Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Verordening op de heffing en de invordering van leges Hoeksche Waard 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Hoeksche Waard 2023
CiteertitelLegesverordening Hoeksche Waard 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-2022nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2022-571896

Z/22/169097

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Hoeksche Waard 2023

De raad van de gemeente Hoeksche Waard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2022;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en

onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Hoeksche Waard 2023

(Legesverordening Hoeksche Waard 2023).

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder::

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • -

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • -

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie), zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de leges . voor een Nederlandse Identiteitskaart, voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart en voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, zoals nader omschreven in de Verordening Kwijtschelding 2023.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      Paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      Artikel 1.15 ( verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      Artikel 1.25 onder 2a (verklaring omtrent gedrag)

    • 5.

      Artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2022 van 14 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening Hoeksche Waard 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van raad van gemeente Hoeksche Waard van 20 december 2022.

De voorzitter,

Ch.B. Aptroot

De griffier,

G. de Schipper-Tinga

Bijlage 1. Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Hoeksche Waard 2023

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk in het servicepunt te Oud-Beijerland op:

a

maandagmorgen en dinsdagmorgen om 09.00 en 09.30 uur, met maximaal 10 personen, zonder toespraak

€ 0,-

b

maandagmorgen en dinsdagmorgen om 09.00 en 09.30 uur,

met meer dan 10 personen, zonder toespraak

€ 82,50

c

donderdag en vrijdag tussen 10.00 en 11.30 uur, zonder toespraak

€ 225,00

d

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur (met uitzondering van de hierboven genoemde voltrekkingen), met toespraak

€ 383,65

e

zaterdag tussen 10.00 en 15.00 uur, met toespraak

€ 666,10

2.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op een door de gemeente aangewezen externe locatie op

a

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur met toespraak

€ 389,00

b

maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 21.00 uur met toespraak

€ 559,55

c

zaterdag tussen 10.00 en 21.00 uur met toespraak

€ 703,40

3.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of een ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk op een eenmalige externe locatie op:

a

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur met toespraak

€ 479,60

b

maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 21.00 uur met toespraak

€ 666,10

c

zaterdag tussen 10.00 en 21.00 uur met toespraak

€ 799,35

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de benoeming van een eenmalige trouwambtenaar

€0,-

 

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door de gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 29,30

 

Artikel 1.8 Trouwboekje

het verstrekken van een trouwboekje

€ 34,60

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a

van een nationaal paspoort:

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

b

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

c

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

d

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 58,85

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van

a

van een Nederlandse identiteitskaart:

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 70,35

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 37,95

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

€ 53,-

b

voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde bedragen

€ 0,-

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 44.65

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

1

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

2

Voor Gezondheidsverklaringen 75+, 75-, C, D en EC zal het bedrag dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) aan de gemeente hiervoor in rekening brengt, doorberekend worden aan de aanvrager.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen1

 

Artikel 1.14 Definities

1

Voor de toepassing artikel 1.15 , wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,35

b

uittreksel BRP online

€ 7,10

 

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 9,35

 

Paragraaf 1.5 (Vervallen)

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een plan of deel daarvan, zoals bestemmingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

a

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,50

b

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,65

c

een lichtdruk van een plan of deel daarvan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b, per dm² lichtdruk

€ 27,50

 

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

a

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 9,85

b

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 8,25

c

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 9,85

d

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 9,85

e

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 25,80

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b

tot het legaliseren van een handtekening

€ 9,35

c

verklaring van huwelijksbevoegdheid

€ 27,50

d

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven

€ 15,70

e

tot het verkrijgen van een gewaarmerkt afschrift

€ 15,70

f

tot het verkrijgen van alle niet genoemde verklaringen

€ 9,35

2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 22,-

2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 48,40

2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 46,80

3

tot medische keuring ten behoeve van een urgentieverklaring voor medische of sociale urgentie

€ 76,95

4

Indien een urgentieverklaring voor een medische of sociale urgentie als bedoeld in de Huisvestingsverordening wordt toegekend, bestaat aanspraak op volledige teruggaaf van de kosten van het medisch advies als bedoeld in lid 3.

