Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid (5.4)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid (5.4)
CiteertitelVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs
  2. Wet op het voortgezet onderwijs
  3. Wet Gemeentelijke Onderwijsachterstandenbeleid
  4. Wet Onderwijs in Allochtone Levende Talen
  5. Wet regeling schoolbegeleiding
  6. Gemeentewet
  7. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-08-2004niuewe regeling

23-06-2004

Rond Haaksbergen, 08-07-2004

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid (5.4)

Onderwerp : Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid

De gemeenteraad van Haaksbergen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 mei 2004;

 

gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid, de Wet Onderwijs in Allochtone Levende Talen, de Wet regeling schoolbegeleiding en de bepalingen in de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht;

 

gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

 

overwegende dat het wenselijk is te komen tot één regeling voor de procedure voor het overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal onderwijsbeleid;

 

besluit:

 

vast te stellen

 

de Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Haaksbergen.

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur:

    het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    advies:

    het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het Voortgezet Onderwijs;

  • c.

    burgemeester en wethouders:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen; het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    raad:

    de gemeenteraad van de gemeente Haaksbergen;

  • e.

    onderwijsraad: adviescommissie van de minister van onderwijs;

  • f.

    raadscommissie: vaste commissie van advies als bedoeld in de Verordening voor devaste commissie van advies, die het onderwerp onderwijs als werkveld heeft.

HOOFDSTUK II Overleg

Paragraaf 1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

 

Functie overlegorgaan

Artikel 2
  • 1.

    Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het overlegorgaan komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • b.

      overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3.

    Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder b, is artikel 9 niet van toepassing.

     

Samenstelling overlegorgaan

Artikel 3
  • 1.

    De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een schoolbestuur wijst daartoe maximaal 2 vertegenwoordigers aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voeren.

  • 2.

    Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in hetoverlegorgaan. Voor het bepalen van het aantal vertegenwoordigers is het gestelde inhet eerste lid, tweede volzin van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in hetoverlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overlegorgaan.

     

Derden

Artikel 4

Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of een vertegenwoordiger van een schoolbestuur genoemd in artikel 3 dit wenst, deelnemen aan een overleg.

 

Paragraaf 2 Voorbereiding overleg

 

Uitnodiging

Artikel 5
  • 1.

    Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over een onderwerp over lokaal onderwijsbeleid, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie, als bedoeld in artikel 7, toe aan alle bij dit onderwerp betrokken schoolbesturen.

  • 2.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen tenminste twee weken.

  • 3.

    De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

     

Secretariaat

Artikel 6

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.

 

Voorbereiding

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit voorbereidende overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a.

 

Agendaoverleg

Artikel 8
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2.

    Aan het agendaoverleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en 2 vertegenwoordigers van schoolbesturen deel.

     

Paragraaf 3 Uitvoering overleg

 

Advies Onderwijsraad

Artikel 9
  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen mondeling naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan de schoolbesturen die het aangaan. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen drie weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

     

Verslaglegging; informeren raad

Artikel 10
  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b, van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel;

    • e.

      indien artikel 9, eerste lid, van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3.

    Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen.

    Binnen drie weken na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

  • 5.

    Indien het verslag uitsluitend besproken onderwerpen bevat, waarop het bepaalde in artikel 2, onder b van toepassing is, wordt dit verslag niet ter kennis gebracht van de raad.

     

Heropening overleg

Artikel 11
  • 1.

    Indien uit het advies van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp over lokaal onderwijsbeleid blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij hetoverlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

     

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Beslissing in gevallen waarin de verordening niet voorziet

Artikel 12

 

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

  • 2.

    Indien de in deze verordening gestelde termijnen een ter dege voorbereide besluitvorming belemmeren, is het in uiterste noodzaak mogelijk hiervan af te wijken, mits alle betrokkenen hiermee instemmen.

 

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13
  • 1.

    Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

  • 2.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, worden de Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs, vastgesteld op 18 december 1996 en deVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid, vastgesteld op 1 november 2000, ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid.

     

Haaksbergen, 23 juni 2004,

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

 

 

(mr. G. Raaben) (drs. K.B. Loohuis)

 

 

Samensteller:

M.C. Willemsen