| Titel 1 Algemene dienstverlening | 2023 | |
| Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand | | |
1.1.1 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: | | |
1.1.1.1 | in de trouwzaal van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur | € 465,00 | |
1.1.1.2 | in de trouwzaal van het gemeentehuis, op de aangewezen zaterdagen, tusen 09.00 - 14.00 uur | € 624,00 | |
1.1.1.3 | in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur | € 370,00 | |
1.1.1.4 | in een bijzonder huis, ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek | € 418,00 | |
1.1.1.5 | externe locatie op werkdagen tussen 09.00 - 23.00 uur | € 502,00 | |
1.1.1.6 | externe locatie op zaterdag of zondag tussen 09.00 - 23.00 uur | € 555,00 | |
1.1.1.7 | Getuigen via gemeente, per getuige | € 59,00 | |
1.1.2 | Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: | | |
| een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering | € 34,00 | |
1.1.2.1 | Eénmalige benoeming buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (alleen onder de daarvoor gestelde voorwaarden) | € 100,00 | |
1.1.2.2 | eerste beoordeling bij het indienen externe locatie | € 449,00 | |
1.1.2.3 | Extra kosten in verband met het annuleren - anders dan als gevolg van overmacht - van een gereserveerde huwelijksvoltrekking c.q. registratie | € 118,00 | |
| partnerschap, alsmede in het geval van niet verschijnen bij een kosteloos huwelijk | | |
1.2 | Het tarief bedraagt voor: | | |
1.2.1 | uittreksels, akten en attestaties de vita | € 15,70 | (*) |
1.2.2 | voor elk meertalig modelfpormulier als bedoeld in artikel 7, eerst lid, van de verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad | | |
| van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de | | |
| Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr.1024/2012 | € 15,70 | (*) |
1.2.3 | wordt het in 1.2.2 genoemde model afgegeven als verklaring van huwelijksbevoegdheid | € 21,20 | (*) |
1.2.4 | verklaring van huwelijksbevoegdheid | € 27,50 | (*) |
| | | |
| Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart | | |
1.2 | Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: | | |
1.2.1 | van een nationaal paspoort: | | |
1.2.1.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 77,75 | (*) |
1.2.1.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 58,80 | (*) |
1.2.2 | van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): | | |
1.2.2.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 77,75 | (*) |
1.2.2.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 58,80 | (*) |
1.2.3 | van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld | | |
| (faciliteitenpaspoort): | | |
1.2.3.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 77,75 | (*) |
1.2.3.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 58,80 | (*) |
1.2.4 | van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen | € 58,80 | (*) |
1.2.5 | van een Nederlandse identiteitskaart: | | |
1.2.5.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 70,30 | (*) |
1.2.5.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 37,95 | (*) |
1.2.5.3 | voor personen met uitreisverbod (vervangende identiteitskaart) | € 34,25 | (*) |
1.2.6 | voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde | € 52,95 | (*) |
| bedragen: | | |
1.2.7 | voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 | € 16,70 | (*) |
| genoemde bedragen: | | |
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten |
| | | |
| Hoofdstuk 3 Rijbewijzen | | |
1.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs | € 44,65 | (*) |
1.3.2 | Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt: | | |
1.3.2.1 | bij een spoedlevering vermeerderd met | € 34,10 | (*) |
1.3.2.4 | bij een aanvraag in verband met [beschadiging of] vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met | € 18,20 | |
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten |
| | | |
| Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen | | |
1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens | | |
| over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | | |
1.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
| tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking per persoon | € 14,45 | |
1.4.2.1 | aan anderen dan genoemd in onderdeel 1.4.2., per schriftelijke verstrekking, verhoogd met eventuele portokosten | € 7,50 | (*) |
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten | |
| | | |
| Hoofdstuk 5 Gereserveed | | |
| | | |
| Hoofdstuk 6 Gereserveerd | | |
| | | |
| Hoofdstuk 7 Bestuursstukken | | |
1.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | | |
1.7.1.1 | een afschrift van de programmabegroting | € 28,75 | |
1.7.1.2 | een afschrift van de bijlagen van de begroting | € 17,45 | |
1.7.1.3 | een afschrift van een afdelingsplan | € 28,75 | |
1.7.1.4 | een afschrift van een jaarrekening | € 35,40 | |
1.7.1.5 | een afschrift van een rekening van een afdeling | € 17,45 | |
