Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 's-Hertogenbosch 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023Nieuwe regeling

13-12-2022

gmb-2022-571201

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023

De gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

Gezien het voorstel van het college van 8 november 2022, met reg.nr. 14379425,

Besluit

De Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2023 vast te stellen, met als belangrijkste wijzigingen:

  • 1.

    Een indexering van alle straat- en vergunningtarieven met 5,94 % behalve het tarief van de bezoekersregeling, deze is ongewijzigd en blijft € 0,05 per uur;

  • 2.

    Een optimalisatie van de bezoekersregeling:

    • -

      Een flexibelere bezoekersregeling voor bezoek van bewoners met een maximaal aantal uren per kwartaal (in plaats van per maand);

    • -

      Het loslaten van het verplichte tijdvenster voor het gebruik van de bezoekersregeling in de sector binnenstad;

    • -

      Een uitbreiding van de vrijwilligersregeling met naast de in basis maximaal 150 uur per maand als pilot twee plus-varianten van maximaal 300 en 450 uur per maand;

  • 3.

    De introductie van een 0-tarief zodat we praktijkervaring op kunnen doen met een fiscale variant van de blauwe zone;

  • 4.

    Een naheffingsaanslag bedraagt per 1 januari 2023 € 72,90 (dit was € 66,50).

 

 

 

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • b.

    centrale computer: computer bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een mobiele telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • c.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister was ingeschreven;

  • d.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

  • g.

    Binnenstad: het gebied omsloten door de Zuid-Willemsvaart, de Dommel en de stadswallen.

 

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

 

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • 1.

        als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • 2.

        als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

 

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

 

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 2.

    Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 4.

    Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.

 

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

 

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond, inclusief de kosten zoals genoemd in artikel 10 “Kosten” worden betaald.

 

Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

 

Artikel 9. Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht.

  • 2.

    Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3.

    Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

 

Artikel 10. Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90 te verhogen met één uur op locatie geldend tarief gederfde belastinginkomsten.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 116,60.

  • 3.

    De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen:

    • a.

      Het uitrijtarief voor het wegslepen van een voertuig bedraagt € 91,51.

    • b.

      De kosten voor het overbrengen van een voertuig tot 3.500 kilogram bedragen € 199,30 en voor bewaring € 10,94 per dag.

    • c.

      De kosten voor het overbrengen van een voertuig zwaarder dan 3.500 kilogram bedragen € 356,64 en voor het bewaren € 27,68 per dag.

    • d.

      De kosten voor de afgifte van een voertuig dat is weggesleept bedragen € 38,62.

  • 4.

    Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgelegd.

 

Artikel 11. Vrijstelling parkeerbelastingen

De parkeerbelastingen worden niet geheven terzake van:

  • a.

    het parkeren van motorvoertuigen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht, uitgezonderd de gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken in de Binnenstad.

  • b.

    het parkeren van mobiele onderzoeksunits die worden gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend, gedurende dat gebruik.

 

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding en geen uitstel van betaling verleend, ook niet wanneer er een bezwaarschrift is ingediend.  

 

Artikel 13. Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2022 vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

 

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen van ’s-Hertogenbosch 2023.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2022.

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch,

De griffier,

Drs. W.G. Amesz,

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Bijlage A | kostenberekening naheffingsaanslag en wielklem

 

 

  • 1.

    Kostenberekening naheffingsaanslag krachtens artikel 2 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen.

 

a.

Vaste informatieverwerkingskosten

€ 145.750

b.

Variabele informatieverwerkingskosten

€ 1.092.310

c.

Kapitaallasten

€ 375.790

d.

Personeelskosten

€ 723.650

e.

Overheadkosten

€ 361.825

Totale kosten a t/m e

€ 2.699.325

 

Uitgaande van 26.500 aanslagen per jaar bedragen de heffingskosten per aanslag € 101,90

Ingevolge het bovengenoemde Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen kunnen de heffingskosten ten hoogste € 72,90 belopen.

 

 

  • 2.

    Kostenberekening voor het aanbrengen en verwijderen van de wielklem krachtens artikel 5 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen.

 

Kostentoerekening per inklemming:

Personele en materiele kosten

€ 78,62

Overheadkosten

€ 37,98

Totaal door te berekenen kosten per inklemming

€ 116,60

 

Bijlage B | Tarieventabel

 

Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen

’s-Hertogenbosch 2023, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch d.d. 13 december 2022

 

Onderdeel 1: aanwijzing parkeertarieven bij parkeerapparatuur op straat:

 

De parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, sub a, van de Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023 bedraagt:

 

Tarief a

Centrum

€ 3,93 per 60 minuten

Tarief b

Rand centrum

€ 3,38 per 60 minuten

Tarief c

Buiten centrum

€ 2,72 per 60 minuten

Tarief d

Rand en buiten centrum

€ 0,00 per 60 of 120 minuten en daarna tarief b of c

 

Onderdeel 2: aanwijzing parkeertarieven over aaneengesloten periodes via het digitaal loket:

 

De parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, sub a, van de Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023 bedraagt over een aaneengesloten periode, met een minimum van een dag en maximaal 5 aaneengesloten dagen:

 

Tarief soort

Tarief

Periode

a

€ 3,93 per 60 minuten

€ 23,58

per dag

 

 

€ 117,90

per 5 dagen

b

€ 3,38 per 60 minuten

€ 20,28

per dag

 

 

€ 101,40

per 5 dagen

c

€ 2,72 per 60 minuten

€ 16,32

per dag

 

 

€ 81,60

per 5 dagen

 

Onderdeel 3: Aanwijzing tarieven parkeervergunningen.

 

3.1 De parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 2, sub b, van de Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023, voor een parkeervergunning in het als binnenstad aangewezen gebied bedraagt1:

 

€ 356,00 per jaar

€ 89,00 per kwartaal

voor een bewonersvergunning met een geldigheidsduur van 24 uren

€ 157,12 per jaar

€ 39,28 per kwartaal

voor een avondvergunning bewoners binnenstad geldig van maandag tot en met zaterdag van 17.00 tot volgende ochtend 10.00 uur en op zondag de gehele dag.

€ 503,08 per jaar

€ 125,77 per kwartaal

voor een bedrijfsvergunning geldig van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 19.00 uur

€ 635,48 per jaar

€ 158,87 per kwartaal

voor een bedrijfsvergunning geldig van maandag tot en met zaterdag van 08.00 uur tot 19.00 uur en tijdens koopavonden tot 22.00 uur

€ 785,40 per jaar

€ 196,35 per kwartaal

voor een bedrijfsvergunning met een langere en op de bedrijfstijd afgestemde geldigheidsduur

 

€ 81,60 per week

voor een tijdelijke parkeervergunning aannemers

€ 204,00 per maand

 

€ 510,00 per kwartaal

 

 

3.2 De parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 2, sub b, van de Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2023, voor een parkeervergunning in buiten het als binnenstad aangewezen gebied bedraagt:2

 

€ 46,99 per jaar

€ 11,75 per kwartaal

voor een bewonersvergunning

€ 93,95 per jaar

€ 23,49 per kwartaal

voor een bedrijfsvergunning

 

€ 47,33 per week

voor een tijdelijke parkeervergunning aannemers

€ 118,32 per maand

 

€ 295,80 per kwartaal

 

 

In door het College van B&W nader aan te wijzen gebieden:

 

Bezoekersregeling digitaal A

€ 0,05 per uur.

Vergunning voor bezoekers van bewoners om op aangewezen parkeerplaatsen te parkeren voor maximaal 120 uur per kwartaal

Bezoekersregeling digitaal B

€ 0,05 per uur.

Vergunning voor bezoekers van bewoners om op aangewezen parkeerplaatsen te parkeren voor maximaal 180 uur per kwartaal

Bezoekersregeling digitaal C

€ 0,05 per uur.

Vergunning voor bezoekers van bewoners om op aangewezen parkeerplaatsen te parkeren voor maximaal 240 uur per kwartaal

Bezoekersregeling digitaal D

€ 0,05 per uur.

Vergunning voor bezoekers van bewoners om op aangewezen parkeerplaatsen te parkeren voor maximaal 300 uur per kwartaal

Bezoekersregeling

mantelzorgers

€ 0,05 per uur.

Vergunning voor mantelzorgers van bewoners om op aangewezen parkeerplaatsen te parkeren voor in basis een dubbel tegoed aan uren conform de regelingen A, B, C of D voor de periode dat dit conform de formele indicatie van Steunpunt Mantelzorg nodig is

Bezoekersregeling

vrijwilligers

€ 0,05 per uur.

Vergunning voor vrijwilligers van functies en bestemmingen in de wijken om op aangewezen parkeerplaatsen te parkeren voor in basis maximaal 150 uur per maand. Als pilot zijn er ten behoeve van maatwerk twee plus-varianten van maximaal 300 of 450 uur per maand beschikbaar. De vrijwilligersregeling geldt niet voor de sector binnenstad.

Bezoekersregeling functies en

bestemmingen

De parkeerbelasting voor de parkeerder bedraagt 50% van het ter plaatse geldende tarief met een maximum van 200 uur per maand. Het gaat hierbij om vergunningen voor bezoekers van functies en bestemmingen in de wijken waarmee op aangewezen betaald parkeerplaatsen mag worden geparkeerd. De bezoekersregeling voor functies en bestemmingen geldt niet voor de sector binnenstad.

 

Onderdeel 4: Inwerkingtreding

 

De tarieventabel treedt in werking op 01 januari 2023.

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch,

De griffier,

Drs. W.G. Amesz,

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

 

 


1

Voor vergunningen afgegeven voor het afgesloten parkeerterrein op de Clarastraat wordt er aanvullend € 20,- borg in rekening gebracht voor een parkeerpas. Voor vervanging van de bijbehorende sleutel wordt € 25,- in rekening gebracht.

2

Voor vergunningen afgegeven voor het P + R terrein Maijweg wordt er aanvullend € 20,- borg in rekening gebracht voor een parkeerpas.