Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Subsidieverordening gevelverbetering en maken van woonruimte boven bestaande bedrijfsruimten Heerlen Centrum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gevelverbetering en maken van woonruimte boven bestaande bedrijfsruimten Heerlen Centrum
CiteertitelSubsidieverordening gevelverbetering en maken van woonruimte boven bestaande bedrijfsruimten Heerlen Centrum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2001Nieuwe regeling

02-10-2001

De Uitkijk

2001/23119

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gevelverbetering en maken van woonruimte boven bestaande bedrijfsruimten Heerlen Centrum

 

 

 

AFDELING 1

 

GRONDSLAG EN WERKINGSSFEER

Artikel 1.1

 

Toepassingsgebied

Deze subsidieverordening is van toepassing op het geografisch gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plankaart (bijlage l).

Het plangebied omvat: het gebied begrensd door de Antwerpseweg, Looierstraat, Spoorsingel, Groene Boord, Putgraaf, Dr. Poelsstraat, Raadhuisstraat, Coriovallumstraat, Kruisstraat en Valkenburgerweg en betreft de panden die aan genoemde straten zijn gelegen dan wel aan de binnen dit plangebied genoemde straten .

AFDELING 2

 

GEVELVERBETERING HEERLEN CENTRUM

Artikel 2.1

 

Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    plangebied: het gebied zoals omschreven in artikel 1.1;

  • b.

    gevel: een voorgevel van een pand, geen appartementsgebouw zijnde, dat gelegen is in het plangebied en die aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg en een zijgevel of achtergevel voor zover deze naar het oordeel van Burgemeester en wethouders aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  • c.

    historisch en/of architectonisch waardevolle gevel: een voorgevel (geen zijgevel) die op de bij deze subsidieverordening behorende plankaart als zodanig is aangeduid;

  • d.

    herstelwerkzaamheden: onder herstelwerkzaamheden wordt verstaan structureel herstel of wegwerken achterstallig onderhoud van:

    constructie gevel, zoals fundering en balklaag;

    buitenkozijnen, ramen en deuren, balkons en luifels;

    scheuren in metselwerk, voegwerk;

    gevelbedekkingen zoals dak en kroonlijsten;

    afwerkingen, zoals pleisterwerk, schilderwerk en natuursteen;

    goten, hemelwaterafvoeren, loodgieterwerk;

    dakkapellen voor zover deze een onlosmakelijk onderdeel vormen van de gevel;

    historische en/of architectonische elementen in originele staat;

    en verder werkzaamheden zoals:

    • -

      weghalen storende reclame of andere storende elementen;

    • -

      gevelreiniging.

  • e.

    rechthebbende: onder rechthebbende wordt verstaan:

    • -

      de natuurlijke of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft op een pand;

    • -

      de opstalhouder van het pand;

    • -

      de vruchtgebruiker van het pand;

    • -

      de houder van het appartementsrecht als bedoeld in art. 5:106 van het Burgerlijk Wetboek;

    • -

      huurder van een pand die van de eigenaar een schriftelijke toestemming verkrijgt voor herstel van de gevel van het pand dat hij huurt.

  • f.

    herstelonderzoek: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken van een te herstellen gevel, dat daarbij uitsluitsel geeft over de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om de gevel in een goede bouwtechnische en/of originele staat te brengen;

  • g.

    kosten: kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van de gevel of de historisch en/of architectonisch waardevolle gevel op sobere en doelmatige wijze te herstellen;

  • h.

    subsidie: een bijdrage die na afsluiting van de herstelwerkzaamheden wordt uitgekeerd, mits aan de in deze subsidieverordening gestelde voorwaarden is voldaan;

  • i.

    toekennen van een bijdrage: het besluit van burgemeester en wethouders dat een voorwaardelijke aanspraak op de bijdrage verschaft aan de begunstigde onder de voorwaarde dat aan de in deze subsidieverordening gestelde voorwaarden wordt voldaan alsmede dat door de aanvrager de benodigde vergunning en of positieve adviezen worden verkregen;

  • j.

    vaststellen van een bijdrage: het besluit van burgemeester en wethouders nadat de werkzaamheden zijn voltooid, waarbij de uiteindelijke hoogte van de toegekende bijdrage wordt vastgesteld.

Artikel 2.2

 

Kosten waarvoor een bijdrage kan worden toegekend in afdeling 2

1 . Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende van een pand in het plangebied met een gevel of een historisch of architectonisch waardevolle gevel een bijdrage toekennen per pand in de kosten van herstelwerkzaamheden en een herstelonderzoek. Een bijdrage voor een herstelonderzoek wordt alleen toegekend voor zover ook daadwerkelijk tot herstel wordt over gegaan.

