Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening reinigingsheffingen 2023 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Verordening reinigingsheffingen 2023 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2022 | Nieuwe regeling | 24-11-2022 |
De raad van de gemeente Borger-Odoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met zaaknr. 92048-2022;
gelet op gelet op gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
kalenderweek: een aaneengesloten periode van zeven dagen, beginnende met een maandag en eindigend met een zondag.
kalenderkwartaal: een periode van drie maanden, beginnende op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en tarief
1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de overige leden van dit artikel.
2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde volume-eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
3.1. Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een perceel wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing van het in hoofdstuk 1.2, onderdelen 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel genoemd gedifferentieerd gedeelte van de belasting.
3.1.1. De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een perceel, dat niet behoort tot een groep van percelen, vindt plaats door een optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak, een optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak en een optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak.
Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel, dat niet behoort tot een groep van percelen, wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
3.1.2. Voor de berekening van het gedeelte van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2, onderdelen 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel voor een perceel, dat niet behoort tot een groep van percelen, wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van de weegapparatuur op de wegende inzamelauto.
3.1.3. Voor de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel dat behoort tot een bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen groep van percelen wordt een vast bedrag per perceel per belastingtijdvak in rekening gebracht.
3.1.4.Geen gewicht wordt bepaald van afvalstoffen die worden aangeboden in een ondergrondse container. Per belastingtijdvak vindt de vaststelling van het totaal aantal verrichte openingen van de ondergrondse container plaats door optelling van het aantal keer dat in het belastingtijdvak de ondergrondse container met de afvalpas is geopend, welke openingen daarbij automatisch zijn geregistreerd door de paslezer.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalenderweken van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, als er in dat belastingtijdvak, na einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 2,50.
Artikel 12 Belastbaar feit en belastingplicht
Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 11, gebruik maakt.
Artikel 13 Maatstaf van heffing
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde volume-eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
3.1. Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een bedrijfspand wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing van het in hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel genoemde gedeelte van de belasting.
3.1.1. De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een bedrijfspand vindt plaats door een optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval van dit bedrijfspand in het betreffende belastingtijdvak, een optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak en een optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde overige afvalstof¬fen van dit bedrijfspand in het betreffende belastingtijdvak.
Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per bedrijfspand wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
3.1.2. Voor de berekening van het gedeelte van de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel, wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van de weegapparatuur op de wegende inzamelauto.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalenderweken van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde rechten als bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel, als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 2,50.
De "Verordening reinigingsheffingen 2022", vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1 Vastrecht afvalstoffenheffing
1.1.1 De belasting per perceel en per belastingtijdvak bedraagt: € 35,92
Hoofdstuk 1.2 Gedifferentieerd gedeelte van de afvalstoffenheffing
De belasting bedraagt, onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1:
1.2.1 ingeval van een perceel niet behorend tot enige groep van
percelen als bedoeld in onderdeel 1.2.2, voor:
1.2.1.1 groente-, fruit- en tuinafval welke periodiek in een
container wordt ingezameld, per kilogram € 0,00
1.2.1.2 plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken
welke periodiek in een container wordt ingezameld,
1.2.1.3 de overige afvalstoffen welke periodiek in een
container worden ingezameld, per lediging € 4,00
1.2.1.3.1 verhoogd met een bedrag voor elke kilo aangeboden restafval,
1.2.2 voor de bij besluit van het college van burgemeester en
wethouders aangewezen percelen, die deel uitmaken van een
1.2.2.1 groente-, fruit- en tuinafval welke periodiek bij de percelen worden
ingezameld, per perceel en per belastingtijdvak € 0,00
1.2.2.2 plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken welke
periodiek bij de percelen worden ingezameld, per perceel en
1.2.2.3 de overige afvalstoffen welke periodiek bij de percelen worden
ingezameld, per perceel en per belastingtijdvak € 6,00
1.2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de
belasting per opening van een ondergrondse container
bestemd voor de inzameling van restafval € 2,00
Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.3.1 Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1.1 en 1.2
voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke
1.3.1.1 per aanvraag, per m³ € 70,35
1.3.1.2 voor het inzamelen van groot wit- en bruingoed, per stuk € 35,70
1.3.2 Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1.1 en 1.2
voor het achterlaten op een daartoe van gemeentewege ter
1.3.2.1 van grof tuinafval per m³ of gedeelte daarvan per
1.3.2.2 van grof huisafval per m³ of gedeelte daarvan per
Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Hoofdstuk 2.1 Vastrecht reinigingsrechten
2.1.1 Het recht bedraagt voor het inzamelen van afvalstoffen,
indien daarvoor geen belasting wordt geheven als bedoeld
in artikel 3 van de verordening, per bedrijfspand en per
Hoofdstuk 2.2 Gedifferentieerd gedeelte van het reinigingsrecht
2.2.1 Het recht bedraagt, onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1
2.2.1.1 groente-, fruit- en tuinafval welke periodiek in een
container wordt ingezameld, per kilogram € 0,00
2.2.1.2 plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken
welke periodiek in een container worden ingezameld,
2.2.1.3 de overige afvalstoffen welke periodiek in een
container worden ingezameld, per lediging € 4,00
2.2.1.3.1 verhoogd met een bedrag voor elke kilo aangeboden restafval,
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
3.1 het ledigen van beer- of bezinkputten en het verwijderen
van de daaruit komende stoffen € 175,35
3.2 het achterlaten van grof huisafval, afkomstig van door
maatschappelijke organisaties georganiseerde rommelmarkten,
op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde
plaats, per m³ of gedeelte daarvan
a. per kilogram met een maximum van 1000 kilogram € 0,03
b. per kilogram vanaf 1000 kilogram € 0,15
3.3 het achterlaten van grof huisafval, afkomstig van niet-inwoners
van de gemeente, die naar de omstandigheden beoordeeld al dan
niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk
recht gebruik maakt van het perceel, welke niet onder de
afvalstoffenheffing valt, op een daartoe van gemeentewege ter
beschikking gestelde plaats, per m³ of gedeelte daarvan per
3.4 het op aanvraag vervangen van een in bruikleen gegeven pas ten
behoeve van het afvalbrengpunt en de ondergrondse containers
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Borger-Odoorn van 24 november 2022.