Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Epe

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEpe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe
CiteertitelBeleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpBeleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Epe

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  3. artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe beleidsregels

20-12-2022

gmb-2022-574634

599894

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe;

 

gelezen het voorstel d.d. 20 december 2022, zaaknr. 599894;

 

gelet op:

 

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

- artikel 2 en 3 van de wet gemeentelijke Schuldhulpverlening;

 

overwegende dat het college het nodig vindt kaders vast te stellen voor de uitvoering van Schuldhulpverlening;

 

besluit: vast te stellen: de Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe

 

Intitulé

 

In de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) staat dat gemeenten een beleidsplan (nota) moeten opstellen. In dit beleidsplan beschrijven gemeenten op welke manier zij schuldhulpverlening bieden aan inwoners en hoe zij inwoners helpen om problematische schulden te voorkomen. Binnen de gemeente stelt de gemeenteraad het beleidsplan vast voor een periode van maximaal vier jaar. Het college is verantwoordelijk voor het uitvoeren van dit beleidsplan. Stichting Kredietbank Nederland is verantwoordelijke voor alle uitvoerende werkzaamheden op het gebied van SHV (frontoffice en backoffice), behoudens de schuldhulpverlening aan ondernemers.

 

In oktober 2021 is het beleidsplan ‘Armoede en Schulden 2022-2024’ door de gemeenteraad vastgesteld. In dit beleidsplan is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening opgenomen. Om duidelijk te maken welke rechten en plichten inwoners in het kader van schuldhulpverlening hebben, is deze Beleidsregel opgesteld. Daarnaast beschrijven de regels hoe schuldhulpverlening in Epe wordt uitgevoerd.

 

Artikel 1 Begrippen

In deze Beleidsregel wordt verstaan onder:

a. Aanmelding: het moment dat een persoon zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening; degene die zich meldt ervaart een problematische schuldsituatie;

b. Aanvraag: een verzoek van een belanghebbende aan het college om een besluit te nemen;

c. Aanvraagdatum: de aanvraag is ingediend op het moment dat de aanvraag is ingeleverd en deze voldoet aan de voorwaarden van de Algemene wet Bestuursrecht;

d. Aanvraagformulier: de gemeente maakt gebruik van de bevoegdheid om voor het indienen van aanvragen een formulier vast te stellen;

e. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

f.Beschikking: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan volgens artikel 1:3, tweede lid Awb. Stichting Kredietbank Nederland geeft de beschikking af namens het college van de gemeente Epe;

g.College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe;

h.Inwoner: een natuurlijk persoon die ingeschreven staat bij de gemeente Epe op grond van de Wet Basisregistratie Personen (BRP);

i.Stichting Kredietbank Nederland: gecontracteerde partij voor de uitvoering van schuldhulpverlening;

j. Maatwerk: een werkwijze die past bij de inhoud van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problematiek en de gezinssamenstelling. Deze werkwijze kan per situatie verschillen;

k. Medewerker schuldhulpverlening: medewerker van Stichting Kredietbank Nederland die gespecialiseerd is in schuldhulpverlening;

l. NAW-gegevens: gegevens over de naam, adres en woonplaats van een inwoner;

m. NVVK: Branchevereniging voor schuldhulpverlening, beschermingsbewind en sociaal bankieren; https://www.nvvk.nl/over-nvvk;

n. Plan van Aanpak: in het Plan van Aanpak staat welke stappen de medewerker schuldhulpverlening en de schuldenaar zetten om te komen tot een schuldbemiddeling.

o. Schuldhulpverlening: het uitvoeren van diensten gericht op het voorkomen, oplossen of beheersen van schulden;

p. Schuldhulpverlening voor ondernemers: schuldhulpverlening voor ondernemers via de gemeente Apeldoorn;

q. Schuldregelingsovereenkomst: de overeenkomst waar de rechten, verplichtingen en voorwaarden van de verzoeker en de medewerker schuldhulpverlening zijn opgenomen;

r. Verzoeker: een natuurlijke persoon of de zelfstandig ondernemer die een beroep doet op schuldhulpverlening;

s. Vroegsignalering: het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van inwoners met financiële problemen om vroegtijdige schuldhulpverlening mogelijk te maken;

t. Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

u. Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen.

