papieren formulier voor de ondersteuningsverklaringen.

  • 5.

    De voorzitter van de raad controleert de ondersteuningsverklaringen op naam, adres, woonplaats, geboortedatum en kiesgerechtigdheid als bedoeld in het eerste lid.

  • 6.

    De raad beslist of het inleidend verzoek wordt ingewilligd.

  • 7.

    Als het verzoek wordt ingewilligd, behandelt de raad het ontwerp raadsbesluit waarop het verzoek zich richt. Het ontwerp raadsbesluit zoals dat luidt na verwerking van eventuele aangenomen amendementen, wordt vervolgens aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop de uitslag van het referendum wordt bekendgemaakt, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het referendumverzoek wordt beslist.

Artikel 6. Initiatief van kiesgerechtigden, stap 2: definitief verzoek

  • 1.

    Het definitief verzoek om een referendum te houden dient te wordt ondersteund middels ondersteuningsverklaringen van ten minste 5000 kiesgerechtigden (ca 5% van het aantal personen die kiesgerechtigd zijn).

  • 2.

    Een definitief verzoek wordt ingediend bij de voorzitter van de raad binnen zes weken na de dag dat de raad heeft besloten dat het inleidend verzoek wordt ingewilligd.

  • 3.

    Een ondersteuningsverklaring voor het definitief verzoek bestaat uit een handtekening met de daarbij behorende naam, adres, woonplaats en geboortedatum.

  • 4.

    Ondersteuningsverklaringen worden geplaatst op een daartoe door de voorzitter van de raad verstrekt formulier waarop de titel van het ontwerp raadsbesluit is opgenomen. In aanvulling hierop voorziet de gemeente de mogelijkheid om digitale ondersteuningsverklaringen in te dienen. Deze digitale mogelijkheid komt zoveel mogelijk overeen met het papieren formulier voor de

  • ondersteuningsverklaringen.

    • 5.

      De voorzitter van de raad controleert de ondersteuningsverklaringen op naam, adres, woonplaats, geboortedatum en kiesgerechtigdheid als bedoeld in het eerste lid.

    • 6.

      De voorzitter van de raad maakt bij wijze van tussenstand na drie weken bekend hoeveel geldige ondersteuningsverklaringen zijn ingediend.

    • 7.

      De voor het inleidend verzoek verzamelde ondersteuningsverklaringen tellen mee voor het definitief verzoek.

    • 8.

      In de eerstvolgende vergadering van de raad na afloop van de termijn, bedoeld in het eerste lid, neemt de raad een besluit over het houden van het referendum.

Artikel 7. Initiatief van de raad

  • 1.

    De raad kan besluiten tot het houden van een referendum.

  • 2.

    Zo spoedig mogelijk nadat dit besluit is genomen, behandelt de raad het ontwerp raadsbesluit waarover het referendum zal worden gehouden. Het ontwerp raadsbesluit zoals dat luidt na verwerking van eventuele aangenomen amendementen, wordt vervolgens aangehouden totdat de uitslag van het referendum bekend is gemaakt.

Artikel 8. Datum stemming

  • 1.

    De raad bepaalt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, de dag waarop de stemming over het referendum plaatsvindt.

  • 2.

    De stemming kan gecombineerd worden met een reguliere Europese, landelijke-, provinciale of lokale verkiezing.

  • 3.

    De stemming kan niet in een schoolvakantie van het basis- en voortgezet onderwijs van deze regio plaatsvinden.

Artikel 9. Vraagstelling referendum

  • 1.

    De raad stelt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, de vraagstelling vast.

  • 2.

    Bij een referendum op initiatief van de kiesgerechtigden wordt aan de kiesgerechtigden de vraag voorgelegd of zij vóór of tegen het ontwerp raadsbesluit zijn. Deze vraag kan geen betrekking hebben op afzonderlijke onderdelen van het ontwerp raadsbesluit.

  • 3.

    Bij een referendum op initiatief van de raad wordt aan de kiesgerechtigden de vraag voorgelegd of zij vóór of tegen het ontwerp raadsbesluit zijn en/of kan de vraag bestaan uit verschillende antwoordcategorieën of oplossingsrichtingen.

  • 4.

    Bij een meerkeuze referendum met verschillende antwoordcategorieën of oplossingsrichtingen adviseert de referendumcommissie over de stemprocedure. De raad stelt de stemprocedure vast.

Artikel 10. Budget, subsidieplafond en subsidiecriteria

  • 1.

