Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Ons koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu 2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling Ons koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024.
Subsidieverordening Rotterdam 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2022 | nieuwe regeling | 13-12-2022 | 2022, nummer 252 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de wethouder Welzijn, Samenleven, Sport, Digitale Inclusie van 14 november 2022;
gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 6, derde lid en 7, derde lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende, dat het wenselijk is om ook voor 2023 een subsidieregeling vast te stellen voor activiteiten die bijdragen aan de kennisontwikkeling of kennisverspreiding van het koloniaal en slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor het heden;
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan aanvragers die actief zijn in Rotterdam, zich aantoonbaar inzetten voor het thema koloniaal verleden of slavernijverleden en die aantoonbaar intern en extern beleid voeren dat gericht is op inclusiviteit en diversiteit.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor kalenderjaar 2023 een subsidieplafond van in totaal € 650.000. Dit bedrag is uitgesplitst naar een deelplafond voor de subsidies aan natuurlijke personen ter hoogte van € 400.000 en een deelplafond voor de rechtspersonen ter hoogte van € 250.000.
Artikel 12 Wijze van verdeling
Indien het college in verband met het bereiken van het subsidieplafond een keuze moet maken tussen meerdere subsidieaanvragen met gelijke score wordt gekozen voor de subsidieaanvraag met de meeste diversiteit in activiteit en te bereiken doelgroep ten opzichte van de reeds op grond van deze regeling toegekende subsidies.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 december 2022
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Toelichting op de Subsidieregeling Ons koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu 2023
Rotterdam is een diverse stad met verschillende achtergronden, leefwijzen en overtuigingen. Daar zijn we als gemeente trots op. Maar de stad van nu staat niet los van haar geschiedenis.
Uit onderzoek, uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in opdracht van gemeente Rotterdam, blijkt dat Rotterdam een rol speelde in het koloniale en slavernijverleden.
De stad zoals we die nu kennen is dus mede zo geworden door kolonialisme en slavernij in het verleden. Die geschiedenis werkt door in het heden.
Op 10 december 2021, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, heeft de burgemeester namens het college excuses uitgesproken over de rol van Rotterdamse stadsbesturen in de slavernij en de koloniale onderdrukking. Het koloniale verleden (post slavernij) van Nederland is grotendeels verbonden met betrekking tot de trans-Atlantische slavernij, het Caribisch deel van het Koninkrijk, Suriname en het voormalige Nederlands-Indië (huidige Indonesië) en de Molukken. Sporen van het koloniaal en slavernijverleden zijn terug te zien in onze huidige samenleving en zijn medeverantwoordelijk voor de superdiverse stad van vandaag.
De gemeente Rotterdam streeft naar meer kennis onder Rotterdammers over het koloniaal en slavernijverleden als onderdeel van de Rotterdamse geschiedenis, naar bewustzijn onder Rotterdammers van de effecten van dit verleden op het heden en naar een overbrugging van de ongelijkheid die in de samenleving is ontstaan door dit verleden. De gemeente Rotterdam streeft naar acceptatie van de diversiteit die onze stad kenmerkt, met waardering voor verschillen en de nadruk op wat Rotterdammers met elkaar verbindt.
Met deze subsidieregeling wil het college meer bewustzijn en kennis creëren over het koloniale en slavernijverleden en de doorwerking van het verleden in het heden en de toekomst. Het college heeft het vertrouwen dat juist door middel van bewustwording, kennisdeling en dialoog, Rotterdam hier sterker uit zal komen. De verdeeldheid en ongelijkheid onder Rotterdammers wordt hiermee aangepakt. Het streven is een verdraagzaam Rotterdam in de toekomst. Een stad waar iedereen meedoet en waar we niemand buitensluiten.
Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen speelt de adviesgroep een belangrijke rol. Deze adviesgroep bestaat uit een aantal onafhankelijke personen die deskundig zijn op het terrein van koloniaal- of slavernijverleden.
De adviesgroep heeft geen formele status van commissie ex artikel 84 Gemeentewet. De commissie bestaat uit ten minste 3 leden die hun werkzaamheden verrichten op basis van een overeenkomst tot opdracht.