  • 2.

    Onder de kosten van herstelwerkzaamheden waarvoor een bijdrage kan worden toegekend, wordt verstaan:

    • a.

      het deel van de aanneemsom dat betrekking heeft op het herstel van (onderdelen van) de gevel, alsmede op onderdelen die de historische of architectonische waarde van de gevel mede bepalen, zoals decoratieve qevelelementen;

    • b.

      materiaalkosten, indien en voor zover er sprake is van in eigen beheer te verrichten herstelwerkzaamheden;

    • c.

      de kosten van de architect, voor een technische opname indien nodig, een globaal archiefonderzoek en een bouwhistorisch onderzoek, een schetsplan schaal 1 : 50 en een gedetailleerde begroting;

    • d.

      de eventuele noodzakelijke kosten van een adviseur;

    • e.

      het deel van de legeskosten dat betrekking heeft op de ingevolge onder a, b, c en d vastgestelde kosten;

    • f.

      de BTW over de ingevolge onder a, b, c en d vastgestelde subsidiabele kosten, voor zover de aanvrager kan aantonen dat deze niet bij 's rijks belastingen kan worden teruggevorderd.

Artikel 2.3

 

Bijdrage aan herstel van een gevel

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar van een pand met een gevel een

    bijdrage toekennen van 50% van de kosten tot een maximum van € 5.000, per pand;

  • 2.

    Indien een aanvraag wordt ingediend voor herstel van drie of meer aangrenzende gevels van panden met opeenvolgende huisnummers geldt, in afwijking van het eerste lid, een bijdrage tot een maximum van

    € 6.000, per pand;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een rechthebbende van een pand met een historisch en/of architectonisch waardevolle gevel een bijdrage toekennen van 50% van de kosten, tot een maximum van € 6.000,- per pand.

  • 4.

    Indien een aanvraag wordt ingediend voor herstel van drie of meer aangrenzende historisch en/of architectonisch waardevolle gevels van panden met opeenvolgende huisnummers geldt, in afwijking van het derde lid, een bijdrage tot een maximum van € 7.000, per pand.

  • 5.

    Op de bijdragen, vermeld in de leden 1, 2, 3 en 4, worden de bijdragen die op grond van enige andere bijdrageregeling voor de verbetering van gevels zijn vastgesteld of toegekend, geheel of ten dele in mindering worden gebracht voordat een bijdrage op grond van deze verordening wordt vastgesteld.

Artikel 2.4

 

Weigering

  • 1.

    Een bijdrage op grond van deze verordening wordt, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, niet toegekend indien:

    • a.

      de bijdrage wordt aangevraagd voor werkzaamheden aan onderdelen van een gevel waarvoor in een periode van tien jaar voorafgaande aan de aanvraag reeds een bijdrage van overheidswege werd verleend;

    • b.

      de werkzaamheden, waarvoor een bijdrage wordt aangevraagd, reeds zijn uitgevoerd of indien een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders;

      • 2.

        Indien de gemeenteraad een besluit heeft genomen tot onteigening van een pand dan wel beëindiging van het erfpachtrecht, wordt een subsidieaanvraag voor de betrokken gevel geweigerd.

      • 3.

        Aanvragers die op het moment van aanvraag dan wel op het moment waarop burgemeester en wethouders op de aanvraag beslissen, in staat van faillissement of surseance van betaling verkeren. wordt geen bijdrage toegekend.

Artikel 2.5

 

Wijze van aanvragen

    • 1.

      De aanvraag om een bijdrage dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders voor dit doel opgesteld aanvraagformulier.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders bevestigen de ontvangst van de aanvraag, onder aantekening van de datum waarop deze is binnengekomen.

    • 3.

      Bij de aanvraag dient een schriftelijk bewijs te worden overgelegd dat men rechthebbende is om in aanmerking te komen voor een bijdrage in het kader van deze subsidieverordening.

    • 4.

      Bij de aanvraag dient tevens een herstelplan te worden overgelegd dat bestaat uit:

  • a.

    tekeningen (schaal 1 : 50) van zowel de bestaande toestand als de nieuw te maken toestand van de gevel;

  • b.

    een gedetailleerde werkomschrijving of bestek;

  • c.

    een gespecificeerde begroting van de kosten en het totaalbedrag;

  • d.

    een specificatie van de uit te besteden werkzaamheden en de in eigen beheer te verrichten werkzaamheden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders dienen binnen vier weken nadat de aanvraag is ingediend de aanvrager schriftelijk te laten weten of zijn aanvraag compleet is of dat zij, binnen een nader daarvoor te stellen redelijke termijn, nadere gegevens van de aanvrager verlangen, zoals een bouwvergunning en of noodzakelijke aanvullende adviezen, die voor de beoordeling van de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijk zijn.