 

Artikel 2 Uitvoering

De schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door: de gemandateerde organisatie voor schuldhulpverlening: Stichting Kredietbank Nederland. Schuldhulpverlening voor ondernemers wordt uitgevoerd door de gemeente Apeldoorn.

 

Artikel 3 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

1. Inwoners van de gemeente Epe die 18 jaar of ouder zijn en die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

2. Schuldhulpverlening voor ondernemers wordt verleend door de gemeente Apeldoorn. Voor een nog functionerende onderneming geldt het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Als de Bbz geen oplossing biedt, kan de zelfstandig ondernemer met problematische schulden worden toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 4 Aanbod gemeentelijke schuldhulpverlening

  • 1.

    Schuldhulpverlening wordt aangeboden aan de hand van de uitgangspunten zoals bijschreven in het beleidsplan ‘Armoede en Schulden 2022-2024’.

  • 2.

    Het college doet een aanbod voor schuldhulpverlening als en zover, dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 3.

    De volgende producten kunnen als dienstverlening worden ingezet:

a. Vroegsignalering schulden; signaal via Vindplaats Schulden conform het landelijke convenant Vroegsignalering;

b. Crisisinterventie; bij een crisis (zoals bedoeld in de Wgs) wordt binnen 3 dagen (per voorkeur 48 uur) actie ondernomen. De oplossing is ten eerste gericht op de melder namelijk het voorkomen van het ten uitvoer leggen van de crisis. Daarna inzet voor een duurzame toekomstgerichte oplossing gericht met een mogelijk domein overstijgende aanpak;

c. Intake schuldhulpverlening en Plan van Aanpak (hierna te noemen: PvA); het eerste intakegesprek vindt plaats op de manier zoals bedoeld in de NVVK-module Intake. De medewerker schuldhulpverlening maakt op basis van dit gesprek en eventuele vervolggesprekken met de verzoeker een integraal Plan van Aanpak voor schuldhulpverlening;

In de intake worden alle stappen gezet zoals de NVVK-module Intake die beschrijft. De intakefase neemt maximaal 3 maanden in beslag (conform richtlijnen NVVK). De hulpverlening start niet pas na de intakefase: direct na de aanmelding worden waar nodig noodverbanden gelegd om te voorkomen dat de problemen verergeren (bijv. budgetbeheer of inkomensvoorschot regelen).

Het PvA voldoet aan de NVVK-norm en bestaat in ieder geval uit:

- Advies inclusief onderbouwing over de keuze voor één of meer vervolgstappen in het schuldhulpverleningsproces;

- de geplande activiteiten binnen een vervolgstap;

- de verwachte resultaten van een vervolgstap;

- een advies over noodzakelijk geachte flankerende hulpverlening;

- een advies over de inzet van een vrijwillige budgetcoach;

- de heldere doelen, het vaststellen van een prognose en de toetsmomenten;

- een datum voor de tussen- en eindevaluatie.

De (nieuwe) Wgs schrijft voor dat bij de toelatingsbeschikking een PvA wordt bijgevoegd. Wanneer deze beschikking kort na de aanmelding wordt afgegeven, zal dit een PvA op hoofdlijnen zijn.

