Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Middelburg

Subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein Middelburg 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMiddelburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein Middelburg 2023-2026
CiteertitelSubsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein Middelburg 2023-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpSubsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein Middelburg 2023-2026

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nadere regels

13-12-2022

gmb-2022-573085

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein Middelburg 2023-2026

 

Het college van burgemeester en wethouders van Middelburg:

 

Overwegende dat:

- Op 7 juli 2021 het Middelburgs Model door de gemeenteraad is vastgesteld;

- Op 14 juli 2022 de gemeenteraad het Beleidsplan Sociaal Domein heeft vastgesteld met daarin de aanwijzing van voorzieningen als algemene voorziening;

- Op 1 januari 2021 de Verordening Wmo en jeugdhulp gemeente Middelburg 2021 in werking is getreden;

- Het college op grond van artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Middelburg 2022 nadere regels kan stellen;

 

- Deze nadere regels nodig zijn om een beoordelingskader te hebben om subsidieaanvragen voor activiteiten binnen de algemene voorzieningen dan wel vrij toegankelijke voorzieningen zoals beschreven in het Beleidsplan Sociaal Domein te kunnen beoordelen waardoor subsidies doelmatig en rechtmatig worden verstrekt;

 

- De nadere regels worden vastgelegd voor een periode van drie jaar, ingaande voor het subsidietijdvak 2023.

 

gelet op titel 4.2 en 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Middelburg 2022, het Subsidiebeleidskader en addendum van de raad van 30 september 2021 en het Beleidsplan Sociaal Domein, vastgesteld door de raad op 14 juli 2022;

 

BESLUIT:

vast te stellen de Subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein 2023-2026

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a) Algemene voorziening: het aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning (artikel 1.1.1 lid 1 Wmo 2015) hieronder wordt ook verstaan de vrij toegankelijke voorzieningen zoals bedoeld in de Jeugdwet en zoals deze zijn aangewezen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Middelburg 2021;

b) ASV: Algemene subsidieverordening Middelburg 2022;

c) Beleidsplan: Beleidsplan Sociaal Domein, vastgesteld door de raad op 14 juli 2022;

d) Beleidsdoelen: de doelen die beschreven zijn in het Beleidsplan. Deze doelen zijn:

a. Normaliseren

b. Preventie

c. Kwaliteit van dienstverlening

e) Beschikking: een besluit als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van de aanvraag daarvan;

f) College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg;

g) Individuele voorziening jeugd: niet vrij toegankelijke voorziening op grond van de Jeugdwet en de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Middelburg 2021;

h) Jeugdigen: een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

i) Maatwerkvoorziening: voorziening zoals bedoeld in artikel 1.1.1 Wmo 2015;

j) Mantelzorger: iemand die voor langere tijd onbetaalde zorg, die de dagelijkse zorg overstijgt, geeft aan iemand uit de directe omgeving;

k) Middelburgs model: Op 7 juli 2021 is het Middelburgs Model vastgesteld door de gemeenteraad van Middelburg. Door middel van de hierin beschreven transformatie wil de

gemeente passende zorg en ondersteuning voor haar inwoners nu en in de toekomst waarborgen;

l) Onafhankelijk: cliëntondersteuning wordt geboden onafhankelijk van gemeente en aanbieders die geïndiceerde zorg bieden;

m) Outreachend werken: Outreachend werken betekent dat ondersteuning wordt geboden buiten de eigen organisatie en binnen de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare mensen. Het gaat om een actieve manier van contact leggen met mensen die daar niet altijd zelf om vragen. Outreachers gaan aan de slag op straten en pleinen, in huiskamers of in andere organisaties of instellingen;

n) Raad: de gemeenteraad van de gemeente Middelburg;

o) Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

p) Vrijwilliger: iemand die uit vrije wil en buiten een dienstverband of overeenkomst en buiten het eigen sociale netwerk werkzaamheden voor anderen of de samenleving verricht. Doorgaans zijn deze werkzaamheden onbetaald of staat er maximaal de fiscaal vrijgestelde vrijwilligersvergoeding tegenover;

q) Zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen, zelfstandig door het leven te gaan en eigen problemen op te kunnen lossen. Onder samenredzaamheid verstaan we de zelfredzaamheid van mensen met behulp van hun sociale netwerk.

Artikel 2. Doelstelling en doelgroep subsidieregeling

1. Het college kan op aanvraag een subsidie verstrekken voor activiteiten zoals genoemd in hoofdstuk 2 van deze regeling. Deze activiteiten hebben, naast de doelen uit het beleidsplan, tot doel om:

 

a. De zelfredzaamheid en (arbeids-)participatie van inwoners te bevorderen met laagdrempelige, toegankelijke, herkenbare dienstverlening binnen de gemeente Middelburg

- inwoners in staat stellen zo lang mogelijk zelfstandig, op eigen kracht in hun eigen leefomgeving te wonen (zelfredzaamheid)

- inwoners deel te laten nemen aan de maatschappij (participatie/arbeid), hun netwerk te vergroten en hun draagkracht, gezondheid en vaardigheden te versterken;

- jeugdigen in staat te stellen om gezond, veilig en kansrijk op te groeien;

- te voorkomen dat er een beroep wordt gedaan op maatwerk- en individuele voorzieningen (preventie) en/of te komen tot een optimale mix van maatwerk/individuele en algemene voorzieningen;

- eenzaamheid verminderen.

b. De samenredzaamheid te bevorderen

- de sociale samenhang, leefbaarheid en veiligheid in de gemeente Middelburg te bevorderen (o.a. door het voorkomen van overlast) en inwoners te verbinden;

- vrijwilligerswerk en mantelzorg te bevorderen.

c. De activiteiten die een bijdrage leveren aan het gezond en veilig opgroeien, groeien naar zelfstandigheid en maatschappelijk participeren zijn

- het aanbieden van zinvolle dagbesteding;

- het verstrekken van informatie en advies;

- het stimuleren en ontwikkelen van talenten;

- het versterken van de eigen kracht waardoor problemen in opvoeden en groeien zoveel mogelijk worden voorkomen of opgelost;

- het vergroten van het zelfredzaam zijn.

