Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Laarbeek

Verordening adviesraden sociaal domein gemeente Laarbeek 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLaarbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening adviesraden sociaal domein gemeente Laarbeek 2022
CiteertitelVerordening adviesraden sociaal domein gemeente Laarbeek 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening clientparticipatie participatiewet 2015 gemeente Laarbeek 2020 en de Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet gemeente Laarbeek 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  3. artikel 2.10 van de Jeugdwet
  4. artikel 47 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2022nieuwe regeling

03-11-2022

gmb-2022-573101

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening adviesraden sociaal domein gemeente Laarbeek 2022

De raad van de gemeente Laarbeek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke onder-steuning (hierna: Wmo) 2015, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 47 van de Participatie-wet;

 

Besluit:

  • I.

    de Verordening adviesraden sociaal domein gemeente Laarbeek 2022 vast te stellen;

  • II.

    de Verordening clientparticipatie participatiewet 2015 gemeente Laarbeek 2020 en de Ver-ordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet gemeente Laarbeek 2018 in te trekken.

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeente: de gemeente Laarbeek.

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.

  • c.

    Adviesraden:

    • a.

      Adviesraad Sociaal Domein (hierna: Adviesraad): raad die gevraagd en onge-vraagd advies uitbrengt over het lokale beleid rond jeugd en maatschappelijke ondersteuning en daarmee verband houdende beleidsvelden binnen het sociaal domein.

    • b.

      Cliëntenraad Participatiewet (hierna: Cliëntenraad): raad die gevraagd en on-gevraagd advies uitbrengt over het lokale beleid rond participatie en daarmee verband houdende beleidsvelden binnen het sociaal domein.

  • d.

    Raden: zowel de Adviesraad als de Cliëntenraad, tenzij het expliciet gaat om één van deze twee raden.

  • e.

    Organisatie: een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die in de ge-meente actief is op het gebied van de Participatiewet, Wmo en/of de Jeugdwet.

  • f.

    Portefeuillehouder: lid van het college dat binnen het college belast is met de uitvoe-ring van de Participatiewet, de Wmo en/of de Jeugdwet.

  • g.

    Ambtenaar: ambtenaar van de gemeente Laarbeek.

  • h.

    Belangenorganisatie: organisatie die de belangen van cliënten behartigt.

  • i.

    Belangenverstrengeling: je invloed gebruiken om een persoonlijk belang of het belang van een persoon of organisatie, mee te wegen en voor te trekken.

Artikel 2. Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De raden hebben de taak gevraagd en ongevraagd het college te informeren en te adviseren over het lokale beleid rond jeugd, maatschappelijke ondersteuning en parti-cipatie en de daarmee verband houdende beleidsvelden binnen het sociaal domein.

  • 2.

    Doelstelling van de raad:

    • a.

      De doelstelling van de Adviesraad is dat inwoners uit Laarbeek kunnen bijdra-gen aan het realiseren van volwaardig burgerschap en het bieden van gelijke mogelijkheden aan alle inwoners van de gemeente, vanuit een onafhankelijke positie, door te adviseren over het lokale beleid rond jeugd en maatschappelij-ke ondersteuning en de daarmee verband houdende beleidsvelden binnen het sociaal domein.

    • b.

      De doelstelling van de Cliëntenraad is het behartigen van de belangen van per-sonen die vallen onder de Participatiewet.

  • 3.

    De raden adviseren uiterlijk vier weken nadat het college de raad om advies heeft ge-vraagd, met mogelijk een uitloop tot maximaal zes weken in overleg met de gemeen-te.

  • 4.

    De raden geven een advies uiterlijk twee weken voordat het college het onderwerp bespreekt, door dat advies te sturen naar de ambtenaren die zich bezighouden met beleid in het sociaal domein.

  • 5.

    De raden hebben geen bevoegdheden in zaken over individuele klachten, bezwaar-schriften en/of andere zaken rond een persoon.

  • 6.

    Wanneer een raad (on)gevraagd advies uitbrengt, doet hij dit via de voorzitter.

  • 7.

    Een lid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang of het be-lang van een organisatie veilig te stellen en dient actief en uit zichzelf belangenver-strengeling, en zelfs de schijn daarvan, tegen te gaan.