Het doel van de intake is dat er een oplossing is voor de verzoeker, ofwel een Quick fix of een door verzoeker getekend (integraal) Plan van Aanpak.

d. Informatie en advies; het geven van informatie en advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder gebruik te maken van de diensten Stabilisatie, Betalingsregeling, Herfinanciering, Schuldregeling, Budgetbeheer, Budgetcoaching of Duurzame Financiële Dienstverlening. Door het geven van informatie en advies kan ook een beroep op andere vormen van financiële dienstverlening worden voorkomen. Informatie en advies kan onder meer gegeven worden door Stichting Kredietbank Nederland en het formulierenteam van Koppel-Swoe.

e. Stabilisatie; stabilisatie zorgt voor een stabiele financiële situatie, een stabiel budgetplan inclusief aflossing voor schuldregeling, alsmede voorkomen dat nieuwe schulden ontstaan. Of, als stabilisatie of schuldregeling niet mogelijk is, een advies voor een maatwerkoplossing.

Het doel is om te komen tot een situatie waarbij de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn en geen nieuwe schulden meer gemaakt worden waarmee iemand klaar is voor een schuldregeling. Hier kan gedragsverandering voor nodig zijn. Hiervoor kunnen alle instrumenten ingezet worden die daarvoor beschikbaar zijn, zoals budgetbeheer en budgetcoaching. Stabilisatie wordt uitgevoerd conform de NVVK-richtlijnen.

f. 100%-betalingen; bij 100%-betaling wordt de vordering voor 100% voldaan. Dit kan door een betalingsregeling waarbij de vordering in een aantal termijnen wordt betaald of met een herfinanciering waarmee de vastgestelde vorderingen ineens en voor 100% kunnen worden voldaan.

Het doel is om succesvol een betalingsregeling of herfinanciering af te sluiten en inwoner heeft zicht op een duurzame schuldenvrije toekomst.

g. Schuldregeling: schuldbemiddeling of saneringskrediet; in de schuldregeling wordt getracht te komen tot een 'afkoop' van de schulden door een regeling met alle schuldeisers. Dit gebeurt conform NVVK-normen. Dit kan een schuldbemiddeling zijn of een saneringskrediet. Na een geslaagde schuldregeling vinden ten minste jaarlijks heronderzoeken plaats. Hierbij vindt een voortgangsgesprek plaats met de verzoeker en schuldhulpverlener en eventueel een budgetcoach of andere hulpverlener. In het PvA is vastgelegd hoe, wanneer en met wie de heronderzoeken worden uitgevoerd.

Bij voorkeur wordt er gekozen voor een Saneringskrediet conform collectief schuldregelen tenzij dit niet de passende oplossing is voor verzoeker.

Het doel is een Schuldregeling (schuldbemiddeling of saneringskrediet) die volgens het 120-dagen-model is afgerond (positief of negatief resultaat) eventueel met aanvraag van een dwangakkoord.

h. Dwangakkoord en aanvraag Wsnp; een aanvraag Wsnp gebeurt als een minnelijke regeling dreigt te mislukken. Een aanvraag Wsnp wordt ingediend bij de rechtbank in combinatie met de aanvraag van een dwangakkoord of wanneer een minnelijke regeling niet gelukt is. Het doel is een ingediend dwangakkoord en wanneer nodig een (succesvolle) aanvraag Wsnp.

i. Beschermingsbewind (bewindvoering); stabiliteit in de financiële situatie voor de verzoekers die dit niet zelfstandig kunnen realiseren. Met als uiteindelijke doel duurzaam financiële (zelf)redzaamheid. Voor verzoekers die een langdurige ondersteuning behoeven. Uitvoering van bewindvoering moet zijn conform de eisen uit het besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders en mentoren (getoetst door het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM) en moet er ook voldaan worden aan de aanbevelingen meerjarenbewind van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht. Wordt er gekozen voor een externe bewindvoerder dan moet deze bewindvoerder lid zijn van de NVVK of een vergelijkbare instantie. De werkwijze moet dan wel voldoen aan de kwaliteitseisen van de NVVK.

j. Budgetbeheer; draagt bij aan het borgen/creëren van financiële stabiliteit en rust en het werken naar een grotere mate van financiële zelfredzaamheid. De meest passende vorm van budgetbeheer wordt ingezet, draagt aan de doelstelling bij en legt dit vast in het PvA.