2. De functies waarvoor op grond van deze subsidieregeling subsidie verstrekt kan worden, dragen bij aan de doelstellingen als bedoeld in lid 1, en kenmerken zich door preventieve en/of kortdurende ondersteunende activiteiten, die gericht zijn op:

- het verbinden van zelfredzame en minder zelfredzame inwoners;

- werken vanuit de inclusieve gedachte;

- collectief werken waar mogelijk en individueel waar nodig;

- ondersteuning die gericht is op het stimuleren van het inzetten of opbouwen van een netwerk van informele ondersteuning (b.v. vrijwilligers) rond de inwoner zodat de ondersteuning, op den duur, vandaaruit kan plaatsvinden;

- een herkenbaar en toegankelijk/laagdrempelig aanbod (b.v. vindplaatsgericht en outreachend).

3. De doelgroep voor de algemene voorzieningen in het kader van deze subsidieregeling zijn inwoners van de gemeente Middelburg, waarbij een algemene voorziening (voldoende) passend is.

 

Artikel 3. Algemene subsidiecriteria

 

1. De te subsidiëren activiteiten sluiten aan bij de criteria genoemd in artikel 7 van de ASV, het door de raad vastgesteld Beleidsplan Sociaal Domein en Middelburgs Model en het op dat moment geldende coalitieakkoord.

2. De activiteiten komen ten goede aan inwoners van de gemeente Middelburg en sluiten waar mogelijk aan bij het integraal werken binnen de gemeente.

3. De activiteiten sluiten aan bij de behoefte en vragen van de doelgroep en worden bij voorkeur zo veel mogelijk ontwikkeld en gerealiseerd met betrokkenheid van de doelgroep en/of inzet van ervaringsdeskundigen.

 

Artikel 4. Eisen aan de aanvrager

 

1. Aanvragers van subsidie dienen bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten te voldoen aan de volgende kwaliteitseisen:

a. aantoonbare kennis en ervaring in het betreffende vakgebied/de betreffende werksoort/doelgroep;

b. ingebed zijn in de lokale sociale infrastructuur;

c. waarborgen dat ondersteuning wordt uitgevoerd door deskundige medewerkers met minimaal een afgeronde mbo opleiding, die continu bijgeschoold worden op basis van relevante ontwikkelingen met betrekking tot de dienstverlening;

d. werken volgens de leidende kwaliteitsprincipes sociaal domein;

e. beschikken over beroepskrachten die de Nederlandse taal in woord en geschrift op minimaal niveau B2 beheersen;

f. een regeling vastgesteld en bij cliënten bekend gemaakt hebben voor de afhandeling van klachten c.q. medezeggenschap van cliënten;

g. beschikken over een vrijwilligersbeleid, waarin onder andere aandacht is voor scholing, begeleiding en veiligheid;

h. geen eigen bijdrage heffen, met uitzondering van een toegankelijke bijdrage voor consumptieve- en recreatieve goederen en een kostendekkende bijdrage voor de inzet van vakdocenten bij recreatieve activiteiten op ontmoetingsplekken;

i. medewerkers en vrijwilligers inzetten die in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens (VOG). Voor vrijwilligers en ervaringsdeskundigen kan hier door de aanbieder, in overleg met de gemeente, een uitzondering op worden gemaakt;

j. voor de uitvoering van activiteiten voor de doelgroep tot 18 jaar hebben de beroepskrachten een SKJ/BIG-registratie of vallen onder de directe aansturing en verantwoordelijkheid van een beroepskracht met een SKJ/BIG-registratie;

k. artikel 21 van de ASV aangaande Social Return on Investment is onverkort van toepassing. Bij de aanvraag dient onderbouwd te worden hoe aan dit vereiste vorm wordt gegeven;

l. de aanvrager is verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteit door vrijwilligers die door hem of haar worden ingezet bij de activiteit.

2. Het college kan van de kwaliteitseisen zoals genoemd in lid 1 op verzoek van de subsidieaanvrager gemotiveerd afwijken.

 

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

 

De subsidieaanvraag voldoet aan de eisen van artikel 10 van de ASV en gaat vergezeld van een activiteitenplan. In dit activiteitenplan is een beschrijving opgenomen van het volgende:

a. de wijze waarop is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3 en 4 van deze regeling, daarbij wordt ook aangegeven waarom niet aan een of meerdere voorwaarden voldaan kan worden;

b. de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de in artikel 2 van deze regeling genoemde doelstelling;

c. de wijze waarop de aanvrager de doelgroep wil bereiken;

d. de wijze waarop de effecten van de activiteiten/diensten worden gemeten en gerapporteerd;

e. de onderlinge samenhang tussen de activiteiten indien sprake is van een samenwerkingsverband;

f. de wijze waarop (domein overstijgend) wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Middelburg;

g. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de beoordelingscriteria die in hoofdstuk 2 van deze regeling genoemd worden in de artikelen 16, 20, 25 en 30 voor zover op de betreffende voorziening van toepassing.

 

Artikel 6. Aanvraagprocedure en termijnen

 

1. Voor subsidie als bedoeld in deze regeling komen uitsluitend in aanmerking rechtspersonen die zich ten doel stellen om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten overeenkomstig deze regeling.

2. Afhankelijk van de inhoud van de activiteiten en de doelgroep die met de activiteiten wordt bediend kan het college nadere kwaliteitseisen stellen aan de subsidieaanvrager.

3. De subsidie kan betrekking hebben op een eenmalige activiteit of jaarlijks terugkerende activiteiten, zoals beschreven in artikel 6 van de ASV.

4. Voor eenmalige subsidies sociaal domein geldt dat:

a. in afwijking van het eerste lid kunnen ook natuurlijke personen een aanvraag indienen;

b. deze zijn bedoeld voor activiteiten met een incidenteel karakter dan wel voor activiteiten die als experiment, proeftuin of project zijn aan te duiden;

c. de subsidie wordt verstrekt voor een termijn van maximaal twee jaar;

d. de activiteit of activiteiten worden uitgevoerd of starten in het kalenderjaar waarin de subsidie wordt verstrekt;

e. de aanvrager aantoont dat de activiteiten niet binnen de reguliere activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt door het college uitgevoerd kunnen worden.

5. Jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor een periode van drie kalenderjaren, waarbij de subsidie jaarlijks wordt vastgesteld.

6. Om voor subsidie voor een periode van drie kalenderjaren in aanmerking te komen stelt het college de volgende nadere eis:

a. de aanvrager heeft een bestendige subsidierelatie met de gemeente Middelburg, waaronder wordt verstaan dat de aanvrager reeds langer dan 3 jaar subsidie van de gemeente Middelburg ontvangt voor soortgelijke activiteiten.

7. In het geval het college subsidie verstrekt voor een periode van drie kalenderjaren, kan de subsidieontvanger verplicht worden mee te werken aan de totstandkoming van een subsidieovereenkomst.

8. In het geval het college subsidie verstrekt voor een periode van drie kalenderjaren, kan besloten worden dat (een deel van) de subsidieverleningen op grond van deze regeling met één of meerdere kalenderjaren wordt verlengd.

9. Op de aanvraag voor subsidie zijn de aanvraagtermijnen van artikel 11 van de ASV en de beslistermijnen van artikel 12 van de ASV van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 7. Subsidieplafonds, de verdeling en indexering

 

1. Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor de subsidiëring van de voorzieningen genoemd in het Beleidsplan en waar deze regeling betrekking op heeft.

2. Het college stelt zowel een plafond vast voor eenmalige subsidies als voor de jaarlijks verstrekte subsidies.

3. Subsidies worden verstrekt onder voorbehoud van het beschikbaar stellen van middelen door de raad.

4. De verdeling van eenmalige subsidies vindt plaats op volgorde van binnenkomst tot het plafond is bereikt.

5. De verdeling van de plafonds jaarlijkse subsidies vindt plaats per voorziening zoals beschreven in hoofdstuk II van deze regeling.

6. Indien de verdeling van de plafonds voor jaarlijkse subsidies niet is opgenomen in hoofdstuk II van de regeling legt het college de verdeling vast in een separaat besluit.

7. De subsidieverleningen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd met het percentage van de gewogen index die de gemeente hanteert in de Meerjarenprogrammabegroting.

 

Artikel 8. Betaling van subsidie

In de beschikking tot verlening van subsidie neemt het college de wijze en het moment van uitbetalen van de subsidie op.

 

Artikel 9. Subsidiabele kosten

1. Subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de activiteiten.

2. Voor subsidie komen alleen de redelijke kosten in aanmerking. Kosten zijn redelijk als ze noodzakelijk zijn voor de subsidiabele activiteit en gebaseerd zijn op marktconforme prijzen en tarieven.

3. Subsidiabele kosten zijn in ieder geval:

a. loonkosten:

b. huisvestingskosten;

c. materiaalkosten;

d. algemene kosten/organisatiekosten.

4. Kosten van activiteiten die gemaakt zijn voor de subsidieaanvraag komen niet voor subsidie in aanmerking.

5. Als de aanvraag hoger is dan de eerdere subsidieverlening, indien van toepassing, wordt de verhoging aannemelijk gemaakt met een onderbouwing aan de hand van aantoonbaar toegenomen behoefte en/of aantoonbaar toegenomen kosten.

6. Voor zover overheadkosten subsidiabel zijn, bedragen deze niet meer dan 30% van de subsidiabele loonkosten (inclusief overhead).

7. Niet voor subsidie in aanmerking komende kosten zijn:

a. rente;

b. administratieve en financiële sancties en boetes;

c. kosten t.b.v. personeelsactiviteiten;

d. niet onderbouwde en zonder overleg opgenomen post onvoorzien;

e. vergoedingen, fooien en geschenken.

 

Artikel 10. Verplichtingen

1. De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het bieden van de juiste ondersteuning en het (door)verwijzen van inwoners naar de juiste instantie/organisatie.

2. Subsidieontvanger is verplicht zorg te dragen voor de lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie of het samenwerkingsverband en het activiteitenaanbod.

3. Indien sprake is van een samenwerkingsverband is de penvoerder verantwoordelijk voor het afleggen van rekening en verantwoording.

4. Bij de subsidieverlening kan per algemene voorziening worden aangegeven of er overige verplichtingen gesteld worden aan de subsidie.

 

Artikel 11. Aanvullende weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

 

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 13 en 14, van de ASV kan de subsidieverlening worden geweigerd als:

1. De aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet aansluiten op de door het college geconstateerde behoeften van de doelgroep.

2. De activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben.

3. De subsidieaanvrager niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.

4. De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen.

5. Als de aanvraag niet minimaal 60% behaalt van de score zoals bedoeld in de artikelen 16, 20, 25 en 30 van deze regeling.

6. Als de aanvraag buiten de gestelde termijn van artikel 6 van deze regeling is ingediend.

 

Artikel 12. Verantwoording

1. De verantwoording dient overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 5 van de ASV afgelegd te worden.

2. Bij de subsidieverlening kunnen nadere verplichtingen worden gesteld over tussentijdse verantwoording.

 

Artikel 13. Subsidievaststelling

1. Subsidies worden overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 5 van de ASV vastgesteld;

2. In aanvulling op artikel 23 en 24 van de ASV, bevat het inhoudelijk verslag in ieder geval een uitwerking van de eisen zoals genoemd in artikel 5 van deze regeling.

 

Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen algemene voorzieningen Paragraaf inloopvoorzieningen

 

Artikel 14. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

1. Het aanbieden van een inloopvoorziening volgens het Odensehuisconcept of Ontmoetingscentra-concept, waarbij thuiswonenden met geheugenproblemen of (beginnende) dementie, en hun familieleden, vrienden en mantelzorgers, terecht kunnen voor informatie, advies en (ontmoetings)activiteiten.