Artikel 3. Benoeming leden

  • 1.

    Het college benoemt op voordracht van de raad de leden en de voorzitter voor een periode van vier jaar. Voor de secretaris is (her)benoeming niet van toepassing.

  • 2.

    Het college kan een lid en de voorzitter éénmaal herbenoemen. De raden houden een schema van af- en aantreden bij. Voor de bevoegdheid voor herbenoeming wordt de mandaatregeling van gemeente Laarbeek gehanteerd.

  • 3.

    Het college selecteert de voorzitter en de secretaris op basis van een profielschets via een open sollicitatie.

Artikel 4. Samenstelling en zittingsduur

  • 1.

    De raden bestaan ieder uit ten minste zeven en ten hoogste elf personen, inclusief de voorzitter.

  • 2.

    Samenstelling

    • a.

      De Adviesraad bestaat uit een evenredige afspiegeling van de Laarbeekse samenleving en streeft zo een zo breed mogelijk draagvlak voor de Adviesraad na.

    • b.

      De Cliëntenraad bestaat uit personen die onder de Participatiewet vallen of zich willen inzetten voor alle Laarbeekse inwoners die onder de Participatiewet vallen. De Cliëntenraad is zoveel mogelijk zo samengesteld dat de raad een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken mensen.

    • c.

      Leden van de raden wonen in gemeente Laarbeek.

  • 3.

    Het lidmaatschap en voorzitterschap van de raden is niet te verenigen met:

    • a.

      het lidmaatschap van de gemeenteraad van de gemeente;

    • b.

      het lidmaatschap van het college;

    • c.

      het beroep van ambtenaar bij de gemeente;

    • d.

      de functie van burgerraadslid bij de gemeente;

    • e.

      een management-/bestuurdersrol bij een maatschappelijke organisatie waarmee de gemeente een subsidie- of inkooprelatie heeft of waaraan de gemeente deelneemt via een gemeenschappelijke regeling, tenzij het college dit toestaat;

    • f.

      het lidmaatschap van een ander adviesorgaan dat het college of de gemeenteraad adviseert.

  • 4.

    De voorzitter en secretaris zijn geen lid van de raad en hebben geen stemrecht.

Artikel 5. Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een raad (inclusief voorzitter) eindigt door:

    • a.

      overlijden;

    • b.

      het aflopen van de benoemingstermijn;

    • c.

      het nemen van ontslag door het lid;

    • d.

      het aanvaarden van een onverenigbare functie, zoals bedoeld in artikel 4, lid 3.

  • 2.

    Het college kan het lidmaatschap van een lid beëindigen, bij gemotiveerd gebrek aan vertrouwen in het lid. De raden kunnen een voorstel tot beëindiging van het lidmaat-schap doen van één of meer leden aan het college als er meerderheid van twee/derde van de stemmen is. Het betrokken lid neemt geen deel aan de beraadslaging en de stemming hierover. Dit lid geldt ook voor het voorzitterschap van de voorzitter.

  • 3.

    Leden blijven hun functie waarnemen totdat in de vacature is voorzien, tenzij in over-leg anders wordt besloten.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1.

    De raad vergadert minimaal zes keer per jaar. Een of meerdere ambtenaren zijn aanwezig bij de vergadering op uitnodiging door de raad en/of vanwege een agenda-punt.

  • 2.

    Minimaal een keer per jaar vindt er overleg plaats tussen de raad en de betreffende portefeuillehouder(s) met een of meerdere ambtenaren.

  • 3.

    Minimaal een keer per jaar vindt er een overleg plaats tussen de voorzitters van de raden, een of meerdere ambtenaren en de betreffende portefeuillehouder(s).

  • 4.

    De Adviesraad en de Cliëntenraad overleggen indien nodig met elkaar en in ieder ge-val over onderwerpen waarover beide raden adviseren. Bij dezelfde onderwerpen brengen de raden een gezamenlijk advies uit.

Artikel 7. De informatievoorziening en geheimhouding

  • 1.

    Het college zorgt voor adequate informatie waardoor de raden hun taak naar behoren kunnen uitvoeren.

  • 2.

    Het college wijst voor iedere raad een vaste ambtenaar aan als aanspreekpunt.

  • 3.