1.7.1.6 | een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) | € 10,90 | |
1.7.1.7 | een afschrift van één van de vastgestelde belastingverordeningen, per verordening | € 16,40 | |
| | | |
| Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie | | |
1.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | | |
1.8.1.1 | een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel | | |
| 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: | | |
1.8.1.1.1 | in formaat A4 of kleiner, per bladzijde | € 0,55 | |
1.8.1.1.2 | in formaat A3 | € 0,95 | |
1.8.2.2 | de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet | € 15,90 | |
| | | |
| Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken | | |
1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
1.9.1 | tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag | € 41,35 | (*) |
1.9.2 | tot het legaliseren van een handtekening | € 13,30 | |
1.9.3 | bewijs van Nederlanderschap | € 13,30 | |
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten |
| | | |
| Hoofdstuk 10 Gemeentearchief | | |
1.10.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 18,45 | |
| | | |
| Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 | | |
1.11 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
1.11.1 | tot het verkrijgen van een medische indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van | € 62,40 | |
| een doelmatige verdeling van de woonruimte | | |
1.11.2 | tot het verkrijgen van een sociale indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van | € 51,80 | |
| een doelmatige verdeling van de woonruimte | | |
| | | |
| Hoofdstuk 12 Leegstandwet | | |
1.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
1.12.1.1 | tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet | € 95,75 | |
1.12.1.2 | tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet | € 95,75 | |
1.12.2 | Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een | | |
| flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om | | |
| een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.] | | |
| | | |
| Hoofdstuk 13 Gereserveerd | | |
| | | |
| Hoofdstuk 14 Gereserveerd | | |
| | | |
| Hoofdstuk 15 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) & Verordening fysieke leefomgeving Baarn (VfloB) | | |
1.15.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of een ontheffing op grond van de APV/VfloB | | |
1.15.1.1 | voor het maken of veranderen van een uitweg als bedoeld in artikel 2.3 VfloB | € 296,00 | |
1.15.1.2 | voor het hebben van een standplaats als bedoeld in artikel 5.1 en volgende VfloB | € 74,60 | |
1.15.1.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag om geluidsontheffing als bedoeld in artikel 3.4 VfloB | € 51,30 | |
1.15.1.4 | voor een aanvraag voor een collectevergunning | € 53,60 | |
1.15.1.5 | voor het aanleggen, stoken of hebben van vuur in de open lucht als bedoeld in artikel 5.34 APV | € 172,30 | |
1.15.2 | voor het verkrijgen van een ontheffing tot na het algemeen sluitingsuur geopend hebben van horecabedrijven als bedoeld in artikel 2.29 APV | | |
1.15.2.1 | één dag | € 81,65 | |
1.15.2.2 | langer dan één dag maar ten hoogste één week | € 108,85 | |
1.15.2.3 | langer dan één week maar ten hoogste één maand | € 163,25 | |
1.15.2.4 | langer dan één maand maar ten hoogste één jaar | € 326,35 | |
1.15.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 2.1 VfloB | € 54,50 | |
1.15.4 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing voor het optreden als straatatriest als bedoeld in artikel 2.9 APV: | | |
1.15.4.1 | per dag | € 6,35 | |
1.15.4.2 | per week | € 15,90 | |
1.15.4.3 | voor maximaal een jaar | € 63,40 | |
1.15.5 | voor het in behandeling nemen van het laten wijzigen van een reeds verleende Apv vergunning of ontheffing | € 48,30 | |
1.15.6 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning/ontheffing niet elders genoemd op grond van de APV | € 64,95 | |
| | | |
| Hoofdstuk 16 Kansspelen | | |
1.16.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b | | |
| van de Wet op de kansspelen: | | |
1.16.1.1 | Aanwezigheidsvergunning voor 1 kansspelautomaat voor 1 jaar | € 56,50 | (*) |
1.16.1.2 | Aanwezigheidsvergunning voor 2 kansspelautomaten voor 1 jaar | € 90,50 | (*) |
1.16.1.3 | Aanwezigheidsvergunning voor 1 kansspelautomaat voor 4 jaar | € 226,50 | (*) |
1.16.1.4 | Aanwezigheidsvergunning voor 2 kansspelautomaten voor 4 jaar | € 362,50 | (*) |
1.16.2 | De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden | | |
| of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in | | |
| looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. | | |
1.16.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet | € 25,95 | |
| op de kansspelen (loterijvergunning) | | |
Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten |
| | | |
| Hoofdstuk 17. Telecommunicatie | | |
1.17.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze | | |
| van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet | € 528,40 | |