    Onmiddellijk nadat is besloten tot het houden van een referendum, stelt de raad een budget vast voor de organisatie van en de voorlichting over het referendum.

  • 2.

    Tevens stelt de raad het subsidieplafond vast voor activiteiten ter ondersteuning van het publieke debat en de meningsvorming over het ontwerp raadsbesluit waarop het referendum betrekking heeft, dat wordt onderverdeeld in deelplafonds voor activiteiten die tot doel hebben:

    • a.

      de kiesgerechtigden te laten stemmen voor het ontwerp raadsbesluit;

    • b.

      de kiesgerechtigden te laten stemmen tegen het ontwerp raadsbesluit, en

    • c.

      het debat over het ontwerp raadsbesluit op neutrale wijze te bevorderen.

  • 3.

    Niet voor subsidie komen in aanmerking activiteiten die:

    • a.

      geheel of gedeeltelijk plaatsvinden na de dag van stemming;

    • b.

      met winstoogmerk worden ondernomen;

    • c.

      die zijn begonnen voordat over de subsidieaanvraag is beslist;

  • 4.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

    • a.

      collectieven van ten minste tien kiesgerechtigde inwoners van de gemeente, en

    • b.

      rechtspersonen, met uitzondering van politieke groeperingen als bedoeld in hoofdstuk G van de Kieswet.

  • 5.

    De subsidie bedraagt 100% van de redelijke kosten van de activiteiten, met uitzondering van loonkosten, en tot een maximum van € 7.500,- per aanvrager.

  • 6.

    Het college van burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond en de begin- en einddatum van de aanvraagtermijn bekend.

  • 7.

    Op subsidies verstrekt op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening niet van toepassing.

Artikel 11. Subsidieverlening en vaststelling

  • 1.

    Binnen twee weken na afloop van de sluitingsdatum van de aanvraagtermijn beslist het college van burgemeester en wethouders over de subsidieverlening.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats in volgorde van de door het college van burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college van burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal naar de mate waarin:

    • a.

      de activiteiten bijdragen aan het publieke debat en meningsvorming onder kiesgerechtigden: 40 punten;

    • b.

      de activiteiten voor het publiek toegankelijk zijn of de uitingen openbaar zijn: 40 punten;

    • c.

      het gevraagde bedrag in verhouding staat tot het verwachte resultaat: 20 punten.

  • 4.

    Uiterlijk zes weken na de dag waarop het referendum heeft plaatsgevonden dient de subsidieontvanger een inhoudelijk verslag of andere bewijsstukken in waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

Artikel 12. Procedure voorbereiding, stemming, uitslagbepaling en bekendmaking

Op de procedure ter voorbereiding, stemming, en de vaststelling en bekendmaking van de uitslag van het referendum zijn de hoofdstukken E, paragrafen 2 en 4, J, L, N, paragraaf 1, en P, paragrafen 1 en 4, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing, voor zover bij deze verordening niet anders is bepaald.

Artikel 13. Uitslag

  • 1.

    Het centraal stembureau berekent de uitslag van het referendum en geeft aan hoeveel stemmen voor en tegen het ontwerp raadsbesluit zijn uitgebracht alsmede het aantal blanco en ongeldige stemmen en het aantal stemmen bij volmacht. Het centraal stembureau stelt vast of een meerderheid voor dan wel tegen het ontwerp raadsbesluit heeft gestemd waarbij blanco en ongeldige stemmen buiten beschouwing worden gelaten.

  • 2.

    Het centraal stembureau brengt de uitslag over aan de raad, vergezeld van het proces-verbaal, en maakt beide onverwijld bekend op een algemeen toegankelijke wijze.

  • 3.

    In geval van een meerkeuze referendum op initiatief van de raad wordt de keuzemogelijkheid die de meeste stemmen heeft gekregen als referendumuitspraak vastgesteld en bekendgemaakt op een algemeen toegankelijke wijze.

  • 4.

    De raad doet op basis van het door het centraal stembureau vastgestelde proces-verbaal een uitspraak over of de stemming op wettige wijze is geschied.

Artikel 14. Strafbepaling

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen voorhanden heeft met het oogmerk om deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

  • e.

    bij een referendum door gift of belofte een kiesgerechtigde omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen van zijn stem;

  • f.

    stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Artikel 15. Intrekking oude verordening

De Referendumverordening 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Referendumverordening Gemeente Zwolle 2023

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 december 2022

P. Snijders, burgemeester

E. Meurs, griffier.