    Contacten tussen iedere raad en het college lopen via de voorzitter en/of de secreta-ris.

  • 4.

    De vergaderingen van de raden zijn in principe openbaar. De raden kunnen besluiten om een vergadering (gedeeltelijk) besloten te houden, mits zij hiervoor redenen uitspreken.

  • 5.

    Een raad kan in een besloten vergadering geheimhouding opleggen, op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die de raad behandelt. De raad legt geheimhouding op omtrent het in besloten vergadering behandelde tijdens die vergadering. De geheimhouding geldt voor allen, die bij de behandeling aanwezig waren, en allen, die van het behandelde of de stukken kennis dragen, totdat de raad de geheimhouding opheft.

  • 6.

    Het college of de gemeenteraad kan tevens tijdelijk of permanent geheimhouding opleggen, op grond van een belang genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, voor de door hem verstrekte informatie. De gemeenteraad of het college maakt het besluit tot geheimhouding en de duur en de inhoud daarvan vooraf kenbaar aan een raad.

  • 7.

    De geheimhoudingsplicht vervalt niet door het einde van het lidmaatschap van een raad. De leden van de raden dragen zorg voor de bescherming van de privacy van inwoners en cliënten.

  • 8.

    Een raad kan vergaderstukken op verzoek van burgers delen, mits het om niet-vertrouwelijke stukken gaat en er geen sprake is van een uitzondering zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet open overheid.

Artikel 8. Taken van het college

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de raden. Het college:

  • a.

    zorgt voor de ondersteuning door een secretaris;

  • b.

    stelt een vergaderruimte ter beschikking;

  • c.

    zorgt dat leden van de raden op verzoek toegang tot kantoormiddelen krijgen;

  • d.

    zorgt ervoor dat adviesaanvragen en conceptbeleid de secretaris tijdig bereiken;

  • e.

    stelt ambtenaren in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als een raad daarom heeft gevraagd;

  • f.

    zorgt ervoor dat de raden de informatie krijgen die nodig is voor het goed functioneren;

  • g.

    verstrekt de nodige informatie tijdig, zodat een gedegen advisering kan plaatsvinden;

  • h.

    informeert een raad over de redenen van afwijking van een gegeven advies.

Artikel 9. Taken van de secretaris en de voorzitter

  • 1.

    De voorzitter zit vergaderingen voor en zorgt ervoor dat leden evenredig hun inbreng kunnen geven.

  • 2.

    De secretaris:

    • a.

      maakt voor het begin van het kalenderjaar in overleg met de voorzitter een ver-gaderkalender voor de raad.

    • b.

      stelt in overleg met de voorzitter van de raad voor iedere vergadering de agenda op.

    • c.

      stuurt de uitnodigingen en vergaderstukken uiterlijk zeven dagen voor de vergade-ring naar de leden.

    • d.

      ziet erop toe dat adviesvragen en conceptbeleid de leden op een zodanig tijdstip bereiken dat zij hun rol effectief kunnen vervullen.

    • e.

      maakt een verslag van elke vergadering en stuurt dit tegelijk met de uitnodiging van de volgende vergadering naar de leden.

Artikel 10. Regionale afstemming

  • 1.

    Iedere raad onderhoudt indien wenselijk contacten met de Cliëntenraad en/of Adviesraad van andere gemeenten en met organisaties om zo adviezen op elkaar af te stemmen.

  • 2.

    De Cliëntenraad mag een advies ook laten uitbrengen door een regionale Cliëntenraad. In deze regionale Cliëntenraad zit tenminste één vertegenwoordiger van de Cliëntenraad van Laarbeek, bij voorkeur de voorzitter en een lid. Het advies van de regionale Cliëntenraad treedt dan in de plaats van het advies van de lokale raad.

Artikel 11. Budget raad en vergoeding

  • 1.

    Het college stelt voor elke raad een jaarlijks budget beschikbaar in beheer van de gemeente.

  • 2.

    Ten laste van dit budget komen kosten voor presentievergoeding, deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, het raadplegen van de achterban en organisatiekosten.

  • 3.