1.17.2 | indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden | | |
| in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met | € 0,55 | |
1.17.3 | indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare | | |
| gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met | € 0,25 | |
1.17.4 | indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van | | |
| het netwerk, per overleg (maximaal twee uur) verhoogd met | € 264,25 | |
1.17.5 | indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, | | |
| per overleg (maximaal twee uur) verhoogd met | € 264,25 | |
1.17.6 | indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in | | |
| behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en | | |
| wethouders is opgesteld. | | |
1.17.7 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag | | |
| waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer | | |
1.18 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
1.18.1 | tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer | € 44,60 | |
1.18.2 | voor het vernieuwen van een in 1.18.1 genoemde kaart of het verstrekken van een duplicaat bij verleis of diefstal, per aanvraag | € 44,70 | |
1.18.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in de directe omgeving van de | | |
| woning van de aanvrager of het wijzigen hiervan bij verhuizing binnen de gemeente, per aanvraag (verhuizing) | € 206,75 | |
1.18.4 | voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het kentekenbord behorend bij de gehandicaptenparkeerplaats | € 71,25 | |
1.18.5 | indien er voor de aanvraag als genoemd in 1.18.1 een medische keuring noodzakelijke is worden de kosten verhoogd met de kosten van de keuring | | |
| | | |
| Hoofdstuk 19 Diversen | | |
1.19.2.1 | een verzoek om bodeminformatie over een perceel, per perceel | € 48,85 | |
1.19.2.2 | afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief | | |
| is opgenomen: | | |
1.19.2.2.1 | per pagina op papier van A4-formaat | € 0,55 | |
1.19.2.2.2 | per pagina op papier van A3 formaat | € 0,90 | |
1.19.2.3 | per pagina op papier van A2 formaat | € 3,90 | |
1.19.2.4 | per pagina op papier van A1 formaat | € 8,00 | |
1.19.2.5 | per pagina op papier van A0 formaat | € 15,90 | |
1.19.2.6 | voor het scannen stukken c.q. het digitaal verstrekken van stukken, per pagina/scan | € 0,55 | |
1.19.2.7 | voor het digitaal verzenden van bovengenoemde stukken, per kwartier of gedeelte daarvan | € 18,45 | |
1.19.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aansluiting op het riool (rioolaansluitingsrecht) | € 264,25 | |
1.19.3.1 | voor een zogenaamde standaard (doorsnee 125 mm) aansluiting op het riool (rioolaansluitingsrecht) | € 1.004,15 | |
1.19.3.2 | indien er extra werkzaamheden dienen te worden verricht wordt het bedrag genoemd in 1.19.3 verhoogd met het begrote bedrag zoals door de | | |
| gemeente is aangegeven | | |
| | | |
| Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | | |
| | | |
| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| [de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van aannemer | | |
| zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een | | |
| raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, | | |
| de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die | | |
| aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de | | |
| aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | | |
| [de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische | | |
| installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het | | |
| werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die | | |
| voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien | | |
| tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader | | |
| in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
2.2.1 | tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is | € 410,90 | |
2.2.2 | voor het verstrekken van een schriftelijke verklaring dat voor een bepaalde (bouw)activiteit geen omgevingsvergunning is vereist | | |
| (zogenaamd verklaring vergunningsvrij bouwen) | € 68,75 | |
| Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de | | |
| verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag | | |
| betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven | | |
| en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of | | |
| andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, | | |
| van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die | | |
| onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 10.000,00 bedragen: | | |
| 4,4% van de bouwkosten, met een minimum van: | € 161,25 | |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 10.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: | € 465,10 | |
| vermeerderd met 2,8% van de bouwkosten | | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 10.000.000 bedragen: | € 29.765,30 | |