2. Het aanbieden van ontmoetings-, inloopactiviteiten en lotgenotencontact volgens het concept van de Alzheimer Cafés, gericht op thuiswonenden met (lichte) dementie en hun familieleden, vrienden en mantelzorgers, waarbij sprake is van professionele coördinatie.

3. Het aanbieden van ontmoetings- en inloopactiviteiten gericht op thuiswonenden met psychische/psychosociale/fysieke problematiek. In de vorm van gespreks- en ondersteuningsgroepen, voorlichtingsbijeenkomsten en/of telefonisch of digitaal contact, waarbij sprake is van professionele coördinatie.

4. Het aanbieden van lotgenotencontact en belangenbehartiging voor mensen met psychische/psychosociale/fysieke problematiek of voor familieleden, vrienden en mantelzorgers van mensen met psychische/psychosociale/fysieke problematiek. In de vorm van ontmoetings- en inloopactiviteiten en/of informatieve bijeenkomsten.

5. Het aanbieden van inloopactiviteiten gericht op ontmoeting en verbinding van inwoners die ondersteuning nodig hebben, waar het uitvoeren van een signaleringsfunctie een onderdeel van uitmaakt.

 

Artikel 15. Aanvullende criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende subsidiecriteria te worden voldaan:

1. De aanvrager werkt oplossingsgericht en vraaggericht;

2. De aanvrager is naast fysiek en telefonisch ook online bereikbaar;

3. De aanvrager werkt samen met andere maatschappelijke partners bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten;

4. De aanvrager werkt, waar mogelijk, domein overstijgend en werkt bij voorkeur op schaalniveau van de wijk.

 

Artikel 16. Beoordeling subsidieaanvraag

 

1. Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 en 14 en 15 van deze regeling worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. kwaliteit van de dienstverlening:

• de mate van kennis en kunde en werkwijze van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

• de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten.

b. aansluiten bij beoogde doelstellingen:

• de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2 van deze regeling

• de mate waarin de doelgroep bereikt wordt.

c. inzet van personeel en/of vrijwilligers:

• de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers;

• de mate van inzet van gekwalificeerd personeel dat bekend is met de situatie van de gemeente Middelburg.

d. samenwerking met (maatschappelijke) partners:

• de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Middelburg en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

e. effectieve en efficiënte inzet middelen:

• de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet om bij te dragen aan de te behalen resultaten.

2. Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

3. De subsidieaanvragen worden na een onderlinge vergelijking op activiteit gerangschikt, waarna subsidie wordt verstrekt in die volgorde totdat het subsidieplafond is bereikt.

4. Indien na toepassing van het derde lid van dit artikel meerdere gelijksoortige aanvrager op dezelfde plaats op de lijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van publieksbereik en geografische spreiding binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.

 

Artikel 17. Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

1. Aanvragen worden beoordeeld door minimaal twee beoordelaars waarvan één beoordelaar geen directe relatie met de aanvrager heeft.

2. Iedere beoordelaar vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

3. De beoordelaars maken een rangschikking van de aanvragen op grond van artikel 16, tweede en derde lid van deze regeling.

4. De beoordelaars brengen advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

5. Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

 

Paragraaf Welzijnswerk

 

Artikel 18. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

1. Activiteiten in de wijken en kernen gericht op het behalen van één of meerdere van de volgende doelen:

a. ontmoeting tussen inwoners;

b. verbinding laten ontstaan;

c. vergroten van de samenredzaamheid;

d. vergroten van de wijkkracht en leefbaarheid;

e. ontwikkelen van talent.

2. Activiteiten die met name zijn gericht op een groep personen in plaats van op het individu;

3. Activiteiten in de wijken en kernen, zowel structureel als incidenteel van aard, o.a. gericht op sport en cultuur, met als doel het actief betrekken van de wijk.

4. Activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van vrijwillige inzet.

5. Activiteiten gericht op het coördineren van vrijwilligers.

6. Activiteiten gericht op het bevorderen van de maatschappelijke participatie van jongeren.

7. Activiteiten gericht op het bieden van advies over het activiteitenaanbod en de mogelijkheden om sociale contacten te kunnen opdoen.

 

Artikel 19. Aanvullende criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende subsidiecriteria te worden voldaan:

1. De aanvrager hanteert de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

2. Indien de subsidie meer bedraagt dan € 100.000, worden de activiteiten uitgevoerd door een gecertificeerde welzijnsorganisatie.

3. De aanvrager werkt oplossingsgericht en vraaggericht.

4. De aanvrager is naast fysiek en telefonisch ook online bereikbaar.

5. De aanvrager werkt, waar mogelijk, domein overstijgend en werkt op schaalniveau van de wijk.

6. De aanvrager werkt samen met andere maatschappelijke partners bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten.

7. De aanvrager werkt outreachend.

8. De aanvrager levert een actieve bijdrage aan het doorgeven van signalen ten behoeve van de ontwikkeling van gemeentelijkbeleid.

 

Artikel 20. Beoordeling subsidieaanvraag

1. Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 en 18 en 19 van deze regeling worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. kwaliteit van de dienstverlening:

• de mate van kennis en kunde en werkwijze van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

• de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten.

b. aansluiten bij beoogde doelstellingen:

• de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2 van deze regeling

• de mate waarin de doelgroep bereikt wordt.

c. inzet van personeel en/of vrijwilligers:

• de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers;

• de mate van inzet van gekwalificeerd personeel dat bekend is met de situatie van de gemeente Middelburg.

d. samenwerking met (maatschappelijke) partners:

• de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Middelburg en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

e. effectieve en efficiënte inzet middelen:

• de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet om bij te dragen aan de te behalen resultaten.

2. Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

3. Indien na toepassing van het tweede lid van dit artikel meerdere gelijksoortige aanvrager op dezelfde plaats op de lijst worden gerangschikt, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van publieksbereik en geografische spreiding binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.

 

Artikel 21. Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

1. Aanvragen worden beoordeeld door minimaal twee beoordelaars waarvan één beoordelaar geen directe relatie met de aanvrager heeft.

2. Iedere beoordelaar vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

3. De beoordelaars stellen de totaalscores per aanvraag vast en rangschikken vervolgens de aanvragen op grond van artikel 20 tweede en derde lid van deze regeling.