    De leden van de raden die deelnemen aan een vergadering ontvangen daarvoor een presentievergoeding conform het bepaalde in de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening adviesraden sociaal domein gemeente Laarbeek 2022’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de dag na publicatie.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 3 november 2022.

de griffier

M.L.M. van Heijnsbergen

burgemeester

F.L.J. van der Meijden

Algemene toelichting

De gemeenteraad dient één of meer plannen vast te stellen die richting geven aan te nemen beslissingen rond maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en participatie.

 

Wet maatschappelijke ondersteuning

Artikel 2.1.3 van de Wmo 2015 schrijft voor dat het college de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijk en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning betrekt, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordeningen.

Artikel 2.5.1 van de Wmo 2015 schrijft voor dat gemeenten, voordat een voordracht tot vaststelling (van het plan) aan de gemeenteraad wordt gedaan, advies wordt gevraagd aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

 

Jeugdwet

In de Jeugdwet is niet specifiek benoemd dat er een adviesorgaan voor jeugdhulp moet worden aangewezen. Wel wordt in artikel 2.10 Jeugdwet de artikelen 2.1.3 lid 3 2015 Wmo en 2.5.1 Wmo 2015 van overeenkomstige toepassing verklaard op de Jeugdwet. Het is om die reden logisch ook vertegenwoordigers vanuit het jeugdhulpdomein in de Adviesraad Sociaal Domein op te nemen.

 

Participatiewet

Artikel 47 van de Participatiewet draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatie-wet zijn personen:

  • die algemene bijstand ontvangen.

  • als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend.

  • personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet.

  • personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (hierna ANW).

  • personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna IOAW).

  • personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna IOAZ).

  • personen zonder uitkering, en die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2. Taken en bevoegdheden

Het advies van de raad maakt als bijlage deel uit van het college- en/of raadsvoorstel. Het college en de gemeenteraad kunnen op deze wijze kennisnemen van het advies. Duidelijk is dat zij het advies op een zodanig tijdstip moeten vragen dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. Om goed geïnformeerd te zijn, kan iedere raad zich door derden laten adviseren. Op verzoek van de raden zullen ambtenaren een nadere uitleg geven over de onderliggende stukken, wat niet tot vertraging van het uitbrengen van het advies mag leiden.

 

Onder de Participatiewet vallen personen die kunnen werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt.

 

Van belangenverstrengeling is sprake als in de afweging voorrang wordt gegeven aan het eigen belang (sterke verbondenheid met). Je moet actief voorkomen dat de schijn van belangenverstrengeling wordt gewekt. Schijn tast de geloofwaardigheid aan. Een belangrijke vraag die in voorkomende gevallen gesteld kunnen worden: zou een medelid die dat belang niet heeft tot dezelfde conclusie komen? Een lid onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt. Het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft. Daarnaast onthoudt een lid zich van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

 

Artikel 4. Samenstelling en zittingsduur

Ten aanzien van de samenstelling van de Adviesraad kan worden vermeld dat artikel 12 Wmo 2015 zich nadrukkelijk richt op de vragers van maatschappelijke ondersteuning en niet op aanbieders. Het woord vragers dient ruim te worden opgevat. Het gaat niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar evenzeer om potentiële vragers. De Wmo en Jeugdwet bestrijken een breed terrein van onderwerpen. Daarom streeft de Adviesraad naar een representatieve afspiegeling van deze groepen. Dit betekent dat het college bij de samenstelling van de Adviesraad ook moet kijken naar de getalsmatige verhouding doelgroepen en een evenredige representatie vanuit de dorpskernen. De raden, belangenorganisaties, de dorpsraden en/of het college kunnen kandidaten voordragen voor lidmaatschap van een raad. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.

 

Artikel 10. Regionale afstemming

In de Peelregio werken de raden van gemeenten Asten, Deurne, Geldrop-Mierlo (deels), Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren samen rond de advisering van het beleid van de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo.

  • Cliëntenraad: de Cliëntenraden participatiewet geven gevraagd en ongevraagd hun advies via een regionale Cliëntenraad aan de Gemeenschappelijke Regeling (hierna: GR) Peelgemeenten op het gebied van de Participatiewet. Daarnaast adviseert de Regionale Cliëntenraad de GR Senzer.

  • Adviesraad: de voorzitters van de Adviesraden sociaal domein regio Helmond-Peel komen jaarlijks samen tijdens een regionaal overleg.