Koloniaal- en slavernijverleden
Zowel het koloniaal verleden als het slavernijverleden zijn in dit artikel gedefinieerd. Geweld, segregatie en apartheid vormden de basis van beide systemen.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Met de doorwerking of gevolgen in het heden van het koloniale en/of slavernijverleden wordt bedoeld psychologische, sociaal-maatschappelijke, economische en politieke gevolgen; zowel positief als negatief, die zichtbaar en redelijkerwijs te herleiden zijn naar het koloniale of slavernijverleden. Hierbij kan bijvoorbeeld, maar niet exclusief, gedacht worden aan: superdiversiteit, systemische ongelijkheid, ontdekken of vieren van roots.
Bij dialoog en uitwisseling wordt een brede definitie gehanteerd, niet gebonden aan specifieke vormen of disciplines. Naast voor de hand liggende vormen van dialoog, zoals talkshowavonden en podiuminterviews, worden ook andere maatschappelijke en/of culturele activiteiten en projecten bedoeld zoals, bijvoorbeeld: spoken word, dans, theater, podcasts, gezamenlijk maaltijden bereiden en nuttigen, praatgroepen en meer. De uitvoering van de activiteiten moet ten alle tijden plaatsvinden in Rotterdam.
In het tweede lid is opgenomen, dat de activiteiten geen vast onderdeel uit mogen maken van het curriculum van een opleiding. Hieronder wordt niet verstaan een keuzevak dat gevolgd kan worden bij een opleiding of een cursus. Het gaat om een curriculair onderdeel van een opleiding aan een MBO, HBO of WO instelling.
Ook mogen de activiteiten of producten niet commercieel gebruikt worden. Bijvoorbeeld door het uitbrengen van een boek, het ontwikkelen van verkoopbare producten zoals buttons etc.
De (natuurlijke) personen of organisaties die een subsidie kunnen aanvragen, moeten kunnen aantonen dat zij zich aantoonbaar inzetten voor het onderwerp en daar inhoudelijk kennis over hebben. Deze moeten voor het aanvragen wel voldoen aan de formele vereisten zoals het hebben van een DigID en EHerkenningsnummer. Bij organisaties (rechtspersonen) kan dit bijvoorbeeld blijken uit de statuten, inschrijving bij de Kamer van koophandel of jaarverslagen. Natuurlijke personen kunnen dit bijvoorbeeld aantonen met publicaties, aantoonbare betrokkenheid bij activiteiten of op social media rond het onderwerp of de eigen familiegeschiedenis. Daarnaast verwachten wij dat aanvrager met zijn activiteiten gericht is op Rotterdam. Op die manier wordt gewaarborgd dat het gaat om activiteiten door en voor Rotterdammers.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Tot de kosten, die direct betrekking hebben op de subsidiabele activiteiten worden bijvoorbeeld gerekend: kosten van huur locatie, inhuur spreker of gespreksleider, verzorging catering, posters, flyers, brochures. Huur van geluidsinstallatie en camera apparatuur. Bij het maken van theater of exposities het huren van materiaal.
De kosten van het indienen van een aanvraag worden niet vergoed, ook niet als de aanvraag wordt afgewezen. Ook kosten die al zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Onderdeel c is opgenomen om duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is om goederen aan te schaffen die ook duurzaam door de aanvrager worden gebruikt. Bijvoorbeeld een computer.
Ook kan er geen sprake zijn van subsidiëring van kosten waarvoor al op andere wijze financiering voor wordt verkregen, bijvoorbeeld vanuit een bestaande subsidierelatie.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
De eenmalige subsidie voor natuurlijke personen bedraagt ten hoogste € 24.999,99 per aanvrager. Dit betekent dat als een aanvrager betrokken is bij meerdere projecten, hiervoor in totaal slechts € 24.999,99 kan worden verleend aan deze aanvrager.
De eenmalige subsidie voor rechtspersonen bedraagt ten hoogste € 49.999,99 per aanvrager. Dit betekent dat als een aanvrager betrokken is bij meerdere projecten, hiervoor in totaal slechts € 49.999,99 kan worden verleend.
Zoals in de toelichting op artikel 1 is toegelicht, is de adviesgroep geen formele commissie ex artikel 84. In het tweede lid staan de taken van de adviesgroep benoemd.
Uit het derde lid volgt dat een aanvrager slechts één aanvraag mag indienen. Dit betekent dat als hij toch meerdere aanvragen indient, hij niet voldoet aan de criteria van deze subsidieregeling en de aanvragen derhalve niet kunnen worden gehonoreerd. Als een rechtspersoon een aanvraag doet, dan kan het zo zijn dat die organisatie samenwerkt met een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld een maker of kunstenaar) die eveneens voor een deel van die betreffende activiteit een aanvraag doet. In dat geval gelden nog steeds de formele en inhoudelijke eisen voor beoordeling van beide aanvragen en moet het duidelijk worden middels intentieverklaringen en een toelichting op de activiteiten dat de aanvraag van de organisatie een “groter geheel” van de betreffende activiteit en niet bedoeld is voor een activiteit met de aanvragende natuurlijke persoon, alleen. Samenwerking tussen organisaties (rechtspersonen) wordt bevorderd, maar de facto dezelfde aanvragen door enerzijds een rechtspersoon en anderzijds een natuurlijke persoon kunnen niet beide worden gehonoreerd. Het criterium van onderscheidenheid van de activiteit is daarin leidend.
Rechtspersonen dienen bij een aanvraag voor meer dan € 25.000 rekening te houden met een schriftelijke, inhoudelijke (feitelijk en liefst cijfermatig) en financiële eindverantwoording waarin duidelijk de prestatieafspraken of de behaalde doelen worden verantwoord.
Artikel 12 Wijze van verdeling
De rangschikking van de aanvragen geschiedt door de adviesgroep. Belangrijk hierbij is de vraag in hoeverre het plan dat aanvrager indient, bij kan dragen aan de activiteiten benoemd in artikel 3. Dat wordt niet alleen bepaald door de inhoud van het plan zelf. Ook de vraag of het plan wel kan worden uitgevoerd met het aangevraagde budget gelet op de ingediende begroting (en voor rechtspersonen de inhoudelijke en financiële verantwoording), is hierbij van belang.
Het uitgangspunt is dat bij de verdeling van de subsidie bewustwording, kennisverspreiding en dialoog binnen de activiteiten voorop staat: draagt het bij, in het heden, bij het overbruggen van tegenstellingen en het kleiner maken van de psychologische, sociaal-maatschappelijke en economische effecten die te herleiden zijn naar een koloniaal en slavernijverleden? Daarom worden de subsidies beoordeeld op verschillende onderdelen. Deze onderdelen zijn opgesomd in het derde lid. Per onderdeel is een maximaal puntenaantal te behalen tot een totaal van 45 punten. Hieronder wordt een aantal inhoudelijke aspecten van deze onderdelen verder toegelicht.
Bij bewustwording van het koloniaal of slavernijverleden gaat het om:
Onder bijdragen aan kennisdeling kan het volgende verstaan worden:
Onder het stimuleren van dialoog wordt verstaan:
Bij de haalbaarheid wordt gekeken naar hoe realistisch het plan is, gelet op de inhoud, wat hiervoor geregeld en gerealiseerd moet worden en het beschikbare budget.
In dit onderdeel wordt gekeken naar het verwachte bereik in relatie tot het budget. Een beperkt bereik zal lager scoren dan een hoog bereik.
Bij de mate van onderscheidenheid in karakter van de activiteit wordt bedoeld in hoeverre de activiteit vernieuwend is of divers is in doelgroep of onderwerp.
De adviesgroep brengt een gezamenlijk gedragen advies uit aan het college over de per subsidieaanvraag gegeven score. Als de adviesgroep het onderbouwde advies heeft overgelegd aan het college, volgt het college in principe dit advies, tenzij deze onzorgvuldig tot stad is gekomen. Het college neemt vervolgens het besluit tot toekenning of afwijzing van de aanvragen. De gemeente streeft naar diversiteit in aanvragen om op deze manier zoveel mogelijk groepen Rotterdammers te bereiken.
Bij het bereiken van het subsidieplafond wordt daarom, bij subsidieaanvragen die gelijk eindigen, door het college gekozen voor de aanvraag met de meeste diversiteit in activiteit en te bereiken doelgroep. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de plannen die gelijk scoren, maar ook naar de plannen die hoger hebben gescoord en welk onderwerp of welke doelgroep die al dekken.
Een aanvraag geldt pas als ingediend als hij volledig voldoet aan alle vereisten voor het indienen van een aanvraag op grond van deze regeling.
Artikel 16 Inwerkingtreding en werkingsduur
Mocht er sprake zijn van bijvoorbeeld en bezwaar of beroep, intrekking of terugvordering, dan blijft deze regeling hiervoor de grondslag bieden.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl