HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
(deze tarieven zijn van toepassing met ingang van de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt, zolang de omgevingswet niet in werking is getreden, is het hieronder opgenomen hoofdstuk "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Wabo" van toepassing) |
|
| | |
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen | |
Definities | | |
Artikel 2.1.1 | Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | |
Artikel 2.1.2 | In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | |
Artikel 2.1.3 | In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: - binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; - binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; | |
Artikel 2.1.4 | In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. | |
Artikel 2.1.5 | Van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit is sprake in de volgende categorieën bouwplannen: 1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf, b. de oppervlakte niet meer dan 150 m²; 2. een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 5 m, en b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²; 3. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 10 m, en b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²; 4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw; 5. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied; 6. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits het aantal woningen gelijk blijft en de gebruikswijziging van bouwwerken maximaal 1.500 m² vloeroppervlakte bedraagt (het bij de bouwwerken aansluitend terrein blijft hierbij buiten beschouwing); 7. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 t/m 6, voor een termijn van ten hoogste tien jaar. | |
| | |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven | |
Artikel 2.2 | Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
Artikel 2.2.a | omgevingsoverleg; | |
Artikel 2.2.b | een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; | |
Artikel 2.2.c | een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; | |
Artikel 2.2.d | toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; | |
Artikel 2.2.e | een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; | |
Artikel 2.2.f | intrekking van een omgevingsvergunning; | |
Artikel 2.2.g | wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; | |
Artikel 2.2.h | een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. | |
| | |
Bepalen tarief | | |
Artikel 2.3.1 | De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. | |
Artikel 2.3.2 | Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. | |
Artikel 2.3.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. | |
Artikel 2.3.4 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. | |
Artikel 2.3.5 | Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. | |
Artikel 2.3.6 | In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
Paragraaf 2.2 Voorfase (omgevingsoverleg) | |
Artikel 2.4 | Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: | |
Artikel 2.4.1 | voor het houden van een omgevingsoverleg - indicatie betreffende de wenselijkheid/mogelijkheid van het initiatief inclusief een ambtelijk advies | € 300,00 |
Artikel 2.4.2 | voor het houden van een omgevingsoverleg - indicatie betreffende de wenselijkheid/mogelijkheid van het initiatief inclusief een principe besluit van het college van B&W | € 1.200,00 |
| | |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwkosten | |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) | |
Artikel 2.5 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.5.1 | a. over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000: | 2,50% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 150,00 |
Artikel 2.5.2 | b. over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 20.000.000: | 1,80% |
| van de bouwkosten | |
Artikel 2.5.3 | c. over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000.000,- | 0,80% |
| van de bouwkosten, met een maximum van: | € 600.000,00 |
| | |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) | |
Artikel 2.6 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.6.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit van de bouwkosten: | 1,00% |
| met een minimum van: | € 150,00 |
| en een maximum van: | € 3.000,00 |
Artikel 2.6.2 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zijnde een verhoging op de op basis van het artikel 2.6.1 bepaalde tarief: | € 505,00 |
Artikel 2.6.3 | voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit van de bouwkosten: | 1,00% |
| met een minimum van: | € 610,00 |
| en een maximum van: | € 3.505,00 |
Artikel 2.6.4 | Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er een (beoordeling van een) ruimtelijke motivering nodig is | € 6.430,00 |
Artikel 2.6.5 | voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er geen (beoordeling van een) ruimtelijke motivering nodig is | € 3.505,00 |
Artikel 2.6.6 | In geval de aanvraag betrekking heeft een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, zijnde de plaatsing van grondgebonden zonnepanelen achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein worden geplaatst en waarbij de ingenomen totale grond oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt, wordt het in artikel 2.6.1 genoemde tarief in rekening gebracht. | |
| | |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk | |
Artikel 2.9 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.9.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 277,80 |
Artikel 2.9.2 | voor een buitenplanse omgevingsactiviteit: | € 505,00 |
| | |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed | |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten | |
Artikel 2.10 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.10.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: | |
Artikel 2.10.1.1 | 1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | € 545,00 |
Artikel 2.10.1.2 | 2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 545,00 |
Artikel 2.10.2 | voor een buitenplanse omgevingsactiviteit: | |
Artikel 2.10.2.1 | 1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | € 1.050,00 |
Artikel 2.10.2.2 | 2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 1.050,00 |
Artikel 2.10.3 | Artikel 2.10 is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Gemeente Raalte is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven | |
| | |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit | |
Artikel 2.11 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.11.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | € 545,00 |
Artikel 2.11.2 | voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 545,00 |
| | |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten | |
| | |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit | |
Artikel 2.12 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief: | € 3.655,00 |
| | |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten | |
| nvt | |
| | |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten | |
Aanlegactiviteiten | | |
Artikel 2.13 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.13.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: | |
Artikel 2.13.1.1 | voor een aanlegactiviteit voor werken tot 1.000 m² | € 305,00 |
Artikel 2.13.1.2 | voor een aanlegactiviteit voor werken van 1.000 m² en meer | € 1.400,00 |
Artikel 2.13.1.3 | voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegvergunning | € 305,00 |
Artikel 2.14.2 | voor een buitenplanse omgevingsactiviteit: | |
Artikel 2.14.2.1 | voor een aanlegactiviteit voor werken tot 1.000 m² | € 810,00 |
Artikel 2.14.2.2 | voor een aanlegactiviteit voor werken van 1.000 m² en meer | € 1.905,00 |
Artikel 2.14.2.3 | voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegvergunning | € 305,00 |
| | |
Uitweg/uitrit - geregeld in APV | |
Artikel 2.15 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening (of het vervangende artikel in de Verordening Fysieke Leefomgeving) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 76,35 |
| | |
Uitweg/uitrit - geregeld in omgevingsplan | |
Artikel 2.16 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.16.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 76,35 |
Artikel 2.16.2 | voor een buitenplanse omgevingsactiviteit: | € 76,35 |
| | |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten | |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden - geregeld in APV | |
Artikel 2.17 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening (of het vervangende artikel in de Verordening Fysieke Leefomgeving) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.17.1 | voor het kappen van 1 of 2 bomen: | € 109,00 |
Artikel 2.17.2 | voor het kappen van 3 of meer bomen: | € 166,00 |
| | |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden - geregeld in omgevingsplan | |
Artikel 2.18 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een boom, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.18.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: | |
Artikel 2.18.1.1 | voor het kappen van 1 of 2 bomen: | € 109,00 |
Artikel 2.18.1.2 | voor het kappen van 3 of meer bomen: | € 166,00 |
Artikel 2.18.2 | voor een buitenplanse omgevingsactiviteit: | |
Artikel 2.18.2.1 | voor het kappen van 1 of 2 bomen: | € 109,00 |
Artikel 2.18.2.2 | voor het kappen van 3 of meer bomen: | € 166,00 |
| | |
Andere activiteiten | | |
Artikel 2.19 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: | |
Artikel 2.19.1 | betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 226,00 |
Artikel 2.19.2 | betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.19.2.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 226,00 |
Artikel 2.19.2.2 | voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 505,00 |
Artikel 2.19.2.3 | voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: | € 226,00 |
| | |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften | |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten | |
Artikel 2.20 | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: | |
Artikel 2.20.1 | voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: | € 452,00 |
Artikel 2.20.2 | in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: | € 452,00 |
| | |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten | |
Artikel 2.21 | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: | |
Artikel 2.21.1 | één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: | € 1.975,00 |
Artikel 2.21.2 | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 1.975,00 |
| | |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid | |
Gelijkwaardige maatregel | |
Artikel 2.22 | Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: | |
Artikel 2.22.1 | een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: | volgens begroting |
Artikel 2.22.2 | een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: | volgens begroting |
Artikel 2.22.3 | een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: | volgens begroting |
Artikel 2.22.4 | een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: | volgens begroting |
Artikel 2.22.5 | Het op grond van artikel 2.22.1 tot en met artikel 2.22.4 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven | |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit | |
Artikel 2.23 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: | € 200,00 |
Wijzigen omgevingsvergunning | |
Artikel 2.24 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning, niet zijnde een geringe wijziging zoals bedoeld in artikel 2.25, is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. | |
| | |
Geringe wijziging omgevingsvergunning | |
Artikel 2.25 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van het project, bedraagt het tarief per wijziging: | € 200,00 |
| | |
Wijzigen van het omgevingsplan | |
Artikel 2.26 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: | € 6.945,00 |
| | |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten | |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure | |
Artikel 2.27 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: | |
Artikel 2.27.1 | als sprake is van een milieubelastende activiteit: | € 2.275,00 |
Artikel 2.27.2 | als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 0,00 |
Artikel 2.27.3 | als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: | € 1.017,00 |
| | |
Beoordeling onderzoeksrapporten | |
Artikel 2.28 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: | |
Artikel 2.28.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: | € 197,70 |
Artikel 2.28.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: | € 197,70 |
Artikel 2.28.3 | voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: | € 197,70 |
Artikel 2.28.4 | voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: | € 197,70 |
Artikel 2.28.5 | voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: | € 197,70 |
Artikel 2.28.6 | voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): | € 395,40 |
Artikel 2.28.7 | voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: | € 197,70 |
| | |
Advies | | |
Artikel 2.29 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: | |
Artikel 2.29.1 | voor een advies van de gemeenteraad: | € 515,00 |
Artikel 2.29.2 | voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in artikel 2.29.1: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
Artikel 2.29.3 | Als een begroting als bedoeld in artikel 2.29.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Instemming | | |
Artikel 2.30 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: | |
Artikel 2.30.1 | als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: | € 515,00 |