4. De beoordelaars brengen advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

5. Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

 

Paragraaf Maatschappelijke Dienstverlening

 

Artikel 22. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

1. Het bieden van maatschappelijke dienstverlening aan inwoners in de leeftijd van 0 tot 100+.

2. Het bieden van ondersteuning in de thuissituatie.

3. Een signaleringsfunctie voor problematieken die buiten de maatschappelijke dienstverlening te plaatsen zijn.

4. Samenwerken met maatschappelijke partners ter versterking van de maatschappelijke dienstverlening.

5. Het coördineren van vrijwilligers.

 

Artikel 23. aanvullende criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende aanvullende subsidiecriteria te worden voldaan:

1. De aanvrager hanteert de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

2. De aanvrager werkt oplossingsgericht en vraaggericht.

3. De aanvrager werkt, waar mogelijk, domein overstijgend en werkt op schaalniveau van de wijk.

4. De aanvrager werkt samen met andere maatschappelijke partners bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten.

5. De aanvrager biedt hulp zowel thuis, op vindplaats, of op afspraak op locatie.

 

Artikel 24. aanvullende verplichtingen

De aanvrager voldoet aan de volgende verplichtingen:

1. De aanvrager heeft een registratieverplichting als er sprake lijkt te zijn van problematiek die verder strekt dan alleen maatschappelijke dienstverlening

2. De aanvrager is verantwoordelijk voor het coördineren van vrijwilligers bij de door hem of haar georganiseerde activiteiten.

 

Artikel 25. Beoordeling subsidieaanvraag

1. Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 en 22 en 23 van deze regeling worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. kwaliteit van de dienstverlening:

• de mate van kennis en kunde en werkwijze van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

• de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten.

b. aansluiten bij beoogde doelstellingen:

• de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2 van deze regeling

• de mate waarin de doelgroep bereikt wordt.

c. inzet van personeel en/of vrijwilligers:

• de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers;

• de mate van inzet van gekwalificeerd personeel dat bekend is met de situatie van de gemeente Middelburg.

d. samenwerking met (maatschappelijke) partners:

• de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Middelburg en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

e. effectieve en efficiënte inzet middelen:

• de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet om bij te dragen aan de te behalen resultaten.

2. Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

3. Indien na toepassing van het tweede lid van dit artikel meerdere gelijksoortige aanvrager op dezelfde plaats op de lijst worden gerangschikt, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van publieksbereik en geografische spreiding binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.

 

Artikel 26. Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

1. Aanvragen worden beoordeeld door minimaal twee beoordelaars waarvan één beoordelaar geen directe relatie met de aanvrager heeft.

2. Iedere beoordelaar vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

3. De beoordelaars stellen de totaalscores per aanvraag vast en rangschikken vervolgens de aanvragen op grond van artikel 25, tweede en derde en lid van deze regeling.

4. De beoordelaars brengen advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

5. Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

 

Paragraaf Sociaal team

 

Artikel 27. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

1. Informatie en advies bieden.

2. Het bieden van kortdurende planmatige ondersteuning, met een maximum van 12 maanden, niet zijnde een door het college beschikte maatwerkvoorziening (Wmo 2015)/individuele voorziening Jeugdwet.

3. Het bieden van presentiegerichte ondersteuning.

4. Het uitvoeren van een signaleringsfunctie, ook voor problematieken die buiten de diensten van het sociaal team te plaatsen zijn, hieronder valt ook vroegsignalering.

5. Het verhelderen, routeren en escaleren van vragen en casussen (triage).

6. Het verwijzen en overdragen aan de juiste instanties.

 

Artikel 28. aanvullende criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende subsidiecriteria te worden voldaan:

1. De aanvrager hanteert de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

2. De aanvrager biedt hulp zowel thuis, op vindplaats, of op afspraak op locatie.

3. De aanvrager is geen aanbieder van maatwerkvoorziening (Wmo 2015)/individuele voorziening jeugd (Jeugdwet) in de gemeente Middelburg.

4. De aanvrager voldoet aan de door de gemeente Middelburg gestelde administratie eisen, zoals een cliëntvolgsysteem.

5. De aanvrager werkt oplossingsgericht, vraaggericht en outreachend.

6. De aanvrager is dagelijks fysiek, telefonisch en online bereikbaar.

7. De aanvrager werkt volgens het protocol Veilig Thuis.

8. De aanvrager werkt, waar mogelijk, domein overstijgend en werkt op schaalniveau van de wijk.

9. De aanvrager werkt samen met andere maatschappelijke partners bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten.

 

Artikel 29. aanvullende verplichtingen

De activiteiten voldoen aan de volgende aanvullende verplichtingen:

1. Er dient meegewerkt te worden aan de totstandkoming van de subsidieovereenkomst.

2. Er dienen ontwikkelrapportages aan de gemeente verstrekt te worden over de trends die gaande zijn in de samenleving.

3. Communicatie naar buiten dient plaats te vinden in samenspraak met de gemeente.

 

Artikel 30. Beoordeling subsidieaanvraag

1. Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 en 27 en 28 van deze regeling worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. kwaliteit van de dienstverlening:

• de mate van kennis en kunde en werkwijze van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

• de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten.

b. aansluiten bij beoogde doelstellingen:

• de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2 van deze regeling

• de mate waarin de doelgroep bereikt wordt.

c. inzet van personeel en/of vrijwilligers:

• de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers;

• de mate van inzet van gekwalificeerd personeel dat bekend is met de situatie van de gemeente Middelburg.

d. samenwerking met (maatschappelijke) partners:

• de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Middelburg en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

e. effectieve en efficiënte inzet middelen:

• de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet om bij te dragen aan de te behalen resultaten.

2. Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

3. Indien na toepassing van het tweede lid van dit artikel meerdere gelijksoortige aanvrager op dezelfde plaats op de lijst worden gerangschikt, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van publieksbereik en geografische spreiding binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.