Resultaat:

• De doorbetalingen van de (vaste) lasten worden correct en tijdig uitgevoerd en de verzoeker krijgt zijn inkomen correct en tijdig uitgekeerd. Dat wil zeggen:

• Er zijn geen betalingsachterstanden op lasten die vanuit het budgetbeheer worden doorbetaald;

• De schulden worden tijdig en correct afgelost en de verzoeker ontvangt zijn inkomen op tijd. Er zijn geen betalingsachterstanden;

• Het ingezette product (inclusief coaching) draagt bij aan een zo groot mogelijke mate van financiële zelfredzaamheid en schuldenrust bij de verzoeker;

Budgetbeheer wordt ingezet zolang het noodzakelijk is, anderzijds wordt voortdurend bezien welke vorm van ondersteuning het best passend is.

k. Budgetcoaching; het coachen van verzoekers door in te zetten op meer overzicht en gedragsverandering. Grip op geld voorkomt (ergere) geldproblemen. Het helpen om de inkomens en uitgaven in balans te krijgen en te behouden. Door middel van praktische begrotingstools en tips voor gedragsverandering.

Door middel van budgetcoaching verzoekers vaardigheden aanleren en hulpmiddelen aangeven met als doel duurzaam financieel zelfredzaam.

l. Nazorg; contact vindt plaats binnen drie maanden na een geslaagde schuldregeling of dienstverlening. Wanneer zaken bij de verzoeker weer (dreigen) mis te lopen of verzoeker geeft aan behoefte te hebben aan extra ondersteuning dan wordt die door de medewerker schuldhulpverlening geboden. Passende nazorg wordt op verzoek ook na een langere tijd (tot maximaal 36 maanden) geboden om recidive te voorkomen. Ook het aanbieden van passende trainingen/ cursussen en versturen van informatie kan helpen binnen het nazorg traject. Het doel is om recidive te voorkomen door passende nazorg en te sturen op financiële zelfredzaamheid.

4. Er is altijd sprake van maatwerk welke vorm van schuldhulpverlening er voor de verzoeker wordt ingezet.

 

Artikel 5 Schuldeisers vroegsignalering

1. Tot de schuldeisers die betalingsachterstanden melden behoren verhuurders van onroerende zaken die zijn bestemd voor bewoning (zoals wooncorporaties), zorgverzekeraars en water- en energiebedrijven.

 

Artikel 6 Doorlooptijden

1. Het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld vindt plaats binnen vier weken nadat de verzoeker een melding heeft gedaan bij de gemeente Epe.

2. Is er sprake van een dreigende (crisis) situatie, dan vindt binnen drie werkdagen na de melding het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

3. De beschikking wordt door Stichting Kredietbank Nederland namens het college binnen acht weken na het eerste gesprek afgegeven.

4. Na het afgeven van de beschikking door Stichting Kredietbank Nederland namens het college, start de schuldenregeling binnen zes maanden.

 

Artikel 7 Intrekken melding schuldhulpverlening

1. De verzoeker kan een melding voor schuldhulpverlening schriftelijk en/of mondeling intrekken.

2. De melding wordt schriftelijk afgehandeld met een brief. In de brief wordt bevestigd dat de melding voor hulp bij schulden is ingetrokken en dat de melding wordt afgesloten. Als de verzoeker het hier niet mee eens is, kan hij/ zij hier binnen zeven kalenderdagen op reageren.

 

Artikel 8 Toekenning schuldhulpverlening

1. De verzoeker ontvangt een beschikking met een Plan van Aanpak van Stichting Kredietbank Nederland namens het college, tenzij de verzoeker zijn/haar melding voor schuldhulpverlening in de tussentijd heeft ingetrokken.

2. Als er tijdens schuldhulpverlening budgetbeheer nodig is, wordt dit gedurende de loop van de schuldregelingsovereenkomst betaald door de gemeente.

