Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland
CiteertitelVerordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 255 van de Gemeentewet
  2. artikel 26 van de Invorderingswet 1990
  3. Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
  4. Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-01-202301-01-2023nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2023-333

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2022;

 

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden;

 

overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland

Artikel 1. Mogelijkheid tot kwijtschelding

  • 1.

    De gemeente verleent alleen kwijtschelding voor belastingaanslagen, als die mogelijkheid in de betreffende belastingverordening expliciet is opengesteld.

  • 2.

    Voor de invordering van de leges kan voor de kosten van een Nederlandse identiteitskaart geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend. Bij de invordering van de overige leges wordt geen kwijtschelding verleend.

  • 3.

    Bij de invordering van de leges genoemd in lid 2 wordt geen kwijtschelding verleend als:

    • a.

      het oorspronkelijke reisdocument van de aanvrager door eigen schuld, diefstal, opzet of bewuste roekeloosheid verloren is gegaan;

    • b.

      het een aanvraag betreft voor kinderen die na 1 januari 2006 14 jaar zijn geworden, als geen gebruik is gemaakt van het recht om binnen een jaar na het bereiken van de leeftijd van 14 jaar een gratis Nederlandse identiteitskaart te verkrijgen.

Artikel 2. Berekeningswijze kosten van bestaan

  • 1.

    Bij de kwijtschelding wordt het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op honderd procent. Dit in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

  • 2.

    Onverminderd wat in het in het eerste lid is bepaald, wordt voor de vaststelling van de kosten van bestaan van pensioengerechtigden in plaats van de bijstandsnorm het netto-ouderdomspensioen gebruikt. Dit overeenkomstig artikel 3 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden.

Artikel 3. Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de netto kosten van kinderopvang. Het gaat daarbij om de netto kosten van kinderopvang bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 4. Extra toegestane financiële middelen

In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, als bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:

  • a.

    het maximumbedrag genoemd in artikel 4, onder a van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de belastingschuldige en zijn echtgenoot;

  • b.

    75% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande, en;

  • c.

    90% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande ouder.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikelen uit deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6. Slotbepalingen

  • 1.

    De Beleidsregels voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen van 26 september 2006 blijven van toepassing op kwijtscheldingsverzoeken die voor 1 januari 2023 zijn ingediend.

  • 2.

    De Beleidsregels voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2023.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2022.

A. de Vos

griffier

Drs. A.P.J. van Hemmen

voorzitter

Toelichting bij de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland

 

Algemene toelichting

 

Wet- en regelgeving gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

 

Vindplaatsen wet- en regelgeving

Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen zijn de volgende wettelijke bepalingen en regelingen van toepassing:

  • -

    artikel 26 van de Invorderingswet 1990;

  • -

    hoofdstuk I en II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

  • -

    artikel 255 van de Gemeentewet;

  • -

    Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden.

 

Een nadere toelichting op de uitvoering van de kwijtschelding heeft de staatssecretaris van Financiën opgenomen in de Leidraad Invordering 2008 (Rijksleidraad). Omdat gemeenten formeel niet aan de Rijksleidraad zijn gebonden en zij hun eigen beleidsregels moeten vaststellen, heeft de VNG een model-Leidraad invordering gemeentelijke belastingen opgesteld (gemeentelijke Leidraad). De beleidsregels over kwijtschelding van belastingen staan in artikel 26 van de (gemeentelijke) Leidraad.

 

Mogelijkheden gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Artikel 255 van de Gemeentewet regelt de mogelijkheid voor gemeenten om kwijtschelding van belastingen te verlenen. Hoofdregel bij het verlenen van kwijtschelding is dat gemeenten de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (hierna: Uitvoeringsregeling) volgen. Als de gemeente met betrekking tot een belasting niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor deze gemeentelijke belasting.

 

Strakkere of ruimere kwijtschelding

Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad bepalen dat er geen of gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend. Daarnaast kan de gemeenteraad bij verordening afwijkende regels stellen over de manier waarop de kosten van bestaan en het vermogen in aanmerking worden genomen. Deze afwijkende regels leiden ertoe dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

 

De gemeentelijke verordening kan per belastingsoort verschillen, namelijk:

  • a.

    de gemeente verleent voor een belasting geen kwijtschelding;

  • b.

    de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding (*);

  • c.

    de gemeente verleent voor een belasting ruimere kwijtschelding, door ten opzichte van de rijksregeling een hoger percentage te hanteren bij de berekening van de kosten van bestaan.

 

(*) Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat een belastingaanslag niet geheel voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar bijvoorbeeld maar voor de helft. Ook kunnen gemeenten bijvoorbeeld alleen kwijtschelding verlenen voor de eerste hond in de hondenbelasting. Het gaat dus om gedeeltelijke kwijtschelding van het belastingbedrag.

 

Afwijken van de Uitvoeringsregeling gebeurt bij raadsbesluit

De gemeenteraad bepaalt of en zo ja, van welke belasting(en) kwijtschelding wordt verleend. Het raadsbesluit dat de kwijtschelding regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijke verordening kan de raad de afwijkende kwijtscheldingsregels ook in de betreffende belastingverordening opnemen. De afwijkende regels hebben dan alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting.

