Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Amersfoort |
Citeertitel | Parkeerverordening Amersfoort |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Parkeerverordening 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | nieuwe regeling | 20-12-2022 |
De raad van de gemeente Amersfoort;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 5 december 2022, DIR.SO.VV (zaaknr.1706449);
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994 en de Algemene wet bestuursrecht;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het kentekenregister zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994 was ingeschreven met dien verstande dat indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als houder van het voertuig;
degene die krachtens een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij, anders dan degene bedoeld onder ᵒ1. de feitelijke gebruiker is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven of;
belanghebbendenplaats: parkeerplaats die
is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of
gelegen is binnen een vergunningzone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
Vergunningzones die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders worden aangewezen zoals vastgesteld in bijlage 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het gebruik van de in bijlage 1 aangewezen vergunningzones voor de verschillende doelgroepen als bedoeld in artikel 3, derde lid.
Een vergunning kan worden verleend aan:
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een vergunningzone waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is om in die vergunningzone een motorvoertuig te parkeren;
Burgemeester en wethouder kunnen aan een vergunning als bedoel in het derde lid, onder d voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer.
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze, of met andere middelen, welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.
De Parkeerverordening 2021, vastgesteld bij raadsbesluit op 24 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat vergunningen welke zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2021, worden geacht te zijn verleend krachtens deze Verordening.
Hieronder volgt uitsluitend een toelichting op de artikelen die een nadere toelichting behoeven.
In artikel 2 is de aanwijzing van vergunningzones geregeld, zoals vastgesteld in bijlage 1. Daarnaast wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om in nadere regels aan te geven in welke zones bewoners, bedrijven/werknemers en deelautoaanbieders mogen parkeren. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat het college bepaalt dat het parkeren door bedrijven niet in alle vergunningzones mag plaatsvinden of dat niet in alle vergunningzones bewonersvergunningen worden uitgegeven.
In artikel 3 is geregeld dat het college van B&W vergunningen mag verlenen aan bewoners, bedrijven/werknemers en deelautoaanbieders, maar ook vergunningtypen mag vaststellen voor deze doelgroepen. Binnen de doelgroep bewoners kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een bewonersvergunning, bezoekersvergunning, mantelzorgvergunning etc. Dit wordt dus bedoeld met vergunningtypen. Door deze bevoegdheid bij het college neer te leggen kan het college inspelen op ontwikkelingen. Het introduceren van een gehandicaptenparkeervergunning of een laadpaalvergunning zou dan bijvoorbeeld tot de mogelijkheden kunnen behoren zonder tussenkomst van de raad. Daarnaast krijgt het college van B&W in dit artikel de bevoegdheid om aan te geven onder welke voorwaarden vergunningen uitgegeven kunnen worden.
Bijlage 1 : Aanwijzing vergunningzones
Als plaatsen waar door vergunninghouders mag worden geparkeerd als bedoeld in artikel 2, eerste lid van dit besluit, worden de volgende gebieden aangewezen:
Wegen en weggedeelten uit bovenstaande Tabel aanwijzing vergunningzones vallen in het geheel binnen het vergunninggebied, met uitzondering van de onderstreepte wegen of weggedeelten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Op de volgende pagina is bovenstaande gebiedsindeling op kaart gevisualiseerd