| vermeerderd met 2,5% van de bouwkosten | | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen: | € 268.216,90 | |
| vermeerderd met 1,2% van de bouwkosten | | |
2.3.1.2 | onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of | | |
| gereedkomen van de bouwactiviteit 110% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b | € 86,70 | |
| van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in | | |
| die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.3. | Planologisch strijdig gebruik waarbij ook sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, | | |
| van de Wabo en er sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het | | |
| bepaalde in de andere onderdelenvan dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 364,70 | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 528,50 | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 2.153,15 | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 3.889,80 | |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van | € 729,35 | |
| de Wet ruimtelijke ordening ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, | € 1.094,00 | |
| derde lid, van de Wet en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 729,35 | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de | | |
| Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het | | |
| bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 364,70 | |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 528,50 | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 2.153,15 | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 3.889,80 | |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van | € 729,35 | |
| de Wet ruimtelijke ordening ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, | € 1.094,00 | |
| derde lid, van de Wet en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
2.3.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 729,35 | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van | € 146,95 | |
| de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen | | |
| bedoelde activiteiten: | | |
2.3.5.1 | Het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk in met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen | | |
| categoriën gevallen | | |
2.3.5.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het brandveilig gebruik van: | | |
2.3.5.2.1 | een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 0 - 250 m2 | € 384,75 | |
2.3.5.2.2 | een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 250 - 2.500 m2 | € 769,50 | |
2.3.5.2.3 | een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 2.500 - 7.500 m2 | € 1.540,05 | |
2.3.5.2.4 | een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte tussen 7.500 - 15.000 m2 | € 3.079,05 | |
2.3.5.2.5 | een gebouw/inrichting met een vloeroppervlakte meer dan 15.000m2 | € 6.159,35 | |
2.3.5.2.6 | het in 2.3.5.2.5 genoemde tarief wordt verhoogd per m2 met | € 0,60 | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of | | |
| gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de | | |
| provinciale erfgoedverordening of artikel [14] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in | | |
| de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 253,70 | |
2.3.7 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik | € 294,90 | |
| van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het | | |
| provinciaal wegenreglement of artikel 2.3 van de Verordening fysieke leefomgeving Baarn, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere | | |
| onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.8 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor | | |
| op grond van een bepaling on de provinciale verordening of artikel 8.1 van de Verordening fysieke leefomgeving Baarn een omgevingsvergunning | | |
| is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.8.1 | indien niet meer dan 10 bomen worden geveld | € 111,15 | |
2.3.8.2 | indien meer dan 10 bomen worden geveld, per boom boven het aantal van 10 | € 11,20 | |
2.3.9 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de | | |
| Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.9.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit | | |
| toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.9.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit | | |
| toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.10 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat | | |
| onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.10.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 359,40 | |
2.3.10.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 359,40 | |
2.3.11 | Advies | | |
2.3.11.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen | | |
| bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een | | |
| omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan | | |
| de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.11.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.11.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag | | |
| waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.12 | Sloopactiviteiten | | |
2.3.12.1 | indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in de gevallen waarin dat in een | | |
| bestemmingsplan , beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabobedraagt het tarief, | | |
| onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 359,40 | |
2.3.13 | Opslag van roerende zaken | | |
| indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie Utrecht | | |
| waarvoor bepaling in een provinciale verordening of APV een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in | | |
| onderdelen op grond van een van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.13.1 | indien de activiteit bestaat uit het opslaan van roerende zaken als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, onder j, van de Wabo | € 111,95 | |
2.3.13.2 | ondien de activiteit bestaat uit het als eigenaar , beperkt zakelijk recht of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken | | |
| worden opgeslagen, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, onder k, van de Wabo | € 111,95 | |
| | | |
| Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een | | |
| conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de | | |
| beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen | | |
| van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
2.4.2 | Vermindering van de volgens Hoofdstuk 2 geheven leges vindt alleen plaats voorzover: | | |
| het bouwplan waarvoor een aanvraag tot een omgevingsvergunning werd gedaan gelijk of nagenoeg gelijk is aan het bouwplan dat ten tijde | | |
| van het vooroverleg of het verzoek om beoordelling van de conceptaanvraag aan het college van burgemeester en wethouders werrd voorgelegd | | |
| en de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning wordt gedaan binnen één jaar nadat het verzoek om vooroverleg of beoordeling | | |
| werd gedaan. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- | | |
| of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, | | |
| bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | 50% | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 10 weken na het in behandeling nemen ervan | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | 40% | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 11 weken en binnen 20 weken na het in behandeling nemen ervan | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | 30% | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als | | |
| bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de | 50% | |
| leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen drie maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. | | |
| De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de | | |
| onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 25% | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij | | |
| rechterlijke uitspraak. | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf: Een bedrag minder dan € 131,65 wordt niet teruggegeven. | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.11 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als | € 40,20 | |
| bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is, dan wel het overdragen van verleende | | |
| omgevingsvergunning als bedield in artikel 10.3 van de bouwverordening | | |
| | | |
| Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de | € 80,35 | |
| omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | | |
| | | |
| Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, | € 9.655,70 | |
| van de Wet ruimtelijke ordening | | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, | € 6.822,90 | |
| onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | | |
| | | |
| Hoofdstuk 9 Gereserveerd | | |
| | | |
| Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking, | | |
| per aanvraag het bedrag wat als begroting aan de aanvrager wordt medegedeeld. | | |
| | | |
| Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2 | | |
| | | |
| Hoofdstuk 1 Horeca | | |
3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | | |
3.1.1 | een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet voor het uitoefenen van een | € 563,25 | |
| horeca- of slijtersbedrijf dan wel het in zelfwerkzaamheid niet bedrijfsmatig en anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank | | |
3.1.2 | een melding van wijziging van een inrichting als bedoeld in onderdeel 3.1.1. in verband met de wijziging van een lokaliteit een en ander als bedoeld | € 81,55 | |
| in artikel 30 van de Alcoholwet | | |
3.1.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel behorende bij de vergunning als bedoeld in artikel 30a, tweede | | |
| lid, van de Alcoholwet | | |
3.1.4 | voor de eerste leidinggevende | € 108,60 | |
3.1.5 | voor elke volgende leidinggevende | € 54,50 | |
3.1.6 | een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Alcoholwet tot het verstrekken van zwak- | € 92,50 | |