 

Artikel 1.30 Leegstandswet

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 117,70

b

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 66,00

2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen a en b van lid 1 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 27,50

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een mededeling, zoals bedoeld in artikel 7C lid 2 onder a , van de wet op de Kansspelen”

€ 0,-

4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard

€ 76,95

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

1

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, bedraagt

€ 456,50

2

Het basistarief in lid 1 wordt per strekkende meter tracé als volgt verhoogd:

a

voor de meters vanaf 100 meter, per strekkende meter:

€ 1,15

3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding betrekking hebbend op werkzaamheden van niet-ingrijpende aard als bedoeld in artikel 2, lid 4 van Telecommunicatieverordening Hoeksche Waard en op een lengte van minder dan 25 meter, bedraagt in afwijking van lid 1

€ 236,50

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :

a

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 40,70

b

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 54,-

c

als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, tot het verlenen van:

c1

een eenmalige ontheffing

€ 242,20

c2

een vervolgontheffing

€ 121,10

d

volgens artikel 1 van bijlage 3 van de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen jo. de artikelen 2, onderdeel c, en 1, eerste lid onderdeel b sub 2 van deze Regeling jo. artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen jo. artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, gelezen in samenhang met hoofdstuk 7.5, voorschrift 7.5.11-CV1 sub a en b en hoofdstuk 8.5, voorschrift S1-(4) sub a en b van de ADR (Europees verdrag voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg), tot het verlenen van een eenmalige ontheffing

€387.50

e

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 43,95

f

medische keuring ten behoeve van een gehandicapten-parkeerkaart

€ 76,95

g

een algemene gehandicaptenparkeerplaats bij woon- of werkadres aan te leggen, per aanleg

€ 341,05

2

Voor het aanleggen van een gehandicapten-parkeerplaats bij woon- of werkadres op kenteken, wordt het tarief per aanleg genoemd onder lid 1 g verhoogd met

€ 115,40

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een kenteken op het bij de gehandicaptenparkeerplaats ,als bedoeld in lid 2, behorende bord te wijzigen, per wijziging

€ 135,95

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€9,35

b

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

b1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,50

b2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,65

c

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 27,50

d

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

€ 16.45

e

een vergunning voor het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen

€ 110,05

f

een ligplaatsvergunning of omruilvergunning woonarken in de Boezemvliet Maasdam en Puttershoek

€ 220,05

g

een ligplaatsvergunning voor (woon-) schepen buiten de Boezemvliet Maasdam en Puttershoek:

g1

per dag

€ 22,-

g2

per maand

€ 60,45

g3

per kwartaal

€ 143,-

g4

per 1 jaar of langer

€ 363,-

h

een ontheffing van het verbod voor verbranden van afvalstoffen of vuur te stoken, zoals bedoeld in artikel 5:34 APV

€104,45

i

een vergunning voor het maken van een aansluiting op de riolering van de gemeente, bedoeld voor de inzameling van afval-, hemel- of grondwater, anders dan in verband met van gemeentewege verrichte werkzaamheden.

€ 55,-

j

een andere, in dit hoofdstuk, niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 55,-

 

Paragraaf 1.11 Kabels en Leidingen

 

Artikel 1.35 Kabels en leidingen

1

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4 van de Leidingenverordening Hoeksche Waard bedraagt:

€ 456,50

2

Het basistarief in lid 1 wordt voor de strekkende meters tracé als volgt verhoogd:

a

voor de meters vanaf 100 meter, per strekkende meter:

€ 1,15

3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag betrekking hebbend op werkzaamheden van niet-ingrijpende aard als bedoeld in artikel 5, lid 4 van de Leidingenverordening Hoeksche Waard en op een tracélengte van minder dan 25 meter, bedraagt in afwijking van lid 1:

€ 236.50

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/ OMGEVINGSVERGUNNING

 

Paragraaf 2.1 Begripsomschrijvingen

 

Artikel 2.1. Definities

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder

1.

aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk

 

2.

bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk

3.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

4.

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

5.

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Paragraaf 2.2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

Artikel 2.2 Omgevingsoverleg

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.

voor het verkennen van een ruimtelijk initiatief, indien een uitspraak van het college nodig is.

€ 266,45

 

Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunning

 

Artikel 2.3 Berekening van de leges

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Artikel 2.4 Bouwactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

4,2%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 225,-

2.

indien de bouwkosten € 25.000tot € 100.000 bedragen

3,8%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 1.000,-

3.

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 250.000 bedragen:

3,5%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 3.800

4.

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

3,2%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 8.750,-

5.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

2,9%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 16.000,-

6.