3. Als een schuldenregeling is geslaagd en de verzoeker verhuisd buiten het werkgebied, dan blijft de schuldenregeling voortgang vinden in de overeenkomst tussen de verzoeker en Stichting Kredietbank Nederland.

4. Als een schuldenregeling niet is geslaagd en de verzoeker verhuisd buiten het werkgebied, dan wordt de aanvraag beëindigd en kan de verzoeker een nieuwe aanvraag doen in de gemeente waar hij naartoe verhuisd.

 

Artikel 9 Verplichtingen verzoeker

1. Bij de aanvraag heeft een verzoeker een inlichtingenplicht op grond van de Awb (artikel 4.2) en de Wgs (artikel 6). Dit betekent dat de verzoeker bij de aanvraag informatie en bewijsstukken moet aanleveren die noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag.

2. Er wordt altijd maatwerk geleverd. Daar staat tegenover dat van de verzoeker wordt verwacht dat hij/zij volledig meewerkt. Vanaf het moment dat de schuldhulpverlening is toegekend, heeft de verzoeker een inlichtingen medewerkingsplicht op grond van artikel 6 en 7 van de Wgs. Dit betekent onder andere:

a. Het tijdig inleveren van noodzakelijke informatie en bewijsstukken voor de schuldhulpverlening, dit tot het moment dat er geen nieuwe informatie meer nodig is;

b. Afspraken nakomen, zoals onder andere vastgelegd in de schuldregelingsovereenkomst;

c. Geen nieuwe schulden aangaan (onder andere door de inzet van budgetbeheer);

d. Zich houden aan de bepalingen van het plan van aanpak en de schuldregelingsovereenkomst.

 

Artikel 10 Beëindiging van schuldhulpverlening

1. Als de verzoeker de verplichtingen (zoals genoemd in artikel 9.) niet of onvoldoende nakomt kan er besloten worden om de schuldhulpverlening te beëindigen. De verzoeker ontvangt dan een beschikking van Stichting Kredietbank Nederland namens het college.

2. Daarnaast kan er besloten worden om de schuldhulpverlening te beëindigen als:

a. Het traject van schuldhulpverlening succesvol is afgerond;

b. De verzoeker de beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken om de schulden af te lossen;

c. Blijkt dat de verzoeker schuldhulpverlening krijgt op grond van onjuiste gegevens;

d. De verzoeker zich misdraagt tegen de medewerkers die de schuldhulpverlening uitvoeren;

e. De verzoeker in staat is om zelf zijn schulden te regelen, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren of met hulp van een bewindvoerder;

f. De geboden schuldhulpverlening niet (langer) passend is, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker;

g. De schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk is;

h. De verzoeker verzoekt om stoppen dan wel intrekken van de schuldhulpverlening;

i. De inkomens-, woon- of leefsituatie van de verzoeker zo onzeker is dat schuldhulpverlening niet of nog niet mogelijk is;

j. De vrijwillige schuldregeling niet geslaagd is en de verzoeker geen gebruik wil maken van het wettelijk schuldregelingstraject (WSNP);

k. De verzoeker verhuist naar een andere gemeente vóór het aangaan van de schuldregelingsovereenkomst.

3. Voordat wordt besloten de geboden schuldhulpverlening te beëindigen, krijgt de verzoeker een redelijke termijn om alsnog de ontbrekende informatie in te leveren of medewerking te verlenen. Dit geldt alleen voor de beëindigingsgronden zoals genoemd in het eerste lid en in het tweede lid.

4. Een traject van schuldhulpverlening eindigt van rechtswege bij het overlijden van de verzoeker.

 

Artikel 11 Weigeren van schuldhulpverlening

1. Het college kan besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals bepaald in artikel 9.

2. Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging ingevolge het eerste lid, wordt de verzoeker een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen en/of informatie te verstrekken.

3. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval een verzoeker fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die verzoeker in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

4. Een vreemdeling kan voor het verlenen van schuldhulpverlening slechts in aanmerking komen indien hij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.

5. In bijzondere omstandigheden kan het college, zo nodig in overleg met het college van een andere gemeente, ook schuldhulpverlening aan een persoon geven als die geen verzoeker is. Voor de toepassing van deze wet wordt deze persoon gelijkgesteld met een verzoeker.

 

Artikel 12 Recidive

1. Het college kan gebruik maken van de wettelijke bevoegdheid schuldhulpverlening te weigeren indien een verzoeker recidiveert zoals bedoelt in artikel 3 lid 2 Wgs.

2. Er wordt onderzocht waarom een eerder traject is afgebroken.

3. Is er een niet verwijtbare oorzaak en/of geen kwade opzet, dan start de hulpverlening opnieuw, omdat de verzoeker een positieve gedragsverandering heeft laten zien.

4. Is duidelijk sprake van opzet of wil een verzoeker niet meewerken, dan kan een maatregel vanwege recidive van toepassing zijn. Een verzoeker wordt in dit geval maximaal één jaar uitgesloten van samenwerking voor informatie en advies (voorlichting). Laat een verzoeker een positieve gedragsverandering zien, dan kan er besloten worden de verzoeker tussentijds toe te laten tot het hulpverleningstraject.

 

Artikel 13 Bezwaarmogelijkheden en beroep

De gemeentelijke schuldhulpverlening valt door de komst van de Wgs onder het regime van de Awb. Dat betekent dat verzoekers bezwaar kunnen aantekenen tegen de beschikkingen die op basis van deze Beleidsregel zijn opgenomen.

 

Artikel 14 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

1. Er kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afgeweken worden van de bepalingen in deze Beleidsregel. Dit kan worden gedaan als de toepassing van deze bepalingen leidt tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg voor een verzoeker.

2. Als sprake is van een situatie waarop deze regeling niet kan worden toegepast, beslist het college.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding

De Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Epe op 20 december 2022

 

de burgemeester, dhr. dr. T.C.M. Horn

de secretaris, dhr. drs. B. Marinussen

Toelichting per artikel  

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In artikel 1 worden begrippen gedefinieerd die worden gebruikt in de beleidsregel. Het gaat in enkele gevallen om begrippen die op dezelfde wijze zijn gedefinieerd als in de Wgs en/of uit de Gedragscode Schuldhulpverlening van de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Artikel 2. Uitvoering

De schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door: de gemandateerde organisatie voor schuldhulpverlening: Stichting Kredietbank Nederland. Schuldhulpverlening voor ondernemers wordt uitgevoerd door de gemeente Apeldoorn.

 

Artikel 3. Doelgroep

Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners van Epe van 18 jaar en ouder. Minderjarige inwoners kunnen zich met hun wettelijke vertegenwoordiger laten voorzien van informatie en advies, maar kunnen geen schuldhulpverleningstraject krijgen.

Schuldhulpverlening voor ondernemers wordt verleend door de gemeente Apeldoorn. Voor een nog functionerende onderneming geldt het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Als de Bbz geen oplossing biedt, dan kan de zelfstandig ondernemer met problematische schulden worden toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 4. Aanbod gemeentelijke schuldhulpverlening

Dit artikel geeft inzicht in de uitvoering van dienstverlening voor de schuldhulpverlening.

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 5. Schuldeisers vroegsignalering

De wet legt de gemeenten de verplichting op om aan vroegsignalering te doen. In de wet is ook geregeld dat zgn. vaste lasten partners signalen mogen – en moeten – uitwisselen over bewoners die betalingsachterstanden hebben. Dit betreffen leveranciers van water, elektriciteit, gas, warmte, zorgverzekering en verhuurders (zowel woningcorporaties als particuliere verhuurders).

 

Artikel 6. Doorlooptijden

Voor de uitvoering van de schuldhulpverlening hanteert Epe de wettelijke termijnen en doorlooptijden.