 

Artikel 31. Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

1. Aanvragen worden beoordeeld door minimaal twee beoordelaars waarvan één beoordelaar geen directe relatie met de aanvrager heeft.

2. Iedere beoordelaar vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

3. De beoordelaars stellen de totaalscores per aanvraag vast en rangschikken vervolgens de aanvragen op grond van artikel 30, tweede en derde lid van deze regeling.

4. De beoordelaars brengen advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

5. Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

 

Paragraaf Slachtofferhulp

 

Artikel 32. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

Het aanbieden van hulp aan slachtoffers (waartoe ook nabestaanden, getuigen en betrokkenen worden gerekend) van:

1. Misdrijven.

2. Verkeersongelukken.

3. Calamiteiten op praktisch, juridisch en psychosociaal gebied.

 

Artikel 33. aanvullende criteria

Subsidie kan op basis van ‘de Regeling aanwijzing rechtspersoon slachtofferhulp 2009’ uitsluitend worden aangevraagd door Slachtofferhulp NL.

 

Paragraaf Onafhankelijke cliëntondersteuning

 

Artikel 34. Voorwaarde aan de aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door stichting Maatschappelijk Werk Walcheren. Waarbij zij verplicht zijn om mee te werken aan een samenwerkingsovereenkomst met stichting Welzijn Middelburg. Stichting Maatschappelijk Werk Walcheren is de penvoerder namens deze stichtingen. Deze stichtingen voeren sinds enkele jaren onafhankelijke cliëntondersteuning uit in de gemeente Middelburg en hebben een stevig netwerk opgebouwd. Ze kennen de doelgroep en weten die te bereiken.

 

Artikel 35. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

1. Het bieden van informatie en advies.

2. Het bieden van verwijzingen naar de juiste instanties.

3. Het helpen in contact met andere instanties.

4. Het helpen bij het doen van een aanvraag voor indicatiestelling.

5. Het ondersteunen bij het indienen van klachten of bezwaar.

6. Het ondersteunen bij evaluatiegesprekken aangaande indicaties.

7. Het ondersteunen bij het vertalen van ambtelijke berichten.

8. Het helpen bij het verduidelijken van de hulpvraag.

9. Het helpen bij het invullen van formulieren.

 

Artikel 36. aanvullende verplichtingen

De activiteiten voldoen aan de volgende aanvullende verplichtingen:

1. De aanvrager is verplicht om te registreren:

a. hoeveel aanvragen er waren;

b. de verdeling in afgehandelde aanvragen tussen Maatschappelijk Werk Walcheren en Welzijn Middelburg;

c. de verdeling in afgehandelde aanvragen tussen vrijwilligers en professionals;

d. op welk leefgebied de hulpvraag ziet;

e. eventuele andere door het college aangewezen gegevens.

2. De aanvrager is verplicht over hetgeen in lid 1 is opgenomen te communiceren door middel van een trendrapportage aan de gemeente Middelburg.

3. De aanvrager zet een supervisor in die gediplomeerd is op ten minste Hbo-niveau.

 

Paragraaf Mantelzorgondersteuning

 

Artikel 37. voorwaarde aan de aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Stichting Manteling Walcheren. Deze stichting voert sinds jaren de mantelzorgondersteuning uit in de gemeente Middelburg en heeft een stevig netwerk opgebouwd. Ze kennen de doelgroep en weten die te bereiken.

 

Artikel 38. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

1. Het bieden van informatie en advies rond mantelzorg, waaronder financiële regelingen en verwijzingen naar de juiste instanties.

2. Het ondersteunen van mantelzorgers door het inzetten van vrijwilligers en aanbieden van een breed scala aan activiteiten waardoor overbelasting wordt voorkomen of verlicht

3. Matchen van hulpvragers aan vrijwilligers.

4. Het bieden van praktische ondersteuning voor mensen die deze ondersteuning niet kunnen ontvangen binnen hun sociaal netwerk.

5. Behouden/verstevigen van het netwerk van mantelzorgers.

6. Het verbinden van inwoners en het voorkomen en/of bestrijden van eenzaamheid, waarbij de verbinding het doel op zichzelf kan zijn en/of onderdeel van een ander doel, zoals het bieden van stabiliteit of respijt.

7. Uitvoeren regeling mantelzorgwaardering en regeling noodfonds.

 

Artikel 39. aanvullende criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende aanvullende subsidiecriteria te worden voldaan:

1. De aanvrager is naast fysiek en telefonisch ook online bereikbaar.

2. Hulp wordt zowel thuis, als op locatie aangeboden.

3. Voldoen aan de door de gemeente Middelburg gestelde administratie eisen, zoals een cliëntvolgsysteem.

4. Hanteren van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

5. De aanvrager werkt samen met andere maatschappelijke partners bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten.

 

Artikel 40. aanvullende verplichtingen

De activiteiten voldoen aan de volgende aanvullende verplichtingen:

1. De aanvrager is verplicht om te registreren hoeveel hulpvragers, vrijwilligers en mantelzorgers er in een jaar zijn bediend, met een onderverdeling per doelgroep.

2. De aanvrager is verplicht over bovenstaande te communiceren door middel van een trendrapportage aan de gemeente Middelburg.

3. Aangesloten bij Mantelzorg NL, VPTZ Nederland (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg), JMZ Pro (jonge mantelzorgers) en BMZM (Beroepsvereniging van Mantelzorgmakelaars).

 

Paragraaf Vrijwilligersondersteuning

 

Artikel 41. voorwaarde aan de aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door stichting Welzijn Middelburg. Deze stichting voert sinds jaren de vrijwilligersondersteuning uit in de gemeente Middelburg en heeft een stevig netwerk opgebouwd. Ze kennen de doelgroep en weten die te bereiken.

 

Artikel 42. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

alle activiteiten, producten (niet zijnde goederen), diensten en trainingen aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan innovatie en verbetering van het functioneren van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties, daaronder begrepen:

1. Bemiddeling van vrijwilligers naar passend vrijwilligerswerk.

2. Het onderhouden en verder uitbouwen van een vrijwilligerspoule.

3. Het onderhouden van een actueel vacaturebestand.

4. Het acquireren van vrijwilligersvacatures bij organisaties.

5. Het informeren en adviseren van organisaties die met vrijwilligers werken.

6. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten.