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

2,7%

van de bouwkosten, met een minimum van :

€29.000,-

en een maximum van:

€ 500.000,-

 

 

Artikel 2.5 Welstandstoets

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 bedraagt het tarief, voor een welstandstoets of een hernieuwde toets indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

1.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

€ 50,-

2.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 2.000.000 bedragen

2 %o van de bouwkosten

3.

indien de bouwkosten € 2.000.000 of meer bedragen

€ 4.000,-

 

Artikel 2.6 Adviezen inzake reclames

Het tarief voor adviezen inzake reclames bedraagt

€ 47,95

 

Artikel 2.7 Afronding legeskosten

De legeskosten, volgens artikel 2.4 , artikel 2.5 en artikel 2.6, worden naar boven afgerond op € 5,-

 

Artikel 2.8 Verplicht advies agrarische commissie

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 wordt het bedrag dat de agrarische adviescommissie bij de gemeente in rekening brengt, indien voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een agrarische commissie nodig is, doorberekend aan de aanvrager.

 

Artikel 2.9 Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

25 %

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

Artikel 2.10 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 0,-

 

Artikel 2.11 Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1.

indien de aanlegkosten € 0 tot € 50.000 bedragen

2,1%

van de aanlegkosten, met een minimum van

€ 175,-

2.

indien de aanlegkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen

1,9%

van de aanlegkosten met een minimum van

€ 1.050,-

3.

indien de aanlegkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen

1,7%

van de aanlegkosten met een minimum van

€ 4.750,-

4.

indien de aanlegkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen

1,6%

van de aanlegkosten met een minimum van

€ 8.000,-

5.

indien de aanlegkosten meer dan € 1.000.000 bedragen

1,5%

van de aanlegkosten met een minimum van

€ 16.000,-

en een maximum van

€ 200.000,-

 

Artikel 2.12 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 396,-

2.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 396,-

3.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.339,85

4.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€488,25

5.

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€488,25

6.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 488,25

7.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 488,25

 

Artikel 2.13 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€488,25

2.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 488,25

3.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.339,85

4.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 488,25

5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 488,25

6.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 488,25

7.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 488,25

 

Artikel 2.14 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 13 van de Erfgoedverordening Gemeente Hoeksche Waard, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

€ 187,65

2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 187,65

3.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 19 van de Erfgoedverordening Gemeente Hoeksche Waard, ,bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 187,65

 

Artikel 2.15 Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met of artikel 2:12 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 156,25

 

Artikel 2.16 Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4 van de Bomenverordening gemeente Hoeksche Waard 2020, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 83.55

 

Artikel 2.17 Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid, van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1.

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken

€ 54,25

2.

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen

€ 54,25

 

Artikel 2.18 Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 162,75

€€€€

 

Artikel 2.19 Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 162,75

 

Artikel 2.20 Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

1.

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 162,75

2.

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

a.

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 162,75

b.

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Volgens begroting

c.

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.20 lid 2b is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.21 Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

1.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

Artikel 2.22 Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

1.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 381,95

2.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 357,05

 

Artikel 2.23 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Volgens begroting

2.

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.23 lid 1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.24 Verklaring van geen bedenkingen

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

1.

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 379,75

2.

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Volgens begroting

3.

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.24 lid 2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.4 Vermindering

 

 

Artikel 2.25 Vermindering bij vooroverleg

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag voor het verkennen van een ruimtelijk initiatief als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 , waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor verkenning geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

Paragraaf 2.5 Teruggaaf

 

Artikel 2.26 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.11 of 2.14, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

1.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan maar de bestemmingsplantoets nog niet heeft plaatsgevonden:

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan en slechts de bestemmingsplantoets heeft plaatsgevonden:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

3.

indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan nadat de volledige toets heeft plaatsgevonden:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

Artikel 2.27 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in artikelen 2.4, 2.11 of 2.14, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

Artikel 2.28 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

1.

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.11 of 2.14 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

20%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.

Onder een weigering bedoeld in artikel 2.28 lid 1wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.29 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 45,- wordt niet teruggegeven.

 

Artikel 2.30 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de artikelen 2.23 en 2.24 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Paragraaf 2.6 Overige tarieven

 

Artikel 2.31 Intrekking omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij artikel 2.27 van toepassing is:

€ 0,-.