Artikel 2.30.2 | als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn | |
Artikel 2.30.3 | Het bedrag bedoeld in artikel 2.30.2 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Paragraaf 2.13 Vermindering | |
Vermindering na omgevingsoverleg | |
Artikel 2.31.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt van de voor het omgevingsoverleg geheven leges: | 50% |
Artikel 2.31.2 | Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. | |
| | |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf | |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig | |
Artikel 2.32 | Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges: | 100% |
| | |
Teruggaaf als aanvraag "verder buiten behandeling wordt gelaten" | |
Artikel 2.33 | Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag "verder buiten behandeling wordt gelaten", bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges: | 40% |
| | |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift |
Artikel 2.34 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 60% |
| | |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
Artikel 2.35 | Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges: | 25% |
| | |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
Artikel 2.36.1 | Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges: | 25% |
Artikel 2.36.2 | Onder een weigering wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
| | |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten | |
Artikel 2.37 | In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. | |
| | |
Minimumbedrag voor teruggaaf | |
Artikel 2.38 | Een bedrag minder dan € 10,- wordt niet teruggegeven. | |
| | |
| | |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE WABO | |
(deze tarieven zijn van toepassing zolang de omgevingswet niet in werking is getreden, zodra de Omgevingswet is ingetreden is het hierboven opgenomen hoofdstuk "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet van toepassing") |
| | |
Paragraaf 2.1 Defintities | |
Artikel 2.1.1 | aanlegkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |
Artikel 2.1.2 | bouwkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |
Artikel 2.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
Artikel 2.1.4 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
Artikel 2.1.5 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
Paragraaf 2.2 Omgevingsvergunning | |
Artikel 2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten | |
Artikel 2.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.3.1 | van de bouwkosten tot € 1.000.000,-, te vermeerderen met: | 2,5% |
| van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 20.000.000,-, te vermeerderen met: | 1,4% |
| van de bouwkosten vanaf € 20.000.000,-: | 1,1% |
| met een minimum van | € 87,85 |
| en een maximum van | € 584.500,00 |
| | |
| Gecertificeerde bouwbesluittoetsing | |
Artikel 2.3.2 | Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1 vergezeld gaat van een gecertificeerde Bouwbesluittoets conform de landelijke richtlijn BRL 5019, dan worden de op grond van 2.3.1. geheven leges verminderd met: | 30% |
| | |
| As-built-procedure | |
Artikel 2.3.3 | Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1 betrekking heeft op een bouwaanvraag voor een bouwwerk in gevolgklasse 1 en bij de aanvraag door de aanvrager wordt aangegeven bij gereedmelding van het bouwwerk een "as-built" dossier aan te leveren, dan worden de op grond van 2.3.1. geheven leges verminderd met: | 20% |
| | |
| Combinatie van gecertificeerde bouwbesluittoetsing en As-built-procedure | |
Artikel 2.3.4 | Indien bij de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1 wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden van zowel de gecertificeerde bouwbesluittoetsing van 2.3.2 als van de as-built-procedure van 2.3.3, dan worden de op grond van 2.3.1 geheven leges verminderd met: | 40% |
| De genoemde percentages en bedragen van 2.3.2 en 2.3.3 zijn in dit geval niet van toepassing. | |
| | |
Paragraaf 2.4 Aanlegactiviteiten | |
Artikel 2.4 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.4.1 | voor een aanlegactiviteit voor werken tot 1.000 m² | € 275,10 |
Artikel 2.4.2 | voor een aanlegactiviteit voor werken van 1.000 m² en meer | € 1.268,60 |
Artikel 2.4.3 | voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegactiviteit | € 275,10 |
| | |
Paragraaf 2.5 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
Artikel 2.5 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
Artikel 2.5.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 275,10 |
Artikel 2.5.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 275,10 |
Artikel 2.5.3 | In afwijking van artikel 2.3.3.2 wordt er een ander tarief gehanteerd in geval van plaatsing van grondgebonden zonnepanelen achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein wordt geplaatst en waarbij de ingenomen totale grond oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt. Het tarief bedraagt in dit geval: | € 0,00 |
Artikel 2.5.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet in strijd met goede ruimtelijke ordening, voorheen projectbesluit): | |
Artikel 2.5.4.1 | voor projecten waarbij geen ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is | € 1.268,60 |
Artikel 2.5.4.2 | voor projecten waarbij een ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is | € 3.231,40 |
Artikel 2.5.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 275,10 |
Artikel 2.5.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 275,10 |
Artikel 2.5.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 275,10 |
Artikel 2.5.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 275,10 |
| | |
Paragraaf 2.6 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
Artikel 2.6 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:: | |
Artikel 2.6.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 275,10 |
Artikel 2.6.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 275,10 |
Artikel 2.6.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet in strijd met goede ruimtelijke ordening, voorheen projectbesluit): | |
Artikel 2.6.3.1 | voor projecten waarbij geen ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is | € 1.268,60 |
Artikel 2.6.3.2 | voor projecten waarbij een ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is | € 3.231,40 |
Artikel 2.6.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 275,10 |
Artikel 2.6.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 275,10 |
Artikel 2.6.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 275,10 |
Artikel 2.6.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 275,10 |
Artikel 2.6.8 | indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast | € 275,10 |
Artikel 2.6.9 | indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast | € 275,10 |