| alcoholische drank | | |
3.1.7 | een verzoekom ontheffing als bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de Alcoholwet tot het verstrekken van zwakalcoholische drank | € 135,85 | |
| terugkerend evenement | | |
3.1.8 | een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 4 , vierde lid, van de Alcoholwet | | |
3.1.8.1 | voor een verzoek met één activiteit | € 108,60 | |
3.1.8.2 | voor een verzoek met meer dan één activiteit | € 108,60 | |
3.1.8.3 | verhoogd voor elke activiteit meer dan één | € 54,50 | |
3.1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | | |
3.1.9.1 | een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in de artikel 2.28 van de APV | € 394,30 | |
3.1.9.2 | een aanvraag tot het toevoegen of wijzigen van een leidinggevende op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de APV | | |
| voor de eerste leidinggevende | € 107,00 | |
| voor elke volgende leidinggevende | € 53,65 | |
| | | |
| Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten | | |
3.2.1.1 | De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het houden van een evenement en/of vermakelijkheid geldig voor één dag, voor | | |
3.2.1.1.1 | 0 - 150 gelijktijdige bezoekers | € 26,05 | |
3.2.1.1.2 | 151 tot 499 gelijktijdige bezoekers | € 169,95 | |
3.2.1.1.3 | 500 tot 999 gelijktijdige bezoekers | € 497,50 | |
3.2.1.1.4 | 1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers | € 828,95 | |
3.2.1.1.5 | meer dan 2.500 gelijktijdige bezoekers | € 1.657,95 | |
3.2.1.2 | De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het houden van een evenement en/of vermakelijkheid | | |
| geldig voor meerdere dagen in het zelfde jaar, voor: | | |
3.2.1.2.1 | 0 - 150 gelijktijdige bezoekers | € 39,00 | |
3.2.1.2.2 | 151 tot 499 gelijktijdige bezoekers | € 254,95 | |
3.2.1.2.3 | 500 tot 999 gelijktijdige bezoekers | € 746,30 | |
3.2.1.2.4 | 1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers | € 1.243,45 | |
3.2.1.2.5 | meer dan 2.500 gelijktijdige bezoekers | € 2.486,85 | |
3.2.1.3 | Indien de aanvraag voor een vergunning zoals genoemd in 3.2.1.1.1 tot en met 3.2.1.1.5 en 3.2.1.2.1 tot en met 3.2.1.2.5 te laat wordt aangevraagd | | |
| worden de verschuldigde leges verhoogd met 25%. | | |
3.2.1.4 | Bij intrekking van de aanvraag om een vergunning genoemd in dit hoofdstuk wordt 50% geheven | | |
| | | |
| Hoofdstuk 3 Seksbedrijven | | |
3.3.1 | het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | | |
3.3.2 | een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid van de APV, voor een | | |
| seksbedrijf | € 3.539,70 | |
3.3.3 | voor het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging, als bedoeld in artikel 3.10 van de APV | € 718,20 | |
3.3.4 | voor een verlenging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.11 van de APV | € 718,20 | |
| | | |
| Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014 | | |
3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
3.4.1 | tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en | € 158,55 | |
| onder a van de Huisvestingswet 2014 | | |
3.4.2 | tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artkel 21, | € 158,55 | |
| aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 | | |
3.4.3 | tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, | € 158,55 | |
| aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 | | |
3.4.4 | tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, | € 158,55 | |
| aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 | | |
3.4.5 | tot het verlenen van een splitstingsvergunning als bedoeld in artkel 22 van de Huisvestingswet 2014 | € 211,35 | |
| | | |
| Hoofdstuk 5 Kinderopvang | | |
3.5.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandelin nemen van een aanvraag tot het: | | |
3.5.1.1 | in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel | | |
| 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteiteisen peuterspeelzalen | € 1.505,55 | |
3.5.1.2 | in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeel- | | |
| zalen | € 1.505,55 | |
3.5.1.3 | het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwliteitseisen peuterspeelzalen | € 616,90 | |
| | | |
| Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet | | |
3.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
3.6.1 | tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet | € 171,65 | |
3.6.2 | tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing | € 85,90 | |
| | | |
| | | |
| Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | | |
3.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of | € 80,50 | |
| ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking, minimaal of wat als begrote bedrag is aangereikt | | |
| | | |
| De met een * aangegeven bedragen zijn wettelijke tarieven zoals bekend bij de vaststelling van deze verordening. Wijzigen deze bedragen dan gelden | | |
| de gewijzigde bedragen als het geldende tarief. | | |