Verordening op de heffing en de invordering van een reclameheffing 2023
De raad der gemeente Oirschot;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2022;
gegeven de agendering door het Presidium d.d. 6 december 2022;
besluit:
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van een reclameheffing 2023
Artikel1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
a.
reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;
b.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;
c.
onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;
d.
jaar: een kalenderjaar.
Artikel2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Oirschot zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart. Ter verduidelijking zijn onder deze kaart alle straten met waar van toepassing de huisnummers genoemd die binnen het aangewezen gebied vallen. Zie Bijlage
Artikel3 Belastbaar feit
Onder de titel ‘reclameheffing’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een directe reclamebelasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel4 Belastingplicht
De reclameheffing wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak, waarop en waarbij één of meer reclameobjecten worden aangetroffen.
Artikel5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1.
De reclameheffing wordt geheven per onroerende zaak.
2.
De heffingsmaatstaf is een vast bedrag vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor de gebruikersaanslag niet-woningen voor het kalenderjaar.
3.
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
4.
Het vaste bedrag van de reclameheffing bedraagt € 375,-.
5.
Het in het vorige lid genoemde bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van € 1,45 per € 1.000,- aan WOZ-waarde, zodra de heffingsmaatstaf een bedrag van € 258.620,60 aan WOZ-waarde overstijgt.
6.
De heffing bedraagt maximaal € 775,-.
7.
Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclameheffing.
Artikel6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
2.
Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.
3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclameheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel8 Wijze van heffing
De reclameheffing wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel9 Vrijstellingen
De reclameheffing wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
a.
die korter dan 13 weken aanwezig zijn;
b.
waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;
c.
die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;
d.
die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
e.
die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;
f.
aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of Visit Oirschot, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het centrummanagement;
g.
aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
h.
die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;
i.
die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;
j.
bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;
k.
aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw.
Artikel10 Betalingstermijn
1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
3.
In afwijking van lid 1 is de belasting verschuldigd in acht gelijke termijnen als belastingplichtige de gemeente toestemming geeft voor automatische incasso. De eerste termijn is verschuldigd één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de daarop volgende termijnen steeds een maand later.
Artikel11 Kwijtschelding
Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel12 Overgangsrecht
De "Verordening Reclameheffing Oirschot 2022” van 20 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 lid 2 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel13 Inwerkingtreding en citeertitel
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘verordening reclameheffing 2023’.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 20 december 2022,
De gemeenteraad,
Maaike Mesdag,
plv., griffier
Judith Keijzers-Verschelling,
voorzitter
Bijlage1: kaart met begrenzing gebied, zoals bedoeld in artikel 2 van de verordening reclameheffing 2023
Het gebied waarvoor de Verordening op de heffing en de invordering van een reclameheffing 2023 van toepassing is, omvat de volgende adressen: