Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dinkelland 2022

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

• a.

  Aanvrager: Organisatie, die verzoekt om een lening op grond van deze verordening.

• b.

  Basistarief: looptijdvaste marktconforme basisrente zijnde het gemiddelde van de top-25 geldgevertarieven in Nederland, zoals bepaald en gepubliceerd door Stichting Volkshuisvesting Nederland (www.svn.nl).

• c.

  Bijlage: de tot deze verordening behorende bijlage.

• d.

  Duurzaamheidsfonds Dinkelland: Projectorganisatie Energiefondsen.NL gevolmachtigd met de uitvoering van deze verordening.

• e.

  Duurzaamheidslening Dinkelland: Financiering op grond van deze verordening.

• f.

  Duurzame energie: energie opgewekt met installaties als genoemd in de actuele Energielijst.

• g.

  Energiebesparing: het nemen van één of meerdere maatregelen genoemd in de actuele Energielijst die aantoonbaar leiden tot een reductie van CO2-emissies als gevolg van een verminderd verbruik van fossiele brandstoffen.

• h.

  Energielijst: Overzicht van maatregelen die in aanmerking komen voor de Energie Investeringsaftrek (gepubliceerd op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland www.rvo.nl).

• i.

  Financiering: Lening in de vorm van een lening op grond van deze verordening.

• j.

  Financieringsaanvraag: dossier aangeleverd door een initiatiefnemer van een project met alle relevante informatie (technisch financieel, organisatorisch en anderszins) nodig voor de beoordeling en besluitvorming.

• k.

  Financieringsdocumentatie: de documenten waarin de afspraken tussen de gemeente Dinkelland en de initiatiefnemer zijn vastgelegd die betrekking hebben op de financiering, bestaande uit een leningbeschikking en een financieringsovereenkomst.

• l.

  Financieringsovereenkomst: overeenkomst tussen gemeente Dinkelland en een organisatie waarin de voorwaarden van een financiering van een project zijn vastgelegd. Een model is opgenomen in het Intern procedure handboek.

• m.

  Intern procedure handboek: handboek vastgesteld door de raad waarin de processen binnen het Duurzaamheidsfonds Dinkelland worden omschreven die ten grondslag liggen aan de besluitvorming rondom de financiering van een project.

• n.

  Kosteneffectiviteit: de gangbare verhouding tussen de prijs van een technologie en de energieopbrengst van deze technologie.

• o.

  Lening: verstrekking van een geldsom door het college aan een organisatie welke op een overeengekomen moment of momenten moet worden terugbetaald.

• p.

  Leningnemer: ontvanger van de lening in de vorm van een lening.

• q.

  Minimaal Rentetarief: looptijdvaste minimale rente die in rekening wordt gebracht.

• r.

  Organisatie: rechtspersoon, samenwerkingsverband van rechtspersonen of samenwerkingsverband van natuurlijke personen, of kerken naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid.

• s.

  Project: een activiteit gericht op energiebesparing en/of opwekking van duurzame energie uitgevoerd door een organisatie in de gemeente Dinkelland waaraan het college financiering zal bieden of overweegt te bieden.

• t.

  Verordening: “Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dinkelland 2022”.

• u.

  Rentekorting: vaste korting in %-punten ten opzichte van het basistarief.

• v.

  Leningsbeschikking: beschikking waarin de voorwaarden met betrekking tot het verstrekken van een lening zijn vastgelegd.

Artikel 2. Algemene bepalingen

• 1.

  Een financiering op grond van deze verordening wordt aangehaald als Duurzaamheidslening Dinkelland.

• 2.

  Een Duurzaamheidslening Dinkelland mag gestapeld worden met andere subsidies c.q. leningen. Indien ter zake van het project reeds door een bestuursorgaan lening is verstrekt, wordt de hoogte van de Duurzaamheidslening Dinkelland zodanig aangepast dat er sprake is van geoorloofde staatssteun.

• 3.

  Het Energiefonds verricht in opdracht van het college een staatssteuntoets om te borgen dat er sprake is van geoorloofde staatssteun. Daarbij wordt door het Energiefonds in opdracht van burgemeester en wethouders:

  • a.

    of er sprake is van een grensoverschrijdend effect, en zo ja,

  • b.

    of de De-minimisverordening van toepassing kan worden verklaard op de voorgenomen financiering

Artikel 3. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze verordening is enkel van toepassing op de verstrekking van een financiering door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

Een Duurzaamheidslening Dinkelland kan worden verstrekt voor een project op het gebied van energiebesparing en/of de opwekking van duurzame energie.

Artikel 5. Doelgroep

Een Duurzaamheidslening Dinkelland wordt uitsluitend verstrekt aan een organisatie, voor zover ingeschreven in de Kamer van Koophandel.

Artikel 6. Aanvraagvereisten

Een aanvraag voor een Duurzaamheidslening Dinkelland wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier maakt onderdeel uit van het vastgestelde Interne Procedurehandboek. De aanvraag wordt in ieder geval vergezeld van:

• a.

  een offerte of overeenkomst voor de realisatie van een project, waarin een duidelijke specificatie en onderbouwing van de kostenposten is weergegeven;

• b.

  een verklaring dat de aanvrager geen organisatie in moeilijkheden is, ondertekend door een daarvoor gemachtigde persoon.

• c.

  een verklaring waarin de aanvrager aangeeft of, en zo ja hoeveel staatssteun zij reeds heeft ontvangen (de-minimisverklaring).

Artikel 7. Leningsvereisten

Om voor een Duurzaamheidslening Dinkelland in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

• a.

  de aanvrager is eigenaar of pachter/huurder van het vastgoed of terrein waarop het project wordt gerealiseerd;

• b.

  het project zal worden gerealiseerd door of in opdracht van de aanvrager en blijft na realisatie eigendom van aanvrager;

• c.

  het project wordt gerealiseerd in de gemeente Dinkelland;

• d.

  de Duurzaamheidslening Dinkelland wordt enkel gebruikt voor de realisatie van het project.

• e.

  de kosteneffectiviteit van het project wijkt niet meer dan 50% af van andere gangbare en vergelijkbare situaties.

• f.

  De kredietwaardigheid van de aanvrager wordt in opdracht van het college van burgemeester en wethouders beoordeelt door het Energiefonds.

Artikel 8. Niet subsidiabele kosten

Voor de Duurzaamheidslening Dinkelland komen in ieder geval niet in aanmerking:

• a.

  de kosten waartoe al verplichtingen zijn aangegaan vóór de ontvangst van de aanvraag.

• b.

  de BTW voor zover deze door de aanvrager kunnen worden teruggevorderd.

Artikel 9. Hoogte van de lening en rente

• 1.

  De hoofdsom van de door het college toegewezen Duurzaamheidslening Dinkelland bedraagt niet minder dan € 5.000,- en niet meer dan € 50.000,-.

• 2.

  Een organisatie kan meerdere Duurzaamheidsleningen Dinkelland toegewezen krijgen met dien verstande dat de som aan leningen niet meer bedraagt dan € 50.000.

• 3.

  Het college hanteert voor een Duurzaamheidslening Dinkelland

  • a.

    vanaf € 5.000 tot € 25.000 een financieringspercentage dat maximaal gelijk is aan 75% van de investering van een Project.

  • b.

    vanaf € 25.000 tot € 50.000 een financieringspercentage dat maximaal gelijk is aan 50% van de investering van een Project

• 4.

  Indien door een nieuwe Duurzaamheidslening Dinkelland aan een organisatie de som aan financieringen boven € 25.000 uitkomt, dan geldt voor deze nieuwe Duurzaamheidslening Dinkelland een financieringspercentage van maximaal 50%.

• 5.

  De Duurzaamheidslening Dinkelland betreft een annuïtaire Lening met maandelijkse aflossing op basis van een automatische incasso.

• 6.

  Het rentetarief is afhankelijk van de looptijd en bestaat uit het basistarief op het moment van toekenning van de Duurzaamheidslening Dinkelland en een mogelijke rentekorting:

  • a.

    looptijd 5 jaar: 5-jaars basistarief minus rentekorting;

  • b.

    looptijd 10 jaar: 10-jaars basistarief minus rentekorting;

  • c.

    looptijd 15 jaar: 15-jaars basistarief minus rentekorting.

• 7.

  Het rentetarief zal nooit lager zijn dan het minimum rentetarief.

• 8.

  Het Energiefonds stelt in opdracht van het college de rentekorting en het minimum rentetarief vast en behoudt zich het recht voor om deze tussentijds aan te passen.

• 9.

  Wijzigingen van rentekorting en/of minimum rentetarief zijn niet van toepassing op reeds afgesloten leningen.

Artikel 10. Verleningsprocedure

• 1.

  Het college maakt voor de verleningsprocedure gebruik van het Intern procedure handboek.

• 2.

  De in het Intern procedure handboek beschreven minimale stappen om tot financiering te komen zijn:

  • a.

    Bij een positieve beoordeling van de financieringsaanvraag:

    • •

      worden de voorwaarden waaronder de financiering wordt verstrekt vastgelegd in de financieringsovereenkomst; en

    • •

      wordt de toekenning van de financiering vastgelegd in een leningsbeschikking.

  • b.

    Het Energiefonds stuurt twee ongetekende exemplaren van de financieringsovereenkomst toe aan de aanvrager. De aanvrager dient beide exemplaren van de financieringsovereenkomst getekend te retourneren. Het college ondertekent vervolgens beide exemplaren en stuurt één exemplaar terug aan de aanvrager, als bijlage bij de leningbeschikking.

Artikel 11. Verplichtingen leningnemer

De leningnemer dient het project binnen 6 maanden, na ondertekening van de financieringsovereenkomst, gerealiseerd te hebben. De leningnemer kan schriftelijk verzoeken eenmalig de termijn voor realisatie met 6 maanden te verlengen.

Artikel 12. Vaststelling en verantwoording

• 1.

  Voor elke lening die op grond van deze verordening wordt verleend, dient altijd een aanvraag tot vaststelling te worden ingediend,

• 2.

  Een aanvraag tot vaststelling van de lening gaat vergezeld van:

  • a.

    een eindfactuur van het project en beeldmateriaal dat aantoont dat het project is gerealiseerd;

  • b.

    betaalbewijzen die aantonen dat het deel van de investering dat niet door de Duurzaamheidslening Dinkelland wordt gedekt is aanbetaald.

Artikel 13. Uitbetaling en bevoorschotting

• 1.

  Uitbetaling van de Duurzaamheidslening Dinkelland geschiedt bij vaststelling van de lening.

• 2.

  Het college is bevoegd om, in situaties waarbij de leningnemer op basis van de offerte een aanbetaling dient te doen die hoger is dan 25% van de investering, een voorschot uit te betalen die gelijk is aan het deel van de aanbetaling die boven de 25% van de investering ligt, met dien verstande dat het voorschot maximaal 75% van de lening bedraagt. Uitbetaling van het voorschot vindt plaats op basis van een verzoek van de leningnemer die daarbij een tussenfactuur dient te overleggen.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het Energiefonds zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het Energiefonds in opdracht van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 15. Plafond

• 1.

  Het plafond voor deze verordening bedraagt in totaal € 1.000.000 (zegge: één miljoen euro).

• 2.

  Het college kan het plafond als genoemd in het vorige lid gedurende de looptijd van de verordening bijstellen.

• 3.

  Dreigt het plafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Duurzaamheidslening gemeente Dinkelland 2022.

Artikel 17. Inwerkingtreding, wijziging en duur

• 1.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

• 2.

  Deze verordening geldt voor onbepaalde tijd, welke na het eerste jaar maandelijks opzegbaar is, met dien verstande dat de verordening van toepassing blijft op leningen die voor die datum zijn aangevraagd.