  • 6.

    Wanneer de aanvrager verzuimt de in het vijfde lid bedoelde gegevens te verstrekken of wanneer de verstrekte gegevens nog steeds niet aan de gestelde eisen voldoen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Dit besluit wordt aan de rechthebbende bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag onvoldoende is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 7.

    Aanvragen zullen in behandeling worden genomen in volgorde van binnenkomst bij de gemeente.

Artikel 2.6

 

Advies met betrekking tot de aanvraag

1 . Burgemeesteren wethouders kunnen een adviescommissie instellen met als taak het adviseren aan de aanvrager inzake eventueel verplichte vergunningen, zoals een bouwvergunning en of benodigde adviezen zoals een advies van de gemeentelijke welstandscommissie en of een advies van de gemeentelijke afdeling die te verrichten herstelwerkzaamheden toetst aan de leefmilieuverordening.

2.Deze adviescommissie zal onder andere bestaan uit vertegenwoordigers van:

  • -

    een door burgemeester en wethouders toegelaten externe onafhankelijke organisatie die belast zal zijn met het adviseren over herstelwerkzaamheden aan de gevels van de in het plangebied gelegen panden;

  • -

    de gemeentelijke afdeling die belast is met het afgeven van bouwvergunningen.

Artikel 2.7

 

Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een toekenning van een bijdrage binnen acht weken na de dag waarop zij conform artikel 2.5 vijfde lid de aanvrager schriftelijk hebben laten weten dat zijn aanvraag compleet is bevonden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadat conform artikel 2.5 vijfde lid de aanvrager schriftelijk is gemeld dat aanvullende vergunningen en of adviezen bij de aanvraag noodzakelijk zijn, een voorwaardelijke toekenning doen onder de ontbindende voorwaarde van het verkrijgen door de aanvrager van de benodigde vergunning en of positieve adviezen.

  • 3.

    Indien Burgemeester en wethouders niet binnen acht weken beslissen over de aanvraag, stellen zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien. Zij kunnen daarbij hun beslissing één maal voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 2.8

 

Voorwaarden

  • 1.

    De bijdrage wordt toegekend, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, onder voorwaarde dat:

  • a.

    binnen 26 weken na de dag waarop het besluit tot verlening van subsidie aan de aanvrager is verzonden met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt en dit schriftelijk wordt gemeld aan burgemeester en wethouders;

  • b.

    de werkzaamheden zijn voltooid binnen twee jaar na het, verlenen van de subsidie;

  • c.

    aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen of organisatie toegang wordt verleend tot de werkzaamheden en inzage wordt verleend in de bescheiden en, zo nodig, gegevens worden verstrekt die betrekking hebben op de uit te voeren werkzaamheden;

  • d.

    niet wordt afgeweken van een goedgekeurd, ingediend herstelplan, behalve voor zover voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders is verkregen;

  • e.

    indien de eigenaar, alsmede de rechtsopvolger van een pand, waarvoor een bijdrage is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de bijdrage is verleend, het pand vervreemdt, dient hij in de verkoopovereenkomst een derdenbeding op te nemen dat de verplichtingen van de verkoper ten aanzien van de toegekende bijdrage doen overgaan op de koper van het pand;

  • f.

    indien de rechthebbende, niet zijnde een eigenaar, van een pand waarvoor een bijdrage is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de bijdrage is verleend, zijn recht overdraagt aan een ander, dient hij te garanderen dat de verplichtingen ten aanzien van de toegekende bijdrage door degene aan wie hij zijn recht overdraagt worden overgenomen.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid onder sub a en b, genoemde termijn

    toestaan.

Artikel 2.9

 

Vaststelling bijdrage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen binnen acht weken de bijdrage vast nadat:

  • a.

    de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk gereed zijn gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens, onder meer de originele rekeningen en betalingsbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de begroting en, voor zover van toepassing, een lijst van goedgekeurd meer en minderwerk;

  • b.

    de onder a bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage binnen vier weken betaalbaar nadat de bijdrage is vastgesteld.