 

Als de raad kwijtschelding voor één of meer belastingen mogelijk heeft gemaakt, dan is het de invorderingsambtenaar van de gemeente die de kwijtschelding vervolgens verleent. Dat doet hij met een voor administratief beroep vatbare beschikking.

 

Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend

Een belastingschuldige komt voor kwijtschelding in aanmerking, als hij geen vermogen en geen betalingscapaciteit heeft. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor geen kwijtschelding wordt verleend, los van de vraag of de belastingschuldige over voldoende vermogen of betalingscapaciteit beschikt. Een inhoudelijke beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek blijft dan achterwege. De uitzonderingssituaties moeten bij elke aanvraag om kwijtschelding in de beoordeling worden betrokken. Deze bijzondere omstandigheden waardoor geen kwijtschelding wordt verleend, zijn opgesomd in artikel 8 van de Uitvoeringsregeling.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Mogelijkheid tot kwijtschelding

Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting, maar een bevoegdheid. De Invorderingswet 1990 zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. De gemeenteraad bepaalt of en zo ja, van welke belasting(en) kwijtschelding wordt verleend.

 

Het raadsbesluit dat de kwijtschelding regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijke verordening kan de gemeenteraad de afwijkende kwijtscheldingsregels ook in de betreffende belastingverordening opnemen. De afwijkende regels hebben dan alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting.

 

Beperkte kwijtschelding

De Uitvoeringsregeling stelt onder andere regels over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van de belastingschuldige, de manier waarop kwijtschelding wordt verleend en de omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg kunnen staan.

 

De mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid zijn beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet toegestaan.

 

Gemeenten hebben de volgende twee mogelijkheden om afwijkende regels te hanteren:

  • a.

    de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding. Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat een belastingaanslag niet geheel voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar bijvoorbeeld maar voor de helft;

  • b.

    de gemeente verleent alleen kwijtschelding voor de eerste hond in de hondenbelasting. Het gaat dus om gedeeltelijke kwijtschelding van het belastingbedrag.

 

De bovenstaande twee voorbeelden zijn ter illustratie. De gemeentelijke regels kunnen voorts per belastingsoort verschillen.

 

Artikel 2. Berekeningswijze kosten van bestaan

 

Artikel 2, lid 1

De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op negentig procent van de bijstandsnorm. Gemeenten hebben echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen (artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet). Aan een hoger percentage zijn wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal honderd procent van de bijstandsnorm. Dit percentage is niet verplicht en kan per belastingsoort verschillen. Als de raad een hoger percentage heeft vastgesteld, dan geldt dit percentage voor alle belastingschuldigen.

 

Artikel 2, lid 2

Voor pensioengerechtigden bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet kan de gemeenteraad bepalen dat bij de berekening van de kosten van bestaan, in plaats van de bijstandsnorm, het netto-ouderdomspensioen wordt gebruikt. Hierbij geldt hetzelfde percentage als in artikel 2, eerste lid, van deze verordening. Deze maatregel voorkomt dat pensioengerechtigden minder aanspraak kunnen maken op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

 

 

Artikel 3. Netto kosten kinderopvang

 

Eigen bijdrage kinderopvang

Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. De gemeente kan, als de gemeenteraad daartoe besluit, bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling is dit toegestaan. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.

 

Netto-kosten

Het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente of van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.

 

Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs. Zie hiervoor artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.

 

Artikel 4. Extra toegestane financiële middelen

In artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling is geregeld welk bedrag aan financiële middelen bij het verlenen van kwijtschelding niet tot de bezittingen wordt gerekend.

 

De gemeenteraad kan besluiten dat het bedrag aan financiële middelen dat niet wordt meegeteld bij de berekening van het vermogen op een hoger bedrag wordt vastgesteld. Dit in afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling.

 

De maximale verhoging is afhankelijk van de leefsituatie van de belastingschuldige:

  • -

    voor echtgenoten bedraagt de maximale verhoging € 2.000,-;

  • -

    voor een alleenstaande bedraagt de verhoging 75 procent van de verhoging die voor echtgenoten is gekozen, en;

  • -

    voor een alleenstaande ouder bedraagt de verhoging 90 procent van de verhoging die voor echtgenoten is gekozen.

 

Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om het totale bedrag aan financiële middelen te verhogen, geldt die verhoging voor alle belastingschuldigen. Wel verschilt de verhoging per leefsituatie.

 

Artikel 5. Hardheidsclausule

 

De toepassing van deze regeling kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet voorziene gevallen. In die gevallen kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat een of meerdere artikelen geen toepassing vinden.

 

Artikel 6. Slotbepalingen

 

Artikel 7, lid 1

Als de oude kwijtscheldingsregeling van toepassing moet blijven op kwijtscheldingsverzoeken die zijn ingediend voor de datum inwerkingtreding van deze verordening, dan moet overgangsrecht worden opgenomen. Als geen overgangsrecht wordt opgenomen, heeft de verordening onmiddellijke werking. Dit betekent dat de verordening dan ook van toepassing is op nog niet afgehandelde kwijtscheldingsverzoeken.

 

Artikel 7, lid 2

Omdat de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen de Beleidsregels voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen vervangt, wordt de oude regeling uitdrukkelijk ingetrokken.