 

Artikel 7. Intrekken melding schuldhulpverlening

De verzoeker kan op eigen initiatief de melding tot schuldhulpverlening intrekken. De melding intrekken schuldhulpverlening wordt schriftelijk aan de verzoeker bevestigd.

 

Artikel 8. Toekenning schuldhulpverlening

Bij toekenning van een schudhulpverleningstraject ontvangt de verzoeker namens het college een beschikking met een Plan van Aanpak.

 

Artikel 9. Verplichtingen verzoeker

Bij de aanvraag heeft een verzoeker een inlichtingenplicht op grond van de Awb (artikel 4.2) en de Wgs (artikel 6). Dit betekent dat de verzoeker bij de aanvraag informatie en bewijsstukken moet aanleveren die noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van de schuldhulpverlening.

 

Artikel 10. Beëindiging van schuldhulpverlening

Als de verzoeker de verplichtingen (zoals genoemd in artikel 9.) niet of onvoldoende nakomt kan er besloten worden om de schuldhulpverlening te beëindigen. De verzoeker ontvangt dan namens het college een beschikking van Stichting Kredietbank Nederland.

Bij het beëindigen van de schuldhulpverlening moet het college aan verzoeker eenmaal een hersteltermijn bieden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet genoemd.

De redelijke termijn dient daarbij in acht genomen te worden. Wat redelijk is hangt samen met het type verplichting. Hier is sprake van maatwerk en dit dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de rapportage en beschikking.

Dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Artikel 11. Weigeren schuldhulpverlening

Het college kan besluiten om schuldhulpverlening te weigeren indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals bepaald in artikel 9.

Bij het beëindigen danwel weigeren van de schuldhulpverlening moet het college aan verzoeker eenmaal een hersteltermijn bieden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet genoemd.

De redelijke termijn dient daarbij in acht genomen te worden. Wat redelijk is hangt samen met het type verplichting. Hier is sprake van maatwerk en dit dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de rapportage en beschikking.

Dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van weigering af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Artikel 12. Recidive

In dit artikel wordt beschreven hoe wordt omgegaan met een herhaald verzoek schuldhulpverlening en de bevoegdheid van het college tot tijdelijke weigering van het schuldhulpverlening en kunnen er aanvullende voorwaarden (bijvoorbeeld budgetbeheer en hulpverlening) worden gesteld bij een herhaald verzoek tot schuldhulpverlening.

Afhankelijk van de reden van uitval en de fase waarin de uitval plaatsvond, kan de verzoeker worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Deze beleidsregel geldt als richtlijn en nadrukkelijk als stok achter de deur. In alle gevallen kan de medewerker schuldhulpverlening hiervan op basis van individuele omstandigheden afwijken en de hardheidsclausule toepassen. De medewerker schuldhulpverlening moet aangemoedigd worden om in geval van recidive altijd de reden van (her)aanmelding te achterhalen en opnieuw in te schatten of schuldhulpverlening succesvol kan zijn.

 

Artikel 13. Bezwaarmogelijkheden en beroep

Tegen een besluit van het college in het kader van deze Beleidsregel staan overeenkomstig de bepalingen in de Awb bezwaar en beroep open.

 

Artikel 14. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden af te wijken van deze Beleidsregel ten gunste van verzoeker, wanneer de toepassing van de regels onevenredige gevolgen heeft. En indien de toepassing van deze Beleidsregel in het individuele geval leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Verder wordt met nadruk gemeld: ‘in bijzondere gevallen’. Het gebruiken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als uitzondering en niet als regel. Om precedentwerking te voorkomen moet duidelijk en gemotiveerd worden aangegeven waarom in een bepaalde situatie wordt afgeweken van de Beleidsregel. Het college beslist in alle gevallen waarin deze Beleidsregel niet voorziet.

 

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Epe’ en treedt in werking op 1 januari 2023.