AFDELING 3

 

MAKEN VAN WOONRUIMTE BOVEN BESTAANDE BEDRIJFSRUIMTE

Artikel 3.1

 

Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfsruimte: niet-woningen, waaronder winkel- en kantoorruimte;

  • b.

    woning: de bij een bedrijfsruimte behorende leegstaande bovenverdieping welke voor zelfstandige bewoning geschikt is/gemaakt wordt en als zelfstandige woonruimte gebruikt gaat worden. Bovendien mag deze ruimte drie jaar voor de indiening van de aanvrage niet als woning in gebruik zijn geweest;

  • c.

    haalbaarheidsonderzoek: door Wonen Parkstad dan wel de uitvoeringsorganisatie zoals nader genoemd in de samenwerkingsovereenkomst gemeente Heerlen Wonen Parkstad en of bij de Bond van Nederlandse Architecten aangesloten architectenbureau in te stellen onderzoek naar de bouw- en exploitatietechnische mogelijkheden, verband houdende met het geschikt of wederom geschikt maken van de bij een bedrijfsruimte behorende leegstaande bovenverdieping als zelfstandige woonruimte;

  • d.

    plan: omschrijving van activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • e.

    opgang: aparte ontsluiting van de bovenwoning, zodat deze zonder gebruik te maken van de eronder gelegen, bijbehorende bedrijfsruimte te bereiken is;

  • f.

    rechthebbende: eigenaar, huurder, opstaller, erfpachter, vereniging van eigenaren, gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan die coöperatie in bloot eigendom toebehorende woning;

  • g.

    eigendom: eigendom, opstal, erfpacht, appartementsrecht of lidmaatschap als bedoeld onder f;

  • h.

    voorzieningen: maatregelen, in de kosten waarvan bijdragen op voet van deze regeling kunnen worden versterkt;

  • i.

    zelfstandige woonruimte: onder zelfstandige woonruimte wordt verstaan de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning.

Artikel 3.2

 

Aanvraag om subsidie

  • 1.

    Voor de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van een daartoe door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld door de volgende gegevens:

  • a.

    een verklaring van eigendom, erfpacht, huur of ander zakelijk genotsrecht (kopie van koopakte, dan wel rechtsgeldige overeenkomst);

  • b.

    een werkomschrijving en zo nodig tekeningen van de bestaande en de te maken toestand van de woning (schaal 1 : 100) , zodanig dat de werkzaamheden per woning zijn te herleiden;

  • c.

    een gespecificeerde begroting van de kosten van de voorzieningen uitgesplitst in lonen en materiaalkosten per te treffen voorziening;

  • d.

    de naam en het adres van de aannemer alsmede het inschrijvingsnummer van deze aannemer bij de Kamer van Koophandel en het Sociaal Fonds Bouwnijverheid, indien van toepassing;

  • e.

    indien gelijktijdig met het treffen van de voorzieningen ook niet-gesubsidieerde voorzieningen worden getroffen: een uitsplitsing van de gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde kosten;

  • f.

    alle overige bescheiden en gegevens die naar ons oordeel nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    De aanvraag gaat voor zover van toepassing ook nog vergezeld van de volgende gegevens:

  • a.

    een eventuele subsidieaanvraag op grond van enige andere regeling voor dezelfde voorzieningen, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag;

  • b.

    voor zover van toepassing een afschrift van de notariële akte van splitsing;

  • c.

    een verklaring van de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk, dan wel niet gemeenschappelijk zijn.

  • 4.

    Indien de aanvraag (mede) betreft het treffen van voorzieningen en dit slechts mogelijk is met toestemming van derden, dan wel dankzij het treffen van deze voorzieningen ook andere percelen van een eigen toegang worden voorzien, welke niet in eigendom toebehoren aan aanvrager, dienen tevens bescheiden te worden overlegd waaruit de toestemming van deze derde blijkt.

  • 5.

    Artikel 2.5, lid 5 en 6 is van overeenkomstige toepassing

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de aanvraag worden verstrekt.

Artikel 3.3

 

Subsidieonderdelen

Burgemeester en wethouders kunnen aan eigenaren van panden, gelegen in het in artikel 1.1

bedoelde toepassingsgebied, een bijdrage verlenen ter tegemoetkoming van de kosten van:

  • 1.

    het bewoonbaar maken en/of veranderen, splitsen, vergroten van een of meerdere leegstaande ruimten, gelegen boven bestaande bedrijfsruimten;

  • 2.

    het bereikbaar maken door middel van een opgang van leegstaande woningen, gelegen boven bestaande bedrijfsruimten indien deze eenheden anders enkel via de bedrijfsruimten bereikbaar zijn en waardoor deze ruimten als zelfstandige woningen gebruikt gaan worden;

  • 3.

    het uitvoeren van een onderzoek naar de haalbaarheid van de in lid 1 en 2 genoemde subsidie-onderdelen, indien blijkt dat het realiseren van zelfstandige woonruimte boven de bestaande bedrijfsruimte niet haalbaar is.

Artikel 3.4

 

Definiëring kosten

  • 1.

    Onder kosten van de voorzieningen wordt verstaan: de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten, inclusief btw, die gemaakt worden ter zake van:

  • a.

    het haalbaarheidsonderzoek;

  • b.

    de aanneemsom voor het verrichten van de werkzaamheden;

  • c.

    onvoorziene kosten, tot een maximum van 5% van de aanneemsom;

  • d.

    het architectenhonorarium, voor zover dit niet hoger is dan het maximale honorarium, bedoeld in de geldende regeling van de Bond van Nederlandse Architecten, tot een maximum van 10 procent van de totale geraamde kosten;

  • e.

    het dagelijkse toezicht op de uitvoering, tot een maximum van 4 procent van de totale geraamde kosten;

  • f.

    de aansluiting op de nutsvoorzieningen;

  • g.

    de leges voor de bouwvergunning;

  • h.

    de precariobelasting;

  • i.

    onderzoek en adviezen van deskundigen op het gebied van constructies of op installatietechnisch of bouwfysisch gebied;

  • j.

    een bouwtechnisch garantiecertificaat;

  • k.

    renteverlies, voor zover dit verband houdt met het treffen van de voorzieningen en voor zover dit tijdens de bouwperiode niet hoger is dan de Rijksrekenrente;

  • l.

    technisch onderzoek aan de woning, tot een maximum van vier procent van de totale geraamde kosten.

    • 2.

      De in lid 1 genoemde kosten worden verminderd met eventueel verkregen of te verkrijgen subsidie voor dezelfde voorzieningen op voet van enige andere regeling.

    • 3.

      Bij brandschade worden de subsidiabele kosten berekend aan de hand van de aanneemsom voor de verrichte werkzaamheden minus de verzekeringspenningen.

Artikel 3.5

 

Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1Aanspraak op subsidie bestaat slechts voor zover de door de gemeenteraad aangewezen middelen toereikend zijn.

  • 2Alle aanvragen om subsidie worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 3.6

 

Verlenen van subsidie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de dagtekening van ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.2.

  • 2.

    Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie op basis van de kosten als bedoeld in artikel 3.4..

  • 3.

    Zij kunnen een beslissing tot verlenen van subsidie eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

Artikel 3.7

 

Weigeren van subsidie

Subsidie wordt geweigerd, indien:

    • 1.

      met het treffen van de te subsidiëren voorzieningen is begonnen voordat door burgemeester en wethouders een beschikking is genomen op de aanvraag, dan wel de oorspronkelijke situatie aan de hand van de aanvraag en schriftelijk door burgemeester en wethouders toestemming is verleend dat met het treffen van de voorzieningen mag worden begonnen, of;

    • 2.

      eerder in hetzelfde kalenderjaar of tegelijk met dat plan een ander plan voor dezelfde woning is ingediend, of;

    • 3.

      het een subsidie of het het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek van dit subsidieonderdeel betreft en de woning in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag bewoond is geweest, of;

    • 4.

      er geen sprake is van een onder de woning aanwezige bedrijfsruimte, of;

    • 5.

      niet voldaan is aan de voorwaarden gesteld in deze verordening, of;

    • 6.

      het bouwplan betrekking heeft op het realiseren van meer dan zes woningen in de ruimte boven de bedrijfsruimte(n).

  • 7.

    Aan het college de bevoegdheid verlenen af te wijken van het voorgaande lid 6 bij bouwplannen die betrekking hebbende op de panden gelegen binnen de volgende geografisch plangebieden:

  • -

    het stationskwadrant, begrensd door de Stationstraat, Saroleastraat, Dautzenbergstraat en Oranje Nassaustraat als aangegeven op de bijlage 2a;

  • -

    het kwadrant Geleenstraat, Saroleastraat, Promenade, Honingmanstraat als aangegeven op de bijlage 2b;

  • -

    het complex “de Plu”, gelegen aan de Promenade als aangegeven in de bijlage 2c;

  • -

    het complex Passage/Moorenhoek, gelegen aan de Oude Veemarktstraat als aangegeven in de bijlage 2d.

