Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Haaksbergen

Verordening voor de bestuurscommissie basisonderwijs gemeente Haaksbergen overeenkomstig artikel 83 van de Gemeentewet (5.5)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Haaksbergen
Officiële naam regelingVerordening voor de bestuurscommissie basisonderwijs gemeente Haaksbergen overeenkomstig artikel 83 van de Gemeentewet (5.5)
CiteertitelVerordening voor de bestuurscommissie basisonderwijs gemeente Haaksbergen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-08-200401-01-2010nieuwe regeling

23-06-2004

Rond Haaksbergen, 28-06-2004

Onbekend
20-08-200401-01-2010nieuwe regeling

23-06-2004

Rond Haaksbergen, 28-06-2004

Onbekend

Tekst van de regeling

Onderwerp: Verordening voor de bestuurscommissie basisonderwijs gemeente Haaksbergen overeenkomstig artikel 83 van de Gemeentewet

De Gemeenteraad van Haaksbergen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 mei 2004;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad openbaar basisonderwijs Haaksbergen d.d. 26 februari 2004;

overwegende dat het gewenst is het bestuur van de scholen: openbare basisschool De Wereld, openbare basisschool De Weert, openbare basisschool Dorp en basisschool Honesch op te dragen aan een bestuurscommissie;

besluit:

vast te stellen

de Verordening regelende de instelling en de inrichting van de bestuurscommissie basisonderwijs Haaksbergen, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de raad en het college

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van Haaksbergen;

  • b.

    de scho(o)l(en): de volgende scho(o)l(en): openbare basisschool De Wereld, openbare basisschool De Weert, openbare basisschool Dorp en basisschool Honesch;

  • c.

    de commissie: de bestuurscommissie;

  • d.

    schoolcommissie Honesch: commissie als bedoeld in artikel 20 van deze verordening;

  • e.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

  • f.

    (G)MR: (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad;

  • g.

    WPO: Wet op het Primair Onderwijs;

Doel en middelen

Artikel 2

Er is een commissie die ten doel heeft: het geven van basisonderwijs aan de scho(o)l(en) die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 WPO. Om het doel te verwezenlijken kan de commissie gebruikmaken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.

Duur en boekjaar

Artikel 3

  • 1.

    De commissie is ingesteld voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

De commissie

Artikel 4

  • 1.

    De commissie bestaat uit tenminste 5 leden.

  • 2.

    De raad benoemt :

    • a.

      twee leden op voordracht van de commissie;

    • b.

      een lid op voordracht van de schoolcommissie Honesch;

    • c.

      een lid op voordracht van de oudergeleding van de (G)MR;

    • d.

      een lid op voordracht van de personeelsgeleding.

  • 3.

    De commissie stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan de raad.

  • 4.

    De leden van de commissie respecteren de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en van het samenwerkingskarakter (RK en openbaar) van basisschool ‘Honesch’.

  • 5.

    Personen die werkzaam zijn op één van de scholen die door de commissie bestuurd worden, kunnen geen lid van de commissie zijn.

  • 6.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 7.

    Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de (G)MR van de commissie.

  • 8.

    Een lid van de commissie mag niet:

    • a.

      als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de commissie dan wel ten behoeve van de wederpartij van de commissie;

    • b.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de commissie of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg;

    • c.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de commissie als bedoeld in onderdeel d;

    • d.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

      • 1.

        het aannemen van werk ten behoeve van de commissie;

      • 2.

        het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de commissie;

      • 3.

        het doen van leveranties aan de commissie;

      • 4.

        het verhuren van roerende zaken aan de commissie

      • 5.

        het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de commissie;

      • 6.

        het van de commissie onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

      • 7.

        het onderhands huren van de commissie.

  • 9.

    De commissie kan zich in haar vergaderingen door deskundigen met een adviserende stem laten bijstaan.

  • 10.

    Indien in de commissie, om welke reden dan ook, een of meer commissieleden ontbreken, dan vormen de overblijvende commissieleden niettemin een commissie in de zin van deze verordening.

Zittingsperiode

Artikel 5

  • 1.

    De leden van de commissie worden voor vier jaar benoemd. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal twee maal worden herbenoemd.

  • 2.

    In afwijking van het voorgaande lid worden in de eerst benoemde commissie drie leden voor twee jaar benoemd.

  • 3.

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    Een lid van de commissie dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Schorsing en ontslag

Artikel 6

  • 1.

    De raad kan een lid van de commissie dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, voor maximaal vier (4) maanden schorsen of ontslaan.

  • 2.

    De commissie kan op dezelfde gronden en voor dezelfde termijn als vermeld in het voorgaande lid een lid van de commissie schorsen, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen. De commissie onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van de raad, die zo spoedig mogelijk daarop beslist of hij de schorsing al dan niet bevestigt. De schorsing geldt dan als door de raad besloten.

  • 3.

    Wanneer de raad de schorsing als bedoeld in het voorgaande lid bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht ingegaan te zijn op het moment van het besluit van de commissie daartoe.

Einde lidmaatschap van de commissie

Artikel 7

Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

  • a.

    het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;

  • b.

    het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd;

  • c.

    verklaring in staat van faillissement, Wet schuldsanering natuurlijke personen;

  • d.

    verlening van surseance van betaling;

  • e.

    onder curatelestelling;

  • f.

    ontslag;

  • g.

    opzegging;

  • h.

    overlijden.

Taken en bevoegdheden van de commissie

Artikel 8

  • 1.

    De commissie heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet, alle bevoegdheden, die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van de scho(o)l(en) zijn toegekend, voorzover daarvan in deze verordening niet is afgeweken.

  • 2.

    De commissie is bevoegd tot het geven van betalingsopdrachten.

  • 3.

    De voorzitter en secretaris tekenen alle stukken die van de commissie uitgaan.

  • 4.

    Er is een directiestatuut dat de taken en bevoegdheden van de directie regelt.

  • 5.

    De commissie wordt ondersteund met een in overleg met het college te bepalen aantal ambtelijke uren voor openbaar onderwijs op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

Taakverdeling

Artikel 9

De commissie benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris/vicevoorzitter en een penningmeester.

Vergaderfrequentie

Artikel 10

  • 1.

    De commissie vergadert ten minste zes maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel ten minste drie leden van de commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 3.

    Tegelijkertijd met de oproeping draagt de voorzitter zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen.

  • 4.

    Ieder lid van de commissie is bevoegd om ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.

Quorum

Artikel 11

  • 1.

    De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal zittende leden aanwezig is.

  • 2.

    In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen veertien dagen een nieuwe vergadering.

  • 3.

    Indien wegens onvoltalligheid op grond van het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Stemmen

Artikel 12

  • 1. De leden stemmen zonder last.

  • 2. Tenzij de verordening anders bepaalt, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.

  • 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 5. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.

    Openbaarheid van vergaderingen

    Artikel 13

    • 1.

      De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

    • 2.

      De vergadering worden besloten gehouden, wanneer ten minste eenvijfde van het aantal aanwezige leden hierom vraagt of wanneer de voorzitter dit nodig acht. De commissie beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

    • 3.

      Vergaderen met gesloten deuren kan uitsluitend geschieden indien het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen:

      a. het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

      • b.

        de economische of financiële belangen van de commissie;

      • c.

        het belang van voorkoming van onevenredige bevoordeling of benadeling voor bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

    • 4.

      Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

    Geheimhouding van stukken

    Artikel 14

    • 1.

      De commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan haar zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

    • 2.

      De ingevolge het voorgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat de commissie de geheimhouding opheft.

    • 3.

      De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de zittende leden tegenwoordig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

    • 4.

      Indien leden van de raad om inzage vragen in stukken omtrent welke de commissie geheimhouding heeft opgelegd, wordt dit slechts geweigerd voorzover deze inzage in strijd is met het openbaar belang.

    Huishoudelijk reglement

    Artikel 15

    Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de commissie worden geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze verordening.

    Verantwoording

    Artikel 16

    • 1.

      De commissie brengt jaarlijks aan de raad verslag uit omtrent haar werkzaamheden. In dit verslag wordt in ieder geval aandacht geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en het samenwerkingskarakter (RK/Openbaar van basisschool ‘Honesch’). De commissie brengt dit verslag tegelijk aan het college uit met haar advies over de jaarrekening als bedoeld in artikel 21 van deze verordening.

    • 2.

      Het verslag wordt bekendgemaakt.

    Dagelijks bestuur

Artikel 17

De voorzitter, de secretaris/vice-voorzitter en de penningmeester vormen het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de commissie.

Werkwijze en besluitvorming dagelijks bestuur

Artikel 18

  • 1.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter dit nodig oordeelt of indien ten minste twee leden dit verzoeken.

  • 2.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien ten minste twee leden aanwezig zijn.

  • 4.

    Besluiten kunnen alleen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 5.

    Bij het staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Verantwoording dagelijks bestuur

Artikel 19

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn afzonderlijk en tezamen voor het door hen gevoerde bestuur informatie en verantwoording verschuldigd aan de commissie en geven de commissie met betrekking tot het gevoerde bestuur alle verlangde inlichtingen.

  • 2.

    De commissie kan een lid van het dagelijks bestuur uit zijn functie ontheffen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de commissie geniet.

Commissies

Artikel 20

  • 1.

    De commissie kan al dan niet uit haar midden commissies benoemen, die onder verantwoordelijkheid van de commissie belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de commissie behoren. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 2.

    De commissie benoemt ten minste een schoolcommissie Honesch bestaande uit 5 leden op voordracht van de MR van basisschool ‘Honesch’

  • 3.

    Het huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 15 bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de commissies.

Financiën en verslaglegging

Artikel 21

  • 1.

    De commissie biedt het college jaarlijks vóór 1 april een ontwerp-begroting met toelichting aan en vóór 1 februari een ontwerp-jaarrekening met toelichting.

  • 2.

    Het college neemt het ontwerp van de commissie ongewijzigd over, tenzij dit naar het oordeel van het college in strijd is met het recht, het algemeen of financieel belang van de gemeente. Wanneer het college de begroting en jaarrekening de raad in ontwerp aanbiedt, doet het college verslag van de gang van zaken, zoals bedoeld in artikel 16, lid 1.

Schorsing en vernietiging

Artikel 22

  • 1.

    Het college schorst een besluit van de commissie, dat naar zijn oordeel in strijd is met de wet of het algemeen belang. Alvorens het schorsingsbesluit te nemen hoort het college de commissie.

  • 2.

    Het college draagt een besluit van de commissie, dat is geschorst met redenen omkleed ter vernietiging voor aan de raad.

  • 3.

    De raad neemt een met redenen omkleed besluit en regelt zo nodig de gevolgen van zijn beslissing.

  • 4.

    Indien de raad besluit tot vernietiging van het geschorste besluit van de commissie dan deelt het college dit onverwijld schriftelijk aan de commissie mede.

  • 5.

    In het geval van vernietiging neemt de commissie binnen een maand na ontvangst van de in het vierde lid van dit artikel bedoelde mededeling een nieuw besluit met inachtneming van het sluit van de raad.

  • 6.

    Indien de raad besluit het geschorste besluit van de commissie niet te vernietigen vervalt de schorsing van de rechtswege.

Wijziging of intrekking van de verordening

Artikel 23

  • 1.

    De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de raad.

  • 2.

    De raad kan de verordening te allen tijde wijzigen of intrekken. De raad kan niet daartoe overgaan dan na overleg met de commissie en indien de wijziging ziet op het samenwerkingskarakter van de basisschool Honesch met de schoolcommissie Honesch.

Bezwaar tegen besluit gemeentelijk bestuursorgaan

Artikel 24

De bepalingen inzake bezwaar van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing voorzover het besluiten van de raad of het college betreft waardoor de commissie rechtstreeks in haar belang is getroffen.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

  • 1.

    De voordracht door de commissie als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening, vindt voor de benoeming van de eerste commissie plaats door het college met inachtneming van een voordracht voor één lid door de bestuurscommissie Honesch zoals bedoeld in de Verordening Bestuurscommissie Honesch.

  • 2.

    De voordracht voor de commissie als bedoeld in artikel 20, tweede lid, vindt voor de benoeming van de eerste commissie plaats door de bestuurscommissie Honesch zoals bedoeld in de Verordening Bestuurscommissie Honesch.

  • 3.

    Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

  • 4.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de Verordening Bestuurscommissie Honesch van 28 juni 1977 ingetrokken.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening voor de bestuurscommissie basisonderwijs gemeente Haaksbergen overeenkomstig artikel 83 van de Gemeentewet.

Haaksbergen, 23 juni 2004

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

(mr. G. Raaben) (drs. K.B. Loohuis)

Samensteller:

G.Bos