Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van marktgelden 2023
CiteertitelVerordening Marktgelden 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden 2022.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2022nieuwe regeling

15-12-2022

gmb-2022-570022

607109

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2023

De raad van de gemeente Ridderkerk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2022;

 

gelet op het advies van de commissie Samen Wonen van 1 december 2022;

 

overwegende dat de verordening en de bijbehorende tarieventabel voor 2023 dienen te worden vastgesteld door de gemeenteraad;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef, onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2023

Artikel 1 Belastbaar feit

Ter zake van het gebruik of genot van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen of voorwerpen, op het krachtens de “Marktverordening van de gemeente Ridderkerk” aangewezen marktterrein, wordt onder de naam van “marktgeld” een recht geheven, overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene, die het in artikel 1 omschreven gebruik of genot heeft.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Maatstaf van heffing voor de berekening van het marktgeld is het aantal ingenomen m2 oppervlakte van de standplaats met een tent, kraam, verkoopwagen of ander soortgelijke inrichting.

  • 2.

    Gedeelten van een m2 worden voor de toepassing van het tarief niet berekend.

  • 3.

    Indien naast het innemen van een standplaats ook gebruik wordt gemaakt van een energieaansluiting, wordt hiervoor een afzonderlijke heffing in rekening gebracht.

Artikel 4 Belastingtarieven

  • 1.

    Voor het innemen van een standplaats met een tent, kraam, verkoopwagen of andere soortgelijke inrichting per vierkante meter (m2):

    4.1.1

    per marktdag of gedeelte daarvan

    € 0,70

    4.1.2.

    per kalenderkwartaal

    € 9,70

    4.1.3.

    per kalenderhalfjaar

    € 19,40

    4.1.4.

    per kalenderjaar

    € 37,30

  • 2.

    Voor het gebruik van energieaansluiting zijn de tarieven zoals opgenomen in de tarieventabel leges van toepassing.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 6 Termijnen van betaling

Het marktgeld per marktdag of gedeelte daarvan wordt worden betaald op het moment van uitreiken van kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Teruggaaf

Indien de belastingplichtige door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, geen gebruik meer kan maken van een standplaats waarvoor het marktgeld voor ten minste een kalenderhalfjaar is voldaan, wordt de aanslag naar tijdsduur verminderd indien binnen twee maanden na afloop van het gebruik daarom schriftelijk een aanvraag wordt ingediend, met dien verstande dat bij het bepalen van het tijdvak uitsluitend volle kalendermaanden in aanmerking worden genomen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening marktgelden 2022” van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Marktgelden 2023”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2022.

de griffier,

mr. J.G. van Straalen

de voorzitter,

mw. A. Attema