Het hier voren ad. 1 gestelde is niet van toepassing voor verzoeken om subsidie die reeds bij de gemeente Heerlen zijn ingediend vooruitlopende op het in werking treden van de onderhavige subsidieregeling.

Artikel 3.8

 

Aan de subsidie te verbinden algemene voorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat:

  • a.

    de aanvang van de werkzaamheden van tevoren schriftelijk wordt gemeld bij de Dienst Stadsontwikkeling van de Gemeente Heerlen;

  • b.

    de voor het verrichten van de activiteiten alle noodzakelijke publiekrechtelijke vergunningen zijn verleend;

  • c.

    de werkzaamheden in gang worden gezet binnen 26 weken na de dag waarop het besluit tot verlening van subsidie aan de aanvrager is verzonden; deze termijn kan op schriftelijk verzoek van aanvrager door burgemeester en wethouders éénmaal met 26 weken worden verlengd;

  • d.

    aan door burgemeester en wethouders met controle belaste personen door hen te bepalen tijdstippen:

  • -

    toegang wordt verleend tot het gebouwd onroerend goed; alle noodzakelijke gegevens, bescheiden en tekeningen ter beschikking worden gesteld en hierin inzage wordt verleend;

  • -

    de gelegenheid wordt geboden de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens te controleren, waaronder mede te verstaan het nemen van een afschrift;

  • -

    alle inlichtingen worden verstrekt, die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor het beoordelen of de regeling juist wordt toegepast;

  • e.

    de woning na de verbouwing aan de eisen van het Bouwbesluit voldoet;

  • f.

    de oplevering van de werkzaamheden uiterlijk binnen twee jaar na het verlenen van de subsidie plaatsvindt;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger ontheffing verlenen van voorwaarden als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3.9

 

Berekening voorlopige subsidie

  • 1.

    Basis voor de berekening van de subsidie als bedoeld in artikel 3.3. lid 1 is het bedrag van de goedgekeurde kosten als bedoeld in artikel 3.4.

  • 2.

    Van de goedgekeurde kosten als bedoeld in het vorige lid wordt dertig procent vergoed, met een maximum van € 20.000,= per gerealiseerde woning.

  • 3.

    Basis voor de berekening van de subsidie als bedoeld in artikel 3.3 lid 2 is het bedrag van de goedgekeurde kosten als bedoeld in artikel 3.4., dan wel de werkelijke kosten indien deze lager zijn;

  • 4.

    Van de goedgekeurde kosten als bedoeld in het vorige lid wordt vijftig procent vergoed, met een maximum van 5.000,= per ontsloten woning.

  • 5.

    Basis voor de berekening van de subsidie als bedoeld in artikel 3.3. lid 3 zijn de werkelijke kosten.

  • 6.

    Van de kosten als bedoeld in het vorige lid wordt honderd procent vergoed met een maximum van

€ 3.000,=

AFDELING 4

 

OVERIGE BEPALINGEN

artikel 4.1

 

wijzigingen in het plan

    • 1.

      Elke wijziging in de plannen behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

    • 2.

      Toestemming wordt slechts verleend indien:

  • a.

    voldoende is aangegeven waarom de wijziging noodzakelijk is en welke wijzigingen in de oorspronkelijke aanvraag optreden;

  • b.

    de kosten van de wijziging worden overlegd in een gespecificeerde begroting;

  • c.

    geen strijd ontstaat met enige bepaling van dit besluit.

Artikel 4.2

 

Het gereed melden van de werkzaamheden

    • 1.

      De aanvrager dient binnen 2 maanden na de oplevering van de werkzaamheden een gereedmelding in, of indien er alleen een haalbaarheidsonderzoek heeft plaatsgevonden en er aansluitend geen verbouwing plaatsvindt, binnen twee maanden na afronding van dit onderzoek waarbij gebruik dient te worden gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie.

    • 2.

      De gereedmelding bevat:

  • a.

    een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

  • b.

    een gespecificeerd overzicht van kosten;

  • c.

    een verklaring van de aanvrager dat aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend, is voldaan;

  • d.

    voor zover van toepassing: garantiecertificaten.

    • 3.

      Burgemeester en wethouders bevestigen de ontvangst van de gereedmelding schriftelijk aan de aanvrager.

    • 4.

      Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de wethouders gereedmelding moeten worden verstrekt.

    • 5.

      De aanvrager houdt gedurende vijf jaar na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met

betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar.

Artikel 4.3

 

Vaststellen Van Subsidie

  • 1.

    Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding wordt beslist of met de gereedmelding wordt ingestemd. Ter controle van de gegevens kan de termijn eenmaal met acht weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager

  • 2.

    Indien wordt ingestemd met de gereedmelding, worden de kosten vastgesteld en de hoogte van de subsidie definitief bepaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    In de gevallen waarin een niet-winst-beogende of toegelaten instelling eigendommen of rechten zoals bedoeld onder artikel 2.1, lid e dan wel artikel 3.1, lid f verwerft, kan ter afdekking van een eventueel exploitatietekort een bijdrage verstrekt worden ter grootte van dit tekort.

  • 4.

    Een bijdrage als bedoeld onder lid 3 kan bestaan uit een bijdrage ineens, dan wel een laagrentedragende lening. Burgemeester en wethouders bepalen jaarlijks het rentepercentage van de in dat jaar te verstrekken leningen.

Artikel 4.4

 

Uitbetalen Van De Subsidie

Uitbetaling vindt plaats vier weken na vaststelling van de hoogte van de subsidie, op een door de aanvrager, opgegeven bank- of postbankrekeningnummer.

Artikel 4.5

 

Intrekking Bijdrage

Indien een bijdrage op basis van deze verordening is toegekend dan wel vastgesteld op grond van door de aanvrager verstrekte onjuiste gegevens, waarvan de aanvrager wist of redelijkerwijze had kunnen weten dat deze gegevens onjuist waren, trekken burgemeester en wethouders de besluiten tot het toekennen en of vaststellen van een bijdrage in.

Artikel 4.6

 

Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 4.7

Uitvoering Van Deze Verordening

Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van deze verordening opdragen aan derden.

Artikel 4.8

 

Naam En Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2001.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “subsidieverordening gevelverbetering en maken van woonruimte boven bestaande bedrijfsruimte Heerlen centrum".

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heerlen in de openbare vergadering van 2 oktober 2001.

de secretaris, de voorzitter,

toelichting Subsidieverordening GEVELVERBTERING EN MAKEN /Woonruimte boven bestaande bedrijfsruimte Heerlen centrum

AFDELING 1
Artikel 1.1

In dit artikel is het toepassingsgebied van de verordening vastgesteld. Dit gebied wordt begrensd door de opgesomde straten. Hierdoor ontstaat één aaneengesloten gebied.

AFDELING 2 EN 3,

Artikelen 2.1 en 3.1

In deze artikelen worden de begrippen toegelicht die in de subsidieverordening worden gebruikt.

De omschrijvingen spreken grotendeels voor zich, zodat in deze toelichting slechts op een paar begrippen nader wordt ingegaan.

3.1.c. Haalbaarheidsonderzoek: haalbaarheidsonderzoeken zijn bedoeld om vast te stellen welke werkzaamheden noodzakelijk zijn om een pand te verbouwen tot een of meerdere woningen en wat de kosten van de te treffen voorzieningen zijn. Daarmee kan een inschatting worden gemaakt of een exploitatie lonend en een verbouwing technisch mogelijk is. Het onderzoek moet worden uitgevoerd door een erkend architectenbureau. Gemeente en eigenaar bepalen gezamenlijk, of het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek zinvol is. De gemeente moet dus van tevoren toestemming verlenen voor het verrichten van het onderzoek door middel van het verlenen van een subsidie. Artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht noemt een aantal weigeringsgronden. Voorafgaand aan het weigeren op basis van deze artikelen moet de aanvrager gehoord worden. In gevallen waarin van tevoren kan worden ingeschat dat een pand technisch niet te verbouwen of economisch als woning niet te exploiteren is, zal de gemeente de subsidie weigeren. In genoemde gevallen moet met een grote mate van waarschijnlijkheid vaststaan dat de werkzaamheden niet of niet geheel zullen plaatsvinden. Wil de eigenaar desondanks een haalbaarheidsonderzoek laten doen, kan hij geen aanspraak maken op gemeentelijke middelen.

3.1.e. Opgang: door het creëren van een opgang wordt het voor bedrijven mogelijk om de woning boven het bedrijf te gaan verhuren. Deze woning kan dan bereikt worden zonder het bedrijf te betreden. Indien het betreden van het bedrijf wel noodzakelijk is om de woning te kunnen bereiken, zal het vaak niet mogelijk zijn om deze aan een derde te verhuren.

Artikelen 2.5.1 en 3.2.1

De leden van deze artikelen bepalen dat bij de aanvraag gebruik dient te worden gemaakt van een standaardformulier, dat door het college van burgemeester en wethouders moet worden vastgesteld. Een ordelijke en efficiënte afhandeling van de aanvraag wordt bevorderd door de gebruikmaking van een speciaal daartoe bestemd formulier .

Gegevens die op basis van artikel 4:2 van de Awb moeten worden vermeld, zoals de dag- tekening van de aanvraag, zijn niet opgenomen in de opsomming van de te verstrekken gegevens. De verplichting om deze gegevens te verstrekken volgt immers rechtstreeks uit de Awb.

Indien er gegevens ontbreken, zijn burgemeester en wethouders verplicht om een termijn te stellen voor het aanvullen van de ontbrekende gegevens. Indien de gegevens niet binnen de gestelde termijn worden aangevuld, kan besloten worden de aanvraag niet te behandelen. Dit is dwingend bepaald in artikel 4:5 van de Awb. Een onvolledige aanvraag is in beginsel wel een tijdige aanvraag, ook al behoeft deze naderhand nog aanvulling. Dit is met name van belang in relatie tot artikelen 2.5, lid 7 en 3.5, lid 2 van de verordening, waarin wordt bepaald dat de aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

In artikel 3.2, lid 6 wordt geregeld dat het college nadere regels kan stellen voor de gegevens die bij de aanvraag worden verstrekt. De bevoegdheid tot het stellen van nadere regels is gebaseerd op artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet. Indien het college bij een individuele aanvraag meent dat er onvoldoende gegevens zijn overgelegd om een beslissing te nemen over de verlening van de subsidie, kan het op basis van artikel 4:5 lid 1 van de Awb nadere gegevens opvragen.

Artikel 3.5

Het eerste lid geeft aan dat er sprake is van een subsidieplafond. Wanneer de middelen uitgeput zijn, kan geen aanspraak meer worden gemaakt op subsidie.

Artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht regelt de bevoegdheid tot het stellen van een subsidieplafond. Door het bedrag van het plafond niet in de verordening zelf te noemen, wordt voorkomen dat de verordening steeds moet worden gewijzigd.

Het gevolg van het opnemen van dit plafond is onder meer dat de gemeente verplicht is om de subsidie te weigeren als het plafond wordt overschreden.

Artikel 2.5, lid 7 en artikel 3.5, lid 2.

Indien een subsidieplafond wordt opgenomen, moet tevens worden bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld. Hier geldt het principe "wie het eerst komt, wie het eerst maalt". De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

Indien een aanvrager een termijn gesteld heeft gekregen om ontbrekende gegevens aan te vullen, hetgeen vervolgens niet gebeurt, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen. Hiermee vervalt tevens het recht op behandeling van de aanvraag naar datum van binnenkomst van de onvolledige aanvraag.

Artikel 2.7, lid 1 en artikel 3.6, lid 1

Deze artikelen bepalen, dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na de dagtekening over de aanvragen beslissen. Deze termijn sluit aan bij de termijn als genoemd in artikel 4: 13, tweede lid, Awb. Dit staat het college van burgemeester en wethouders echter niet in de weg om eerder op een aanvraag te besluiten.

De termijn voor het nemen van een beslissing wordt opgeschort vanaf de dag dat de aanvrager wordt uitgenodigd om ontbrekende gegevens aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn die daarvoor is gesteld, ongebruikt is verstreken (artikel 4:15 Awb).

Artikelen 2.4 en 3.7

Deze artikelen noemen redenen om een subsidie te weigeren. Indien één van deze weigeringsgronden van toepassing is, wordt de subsidie geweigerd. Hierbij heeft de gemeente geen hoorplicht (artikel 4:7 juncto 4: 1 2 lid 1 sub a van de Awb).

Indien aanvrager reeds voorafgaand aan de subsidieverlening met de werkzaamheden wil beginnen, dient hij hiertoe schriftelijk toestemming van burgemeester en wethouders te verkrijgen. Hiervoor is noodzakelijk dat er een opname heeft plaatsgevonden van de oorspronkelijke situatie, omdat anders niet vast te stellen is welke voorzieningen getroffen moeten worden.

De subsidie wordt voorts geweigerd, indien eerder in datzelfde kalenderjaar of tegelijk met de aanvraag een andere aanvraag voor dezelfde woning is ingediend.

Ook de Algemene wet bestuursrecht noemt in artikel 4:35 nog een aantal weigeringsgronden, die aanvullend werken op bovengenoemde gronden.

Uiteraard werkt ook de verplichte weigeringgrond wegens overschrijding van het subsidieplafond (artikel 4:25 lid 1 Awb) aanvullend op bovengenoemde gronden.