 

Artikel 2.32 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€244,10

 

Artikel 2.33 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

€ 5.913,05

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€3471.90

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard:

€ 385,05

b

een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning, zoals bedoeld onder a

€121,-

c

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, zesde lid, van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard:

c1

per dag (incidenteel)

€ 81,35

c2

een maand

€ 108,50

c3

een jaar

€ 162,75

c4

voor onbepaalde tijd

€ 325,50

 

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet ( zowel voor een horecabedrijf als voor een slijtersbedrijf):

€ 385,05

b

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet (zowel voor een horecabedrijf als voor een slijtersbedrijf):

€ 142,95

c

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet (zowel voor een horecabedrijf als voor een slijtersbedrijf):

€ 121,-

d

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 110,05

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel [3:3] van de Algemene plaatselijke verordening

a

voor een escortbedrijf

€ 1.650,25

b

voor een seksinrichting, anders dan bedoeld in onderdeel a

€ 1.650,25

 

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:10 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard voor:

a

een escortbedrijf

€ 247,50

b

een seksinrichting

€ 247,50

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

a

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 35,75

b

Een wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

€ 35,75

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6 Organiseren evenement

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard (evenementenvergunning), als het betreft

a

een A-evenement volgens de regionale Handreiking Publieksevenementen

€ 110,05

b

een B-evenement volgens de regionale Handreiking Publieksevenementen

€ 330,05

c

een C-evenement volgens de regionale Handreiking Publieksevenementen

€ 3.300,45

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een afgegeven evenementenvergunning

€ 121,-

3

Indien als onderdeel van de behandeling van een aanvraag als bedoeld onder artikel 3.2.1 advies wordt ingewonnen bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid met betrekking tot het maximaal toegestane geluidsniveau, worden de onder de 3.2.1 genoemde leges vermeerderd met de kosten van dit advies, zoals vooraf aan de aanvrager is meegedeeld en blijkt uit een begroting, die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

Volgens begroting

 

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard

€ 82,50

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats op grond van artikel 5:18 van de geldende Algemene Plaatselijke Verordening Hoeksche Waard:

a

geldig voor een dag

€ 22,-

b

geldig voor een week

€ 36,30

c

geldig voor een maand

€ 100,05

d

geldig voor een kwartaal

€ 150,70

e

geldig voor een half jaar

€ 220,05

f

geldig voor een jaar:

€ 281,60

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

 

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014:

€ 71,50

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.17 Niet benoemd besluit op aanvraag

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 55,-

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een kennisgeving, zoals bedoeld in artikel 4:3 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Hoeksche Waard

€ 0,-

3

Van de overeenkomstig de in Paragraaf 3.2 (Horeca) en 3.4 (Evenementen) geheven bedragen wordt de helft van de verschuldigde leges terugbetaald, indien:

a

op een verzoek/aanvraag afwijzend wordt beschikt

b

het verzoek/ de aanvraag wordt ingetrokken, voordat de vergunning, ontheffing of verklaring is verleend en er door de gemeente werkzaamheden ten behoeve van de aanvraag zijn verricht.

c

Verrekening/terugbetaling van het onder onderdeel a en onderdeel b. genoemde, vindt uitsluitend plaats als het terug te betalen bedrag € 25,- of meer bedraagt.

4

Het tarief met betrekking tot de APV-vergunningen c.q. ontheffingen , genoemd in Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3,met uitzondering van de onder hoofdstuk 3, artikel 3.6 lid 1 onder c van deze tabel genoemde evenementen (C evenementen), alsmede vergunningen bedoeld in hoofdstuk 1, artikel 1.31 lid 2 (loterijvergunning) van deze tarieventabel, die noodzakelijk zijn ter ondersteuning van sociaal maatschappelijke doeleinden en – festiviteiten van en door non-profit instellingen wordt gesteld op .

€ 0

a

Onder non-profit instellingen worden verstaan organisaties zonder winstoogmerk zijnde stichtingen en verenigingen. De doelstelling van een non-profitorganisatie is de ondersteuning van private of publieke aangelegenheden voor niet-commerciële, maatschappelijke doeleinden. Particulier initiatief m.b.t. straatbarbecue/-feest, alsmede het plaatsen van een kerstboom, ofwel het tijdelijk verfraaien van de woon- en leefomgeving wordt hieraan gelijk gesteld.

 

Behorende bij raadsbesluit van de gemeente Hoeksche Waard van 20 december 2022

 

De griffier van gemeente Hoeksche Waard,

 

G. de Schipper-Tinga