7. Het promoten van vrijwilligerswerk.

8. Het geven van trainingen aan vrijwilligers.

 

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

 

Artikel 43. Inwerkingtreding en citeertitel

 

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2023.

2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein 2023-2026.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Middelburg op 13 december 2022. De secretaris De burgemeester

Mr. A. van den Brink Mr. H.M. Bergmann

 

Algemene toelichting: Subsidieregeling algemene voorzieningen Sociaal Domein Middelburg 2023-2026

De algemene kaders voor de subsidieverstrekking in Middelburg zijn door de gemeenteraad vastgelegd in de Algemene subsidieverordening (ASV). Het gaat daarbij om de algemene bepalingen over, onder andere, het aanvragen, verstrekken, betalen, verantwoorden en vaststellen van door het college te verstrekken subsidies. De ASV vormt daarmee de invulling van de wettelijke subsidiekaders zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Het verstrekken van subsidies is een van de uitvoeringsinstrumenten van het college om de vastgelegde beleidsdoelen en maatschappelijke effecten, samen met de subsidie ontvangende organisaties, te realiseren. Om dat uitvoeringsinstrument gericht en effectief te kunnen inzetten, heeft de raad in de ASV (artikel 5) bepaald dat het college nadere subsidieregels, ofwel subsidieregelingen, kan vaststellen. Deze subsidieregelingen bevatten de nadere uitwerking binnen de door de raad bepaalde kaders voor een specifiek beleidsterrein, waarin onder andere de te subsidiëren activiteiten, doelgroepen en de verdeling van de door de raad in de begroting opgenomen subsidiemiddelen nader worden omschreven.

Het Beleidsplan Sociaal Domein is op 14 juli 2022 vastgesteld door de gemeenteraad. In dit beleidsplan zijn algemene voorzieningen aangewezen. De algemene voorzieningen uit het Beleidsplan Sociaal Domein kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Om de subsidie rechtmatig en doelmatig te verstrekken, is de onderhavige subsidieregeling opgesteld. Deze regeling geeft een kader waaraan aanvragen voor subsidies getoetst kunnen worden.

 

Toelichting per artikel

Hieronder worden een aantal artikelen extra toegelicht.

 

Artikel 2 doelstelling en doelgroep subsidieregeling

In dit artikel wordt aangegeven voor welke doelen subsidies kunnen worden verstrekt. De opsomming sluit aan bij de doelen uit het Beleidsplan Sociaal Domein 2022.

De doelgroep voor subsidie zijn alle inwoners van de gemeente Middelburg. Deze inwoners hebben een (fysieke) beperking en/of chronische en/of psychische/psychosociale problemen en die hebben (potentieel) ondersteuning nodig bij het participeren in de samenleving en/of bij het zelf- en/of samenredzaam blijven of worden en/of veilig en gezond opgroeien en voor wie een algemene voorziening (voldoende) passend is. Hierbij kan gedacht worden aan mensen die:

• Een (fysieke) beperking hebben

• Chronische problemen hebben

• Psychosociale problemen hebben

• (potentieel) ondersteuning nodig hebben bij het participeren in de samenleving

• (potentieel) ondersteuning nodig hebben bij het zelf- en/of samenredzaam blijven of worden

• (potentieel) ondersteuning nodig hebben bij het gezond en veilig opgroeien

 

Artikel 4 eisen aanvrager

De aanvrager voor subsidie dient te voldoen aan de in dit artikel genoemde criteria te voldoen. Hiermee wordt nagestreefd dat hulp en ondersteuning voldoet aan de kwaliteitscriteria die de Wmo en de Jeugdwet ook hanteren.

• Lid 1, sub d: Leidende kwaliteitseisen Sociaal Domein:

Algemene uitgangspunten kwaliteit Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers

De hier geformuleerde algemene uitgangspunten zijn te beschouwen als richtlijnen voor goede ondersteuning ban professionals voor zeer kwetsbare burgers. Dit is te realiseren door keuzes bij de toegang en via inkoop/ subsidiering van ondersteuning.

De cliënt heeft de regie

• Het professioneel handelen is gericht op het behoud, het herstel en versterken van de eigen regie van de cliënt en het versterken van het sociale netwerk en de veerkracht. Er wordt uitgegaan van wat een cliënt wil en belangrijk vindt. Als het handelen van de cliënt een ernstig gevaar oplevert voor hem en/of zijn omgeving dan moet de professional actie ondernemen. Ondersteuning sluit aan bij de leefwereld van de cliënt, in taalgebruik, denkniveau, cultuur en tempo en houdt rekening met de levensfase en de eigen kracht van een cliënt.

• Welke ondersteuning nodig is, wordt in samenspraak met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger en/of zijn mantelzorger opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. Het ondersteuningsplan is raadpleegbaar voor alle betrokkenen.

De ondersteuning is veilig

• De relatie tussen cliënt en professional is voor de cliënt vertrouwd en stabiel. Wijzigingen in gemaakte afspraken tussen cliënt en professional worden tijdig en op een bij de cliënt passende manier gemeld.

• De professional is in staat ervoor te zorgen dat de relatie voor beide veilig is zowel lichamelijk als mentaal.

• Er is overeenstemming met de cliënt over welke informatie gedeeld wordt en met wie. Met in achtneming van de privacywetgeving.

• De professional onderneemt actie bij gesignaleerde onveiligheid in de leefsituatie en het sociale netwerk van de cliënt. Conform de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling.

De ondersteuning garandeert continuïteit, samenhang en resultaten

• De professional heeft de kennis, houding en vaardigheden voor de betreffende hulpvraag en cliënt en onderhoudt deze. De professional krijgt de ruimte om hierin zelf keuzes te maken.

• De ondersteuning van de professional in relatie met de cliënt is aantoonbaar gericht op het behalen van de afgesproken resultaten en dit wordt geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.

• De professional is op de hoogte van de andere hulpverleners die bij een cliënt betrokken zijn. Hij consulteert andere hulpverleners bij vragen en werkt samen waar dat zinvol is voor de doelstellingen van de cliënt.

• Bij de toegang wordt bepaald waar een eerst verantwoordelijke ondersteuner wordt aangewezen. Dit is een professional in dienst van een aanbieder of het toegangsloket. De eerst verantwoordelijke ondersteuner is aanspreekpunt voor de cliënt en onderhoudt contact met de sociale omgeving van de cliënt.

• De organisatie heeft een toegankelijke klachtenprocedure die onafhankelijke afhandeling van klachten garandeert en waarvan de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger en de mantelzorger op de hoogte zijn.

• Lid 3, sub k: Social return on investment

Artikel 21 van de ASV is van overeenkomstige toepassing. De inzet geschiedt op de volgende wijze: De subsidieontvanger biedt personen die behoren tot de doelgroep een dienstverband, stageplaats of werkervaringsplaats aan. Indien hij dit wenst, kan de subsidieontvanger Orionis Walcheren betrekken bij de selectie en aanlevering van deze personen. De begeleiding van deze personen is de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger.

In het geval dat de inzet van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt door de subsidieontvanger naar het oordeel van het college aantoonbaar niet mogelijk is, kan het college na overleg met de subsidieontvanger een andere invulling van Social Return opleggen. Onder creatieve invulling wordt verstaan het uitvoeren en/of mogelijk maken van activiteiten die ten goede komen aan de ontwikkeling, participatie en re-integratie van de doelgroep Social Return.

 

Artikel 5 eisen aan aanvraag

 

Naast de eisen die in artikel 10 van de ASV worden genoemd dient het activiteitenplan dat bij de aanvraag ingediend wordt uitgebreid te worden met de in dit artikel genoemde onderdelen. Het college kan hierdoor beoordelen of de aangevraagde subsidie overeenkomt met de beleidsdoelen en de gewenste maatschappelijke doelen door inzet van subsidie worden bereikt.

Sub f: domein overstijgend werken. Hierbij kan gedacht worden dat ook met andere domeinen wordt samengewerkt zoals kunst en cultuur, onderwijs en economie.

 

Artikel 6 aanvraagprocedure en termijnen

Deze subsidieregeling staat niet open voor natuurlijke personen. Zij kunnen geen aanvraag indienen. Alleen rechtspersonen zonder winstoogmerk dan wel rechtspersonen met een winstoogmerk met een duidelijk bij deze regeling aansluitende maatschappelijke doelstelling (blijkens statuten) kunnen een aanvraag indienen. Subsidie zal niet worden verstrekt voor commerciële doeleinden van de aanvrager.

Er is een onderscheid in eenmalige subsidies en jaarlijkse subsidies. Daarnaast is het mogelijk om voor meerjarige subsidies (3 jaar) in aanmerking te komen, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

De aanvraag- en beslistermijnen zijn in deze regeling niet gewijzigd. De artikelen 11 en 12 van de ASV zijn van toepassing.

 

Artikel 7 subsidieplafonds, de verdeling en indexering

Op grond van de Algemene subsidieverordening Middelburg kan het college per beleidsterrein subsidieplafonds vaststellen en regels opstellen over de manier van verdeling van de beschikbare middelen. Van deze mogelijkheid is gebruikgemaakt in artikel 7. Subsidie wordt verleend tot het subsidieplafond is bereikt. Aanvragen die het plafond overstijgen worden geweigerd.

 

Artikel 9 subsidiabele kosten

Lid 2: Voor subsidie komen alleen kosten in aanmerking die nodig zijn om de activiteit waarvoor subsidie wordt verstrekt uit te kunnen voeren.

Het uitgangspunt is dat de kosten gebaseerd moeten zijn op marktconforme prijzen en tarieven. Voor marktconforme prijzen betekent dit dat aansluiting wordt gezocht bij de tarieven die de gemeente hanteert als de voorziening ingekocht zou worden of ingekocht werd, zoals bv bij dagbesteding. Kosten kunnen niet hoger zijn dan de tarieven van de maatwerkvoorziening.

Lid 6: Definitie overhead volgens Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV): “Alle bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten/taken/producten die gericht zijn op de externe klant moeten in de betreffende taakvelden worden geregistreerd. De overhead wordt centraal begroot en verantwoord op het overzicht overhead via taakveld 0.4 Overhead.”

 

Artikel 10 verplichtingen

Lid 1: een algemene voorziening is een laagdrempelige voorziening waarvoor geen indicatie vanuit de gemeente nodig is. In het geval een inwoner ondersteuning ontvangt vanuit een algemene voorziening en het blijkt dat de problematiek van de inwoner groter/ernstiger/complexer is dan de algemene voorziening aan ondersteuning kan bieden, dan wordt verwacht dat de subsidieontvanger de inwoner verwijst naar de juiste instantie of organisatie. Dat kan naar het Sociaal Team of TIM maar ook naar de huisarts.

 

Artikel 11 aanvullende weigerings- en intrekkingsgronden

Naast artikel 13 en 14 van de subsidieverordening zijn er ook andere weigeringsgronden om een subsidieaanvraag te weigeren, zoals in dit artikel benoemd.

Lid 5: sommige aanvragen voor subsidies worden beoordeeld volgens een beoordelingssystematiek. Dat betekent dat aanvragers een score dienen te behalen om voor subsidie in aanmerking te komen. In het geval de aanvraag niet 60% van de score behaald, kan deze worden afgewezen.

 

Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen algemene voorzieningen

 

Hieronder wordt per paragraaf van de algemene voorzieningen, indien nodig, een toelichting gegeven.

 

Artikel 14 Subsidiabele activiteiten

We kennen verschillende soorten inloopvoorzieningen. Sommige werken volgens een bestaand concept, bijvoorbeeld het Odensehuis en het Alzheimer Café. Daarnaast willen we lichte vormen van inloopvoorzieningen subsidiëren, gericht op ontmoeten, activering en verbinding.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 43 Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

Daarna zal de regeling geëvalueerd worden